Tegenpolen
3 in één boot
Andy Roddick en de
erfenis van Pete Sampras
zaterdag 23 AUGUSTUS 2003
SPORT
Medaillekansen voor Van der Kolk en Van Eupen
door Pim van Bakel
uo Marit van Eupen en Kirsten van
olk vormt de komende week een van
Zangrijkste Nederlandse troeven op
wereldkampioenschap roeien in Mi-
Hun lichte dubbeltwee voer driejaar
en ook al op de olympische regatta in
_»y, in Noord-ltalië kunnen zij zich ver-
iren van een herhaling in Athene. „De
^en zijn groter dan ooit."
%i«dam/gpd - Een haat-liefde verhou-
Kirsten van der Kolk en Marit van
n in doen niet moeilijk over hun onder-
Si relatie. Zelden zullen grotere tegen-
i n een roeiboot hebben gedeeld. Maar
ijkertijd weten beiden dat hun sa-
P werking in de lichte dubbeltwee de
iste garantie geeft op een podium-
s tijdens het WK roeien in Milaan. Én
'r Dp een olympisch ticket voor Athene.
3 Eupen: „Ik las ergens een rijtje met
ïlijke karaktereigenschappen en
3 uit kwamen de tegenstellingen mooi
voren. Kirsten is extravert, handelt
lief. gevoelsmatig, is spontaan en
iel. Ik ben meer introvert, vertrouw
lijn zintuigen, ben verstandelijk, een
rol freak'. Het is een beetje kort door
'tocht, maar dat we totaal verschillend
p staat als een paal boven water."
der Kolk: „Eigenlijk moeten we ook
I" ns na twee jaar een sabbatical year'
sen. Dan hebben we het namelijk he
rbal gehad, kunnen we elkaar wel wur-
J We zijn ook nog eens verschrikkelijk
letitief; willen allebei altijd winnen.
I e op de ergometer of in de skiff spar-
Vermoorden we elkaar haast. Ik wil
de beste zijn, en Marit ook."
lens Van Eupen is roeien in een 'twee-
het moeilijkste dat er bestaat. „In de
i:lheb je enkel met jezelf te maken. Je
t na een slechte race niemand de
f lid geven, hoeft succes met niemand
felen. In een grotere boot vind je altijd
nedestanders, zijn de botsingen min-
lersoonlijk. Maar alles wat je in 'n
doet, betekent interactie met één
on. Alles is dus ook direct persoon-
e móet samenwerken, anders kom je
eens aan de finish." Van der Kolk:
je zit constant op eikaars lip. Ik lig va-
met Marit in bed dan met mijn
ld.". Van Eupen: „Het is een twee-
tzaak. Je zoekt elkaar uit omdat je het
I1 ste wilt bereiken. Niet omdat het zo
Sg is."
iar geleden zocht Van Eupen Van der
1 uit. Bij Nereus, de Amsterdamse
t;reniging van het duo, liet de ervaren
er haar oog vallen op een beginne-
Iedereen op de Amstel verbaasde
over het duo dat in een twee-zonder-
laijbian wegvoer. Van Eupen: „Ik zei:
naar zitten en doe mij maar na'. En
pn was gek genoeg om in te stap-
f Van der Kolk: „Wist ik veel. Ze zat
!me en gaf me aanwijzingen. Zonder
!e mij kon zien, zonder om te kijken!
Dat vond ik zó knap. Marit wist alles, ken
de iedereen op de vereniging. Ik vond het
bewonderenswaardig dat zo iemand mij
in opleiding nam." Van Eupen: „Maar ik
nam natuurlijk niet zo maar iemand. Ik
was getipt." Tipgever toen: Van Eupens
vriend Josy Verdonkschot, tegenwoordig
bondscoach en begeleider van het duo.
De relatie leermeester-leerling hield lang
stand. Van der Kolk: „Ik ben de jongste in
het gezin en daarom geneigd het initiatief
aan anderen over te laten. Marit is bij de
familie Van Eupen de oudste en juist ge
wend het voortouw te nemen." Van Eu
pen: „Bevelen te geven." Van der Kolk:
„Dat versterkte de onderlinge verhoudin
gen alleen maar."
Ook na hun overstap naar de lichte dub
beltwee, het enige olympische nummer
voor roeisters tot 59 kilo, bleek de combi
natie houdbaar. En succesvol. Het tweetal
kwam in 2000 als winnaar tevoorschijn uit
een krachtenslopende selectieprocedure
voor de Spelen van Sydney. Van Eupen:
„Een krankzinnig traject, waarin we ons
steeds opnieuw moesten bewijzen. Of
schoon we in die dubbeltwee nog niet
bijster veel ervaring hadden." Van der
Kolk: „Zeker internationaal niet. En ik
deed op dat moment pas vier jaar aan
wedstrijdroeien.''
