De droom die een nachtmerrie zou worder
BOEKEN
Nieuwe Grisham heet Martini
Rebellen blijken bangelijke kwajongen*
Bitterzoete melange van geurrijk Ind
De wereld als eenheidsworst
Brieven gebundeld van Camille Claudel, minnares van Rodin
V lil
V M h
HOC 144
VRIJDAG 22 AUGUSTUS
Een Indiase kunstenaar verft de ta' Qe
een beeld van Putna, een vrouweli inne
duivel. Foto: Reuters
Camille Claudel (1864-1943) was
een begaafde Franse beeld
houwster. Ze was de leerlinge,
geliefde en muze van de be
roemde beeldhouwer Auguste
Rodin. Toen het tweetal met el
kaar brak, werd Camille paranoï
de. Ze werd opgesloten tussen
krankzinnigen: dertig jaar van
haar leven sleet ze in inrichtin
gen. Maar gestoord of niet, veel
van haar brieven, ook die ze in
het krankzinnigengesticht
schreef, geven blijk van een bui
tengewoon speelse, opstandige
en creatieve geest.
brieven recensie
Nico de Boer
'Camille Claudel, een leven in brieven'
Samenstelling en vertaling: Anneke
Alderlieste. Uitgeverij Meulenhoff.
Prijs: €19,50.
Vlak na haar dood was ze vrij
wel vergeten. Lange tijd waren
er ook maar weinig sporen van
haar terug te vinden. Haar graf
was allang geruimd. Maar in de
jaren tachtig van de vorige
eeuw stond Camille Claudel in
eens weer midden in de be
langstelling. Niet zozeer vanwe
ge haar werk, maar dankzij de
biografie Camille Claudel een
vrouw van Anne Delbe en de
film Camille Claudel van Bruno
«d*eé|W om vrijheid.
'aLA
Nuytten met Isabelle Adjani en
Gérard Depardieu in de hoofd
rollen.
Claudels postume roem is
enigszins te vergelijken met die
van Vincent van Gogh, min of
meer een tijdgenoot van haar,
wiens faam in de eerste plaats
ook te danken is aan de mythe:
het tragische verhaal van de gek
geworden kunstenaar die pas
na zijn dood roem verwerft.
Ook in het nu verschenen Ca
mille Claudel, een leven in brie
ven ligt het accent op het tragi
sche leven van de kunstenares.
Een leven dat zich voor een
groot deel afspeelde achter de
dikke muren van het gesticht,
toen de kunstenares allang niet
meer beeldhouwde. Brieven
schreef ze daar wel in groten
getale. Ze was een verwoed
briefschrijfster met een scherpe
pen. Net als Van Gogh.
Camille Claudel groeide op ten
noorden van Parijs, in een
bourgeoisfamilie. Ze was van
jongs af aan bezeten van kleien.
Op haar zeventiende ontmoette
ze de toen al bekende beeld
houwer Auguste Rodin (1840-
1917). Ze ontving hem in haar
eigen atelier, waar hij langs
kwam om aanwijzingen te ge
ven. Het was het begin van een
onstuimige liefdesaffaire tussen
Rodin en de 24 jaar jongere
kunstenares, die zijn muze en
gezellin in de kunst werd. Wie
op het omslag van het brieven
boek het dwingende portret ziet
van de jonge Camille. van deze
ravissante schoonheid met haar
donkere ogen en sensuele
mond, kan zich bij Rodins hevi
ge verliefdheid wel iets voor
stellen. Maar- hoe verliefd hij
ook was, hij bleef bij de jeugd
vriendin bij wie hij kinderen
had.
In die tijd schreef Camille al
prachtige brieven, diep en re
bels van inhoud, speels en licht
spottend van toon. Aan Rodin
schrijft de 22-jarige kunstenares
bijvoorbeeld: 'Het spijt me te
horen dat u weer ziek bent. Ik
weet zeker dat u weer flink hebt
zitten schransen tijdens die ver
vloekte diners van u met die
vervloekte mensen die ik haat,
aan wie u uw tijd en uw ge
zondheid verspilt zonder er iets
voor terug te krijgen. Maar ik
houd mijn mond erover, want
ik weet dat ik u toch niet voor
het kwaad dat ik zie kan behoe
den.'
