De droom die een nachtmerrie zou worder BOEKEN Nieuwe Grisham heet Martini Rebellen blijken bangelijke kwajongen* Bitterzoete melange van geurrijk Ind De wereld als eenheidsworst Brieven gebundeld van Camille Claudel, minnares van Rodin V lil V M h HOC 144 VRIJDAG 22 AUGUSTUS Een Indiase kunstenaar verft de ta' Qe een beeld van Putna, een vrouweli inne duivel. Foto: Reuters Camille Claudel (1864-1943) was een begaafde Franse beeld houwster. Ze was de leerlinge, geliefde en muze van de be roemde beeldhouwer Auguste Rodin. Toen het tweetal met el kaar brak, werd Camille paranoï de. Ze werd opgesloten tussen krankzinnigen: dertig jaar van haar leven sleet ze in inrichtin gen. Maar gestoord of niet, veel van haar brieven, ook die ze in het krankzinnigengesticht schreef, geven blijk van een bui tengewoon speelse, opstandige en creatieve geest. brieven recensie Nico de Boer 'Camille Claudel, een leven in brieven' Samenstelling en vertaling: Anneke Alderlieste. Uitgeverij Meulenhoff. Prijs: €19,50. Vlak na haar dood was ze vrij wel vergeten. Lange tijd waren er ook maar weinig sporen van haar terug te vinden. Haar graf was allang geruimd. Maar in de jaren tachtig van de vorige eeuw stond Camille Claudel in eens weer midden in de be langstelling. Niet zozeer vanwe ge haar werk, maar dankzij de biografie Camille Claudel een vrouw van Anne Delbe en de film Camille Claudel van Bruno «d*eé|W om vrijheid. 'aLA Nuytten met Isabelle Adjani en Gérard Depardieu in de hoofd rollen. Claudels postume roem is enigszins te vergelijken met die van Vincent van Gogh, min of meer een tijdgenoot van haar, wiens faam in de eerste plaats ook te danken is aan de mythe: het tragische verhaal van de gek geworden kunstenaar die pas na zijn dood roem verwerft. Ook in het nu verschenen Ca mille Claudel, een leven in brie ven ligt het accent op het tragi sche leven van de kunstenares. Een leven dat zich voor een groot deel afspeelde achter de dikke muren van het gesticht, toen de kunstenares allang niet meer beeldhouwde. Brieven schreef ze daar wel in groten getale. Ze was een verwoed briefschrijfster met een scherpe pen. Net als Van Gogh. Camille Claudel groeide op ten noorden van Parijs, in een bourgeoisfamilie. Ze was van jongs af aan bezeten van kleien. Op haar zeventiende ontmoette ze de toen al bekende beeld houwer Auguste Rodin (1840- 1917). Ze ontving hem in haar eigen atelier, waar hij langs kwam om aanwijzingen te ge ven. Het was het begin van een onstuimige liefdesaffaire tussen Rodin en de 24 jaar jongere kunstenares, die zijn muze en gezellin in de kunst werd. Wie op het omslag van het brieven boek het dwingende portret ziet van de jonge Camille. van deze ravissante schoonheid met haar donkere ogen en sensuele mond, kan zich bij Rodins hevi ge verliefdheid wel iets voor stellen. Maar- hoe verliefd hij ook was, hij bleef bij de jeugd vriendin bij wie hij kinderen had. In die tijd schreef Camille al prachtige brieven, diep en re bels van inhoud, speels en licht spottend van toon. Aan Rodin schrijft de 22-jarige kunstenares bijvoorbeeld: 'Het spijt me te horen dat u weer ziek bent. Ik weet zeker dat u weer flink hebt zitten schransen tijdens die ver vloekte diners van u met die vervloekte mensen die ik haat, aan wie u uw tijd en uw ge zondheid verspilt zonder er iets voor terug te krijgen. Maar ik houd mijn mond erover, want ik weet dat ik u toch niet voor het kwaad dat ik zie kan behoe den.' Weldra ging het mis tussen Claudel en Rodin. De prille kunstenares verpieterde in de schaduw van Rodin. Rodin zag in haar