De oogst in Australië viel tegen: in de fina
le eindigden ze als zesde en laatste. Van
Eupen: „We waren van de vier Neder
landse finalisten de enige ploeg die geen
medaille haalde." Van der Kolk: „Maar we
lagen er wel. Dankzij een superrace in de
halve finale. Die kwam uit m'n tenen."
Van Eupen: „We hadden dat seizoen te
vroeg moeten pieken. Dan weet je dat het
een keer ophoudt." Van der Kolk: „Op dat
moment was het een grote teleurstelling,
maar achteraf hebben we het in Sydney
eigenlijk verdomd goed gedaan. Voor
twee nieuwkomers in het veld, na zo'n
uitputtend voorseizoen, was dit het
hoogst bereikbare." Van Eupen: „De rek
was eruit."
De rek was eruit. Dat bleek ook een jaar
later op het WK in Luzern, waar een vijfde
plaats in het eindklassement opnieuw
niet kon bekoren. Van Eupen: „Een post-
olympische dip. Blessures, de naweeën
van de Spelen. Ons minst leuke jaar, het
heeft ook niet veel meer toegevoegd."
De stagnatie was voor bondscoach Ver
donkschot reden het tweetal te scheiden
en te kiezen voor de 'individuele ontwik
keling van de roeisters'. Van Eupen kwam
na enige omzwervingen met Hedi Poot in
een dubbeltwee terecht. Van der Kolk
vond zich tot haar verbazing terug in een
skiff. Waarin ze zich in ijltempo bij de we
reldtop voegde. „Het was een openbaring.
Ik had mezelf nooit als skiffeur gezien,
dacht niet dat ik als soloroeier ooit iets
zou klaarspelen. Toen was ik boos dat ik
niet in de dubbeltwee zat, nu weet ik dat
het supergoed voor me is geweest. Ik heb
veel geleerd, ben zelfbewuster geworden.
Heb niet langer het gevoel dat ik me con
stant moet bewijzen als de teamgenoot
van Marit. Ik heb meerwaarde, nu is één
plus één drie."
De combinatie Van Eupen-Van der Kolk is
dit seizoen in ere hersteld. Het kan nog
steeds behoorlijk donderen tussen de da
mes. Van Eupen: „Dan denk ik: 'daar heb
je haar weer'." Van der Kolk: „En dan die
kop erbij. Maar we zijn ons beter bewust
van onze rollen. We geven elkaar nu meer
ruimte."
De 'emancipatie' van boegroeister Van
der Kolk heeft de boot meer in balans ge
bracht en het gat met de wereldtop is
aanzienlijk kleiner dan drie jaar geleden.
De Nederlandsen mochten op de Rotsee
in Luzem als winnaars van het wereldbe
kerklassement zelfs de prestigieuze gele
hesjes aan. Na een klinkende zege op de
Australische wereldkampioenen en bij
ontstentenis van de dit seizoen onver
slaanbare Duitse ploeg. Van Eupen: „Er is
in ons veld geen gedoodverfde favoriet.
Ook de Duitsers niet, nee. Alles ligt dicht
bij elkaar. Australië, Roemenië, Polen,
China. Wij doen voorin mee." Van der
Kolk: „Wij hebben de wereldkampioen
verslagen. Maar daaraan kunnen we geen
conclusies verbinden. Wel kun je zeggen
dat onze kansen groter zijn dan ooit."
Om die kansen nog meer te vergroten be
legden Verdonkschot en zijn pupillen
meteen na de wereldbekerfinale een trai
ningskamp in de Zwitserse Alpen. Een
hoogtestage, bedoeld om het zuurstofop-
nemend vermogen te verhogen. Van Eu
pen: „We hebben het lang geleden al aan
gekaart. Kijk, de laatste jaren zaten we
steeds achter ploegen die op hoogte had
den getraind. Dat wil niet alles zeggen,
maar het stemt wel tot nadenken." Van
der Kolk: „We zitten nog in een experi
mentele fase, weten niet precies wat het
effect is. Nu kan dat nog, de Spelen zijn
volgend jaar pas." Van Eupen: „Het geeft
je geen garanties, maar in de top moet je
niets aan het toeval overlaten. De marges
worden steeds kleiner, nu gaat het om de
details."
