De klant is koning op een troon die wankelt Nuchtere vriendelijkheid Digitalisering tast servicebeleid aan HOC 232 Klantvriendelijkheid past niet bij onze cultuur, vindt Fred van Raaij, hoogleraar economische psychologie. Jawel hoor", zegt Jack Burgers, hoofd verkoopstaf van de Hema. „We doen het alleen op onze eigen manier." Over het servicebeleid in Nederland wordt steeds vaker gemopperd. Consumenten worden veelvuldig geconfronteerd met een toenemende digitalisering. De NS hebben liever dat reizigers hun kaartjes aan de automaat kopen en als ze toch aan het loket geholpen willen worden, moeten ze daar straks meer voor betalen. Vliegmaatschappijen 'straffen' reizigers die hun tickets niet via internet bestellen met hogere prijzen. En als je bedrijven over hun beleid wil aanspreken, moetje vaak een duur 0900-nummer bellen en veel geduld hebben. De klant lijkt allang geen koning meer. door Eric de Bie De NS hebben liever dat reizigers hun kaartjes aan de automaat kopen en als ze toch aan het loket geholpen willen worden, moeten ze daar straks meer voor betalen. Foto: GPD/Cees Zorn •ggSt - .r?*- -j' Waar de consument nog niet digitaal wordt gestuurd maar persoonlijk geholpen, vormen zich lange rijen. Zoals op deze foto bij een loket van de Haagsche Tram weg Maatschappij. Foto GPD/Cees Zorn Fred van Raaij, hoogleraar economische psychologie: „Van nature hebben we het niet in ons om het anderen echt naar hun zin te maken. 'Ze zoeken het zelf maar uit', is onze instelling. Foto: GPD/Cees Zorn Als Fred van Raaij, hoogleraar economi sche psychologie aan de Universiteit van Tilburg, weer eens op reis gaat en hij moet kiezen tussen een vlucht met de KLM of Singapore Airlines, weet hij het wel. „Die stewar dessen van de KLM vind ik toch altijd minder vriendelijk dan de dames uit Singapore.'' Klantvriendelijkheid past ook niet zo in onze cul tuur, vindt Van Raaij. „Wij hebben niet dat onder danige." Van Raaij doet vooral onderzoek naar de toenemende rol van psychologische tendensen in de economie. Zo bestudeert hij regelmatig consu mentengedrag en de manier waarop bedrijven daarmee omgaan. Inmiddels is hem wel duidelijk dat het voor een Nederlander moeilijk is om een goede gastheer of gastvrouw te spelen. „Van nature hebben we het niet in ons om het anderen echt naar hun zin te maken. 'Ze zoeken het zelf maar uit', is onze instelling. Mensen uit Oost-Azië hebben dat meer. In dat deel van de wereld is 'de groep' ook veel belangrijker. West- Europeanen zijn meer individualistisch. Wij gaan ervan uit dat iedereen zichzelf kan redden en dat je niet noodzakelijkerwijs vriendelijk moet zijn voor een ander. Die ander heeft jouw hulp eigen lijk niet nodig. In Amerika wordt een klant over het algemeen ook vriendelijker benaderd, maar dat is erg ge speeld. Die ballon prik je zo kapot. De Ameri kaanse cultuur lijkt veel op de onze, maar ik weet niet hoe dat verschil is ontstaan. In de VS hoor je sociaal te zijn, hoor je mee te doen. Een Ameri kaan die stilletjes in een hoekje zit en zijn mond houdt is een zielig figuur. Dat geforceerde speelt in winkels misschien ook nog mee. Het personeel heeft geleerd altijd een openingszin te zeggen die suggereert dat je geïnteresseerd bent in die ander. 