Moois uit de schoolkelder Een bloemlezing uit 150 jaar protestants-christelijk onderwijs in Leiden ZATERDAG 23 AUGUSTUS 2003 rkleuterschool van de Leidse Houtschool. Particuliere foto Het schoolplein van de school voor mindervermogenden aan de Pieterskerkgracht. Particuliere foto Honderdvijftig jaar geschiedenis, keurig bijeen gehouden in dozen en bundels die metershoge stapels vormen in een grote kelder. Daar moet iets mee gedaan worden, dacht het bestuur van de Protestants-Christelijke Schoolvereniging Lei den (PCSL) toen het jubileumjaar dichterbij kwam. Met zijn vieren doken ze twee jaar onder in de stoffige, overvolle kelder van de kantoor villa van de PCSL aan de Burggravenlaan. Het re sultaat verschijnt binnenkort in 1000 exempla ren voor vrienden en andere betrokkenen bij de School met den Bijbel in Leiden. door Marijn Kramp De PCSL stond niet alleen in haar hernieuwde interesse voor het immense archief. Ook het Ge meentearchief kwam met plannen van meer permanente aard. Binnenkort ver huizen alle dozen, prentenrollen, lesboe ken, boekhoudjaargangen, personeels dossiers, bouwplannen, kroontjespen nen, leesplankjes, briefwisselingen en schoolrapportjes naar het gebouw aan de Boisotkade. Het betere klimaat en goede archiveringsmethoden moeten voorkomen dat dit rijke ar chief voor het nageslacht verloren gaat. G. Visser van de PCSL, een van de vier samenstellers van het jubileumboek, is weliswaar gehecht aan 'zijn' kelder, maar is blij dat de toekomst van de PCSL-geschiedenis is gewaarborgd. Hij hoopt dat de spullen ooit nog eens dienen voor wetenschappelijk onderzoek. „Wij hebben geprobeerd om daar enthousiastelingen voor te vinden op de universiteit, maar dat is ons niet gelukt. Misschien dat het ar chief daar succesvoller in is. Want wat hier allemaal in onze kelder is te vinden, is gewoonweg geweldig. Het is door de ja ren heen zo nauwgezet verzameld. Dat is ongelooflijk. Daar een bloemlezing uit sa menstellen was vreselijk stoffig werk, maar zo ontzettend leuk om te doen. We hebben vaak vreselijk zitten lachen om de dingen die we vonden. Prachtige foto's, oude moralistische lesboeken, mooie correspondentie over bijvoorbeeld de salariëring van leerkrachten, ontroeren de briefjes van ouders die hun kinderen hun laatste centen meegaven voor school. Kortom er ligt van alles. Het is zo'n rijk archief. Meen ligt het niet meer zo goed op volgorde. En mist er soms een jaartal of plaatsaanduiding." W. Boer, die deel uitmaakt van het clubje dat het jubileumprogramma in el kaar draaide, pakt er een grote schoolfoto op panoramaformaat bij. „Neem deze plaat bijvoorbeeld. Het enige wat erop 1 M" JrijW staat is de tekst '6 heren en 7 dames'. Over de honderden kinderhoofdjes geen woord en in welk jaar de foto is genomen en bij welke school wordt ook niet ver meld." Boer hoopt dat de fototentoon stelling die ter ere van het jubileum de hele maand september in de Hoogland- sekerk hangt, tot opheldering leidt. „Het zou toch prachtig zijn als er veel oude Leidenaren op af komen die nog wel wat koppies en jaargangen herkennen. Voor hen leuk, al die foto's uit een grijs verle den, en voor ons belangrijk, want wij kunnen weer wat jaartallen invullen." In de Hooglandsekerk heeft op 5 septem ber ook de officiële viering van het 150- jarig jubileum plaats, met na afloop een receptie. Aan de 2500 schoolkinderen van de huidige lichtingen wordt uiteraard ook niet voorbijgegaan. Hen staat op 4 sep tember een speciale voorstelling van cir cus Renz in Noordwijk te wachten. Voor afgaand aan dit feest krijgen zij op school een speciale leskist met schoolspullen uit het verleden. Kunnen