Weldra ging het mis tussen
Claudel en Rodin. De prille
kunstenares verpieterde in de
schaduw van Rodin. Rodin zag
in haar bovendien een rivale,
ook al werd hij almaar beroem
der en triomfeerde hij met beel
den die grensverleggender wa
ren dan de hare. Een aantal
daarvan was vermoedelijk geïn
spireerd op haar ideeën. Maar
zijn radicaliteit werd geaccep
teerd, de hare niet. Camilles
broer, de diplomaat-dichter
Paul Claudel zei na haar dood,
even veelzeggend als pathe
tisch: 'Al die wonderbaarlijke
gaven die de natuur haar had
verschaft, hebben alleen maar
gediend om haar ongeluk te
brengen.'
Nadat het mateloos ambitieuze
duo met elkaar brak, werd Ca
mille krankzinnig. Zo wilden de
kronieken dat indertijd tenmin
ste. Maar was ze wel krankzin
nig? Claudels latere biografen
betwijfelen dat. Ook Anneke Al
derlieste. die een royale keuze
uit haar brieven maakte die ze
schreef tussen 1886 en 1936, en
deze ook vertaalde, zet vraagte
kens bij de jarenlange opslui
ting. Maar 'zeker is dat ze gees
telijk ziek was', schrijft zij in
haar voorwoord dat tegelijk een
beknopte biografische schets is.
Alderlieste is er echter van over
tuigd dat 'als Camille nu ge
leefd had, er een grote kans was
geweest dat ze met medicijnen
een redelijk zelfstandig leven
had kunnen leiden'.
Hoe het ook zij, Claudel leed
zwaar onder een gebrek aan er
kenning. Ze dacht dat iedereen
met Rodin samenzwoer om
haar het werk onmogelijk te
maken en haar zodoende roem
te onthouden. Uit frustratie
sloot ze zich op in haar huis,
vereenzaamde, begon aan wa
nen te lijden, en sloeg haar
beelden aan gruzelementen.
Vervuild, verwilderd en para
noïde werd ze op 49-jarige leef
tijd, op voorspraak van haar
moeder, in een gekkenhuis op
gesloten waar ze tot haar dood
bleef. Eenzaam tussen de
krankzinnigen. Nieuwe beelden
kwamen niet meer uit haar
handen. Schrijven deed ze des
te meer. Aan een vriend schreef
ze in die tijd: 'Ik ben in de af
grond gevallen. Van de droom
die mijn leven was, is dit de
nachtmerrie.'
Maar hoe gruwelijk haar lot ook
was, haar brieven blijven aan
vankelijk wonderlijk licht en
speels van toon. In 1913, als ze
pas in 'ballingschap' is, schrijft
ze aan een kennis: 'U hebt vast
al gehoord over mijn zonderlin
ge avonturen en wat er daarna
gebeurd is. Tot slot ben ik door
een wervelstorm de lucht in ge
tild, ikzelf en mijn atelier, maar
op de een of andere manier zijn
mijn gipsbrokken regelrecht in
de zak van Rodin en consorten
gevlogen, terwijl ik, ongeluks
vogel, keurig achter de tralies
beland bleek te zijn, in gezel
schap van verscheidene krank
zinnigen. Ik doe mijn uiterste
best mijn plaats in dit bemin
nelijk genootschap waardig te
bezetten: ik sla er geen al te
slecht figuur!'
De licht spottende toon wordt
gaandeweg verbeten. Haar brie
ven, die de kliniek zorgvuldig
bewaarde (héér post werd on
derschept), worden langer. En
hartverscheurender. Haar har-
tekreten op papier komen
steeds meer neer op schreeu
wen om vrijheid: 'Hoe komt het
BOEKEN
TOP TIEN
thriller recensie
Arno Ruitenbeek
'De afspraak' door Steve Martini. Uitgeverij M.
Prijs: €17,50.
Er zijn nog steeds mensen die een Grisham
kopen, terwijl zijn legal thrillers steeds stof
figer worden. Daarom nu nog maar eens
hét alternatief: Steve Martini. Zijn jongste,
De afspraak, is subliem.
Martini's alter ego, advocaat Paul Madriani,
ontsnapt ternauwernood aan de dood. Een
kogelregen had hem uit de weg moeten
helpen. Tot op het allerlaatst is onduidelijk
wie de opdrachtgever is van die afrekening.
Sterk is bovendien dat de lezer lang in on
zekerheid wordt gehouden over het motief.