bovendien een rivale, ook al werd hij almaar beroem der en triomfeerde hij met beel den die grensverleggender wa ren dan de hare. Een aantal daarvan was vermoedelijk geïn spireerd op haar ideeën. Maar zijn radicaliteit werd geaccep teerd, de hare niet. Camilles broer, de diplomaat-dichter Paul Claudel zei na haar dood, even veelzeggend als pathe tisch: 'Al die wonderbaarlijke gaven die de natuur haar had verschaft, hebben alleen maar gediend om haar ongeluk te brengen.' Nadat het mateloos ambitieuze duo met elkaar brak, werd Ca mille krankzinnig. Zo wilden de kronieken dat indertijd tenmin ste. Maar was ze wel krankzin nig? Claudels latere biografen betwijfelen dat. Ook Anneke Al derlieste. die een royale keuze uit haar brieven maakte die ze schreef tussen 1886 en 1936, en deze ook vertaalde, zet vraagte kens bij de jarenlange opslui ting. Maar 'zeker is dat ze gees telijk ziek was', schrijft zij in haar voorwoord dat tegelijk een beknopte biografische schets is. Alderlieste is er echter van over tuigd dat 'als Camille nu ge leefd had, er een grote kans was geweest dat ze met medicijnen een redelijk zelfstandig leven had kunnen leiden'. Hoe het ook zij, Claudel leed zwaar onder een gebrek aan er kenning. Ze dacht dat iedereen met Rodin samenzwoer om haar het werk onmogelijk te maken en haar zodoende roem te onthouden. Uit frustratie sloot ze zich op in haar huis, vereenzaamde, begon aan wa nen te lijden, en sloeg haar beelden aan gruzelementen. Vervuild, verwilderd en para noïde werd ze op 49-jarige leef tijd, op voorspraak van haar moeder, in een gekkenhuis op gesloten waar ze tot haar dood bleef. Eenzaam tussen de krankzinnigen. Nieuwe beelden kwamen niet meer uit haar handen. Schrijven deed ze des te meer. Aan een vriend schreef ze in die tijd: 'Ik ben in de af grond gevallen. Van de droom die mijn leven was, is dit de nachtmerrie.' Maar hoe gruwelijk haar lot ook was, haar brieven blijven aan vankelijk wonderlijk licht en speels van toon. In 1913, als ze pas in 'ballingschap' is, schrijft ze aan een kennis: 'U hebt vast al gehoord over mijn zonderlin ge avonturen en wat er daarna gebeurd is. Tot slot ben ik door een wervelstorm de lucht in ge tild, ikzelf en mijn atelier, maar op de een of andere manier zijn mijn gipsbrokken regelrecht in de zak van Rodin en consorten gevlogen, terwijl ik, ongeluks vogel, keurig achter de tralies beland bleek te zijn, in gezel schap van verscheidene krank zinnigen. Ik doe mijn uiterste best mijn plaats in dit bemin nelijk genootschap waardig te bezetten: ik sla er geen al te slecht figuur!' De licht spottende toon wordt gaandeweg verbeten. Haar brie ven, die de kliniek zorgvuldig bewaarde (héér post werd on derschept), worden langer. En hartverscheurender. Haar har- tekreten op papier komen steeds meer neer op schreeu wen om vrijheid: 'Hoe komt het BOEKEN TOP TIEN thriller recensie Arno Ruitenbeek 'De afspraak' door Steve Martini. Uitgeverij M. Prijs: €17,50. Er zijn nog steeds mensen die een Grisham kopen, terwijl zijn legal thrillers steeds stof figer worden. Daarom nu nog maar eens hét alternatief: Steve Martini. Zijn jongste, De afspraak, is subliem. Martini's alter ego, advocaat Paul Madriani, ontsnapt ternauwernood aan de dood. Een kogelregen had hem uit de weg moeten helpen. Tot op het allerlaatst is onduidelijk wie de opdrachtgever is van die afrekening. Sterk is bovendien dat de lezer lang in on zekerheid wordt gehouden over het motief. Drugs- of wapenhandel lijkt het meest in aanmerking te komen, maar waarom heb ben de onverlaten dan Mexico als