Drie weken in afzondering op een alpen
top; het moet een bezoeking zijn geweest
voor de twee tegenpolen. Van Eupen:
„Niet overdrijven; het is heus niet zo dat
we tegen wil en dank bij elkaar in de boot
zitten." Van der Kolk: „Het was best ge
zellig. We hebben helemaal geen ruzie ge
maakt." Van Eupen: „Al is een fikse ruzie
zo nu en dan helemaal niet erg. Dat klaart
de lucht." Van der Kolk: „Wij kunnen best
wel door één deur, hoor."
Dan triomfantelijk: „Weet je dat we in
2001 zelfs samen op skivakantie zijn ge
weest? Hadden we gewonnen, met een
wedstrijd op de Sloterplas. Iedereen be
scheurde zich bij de gedachte alleen al,
maar we hebben het nog gedaan ook."
Van Eupen: „Er lag alleen geen sneeuw,
dus hebben we gelanglauft en gewandeld.
Het ging goed." Van der Kolk: „Het was
hartstikke leuk, eigenlijk."
f
Ithallen zijn dicht, de -
gesloten en de binnen-
Teeg. Als het reguliere
"1 erop zit, breekt de tijd
^>r typische zomersport
^felen. Daarbij behoren
"iiinis, wielrennen, golf
ook een aantal relatief
ide en onderbelichte
Skeeleren is er
m jiiet meer weg te denken
zomerse straatbeeld;
:n skeelers, de schaat-
het asfalt. Het ver
ijl is nu ruim tien jaar
yvolgens ingewijden is
'hbewegen op schoeisel
Itjes een blijvertje. Een
irtjbond, speciaal uit-
i toertochten, officiële
iden en een hele indu-
e t»d uitrusting en materi-
het gevolg,
i rs waren uitgevonden
•schaatsers om de zo
nden door te komen",
van Beek. Hij is coör-
,c van de enige skeeler-
de regio, die in Lisser-
n? Skeelers hebben vijf
m* Een simpele wijziging,
'tien met een wieltje
et: ontketende een ware
let is een compleet
vorm van recreatie ge-
die past in het beeld
idividualisering van de
ving. Juist de ongebon-
heeft voor de populari-
rgd. Ik schat het aantal
aniseerde skaters op
»e miljoen."
voor een speciale
tan ontstond zeven
,d den bij de ijsclub Lis-
22 Hij werd in 2000 op-
De club richtte zich in
Amerikaan favoriet voor titel in US Open
door Mare Molenaats
new york/gpd - Tienermeisjes
staan in de rij langs de trai-
ningsbaan als Andy Roddick
daar een balletje slaat. Wanho
pig schreeuwen ze hem het
nummer van hun mobiele tele
foon toe. Roddick is hot. Maar
dat niet alleen. De pas 21-jarige
Amerikaan is ook huizenhoog
favoriet voor de titel tijdens de
US Open, het laatste grand
slam van het jaar, dat maandag
in New York begint.
Andy Roddick heeft piekhaar en
elastieken benen. Hij loenst een
beetje, gaat slordig gekleed,
draagt zijn pet bij voorkeur
achterstevoren en valt nooit te
betrappen op buitensporig ge
drag. En toch. Roddick is on
waarschijnlijk populair in eigen
land; de miljoenen stromen
binnen. Want A-Rod is cool,
een showman en een knokker.
Maar ook een supertalent. De
kenners weten het al langer: in
dat slungelachtige lijf schuilt
een groot kampioen. Roddick is
niet alleen een toekomstig win
naar van de US Open, hij is de
toekomst van het hele Ameri
kaanse tennis.
Roddick lijkt klaar voor een
machtsovername. De extraverte
krachtpatser is, met name op
de Amerikaanse hardcourts, dit
seizoen onstuitbaar. Zijn spel
kent geen beperkingen. Hij
heeft een geweldige opslag, hij
beweegt goed en hij speelt ge
haaid. Maar belangrijker nog:
Roddick is een knokker, een
prijsvechter. Wimbledon-kam-
pioen Federer, ook een belang
rijke titelkandidaat, is de com
pletere tennisser, maar laat
door concentratieverlies nog
wel eens een steekje vallen.
Roddick is misschien wat onbe
houwen, maar altijd scherp.
„Mentaal is hij niet te kloppen.
Die vechtlust, dat zit in hem.