'Hello, how is your day?' Ondanks het toenemende gemoppeV gelooft Van Raaij dat de meeste Nederlandse bedrijven veel tijd steken in de verbetering van hun klantvrien delijkheid. Maar als het even wat minder gaat, moet ook kritisch naar de kosten worden geke ken. „En digitalisering bijvoorbeeld biedt zoveel kostenvoordelen dat veel bedrijven het risico ne men een enkele klant te verliezen. Het gevaar is echter dat je groepen mensen isoleert. Vergeet niet dat een kwart van de Nederlanders nog steeds geen toegang tot internet heeft. Zij zijn op een gegeven moment niet meer in staat bepaalde informatie tot zich te nemen. En moe ten misschien ook nog meer betalen voor bepaal de diensten, zoals een treinkaartje aan het loket. Daarbij speelt nog mee dat ze vaak uit de laagste inkomensgroepen komen." Van Raaij is van mening dat consumenten keuzen moet hebben, zonder dat ze daarvoor gestraft worden. „Soms wil ik niet in de rij staan en vind ik het fijn een treinkaartje aan de automaat te ko pen. Maar soms wil ik ook wel eens een bijzonder kaartje. Dan wil ik bijvoorbeeld vanuit Tilburg via Amersfoort naar Amsterdam en dan weer terug naar Tilburg. Nou, haal dat maar eens uit de auto maat. Dan heb ik liever een lokettist die mij dat verkoopt." Van Raaij merkt dat bedrijven momenteel erg dif ferentiëren, oftewel: ze verdelen klanten over groepen. „Ze kijken heel kritisch welke klant welk kanaal kiest: internet of persoonlijk contact. 'En op welk kanaal maken we dan de meeste winst?' luidt de volgende vraag. Banken zijn daar druk mee bezig. De simpele handelingen, waarmee niet zo veel is te verdienen, moeten de klanten maar zelf aan de pinautomaat verrichten. Een an dere groep is geïnteresseerd in hypotheken en verzekeringen en al wat belangrijker. En dan heb je nog het private banking voor de klanten met het grote geld. Die worden apart in een kamertje ontvangen en krijgen een kopje koffie." De Nederlandse consument is gevoelig voor dit soort service, maar maakt wel een goede prijs- kwaliteit-afweging, zo weet Van Raaij uit onder zoek. „Daarom wordt van Easyjet geaccepteerd dat de service minimaal is. Je betaalt immers maar achttien euro voor een vlucht naar Barcelo na. De KLM vraagt misschien tweehonderd euro, om dat zij het beeld willen oproepen dat vliegen nog iets speciaals is. De reiziger verwacht dat dan ook. Tegenwoordig valt dat vaak zwaar tegen en krijg je ook gewoon een klef broodje. In het algemeen is het zo dat als de Nederlandse consument echt iets wil hebben of nodig heeft, het hem niet zo interesseert of de verkoper vrien delijk is of niet. Hij koopt iets en is weg. Als een consument nog 'zoekende' is, werkt klantvriende lijkheid veel meer, met name bij 'funshopping', zoals in kledingwinkels. Is de verkoper aardig, dan is de kans groot dat de klant meer koopt dan hij van plan was. Klantvriendelijkheid geeft ook de doorslag bij de volgende aankoop. Laat ik die vliegtuigmaatschappij maar nemen of dat restau rant, want ze hebben me vorige keer zo goed be handeld." „Een klacht zie ik als een compliment. De klant komt immers naar je toe met de verwachting en het vertrouwen dat je als bedrijf iets oplost. Dat vind ik een compliment. Daarnaast krijg je de kans je product of je service te verbeteren. Als er geen klachten meer binnenkomen, moet je je zorgen gaan maken." Klantvriendelijkheid is voor Jack Burgers, hoofd verkoopstaf van Hema, dagelijkse kost. „Wij le ven natuurlijk van klanten. In onze bijna drie honderd vestigingen in Nederland, België en sinds kort ook Duitsland, hebben we ze dagelijks over de vloer. Daarom besteden wij veel tijd aan klantvriendelijkheid. Wij doen er alles aan om die te verhogen." Dat lukt de laatste jaren aardig. Bij de Neder landse consument staat de Hema over het alge meen goed aangeschreven. Service en betrouw baarheid zijn