Drugs- of wapenhandel lijkt het meest in
aanmerking te komen, maar waarom heb
ben de onverlaten dan Mexico als basis?
Colombia is in dat opzicht een veel betere
omgeving.
Het verhaal begint meteen met een schok.
Nick Rush, strafpleiter bij een groot kan
toor waar Adam Tolt de scepter zwaait,
probeert zijn vriend en collega Madriani
een vreemd zaakje in zijn schoenen te
schuiven, maar Madriani weigert. En dan
worden Rush en de cliënt om wie het ging,
vermoord.
Jarenlang was Martini een succesvol advo
caat. Wat hij in de praktijk leerde, brengt
hij met veel gevoel voor humor en span
ning over op papier. Grishams kunstje was
na The Firm en The Client wel zo'n beetje
bekeken, maar Martini blijft fris en helder.
Voor liefhebbers van dit subgenre nog een
tip: David Ellis, die reeds schitterde met het
debuut De voyeur, komt in oktober met Het
oordeel. John Grisham, je dagen zijn geteld.
dat je me sedert die tijd niet één
keer hebt geschreven en dat je
me niet opnieuw bent komen
opzoeken. Denk je dat het leuk
is voor me om maanden, jaren
achtereen zo zonder enig be
richt, zonder enige hoop te zit
ten!', schrijft ze in 1915 in een
brief vol verwijten aan haar
broer Paul die zijn zuster in to
taal elf keer komt opzoeken.
Camille heeft haar hardvochti
ge moeder nooit meer gezien,
ondanks haar smeekbeden
en brieven vol verstik
kende wanhoop, on
der meer over de er
barmelijke toestand
waarin ze verkeert: 'Wat de ka
mer betreft is het hetzelfde lied
je', schrijft ze in 1927, 'er is he
lemaal niets, geen dekbed, geen
toiletemmer, niets, een waar
deloze po, driekwart van de
tijd gebarsten, een waarde
loos ijzeren bed waarin je de
hele nacht ligt te rillen (ik die
ijzeren bedden haat, je moet
zien wat een moeite ik heb
daarin te liggen)'.
Camille Claudels gezondheid
verslechtert mettertijd. Ze ziet
er, zoals een zeldzame foto van
haar uit de jaren dertig laat
zien, uit als een verschrompeld
oud besje. Ernstig verzwakt
treft broer Paul haar vlak
voor haar dood in het
gesticht aan, waar ze
dan op de kop af
dertig jaar zit opge
sloten. Hij schrijft,
schuldbewust: 'De zus
ter zegt dat ze kinds ii
brede gezicht, met
tijd prachtige voorho
een blije, kinderlijke
king. Er wordt me gezj
alom bemind is. Bittei
spijt dat ik haar zo 1
heb gelaten.'
Een beeld van Camilli
Foto: GPD
1. (1) Nicci French,
De verborgen glimlach.
Ambo/Anthos, 18,90
2. (-) Isabel Allende,
Het rijk van de gouden draak.
Wereldbibliotheek, 17,90
3. (-) Renate Dorrestein,
Het duister dat ons scheidt.
Contact, 18,50
4. (-) Margaret Mazzantini,
Ga niet weg.
Wereldbibliotheek, 17,90
5. (1) Heieen van Royen,
Godin van de jacht.
Vassallucci, 19,95
6. (-) Willem Wilmink,
Ik had als kind een huis en
haard.
Prometheus, 7,00
7. (-) Rascha Peper,
Wie scheep gaat.
LJ. Veen, 19,90
8. (2) John Coetzee,
Elizabeth Costello.
Cossee, 19,90
9. (-) Séndor Mérai,
De opstandigen.
Wereldbibliotheek, 17,90
roman recensie
Jaap Goedegebuure
'De opstandigen' door Sandor Marai.
Vertaling: Henry Kammer. Uitgeverij
Wereldbibliotheek. Prijs: €17,90
Elke leeftijd heeft zijn charme,
maar wie tussen de vijftien en
de twintig verkeert en ook nog
eens van het mannelijk geslacht
is, heeft de nodige streepjes
voor. De postpuberal jaren
vormen de periode van het
voorjaarsontwaken, van seksu
ele rijpheid en onbolsterende
levenslust, van een onbevangen
soort bruuskheid die ook jonge
stieren en hengsten eigen is.