basis? Colombia is in dat opzicht een veel betere omgeving. Het verhaal begint meteen met een schok. Nick Rush, strafpleiter bij een groot kan toor waar Adam Tolt de scepter zwaait, probeert zijn vriend en collega Madriani een vreemd zaakje in zijn schoenen te schuiven, maar Madriani weigert. En dan worden Rush en de cliënt om wie het ging, vermoord. Jarenlang was Martini een succesvol advo caat. Wat hij in de praktijk leerde, brengt hij met veel gevoel voor humor en span ning over op papier. Grishams kunstje was na The Firm en The Client wel zo'n beetje bekeken, maar Martini blijft fris en helder. Voor liefhebbers van dit subgenre nog een tip: David Ellis, die reeds schitterde met het debuut De voyeur, komt in oktober met Het oordeel. John Grisham, je dagen zijn geteld. dat je me sedert die tijd niet één keer hebt geschreven en dat je me niet opnieuw bent komen opzoeken. Denk je dat het leuk is voor me om maanden, jaren achtereen zo zonder enig be richt, zonder enige hoop te zit ten!', schrijft ze in 1915 in een brief vol verwijten aan haar broer Paul die zijn zuster in to taal elf keer komt opzoeken. Camille heeft haar hardvochti ge moeder nooit meer gezien, ondanks haar smeekbeden en brieven vol verstik kende wanhoop, on der meer over de er barmelijke toestand waarin ze verkeert: 'Wat de ka mer betreft is het hetzelfde lied je', schrijft ze in 1927, 'er is he lemaal niets, geen dekbed, geen toiletemmer, niets, een waar deloze po, driekwart van de tijd gebarsten, een waarde loos ijzeren bed waarin je de hele nacht ligt te rillen (ik die ijzeren bedden haat, je moet zien wat een moeite ik heb daarin te liggen)'. Camille Claudels gezondheid verslechtert mettertijd. Ze ziet er, zoals een zeldzame foto van haar uit de jaren dertig laat zien, uit als een verschrompeld oud besje. Ernstig verzwakt treft broer Paul haar vlak voor haar dood in het gesticht aan, waar ze dan op de kop af dertig jaar zit opge sloten. Hij schrijft, schuldbewust: 'De zus ter zegt dat ze kinds ii brede gezicht, met tijd prachtige voorho een blije, kinderlijke king. Er wordt me gezj alom bemind is. Bittei spijt dat ik haar zo 1 heb gelaten.' Een beeld van Camilli Foto: GPD 1. (1) Nicci French, De verborgen glimlach. Ambo/Anthos, 18,90 2. (-) Isabel Allende, Het rijk van de gouden draak. Wereldbibliotheek, 17,90 3. (-) Renate Dorrestein, Het duister dat ons scheidt. Contact, 18,50 4. (-) Margaret Mazzantini, Ga niet weg. Wereldbibliotheek, 17,90 5. (1) Heieen van Royen, Godin van de jacht. Vassallucci, 19,95 6. (-) Willem Wilmink, Ik had als kind een huis en haard. Prometheus, 7,00 7. (-) Rascha Peper, Wie scheep gaat. LJ. Veen, 19,90 8. (2) John Coetzee, Elizabeth Costello. Cossee, 19,90 9. (-) Séndor Mérai, De opstandigen. Wereldbibliotheek, 17,90 roman recensie Jaap Goedegebuure 'De opstandigen' door Sandor Marai. Vertaling: Henry Kammer. Uitgeverij Wereldbibliotheek. Prijs: €17,90 Elke leeftijd heeft zijn charme, maar wie tussen de vijftien en de twintig verkeert en ook nog eens van het mannelijk geslacht is, heeft de nodige streepjes voor. De postpuberal jaren vormen de periode van het voorjaarsontwaken, van seksu ele rijpheid en onbolsterende levenslust, van een onbevangen soort bruuskheid die ook jonge stieren en hengsten eigen is. Tussen vijftien en twintig vormt zich menigmaal het mannen- verbond, dat in veel gevallen duurt tot ook het langst levende lid door de dood is geroyeerd. Of het nu een motorclub is, een studentenvereniging of een ve- teranenverband, allemaal stam men ze in rechte lijn af van de