ze net als hun (over-)grootouders leren schrijven op het plankje, vlekken met een kroontjespen en priegelen met de letterdoos. Armelui Het jubileum wordt niet betaald uit rijks- gelden maar uit de verenigingspot. Visser: „En dat we dit kunnen betalen heeft weer alles met het verleden te maken. Want we zijn lang niet altijd zo'n rijke vereniging geweest als nu." Geld is voor het bijzon der onderwijs lange tijd een struikelblok geweest bij de oprichting van scholen. Ze werden namelijk tot 1920 niet - zoals nu het geval is en destijds ook al gold voor het openbaar onderwijs - door het rijk en gemeenten gefinancierd. Kerken hielden daarom collectes, vrijwilligers gingen langs de deuren, en notabelen en andere welgestelden keken nog eens in hun aan- delenportefeuilles of ze wat waardepapie ren konden missen. In 1853 resulteerde dat in de oprichting van de eerste School met den Bijbel op de Oude Vest. Maar de ambities lagen hoger. Nu de gegoede klasse terechtkon op de Oude Vest, moest er ook een school voor de armelui ko men. Een school 'waarin het godsdienstig gevoel van de jeugdbevolking van een fa brieksstad kon worden opgewekt'. Want, was de ervaring in Leiden, op latere leef tijd werd het lastig om ze nog onder het bereik van het evangelie te krijgen. Dat liet een tijd op zich wachten, want voor een school voor minder- of onver- mogenden zoals dat toen heette, was het nog lastiger geld vinden. De ouders kon den niet veel missen. Een school bouwen kostte in die dagen ongeveer 20.000 gul den. Daar bovenop kwam dan nog eens 5000 gulden per jaar voor het onderhoud en de salarissen. De schoolvereniging werd gered door sympathisanten die een stuk grond gratis ter beschikking stelden. Vier predikanten richtten een commissie op die geld bijeen probeerde te krijgen voor de bouw en de vaste jaarlijkse lasten. Zij spanden 44 vrienden voor hun karre tje die elk in een ander stuk stad met de pet rondgingen. En met resultaat: de actie leverde de school een jaarlijkse toezeg ging van 4200 gulden op. Dit bedrag werd bijeengebracht door 1720 Leidenaars, waaronder 235 mensen die 2 centen per week bijdroegen. Het liep meteen storm bij de nieuwe school voor onvermogenden aan de Mid delstegracht. Vele jaren verliep de toela ting van leerlingen bij loting. Het school geld op deze school was vrij, al mocht er niet meer dan tien cent per week worden betaald. In de praktijk betaalden slechts drie ouders helemaal niets. Vanwege de grote belangstelling voor de school werd tot een tweede besloten. Dat werd in 1878 de school voor mindervermogenden aan de Pieterskerkgracht. Hier betaalden de leerlingen 20 cent per week. Tegenwoor dig kost school voor ouders zo'n 80 euro cent per week. In de decennia die volgden, breidde het protestants-christelijk onderwijs zich snel uit. Leiden raakte in die dagen overbe volkt en bouwde de ene na de andere buitenwijk. Toen een vooraanstaand Lei- denaar overleed en een fors bedrag ach terliet aan de schoolvereniging was in 1909 de weg vrij voor een nieuwe school aan de Pasteurstraat. De Middelstegracht kreeg ook een nagenoeg geheel ver nieuwd schoolgebouw. De Munniken- straat en de Oosterstraat werden even eens voorzien van een grote basisschool. En om er een mooie verdeling in Leiden op na te houden, kwam er uiteindelijk ook nog een schoolgebouw te staan op de Hoge Morschweg. Een verrassende ontdekking voor Visser was de ontstaansgeschiedenis van de Leidse Houtschool. Die werd pas in 1993 bij de PCS gevoegd. De school bestond weliswaar al 60 jaar, maar hoorde tot die tijd bij Oegstgeest. Waarom Oegstgeest een school op Leids grondgebied had ge