Tussen vijftien en twintig vormt
zich menigmaal het mannen-
verbond, dat in veel gevallen
duurt tot ook het langst levende
lid door de dood is geroyeerd.
Of het nu een motorclub is, een
studentenvereniging of een ve-
teranenverband, allemaal stam
men ze in rechte lijn af van de
oerhorde, de troep, en daarvoor
gelden niet de regels van het
beschaafde verkeer maar de
wetten van de jungle.
Séndor Mérai (1900-1989), een
paar jaar geleden glorieus her
ontdekt en dankzij Gloed uitge
groeid tot een echte cultauteur,
schrijft over de woelige adoles
centenwereld in De opstandi
gen, een titel met de kracht van
een programma. Opstandig, dat
zijn alle jonge hemelbestor
mers, maar niet bij machte een
echte omwenteling te bewerk-
10. (-) Nicci French,
Bezeten van mij.
Ambo/Anthos, 12,50
Geen uitgever waagt zich hartje
zomer aan het uitbrengen van
een potentiële bestseller, dus
krijgen veel laat in dit voorjaar
uitgegeven boeken een tweede
leven in de boeken top tien. Zo
als het kinderboek van Isabel
Allende, de nieuwe Dorrestein
met ook al een kind in de
hoofdrol en Rascha Pepers al-
omgeprezen roman over een op
de bodem van de zee verdwe
nen vrouw. Willem Wilmink
profiteert postuum van alle lof
tuitingen die hem bij zijn dood,
eerder deze maand, ten deel
vielen.
De boekentoptien wordt weke
lijks samengesteld op basis van
verkoopcijfers van Athenaeum
Boekhandel en H. de Vries Boe
ken in Haarlem, Boekhandel
Kooyker in Leiden, Plantage
Boekhandel Harkema in Hilver
sum, Boekhandel Los in Bus-
sum en Boekhandel De Ark in
Almere.
Foto uit besproken boek
non-fictie recensie
Jasper Groen
'Kinderen van deze wereld' door Martine
en Caroline Laffon. Uitgeverij: N(o)vib en
Schuyt Co. Prijs: €19,00.
De Nederlandse fotograaf Sam
Waagenaar (1908-1997) wist het
al in de jaren vijftig van de vori
ge eeuw. Kinderen op foto's
doen het goed bij het grote pu
bliek. In een van zijn vermaarde
pocketfotoboeken, Kinderen
kennen geen grenzen uit 1958
zoekt hij naar een verklaring
daarvoor. Zijn conclusie: 'Er
gaat een magische aantrek
kingskracht van een kinderge
zicht uit, waarbij vooral de ogen
de bron zijn van een eindeloos
mysterie.'
In datzelfde jaar 1958 ver
scheen het fotoboek Kinderen
uit heel de wereld. Daarin wordt
ook gefilosofeerd over het raad
sel van het kind. 'We kunnen
het argeloosheid noemen', ver
meldt het voorwoord. Maar een
betere definitie luidt volmaakt
heid, aldus schrijver Maps Valk:
'Het kind is volkomen in alles
wat het doet.' Bespiegelingen
uit de vorige eeuw, maar ze
doen nog altijd opgeld.
De vermeende onschuld en vol
maaktheid vullen menig foto
boek met kinderen, bij voor
keur vastgelegd op exotische lo
caties en levend onder primitie
ve omstandigheden. Westerse
kopers kunnen zich, veilig zit
tend in een luie stoel, dankzij
deze plaatjes verwonderen over
de barre buitenwereld waarin
kinderen voor het oog van de
camera zwoegen om in leven te
blijven.
Moeder en dochter Martine en
Caroline Laffon gaan in het re
cent verschenen boek Kinderen
van deze wereld verder dan al
leen het portretteren van de
jeugd. Ze documenteren in
woord en beeld gebruiken van
kinderen die opgroeien in tradi
tionele culturen. Ze laten zich
daarbij ondersteunen door
werk van enkele hotshots in de
- laten we het zo noemen - an
tropologische fotografie.
Hoewel de titel van het boek
anders doet vermoeden, geven
moeder en dochter geen over
zicht van kinderen over de hele
wereld. Ze richten zich, schrij
ven ze, op 'vele tradities die in
onbruik raken, of al verdwenen
zijn, dikwijls omwille van de
culturele verschraling in een
wereldgemeenschap die meer
en meer uniforme kenmerken
vertoont'. De treurige balans
aan het eind van 240 bladzij
den: geen enkele Europese be
schaving heeft het boek ge
haald. De Verenigde Staten zijn
vertegenwoordigd met welge
teld één foto van een jonge
Cree-indiaanse. In het Westen,
constateren de dames in al hun
zwijgzaamheid, heeft de cultu
rele verschraling al vernietigend
toegeslagen: de westerse wereld
als eenheidsworst.