oerhorde, de troep, en daarvoor gelden niet de regels van het beschaafde verkeer maar de wetten van de jungle. Séndor Mérai (1900-1989), een paar jaar geleden glorieus her ontdekt en dankzij Gloed uitge groeid tot een echte cultauteur, schrijft over de woelige adoles centenwereld in De opstandi gen, een titel met de kracht van een programma. Opstandig, dat zijn alle jonge hemelbestor mers, maar niet bij machte een echte omwenteling te bewerk- 10. (-) Nicci French, Bezeten van mij. Ambo/Anthos, 12,50 Geen uitgever waagt zich hartje zomer aan het uitbrengen van een potentiële bestseller, dus krijgen veel laat in dit voorjaar uitgegeven boeken een tweede leven in de boeken top tien. Zo als het kinderboek van Isabel Allende, de nieuwe Dorrestein met ook al een kind in de hoofdrol en Rascha Pepers al- omgeprezen roman over een op de bodem van de zee verdwe nen vrouw. Willem Wilmink profiteert postuum van alle lof tuitingen die hem bij zijn dood, eerder deze maand, ten deel vielen. De boekentoptien wordt weke lijks samengesteld op basis van verkoopcijfers van Athenaeum Boekhandel en H. de Vries Boe ken in Haarlem, Boekhandel Kooyker in Leiden, Plantage Boekhandel Harkema in Hilver sum, Boekhandel Los in Bus- sum en Boekhandel De Ark in Almere. Foto uit besproken boek non-fictie recensie Jasper Groen 'Kinderen van deze wereld' door Martine en Caroline Laffon. Uitgeverij: N(o)vib en Schuyt Co. Prijs: €19,00. De Nederlandse fotograaf Sam Waagenaar (1908-1997) wist het al in de jaren vijftig van de vori ge eeuw. Kinderen op foto's doen het goed bij het grote pu bliek. In een van zijn vermaarde pocketfotoboeken, Kinderen kennen geen grenzen uit 1958 zoekt hij naar een verklaring daarvoor. Zijn conclusie: 'Er gaat een magische aantrek kingskracht van een kinderge zicht uit, waarbij vooral de ogen de bron zijn van een eindeloos mysterie.' In datzelfde jaar 1958 ver scheen het fotoboek Kinderen uit heel de wereld. Daarin wordt ook gefilosofeerd over het raad sel van het kind. 'We kunnen het argeloosheid noemen', ver meldt het voorwoord. Maar een betere definitie luidt volmaakt heid, aldus schrijver Maps Valk: 'Het kind is volkomen in alles wat het doet.' Bespiegelingen uit de vorige eeuw, maar ze doen nog altijd opgeld. De vermeende onschuld en vol maaktheid vullen menig foto boek met kinderen, bij voor keur vastgelegd op exotische lo caties en levend onder primitie ve omstandigheden. Westerse kopers kunnen zich, veilig zit tend in een luie stoel, dankzij deze plaatjes verwonderen over de barre buitenwereld waarin kinderen voor het oog van de camera zwoegen om in leven te blijven. Moeder en dochter Martine en Caroline Laffon gaan in het re cent verschenen boek Kinderen van deze wereld verder dan al leen het portretteren van de jeugd. Ze documenteren in woord en beeld gebruiken van kinderen die opgroeien in tradi tionele culturen. Ze laten zich daarbij ondersteunen door werk van enkele hotshots in de - laten we het zo noemen - an tropologische fotografie. Hoewel de titel van het boek anders doet vermoeden, geven moeder en dochter geen over zicht van kinderen over de hele wereld. Ze richten zich, schrij ven ze, op 'vele tradities die in onbruik raken, of al verdwenen zijn, dikwijls omwille van de culturele verschraling in een wereldgemeenschap die meer en meer uniforme kenmerken vertoont'. De treurige balans aan het eind van 240 bladzij den: geen enkele Europese be schaving heeft het boek ge haald. De Verenigde Staten zijn vertegenwoordigd met welge teld één foto van een jonge Cree-indiaanse. In het Westen, constateren