'Verdriet laat zich niet sturen' ER 1 Zeven jaar na de dood van Joes Kloppenburg ikbijvoOT kwetsbaarder dan ik zelf dac I j niet meer "Ie hele tijd' ZATERDAG 16 AUGUSTUS 2003 BIJ lang. Ik heb geleerd dat je verdriet niet mag vergelijken. Maar ik vind wel dat de manier waarop wij onze zoon hebben verloren een van de meest bizarre is. Zo nutteloos. Het woord zinloos geweld is na zijn dood ontstaan; soms vind ik het niet zo gelukkig gekozen, maar het is een begrip geworden. Ik verbaas me niet als het weer ge beurt. Sinds de jaren zestig is onze samenleving afgegleden. Toen is dat proces van 'alles moet kunnen' be gonnen. Dat is te ver doorgeschoten. Als ik pessimistisch ben, zeg ik; het duurt nog wel dertig jaar voor dat weer is hersteld. Maar ik ben opti mistisch, dus ik zeg: over vijfden jaar gaat het beter. Dat zie ik als een op dracht. En als het niet lukt, heb ik mijn best gedaan. Meer kan ik niet doen. Ik voel geen verwantschap met de vader van An Marchal, (het Belgi sche meisje dat door Dutroux werd vermoord, red.). Ik vind Paul Mar chal publiekelijk nog altijd heel ge ëmotioneerd. Ik treed naar buiten als vertegenwoordiger van Stichting Kappen Nou! Hij weet zijn persoon lijke verhaal niet te scheiden van het publieke verhaal. Ik moet wel zeggen dat het mij ook niet altijd lukt. Als ik een lezing geef komt er altijd een moment dat mensen precies willen weten wat die avond is gebeurd. Ik vertel het omdat ik de jongeren be wust wil maken. Ik denk dat ik de gebeurtenissen objectiever weet te benaderen dan Marchal. Hij wilde een politieke partij oprichten en dat had hij nooit moeten doen. Een par tij gebaseerd op emoties werkt niet. Onze stichting houdt zich verre van religie en politiek. Wij proberen de politiek wel te beïnvloeden. Ik ben soms een aanspreek- M |x a# rj c punt voor po- 'K. VVclD litici. Zo kon beeld bij Bons over zijn initi atiefwetsvoorstel voor spreekrecht voor slachtoffers. Het wetsvoorstel is vorig jaar door de Tweede Kamer goedgekeurd. Tijdens de strafrecht zaak tegen de dader behoorden wij tot de eersten die mochten spreken. Op uitdrukkelijk verzoek van de rechter. Ik denk vanwege de maat schappelijk verontwaardiging; zij zag misschien aan ons dat wij stabiele fi guren waren. Veel te stabiel eigen lijk. Een van mijn dochters snapte niet dat ze het niet had uitgegild toen ze de dader zag binnenkomen. Dat was een normale reactie ge weest, maar wij zijn daar veel te net jes voor. Mijn vrouw heeft onze ver klaring voorgelezen. Dat heeft ons enorm goed gedaan. Ik zag dat het woord 'beestachtig' iets met hem deed. 'Ik ben geen beest', zei hij in later. Maar die nacht was hij wel een beest. Alle getuigenverklaring wezen in die richting. Het is ongelooflijk hoe die jongen tekeer is gegaan. Wij hebben nooit contact met hem gehad. Zijn moeder heeft twee keer een briefje gestuurd, maar dat was overduidelijk in opdracht van de ad vocaat. Een van mijn dochters heeft hem ooit geschreven en daarop heeft hij geantwoord. Ik heb die brief gelezen, maar die woorden waren niet van hemzelf. Te kunstmatig. Wij hoopten dat hij blijk zou geven van spijt, maar dat heeft hij niet over zijn lippen kunnen krijgen. Wat me lang dwars heeft gezeten is dat de men sen die verantwoordelijk waren voor zijn opvoeding het erbij hebben la ten zitten. Zijn vader was al vroeg