woorden die regelmatig terugkeren in onderzoeken naar de tevredenheid over het warenhuis. Maar dat is volgens Burgers geen re den om voldaan achterover te leunen. Er valt al tijd iets te verbeteren. Hema is daarom twee jaar geleden met een speciaal programma voor het winkelpersoneel begonnen om 'het besef van klantvriendelijkheid goed tussen de oren te krij gen en te houden'. „Je moet daar constant mee bezig zijn en in on ze interne opleidingen besteden we er dan ook al veel aandacht aan. Het is ook niet zo dat je voor het hele land een plan van aanpak kimt maken. De mate van, of de behoefte aan klant- vriendèlijkheid is soms per filiaal verschillend. We hebben wel een aantal basisregels opgesteld. Zo moeten we betrouwbaar zijn. De klant moet erop kunnen rekenen dat we een klacht goed af handelen. Vriendelijkheid is belangrijk. Het per soneel wordt erop getraind er snel achter te ko men met welk type klant ze te maken hebben en die niet snel vervelend te vinden." Burgers heeft niet de indruk dat de klantvriende lijkheid en de mate van service de laatste jaren in Nederland is afgenomen. Klantvriendelijkheid past volgens hem ook wel in onze, West-Europe- se cultuur. „Zeker, maar we doen het wel op on ze, wat nuchtere manier. Niet het onderdanige van de Aziaat of het gemaakte van de Ameri kaan. Mensen die in Nederland in winkels staan, zijn meer zichzelf. En ik denk dat de klant dat ook prettiger vindt. Die haakt meteen af als een winkelmedewerker heel overdreven gaat vragen of hij een prettige dag heeft. In deze moeilijke tijden is klantvriendelijkheid natuurlijk een belangrijk wapen in de strijd om de consument. Elke zichzelf respecterende win kelketen zal dat gebruiken. De Hema doet het in elk geval wel. Op service en klantvriendelijkheid moet je ook niet bezuinigen. Ik weet niet of kos tenbesparingen de reden zijn voor het plan van de NS om het treinkaartje aan het loket duurder te maken. Ik kan het me wel voorstellen. Per soonlijk zou ik de klant altijd meerdere keuzes bieden, zonder dat je voor de een meer vraagt. Daarmee benadeel je toch groepen mensen. Zo als ouderen, een groep die over het algemeen toch iets meer aandacht nodig heeft. Je onder scheidt je juist door die extra aandacht te geven zonder daar meer voor te vragen." Dat geldt volgens Burgers ook bij de steeds ver dergaande digitalisering. Sinds vorig jaar kunnen klanten ook via de website van Hema vragen stellen. Via de telefoon of schriftelijk is dat ook nog mogelijk. „Het moet en/en blijven. Er zijn genoeg mensen over die liever de telefoon pak ken." 'De menselijke factor', met andere woorden: de medewerkers in de vesfigingen, blijft voor klant vriendelijkheid het belangrijkst.Als een klant in een winkel komt waar hij de indruk krijgt dat hij niet welkom is, blijven de producten liggen. Ook al zijn ze nog zo mooi. Klanten moeten zich op hun gemak voelen", weet Burgers. „We hebben onze visie ook bewust opgerekt. In plaats van 'niet goed, geld terug' is het nu 'niet tevreden, geld terug'. We willen gewoon dat iedere klant een tevreden klant is. Daarin gaan we ook wel ver. Wij ruilen bijvoorbeeld zonder bon. Dat roept wel eens vraagtekens op bij het personeel, want er wordt natuurlijk wel eens misbruik van gemaakt. Maar wij vinden dat de goeden niet onder de slechten moeten lijden." Jack Burgers, hoofd verkoopstaf van Hema: „Het is niet zo dat je voor het hele land een plan van aanpak voor klantvriendelijkheid kunt maken." Foto: GPD/Roland de Bruin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 4