Favoriete roman Sandor Marai vertaald
roman recensie
Margot Engelen
'De dood van mister Love' door Indra Sinha. Vertaling:
Aad van der Mijn. Uitgeverij Querido. Prijs: 19,90.
De in Engeland gevestigde schrijver Indra
Sinha vermengt in zijn roman De dood van
mister Love Indiase mystiek en Britse hu
mor met historische feitelijkheid en komt
uit op een impressionistische liefdes- en
detectiveroman die zich afspeelt in 1959 en
1999. Het is een uiterst leesbare melange
geworden.
Het verhaal is gebaseerd op een moordzaak
in Bombay eind jaren vijftig, een heuse cri
me passionel waarbij een bedrogen echtge
noot de Indiase minnaar van zijn Engel
se vrouw doodschoot en door menig ko
loniaal in het gelijk werd gesteld - de India
se playboy had er met zijn gedrag om ge
vraagd. Veertig jaar later ontdekt een nogal
uitgebluste man van middelbare leeftijd, de
Indiaas-Engelse boekverkoper Bhalu, dat
zijn moeder Maya en haar vriendin Sybil
misschien wel iets met die moord te maken
hebben gehad.
Sybil was de moeder van Bhalu's liefste
jeugdvriendinnetje, met wie hij een paar
onvergetelijk paradijselijke zomers heeft
doorgebracht in India. Het vriendinnetje,
Phoebe, komt na veertig jaar geheel uit
beeld te zijn geweest plotseling opdagen op
de begrafenis van Maya. En doet geheim
zinnig. Zij wil, tot ontsteltenis van Bhalu's
vrouw Kate, met Bhalu terug naar India om
de kwestie nader uit te zoeken. Tegenover
haar schoonheid en zijn idyllische jeugd
herinneringen heeft Bhalu geen verweer,
en zij gaan daadwerkelijk, om vervolgens te
belanden in een maalstroom van gebeurte
nissen.
De schrijver, Indra Sinha, heeft een aardige
structuur opgezet om alle gebeurtenissen
in te vangen. Hij vliegt vaardig heen en
weer in de tijd, en combineert vertellingen
van Bhalu, de ik-figuur, met dagboekaante
keningen van Sybil, Phoebes depressieve
moeder, met brieven en andere 'authentie
ke' documenten, en een kort verhaal van
Maya, Vergelding. Terzijde loopt nog een
kleine maar niet onbelangrijke verhaallijn
over het huwelijksbedrog van Bhalu (be
kend) en Kate (onbekend, denkt zij). Moe
der Maya verzon en schreef verhalen, die
Bhalu met de paplepel kreeg ingegoten.
'Eindeloze, eindeloze verhalen, voorvallen,
oeverloze uitweidingen, relazen, kronieken,
sagen, vertellingen over vroeger en nu,
mysteries, legenden, avonturen, drama's,
parabels, fabels, sterke verhalen, prachtige
verhalen ontleend aan de geschiedenis of
daar weer ingestopt, verhalen, verhalen
zonder eind en toch... begin ik met het ver
strijken der jaren het gevoel te krijgen dat
er één verhaal ontbrak, een verhaalvormig
gat waarin verklaringen vielen en verdwe
nen.'
Pas veel later, mooi bewaard tot het aller
laatst in het boek, krijgt de gelouterde Bah-
lu eindelijk het 'gatvormig verhaal' te ho
ren. Naast het zoete verhaal van Bhalu's
exotische jeugd bestaat er ook een bittere
variant; een verhaal van geheimen, over
spel, verraad en abortus, moord en stil
maar hevig schuldbesef.
De dood van mister Love is, behalve een tik
je spannend, vooral een impressionistische
tekening van kleur- en geurrijk India,
scherp afstekend bij het grijsgrauwe Enge
land, en waarbij de nodige aandacht gaat
naar het contrast tussen het vroegere, 'on
bedorven' India en het verscheurde Pakis
tan en India van nu. Nu eens pakt de
schrijver lyrisch uit, dan weer maakt een
kleine ironische observatie India van para
dijs tot gewone wereld. Eigenlijk is dit een
ideaal zomerboek; met leed, pret, vaart en
telkens verrassingen.
stelligen. Hun revolte is er een
bij wijze van spel, maskerade,
schijnvertoning. De rebellie is
de laatste oprisping in het
groeistuipentraject op weg naar
de volwassenheid.