vertrokken. En zijn moeder kon hem kennelijk niet aan. Wij hebben onze jongen ook opgevoed en daar van al les voor gelaten, dat komt heus niet vanzelf. Het lijkt erop dat zij alles maar heeft afgekocht met materiële zaken, maar geestelijk heeft ze vol komen gefaald. Een psychologe heeft me geleerd dat als het er niet in zit, het er ook niet uit kan komen. Die moeder kón dat kind niet opvoe den, dus eigenlijk kan ik het haar dan ook niet kwalijk nemen. Ik ben daar iets milder in geworden. Sinds december 2001 loopt hij weer vrij rond. Na tweederde van zijn acht jaar gevangenisstraf. Het maakt me weinig uit of iemand nou acht, zes of tien jaar zit. Wat mij wel uitmaakt is dat hij niet verplicht is behandeld. Alles had moeten worden gedaan om te voorkomen dat hij in herha ling valt. Ik moet er niet aan denken dat ik hoor dat hij nog een slachtof fer heeft gemaakt." Info: www.kappennou.nl E-mail: janklop@cistron.nl Morgen zeven jaar geleden (17 augustus 1996) werd de 26-jarige Joes Kloppenburg uit Badhoevedorp in de Amsterdamse Voetboogstraat doodgeschopt. Na zijn dood richtte zijn vader Jan Kloppenburg de Stichting 'Kappen nou!' op, vernoemd naar de laatste woorden van Joes die met die opmerking een einde hoopte te maken aan een N( straatruzie. Jan Kloppenburg: „De 1 uitdrukking 'zinloos geweld' is na *ijn dood ontstaan. Soms vind ik het - niet zo gelukkig gekozen, maar het is een begrip geworden." door Mayke Calis Rj I an Kloppenburg: „Vorig jaar B zijn we naar Duinrell geweest. 1^ Dat lijkt misschien een merk waardige plek om Joes te herdenken. Op zijn geboorte- en sterfdag komen we met zijn allen bij elkaar. Mijn vrouw en ik, mijn drie dochters met hun partners en vijf kleinkinderen. Het moet een plek zijn waar de kin deren zich kunnen vermaken, an ders moeten we te veel politieagent spelen. Dit jaar gaan we naar zee. Naar een rustig strand, we willen niet tussen al die lijven door hoeven lopen. Mijn vrouw heeft het deze da gen moeilijker dan ik. Voor vrouwen is het, denk ik, altijd moeilijker. Je bent moeder of je bent het niet. Jóes kwam op 17 augustus 's och tends vroeg met zijn vrienden uit zijn stamcafé aan de Amsterdamse Voetboogstraat, toen hij zag hoe een groepje jongens naar een zwerver trapte en inbeukte op twee studen ten die daar iets van zeiden. .Kappen nou', riep Joes, waardoor hij zich de woede van een van de dronken jon gens op de hals haalde. Toen Joes al lang en breed op de grond lag, bleef de 21-jarige dader maar doortrap pen. Bij René Steegmans in Venlo zag je dat ook. Als Ipt OPmk k die jongens pillen lp* op hebben worden - ze beresterk. Ze we ten niet meer wat ze doen. Ze blijven schoppen en slaan. De dader wist niet eens dat hij Joes had doodgetrapt. Toen hij de volgende dag hoorde dat er een dode was ge vallen, dacht hij dat het een van die twee studenten was. Die had hij tot bloedens toe bewusteloos geslagen. Ik reageer over het algemeen minder geëmotioneerd dan mijn vrouw. Ik ben nuchterder. Soms is dat een bron van spanning tussen ons. Sinds Joes' overlijden, een terugkerende zorg: hoe hou je de relatie heel. Ver driet laat zich niet sturen. Het gaat op en af.