Een mooie forehand kun je le
ren, dat niet", merkte zijn voor
malige coach Tarik Benhabiles
op na het historische gevecht
dat Roddick eerder dit jaar in
Melbourne in de kwartfinale
van de Australian Open uit
vocht met Younes El Aynaoui.
Na 299 minuten trok de Ameri
kaanse hoop in bange dagen in
de vijfde set aan het langste
eind: 21-19 en een staande ova
tie.
Winnen gaat Roddick inmid
dels een stuk eenvoudiger af.
Ogenschijnlijk is er aan zijn
speelstijl niet veel veranderd,
maar sinds hij Brad Gilbert, de
grote man achter de successen
van Agassi, als coach wist te
strikken, oogt hij evenwichtiger
maar vooral efficiënter. Op de
tennisbaan, want daarbuiten is
Roddick nog altijd die vrolijke
maar toch wat bedeesde jonge
ling. Zonder morren herhaalt
hij de anekdotes uit zijn jeugd,
verhaalt hij over zijn oma die
bij elke wedstrijd met rode sok
ken voor de televisie kroop om
geluk te brengen en over de he
roïsche duels die hij als klein
jongetje speelde tegen Lendl,
Becker of McEnroe. Thuis in de
garage, in zijn eentje.
Het succes zal hem niet veran
deren, zo verzekert hij. Roddick
is een ster, maar heeft geen last
van sterallures. Nou ja, thuis
misschien. Als zijn moeder
vraagt of hij zijn kamer wil op
ruimen, is het antwoord tegen
woordig: 'Bel mijn zaakwaarne
mer maar.'
Of Roddick zo onbevangen
blijft als hij over twee weken, in
een uitzinnig Arthur Ashe Sta
dium, inderdaad wordt ge
kroond tot opv^ger van Samp
ras, is de \Taag. Volgens de
Amerikanen, dol op statistie
ken, kan het bijna niet misgaan
want de cijfers spreken in het
voordeel van de jonge held:
Agassi, de nummer één van de
wereld, won de Australian
Open, het eerste grand slam.
Ferrero stond tweede op de we
reldranglijst toen hij op Roland
Garros de titel pakte, Roger Fe
derer begon als nummer drie
van de wereld aan het toernooi
van Wimbledon. Hij won. Rod
dick staat vierde, dus...
Een ander statistiekje: Roddick
won dit seizoen 20 van de 21
partijen die hij op hardcourt
speelde. De ene die hij verloor
was tegen Tim Henman, uitge
rekend de speler die hij in de
eerste ronde tegenkomt in New
York.
Kirsten van der Kolk (achter) en Marit van Eupen: „Eigenlijk moeten we na twee jaar een 'sabbatical year* inlassen. Dan hebben we het na
melijk helemaal gehad, kunnen we elkaar wel wurgen." Foto: GPD/Harmen de Jong.
1
Z O MERjSPORT&SPEL
Skeeleraars in actie op de baan in
eerste instantie op skeeleraars.
De skaters (meestal zonder affi
niteit met schaatsen) maken in
middels negentig procent van
het ledenbestand uit. „Het
heeft een enorme vlucht geno
men en het einde is nog niet in
zicht. Wij leven in een gebied
waar het pas laat is gaan leven.
In Gelderland en Overijssel lo
pen voor een wedstrijd hele
dorpen uit, complete volksver-
sserbroek. Archieffoto: Henk Bouw
huizingen."
De rollende wieltjes worden
nog altijd gezien als een afgelei
de van het echte schaatsen.
„Maar over een jaar of vijf is het
een sport op zich. Bij de VW's
zijn folders met aparte skate-
tochten te krijgen en je kan de
Elfstedentocht op skeelers
doen. Het tekort aan ijsbanen -
het is er vaak te druk en er is
slechts beperkt tijd voor lessen
- draagt ook nog eens bij de po
pulariteit. En dan heb je nog
het stunten. Wij doen daar niet
aan, maar overal worden ramps
geplaatst waar jongeren aan de
gang gaan", aldus Van Beek.
De baan in Lisserbroek wordt
voor een groot deel bevolkt
door cursisten die de juiste slag
en houding aan willen leren.
„De techniek is iets anders,
maar heeft toch grote raakvlak
ken met schaatsen. Er zijn
tweehonderd deelnemers aan
de skatelessen. Wij mikken op
mensen die het om de sport
doen en wellicht op termijn van
skates op skeelers willen over
stappen. Tegen de aanleg van
een tweede baan in de regio
zou ik geen bezwaar hebben.
Wij zitten al op het randje. Con
currentie zal het niet opleve
ren."