De helden in Mérai's enscene
ring zijn vier Hongaarse jonge
mannen die tegen hun eindexa
men aanhangen. Ze blinken uit
door gelanterfant en dagdro
merij, geslemp en kruimeldie
verij. Op zich geen bezigheden
die onderscheidend zijn voor
een groots en meeslepend le
ven. Maar het gaat deze karak
ters niet om de banale feitelijk
heid van hun doen en laten,
maar pm de waarde die ze daar
zelf aan plegen toe te schrijven.
Ze stelen en helen en hoeren en
snoeren uit protest tegen een
sociale structuur die ze niet
langer als legitiem wensen te
erkennen.
De opstandigen, door Mérai ge
schreven op de drempel van
zijn dertigste jaar, is geënsce
neerd op een cruciaal moment
in de wereldgeschiedenis. We
bevinden ons in de laatste fase
van de Eerste Wereldoorlog.
Wat is begonnen als een 'fri-
sche und fröhliche Krieg' heeft
zich inmiddels ontwikkeld tot
een miljoenenverslindende
Moloch. Anders dan de twintig
jarigen die in 1914 met een
bloem in de loop van hun ge
weer naar de slagvelden afmar
cheerden, zijn Mérai's jonge
honden vrij van illusies. Ze we
ten dat ook zij binnenkort ka-
nonnenvlees zullen zijn, maar
het raakt hen nauwelijks. Dat ze
in het openbaar niet mogen ro
ken, ervaren ze als wreder dan
de berichten uit de loopgraven.
De opstandigen schetst een ge
neratiedrama dat van alle tijden
is, maar tegelijk kenmerkend
voor één bepaalde tijd. De
'Grote Oorlog' van 1914-1918
vormt binnen het geheel van de
wereldgeschiedenis de defini
tieve waterscheiding tussen de
schijnbare onschuld van de
goed-burgerlijke negentiende
eeuw en de verslindende maal
stroom van gebeurtenissen die
te benoemen zijn met de tref
woorden Auschwitz, Hiroshi
ma, Goelag Archipel, Vietnam,
Cambodja, Ruanda en al die
andere verschrikkingen die de
onschuld voorgoed tot een on
wezenlijk en onverdraaglijk
sprookje hebben bestempeld.
In hun revolte gedragen Mérai's
helden zich bewust onmaat
schappelijk. Hun hang naar het
exces verschilt niet van de ont
regelende, rede en werkelijk
heid verwringende experimen
ten waar de dadaïsten en sur
realisten zich omstreeks 1918 in
stortten. Het is dan ook in over
eenstemming met de logica van
de handeling dat het verhaal
uitloopt op een orgie-achtige
scène in een theater waarbij het
rebelse kwartet zich door een
diabolische acteur la; R
den tot een heuse tra\i
ze episode leidt een on
in die de aanstorme; rs
maskeraars van fatsoa z
raai demaskeert als lt
bangelijke en halfhan 0|
jongens. Ze moeten I y
gen. niet tegen recht ei 51
maar tegen vormen v w
pulatie en hebzucht w ie
nog een puntje kunnen s
Mérai zelf had een stei
keur voor De opstand £j
dat te begrijpen, mi jj
zijn autobiografie Bekt
van een burger nog
slaan. Hij analyseert
tweeslachtige houdin)
samenleving die stoe fll
gecodificeerde conva
zegt het keurslijf van a w
schappij te verafschuw da
voelt zich schuldig zod 'jk
toegeven aan zijn ara
anarchistische neiging! bi
Precies dat conflict is|11,5
teerd in het lot van de K
bende van vier. Ze spD b
vuur, maar laten hei ,ni
vingers glippen voord: 01
kan laten ontvlammen
lutionairen van de di P®
volgens zitten ze, wie* de
hele verdere leven opd b
net als die twee ui
mannen in Mérai's
vejrd
en veelgeprezen romi
Daarmee is de cirkel v Ie
gelijk zo vitale als lei
oeuvre rond. s
gel