de dames in al hun zwijgzaamheid, heeft de cultu rele verschraling al vernietigend toegeslagen: de westerse wereld als eenheidsworst. Favoriete roman Sandor Marai vertaald roman recensie Margot Engelen 'De dood van mister Love' door Indra Sinha. Vertaling: Aad van der Mijn. Uitgeverij Querido. Prijs: 19,90. De in Engeland gevestigde schrijver Indra Sinha vermengt in zijn roman De dood van mister Love Indiase mystiek en Britse hu mor met historische feitelijkheid en komt uit op een impressionistische liefdes- en detectiveroman die zich afspeelt in 1959 en 1999. Het is een uiterst leesbare melange geworden. Het verhaal is gebaseerd op een moordzaak in Bombay eind jaren vijftig, een heuse cri me passionel waarbij een bedrogen echtge noot de Indiase minnaar van zijn Engel se vrouw doodschoot en door menig ko loniaal in het gelijk werd gesteld - de India se playboy had er met zijn gedrag om ge vraagd. Veertig jaar later ontdekt een nogal uitgebluste man van middelbare leeftijd, de Indiaas-Engelse boekverkoper Bhalu, dat zijn moeder Maya en haar vriendin Sybil misschien wel iets met die moord te maken hebben gehad. Sybil was de moeder van Bhalu's liefste jeugdvriendinnetje, met wie hij een paar onvergetelijk paradijselijke zomers heeft doorgebracht in India. Het vriendinnetje, Phoebe, komt na veertig jaar geheel uit beeld te zijn geweest plotseling opdagen op de begrafenis van Maya. En doet geheim zinnig. Zij wil, tot ontsteltenis van Bhalu's vrouw Kate, met Bhalu terug naar India om de kwestie nader uit te zoeken. Tegenover haar schoonheid en zijn idyllische jeugd herinneringen heeft Bhalu geen verweer, en zij gaan daadwerkelijk, om vervolgens te belanden in een maalstroom van gebeurte nissen. De schrijver, Indra Sinha, heeft een aardige structuur opgezet om alle gebeurtenissen in te vangen. Hij vliegt vaardig heen en weer in de tijd, en combineert vertellingen van Bhalu, de ik-figuur, met dagboekaante keningen van Sybil, Phoebes depressieve moeder, met brieven en andere 'authentie ke' documenten, en een kort verhaal van Maya, Vergelding. Terzijde loopt nog een kleine maar niet onbelangrijke verhaallijn over het huwelijksbedrog van Bhalu (be kend) en Kate (onbekend, denkt zij). Moe der Maya verzon en schreef verhalen, die Bhalu met de paplepel kreeg ingegoten. 'Eindeloze, eindeloze verhalen, voorvallen, oeverloze uitweidingen, relazen, kronieken, sagen, vertellingen over vroeger en nu, mysteries, legenden, avonturen, drama's, parabels, fabels, sterke verhalen, prachtige verhalen ontleend aan de geschiedenis of daar weer ingestopt, verhalen, verhalen zonder eind en toch... begin ik met het ver strijken der jaren het gevoel te krijgen dat er één verhaal ontbrak, een verhaalvormig gat waarin verklaringen vielen en verdwe nen.' Pas veel later, mooi bewaard tot het aller laatst in het boek, krijgt de gelouterde Bah- lu eindelijk het 'gatvormig verhaal' te ho ren. Naast het zoete verhaal van Bhalu's exotische jeugd bestaat er ook een bittere variant; een verhaal van geheimen, over spel, verraad en abortus, moord en stil maar hevig schuldbesef. De dood van mister Love is, behalve een tik je spannend, vooral een impressionistische tekening van kleur- en geurrijk India, scherp afstekend bij het grijsgrauwe Enge land, en waarbij de nodige aandacht gaat naar het contrast tussen het vroegere, 'on bedorven' India en het verscheurde Pakis tan en India van nu. Nu eens pakt de schrijver lyrisch uit, dan weer maakt een kleine ironische observatie India van para dijs tot gewone wereld. Eigenlijk is dit