bouwd, was iets dat Visser nooit had be grepen. De verklaring daarvoor was ook in de kelder van de kantoorvilla te vinden. „Oegstgeest had op Leidse grond ge bouwd, opdat de leerkrachten meer be taald kregen. Leiden was namelijk een klasse 1 gemeente en Oegstgeest klasse 3. Dat scheelde de onderwijzers acht pro cent in salaris." Idols De speurtocht van de archiefwerkgroep bleef niet beperkt tot de stenen geschie denis van de Protestants Christelijke Schoolvereniging. Het jubileumboek geeft ook een aardige beschrijving van de veranderingen binnen de muren van de schoolgebouwen. De religieuze prenten en afbeeldingen van planten en dieren zijn vervangen door posters van Idols-fi- nalisten Jim en Jamai. Tucht en orde is verruild voor zelfredzaamheid en com municatieve vaardigheden. En het klassi kale systeem waarbij de kennis bij herha ling ten overstaan van alle andere leerlin gen moest worden opgelepeld, heeft plaatsgemaakt voor een individuele bena dering met een eigen lesprogramma in een eigen tempo op de computers. Deze veranderingen hebben uiteraard ook hun weerslag gehad op de rol van de leerkracht. Vroeger was de school een plek waar je geweldig kon spelen en spul len aantrof die nergens anders voorhan den waren. Tegenwoordig hebben kinde ren het meest fantastische speelgoed thuis en heeft de leraar lang niet zoveel nieuws meer te vertellen als een paar de cennia geleden, toen scholieren nog niet de beschikking hadden over radio, tv en computer. Ook de sollicitatieprocedures van toen zijn nagenoeg onvoorstelbaar geworden in tijden van lerarentekort. Kwekelingen (aankomende leerkrachten) moesten zich publiekelijk presenteren met een proefles die in de plaatselijke krant werd aange kondigd. Ook het mondeling examen was openbaar en tijdens de sollicitatie werden ze aan een examen onderworpen met re kensommen en schrijfopdrachten. De status van het beroep vereiste een on besproken gedrag van de juffen en mees ters. Bij twijfel ontpopte het schoolbe stuur zich tot een detectivebureau en ver richtte grondig speurwerk naar de betref fende leerkracht. Zo ging het de gangen na van een onderwijzer die vaak naar drank rook, en bespioneerde het een juf frouw die volgens de verhalen vaak man nenbezoek op haar kamer ontving. Soms wel drie heren op een avond! Het waren zaken die het schoolbestuur in de gaten moest houden, meenden de bestuursle den. Dit soort gedrag kon tenslotte ten koste gaan van de goede naam van de school met den bijbel. Geweldige anekdotes, vindt Visser, die een mooi tijdsbeeld geven. „Toch viel het ons ook op hoeveel er in al die jaren het zelfde is gebleven. Nog altijd is er vaak te weinig geld voor het onderhoud van de gebouwen. Nog altijd is er gedoe over de beloning van onderwijskrachten en zie je leerlingenaantallen op scholen dalen en stijgen met alle gevolgen van dien. En zelfs het lerarentekort blijkt niet iets van deze tijd. Wij zijn dit soort periodes vaker tegengekomen in het archief." Maar, be sluit Visser, de belangrijkste overeen komst die in de kelder opviel, is de liefde voor het christelijke onderwijs en de be langeloze inzet van al die vrijwilligers die vandaag nog steeds zo belangrijk is. De school aan Munnikenstraat en Oosterstraat. Particuliere foto De school aan de Pieterskerkgracht. Particuliere foto De school aan het Plantsoen. Particuliere foto Anderhalve eeuw schoolgeschiedenis verzameld en bewaard in de kelder. Particuliere foto jen en leerkrachten in het schooljaar 1943/1944 van de Hooglandsekerkschool. Particuliere foto De school aan de Pasteurstraat. Particulierèroto

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 5