een ideaal zomerboek; met leed, pret, vaart en telkens verrassingen. stelligen. Hun revolte is er een bij wijze van spel, maskerade, schijnvertoning. De rebellie is de laatste oprisping in het groeistuipentraject op weg naar de volwassenheid. De helden in Mérai's enscene ring zijn vier Hongaarse jonge mannen die tegen hun eindexa men aanhangen. Ze blinken uit door gelanterfant en dagdro merij, geslemp en kruimeldie verij. Op zich geen bezigheden die onderscheidend zijn voor een groots en meeslepend le ven. Maar het gaat deze karak ters niet om de banale feitelijk heid van hun doen en laten, maar pm de waarde die ze daar zelf aan plegen toe te schrijven. Ze stelen en helen en hoeren en snoeren uit protest tegen een sociale structuur die ze niet langer als legitiem wensen te erkennen. De opstandigen, door Mérai ge schreven op de drempel van zijn dertigste jaar, is geënsce neerd op een cruciaal moment in de wereldgeschiedenis. We bevinden ons in de laatste fase van de Eerste Wereldoorlog. Wat is begonnen als een 'fri- sche und fröhliche Krieg' heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een miljoenenverslindende Moloch. Anders dan de twintig jarigen die in 1914 met een bloem in de loop van hun ge weer naar de slagvelden afmar cheerden, zijn Mérai's jonge honden vrij van illusies. Ze we ten dat ook zij binnenkort ka- nonnenvlees zullen zijn, maar het raakt hen nauwelijks. Dat ze in het openbaar niet mogen ro ken, ervaren ze als wreder dan de berichten uit de loopgraven. De opstandigen schetst een ge neratiedrama dat van alle tijden is, maar tegelijk kenmerkend voor één bepaalde tijd. De 'Grote Oorlog' van 1914-1918 vormt binnen het geheel van de wereldgeschiedenis de defini tieve waterscheiding tussen de schijnbare onschuld van de goed-burgerlijke negentiende eeuw en de verslindende maal stroom van gebeurtenissen die te benoemen zijn met de tref woorden Auschwitz, Hiroshi ma, Goelag Archipel, Vietnam, Cambodja, Ruanda en al die andere verschrikkingen die de onschuld voorgoed tot een on wezenlijk en onverdraaglijk sprookje hebben bestempeld. In hun revolte gedragen Mérai's helden zich bewust onmaat schappelijk. Hun hang naar het exces verschilt niet van de ont regelende, rede en werkelijk heid verwringende experimen ten waar de dadaïsten en sur realisten zich omstreeks 1918 in stortten. Het is dan ook in over eenstemming met de logica van de handeling dat het verhaal uitloopt op een orgie-achtige scène in een theater waarbij het rebelse kwartet zich door een diabolische acteur la; R den tot een heuse tra\i ze episode leidt een on in die de aanstorme; rs maskeraars van fatsoa z raai demaskeert als lt bangelijke en halfhan 0| jongens. Ze moeten I y gen. niet tegen recht ei 51 maar tegen vormen v w pulatie en hebzucht w ie nog een puntje kunnen s Mérai zelf had een stei keur voor De opstand £j dat te begrijpen, mi jj zijn autobiografie Bekt van een burger nog slaan. Hij analyseert tweeslachtige houdin) samenleving die stoe fll gecodificeerde conva zegt het keurslijf van a w schappij te verafschuw da voelt zich schuldig zod 'jk toegeven aan zijn ara anarchistische neiging! bi Precies dat conflict is|11,5 teerd in het lot van de K bende van vier. Ze spD b vuur, maar laten hei ,ni vingers glippen voord: 01 kan laten ontvlammen lutionairen van de di P® volgens zitten ze, wie* de hele verdere leven opd b net als die twee ui mannen in Mérai's vejrd en veelgeprezen romi Daarmee is de cirkel v Ie gelijk zo vitale als lei oeuvre rond. s gel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 16