-Op het moment dat de één een enorme dip heeft, hoeft dat niet voor die ander te gelden. Mijn vrouw had op een gegeven moment het ge voel dat zij het verdriet alleen moest dragen, en dan komen de verwijten. Wij mannen denken te snel dat we geen hulp nodig hebben, maar ne gen maanden nadat wij Joes verlo ren hadden, raakte ik mijn geheugen kwijt. Ik werd wakker en alles wat Joes betrof was weg. Ik wist niet meer dat er ooit een Joes was ge weest. Mijn vrouw schrok zich te pletter. Na een paar dagen kwam het weer terug, stukje bij beetje. Toen heb ik een begeleider gezocht. Ik hou niet zo van het woord therapie. Ik leerde erkennen dat ik ook hulp nodig had. Van te voren had ik ge woon niet het idee dat ik dat nodig had. Ik? Terwijl mijn vrouw en doch ters wel hulp zochten. Het was schrikken om te beseffen dat ik kwetsbaarder was dan ik zelf dacht. Het verdriet, God ja. Het is nu zeven jaar later. In het begin was mijn ver- 'B j ni Vader Jan Kloppenburg bij een portret van zijn zoon Joes, geschilderd door Ronald Terpstra. Foto: GPD/Harmen de Jong Bloemen in de Voetboogstraat in Amsterdam, op de plaats waar Joes Kloppen- Jan Kloppenburg en leden van zijn Stichting plakken in de Voetboogstraat pos burg uit Badhoevedorp werd vermoord. Foto: Archief/ANP ters tegen straatgeweld. Foto: Archief/Buro Jur Engelchor driet veel intenser. Die sluier is er al tijd, dat wel. De kunst is die opzij te schuiven, zodat je niet meer alleen mist hebt maar ook afwisselend zon. Als je jezelf betrapt dat je lacht zon der bijgedachten, gaat het de goede kant op. Dat duurde bij mij ongeveer anderhalf jaar. Bij mijn vrouw lan ger. Je voelt je schuldig, hè. Je mag niet lachen. Er is geen reden om te lachen. Het gemis is er nu ook niet meer de hele tijd. Dat dient zich plotseling aan. Er gebeurt meestal iets waar door ik eraan denk. Opeens besef ik: dat kan ik nooit meer met mijn zoon doen. Leeftijdgenoten van Joes die trouwen, dat ligt gevoelig. Toen prins Maurits trouwde met Marylène hebben wij hier met zijn tweeën voor de televisie zitten janken. Dat jonge stel, zo gelukkig en zo verliefd. Ik zal nooit weten met welke vrouw Joes zijn leven zou delen. Ik weet ook niet hoe hij als vader zou zijn geweest. Het is een eindeloze lijst. De herinneringen zijn de dingen die we niet meemaken. Ze zijn des te sterker als we met zijn allen bij el kaar zijn, bijvoorbeeld tijdens de feestdagen. Eigenlijk praten we dan betrekkelijk weinig over hem. Wel van: 'zo had Joes gereageerd' of 'hoe zou Joes erover gedacht hebben?' De anekdotes komen meer los als zijn vrienden erbij zijn. Ik heb het verlies een plek weten te geven door in de openbaarheid te treden. Anderhalfjaar na zijn dood heb ik samen met de vrienden van Joes de Stichting Kappen Nou! opge richt, die zich inzet voor het voorko men en verminderen van geweld in het openbaar. Van een trauma maak ik een positieve actie. Dat schijnt uit zonderlijk te zijn. Ik ben een enorme doorzetter en volhouder. Dat heeft denk ik met mijn jeugd te maken. Ik ben in Indonesië geboren -1937 - en heb tijdens de oorlog in een Jap penkamp gezeten. Ik was heel jong, ik heb er geen trauma aan over ge houden. Wel ben ik door de honger mijn kiezen heel vroeg verloren. Ik zag er ook niet uit toen ik uit het kamp kwam, zo vermagerd. Nu nog gooi ik geen kruimel weg. De doelgroep van Kappen Nou.'zijn jongere ouders en oudere jongeren. We geven informatie aan leerlingen en ik geef lezingen op scholen. Ik probeer scholieren zo ver te krijgen dat ze zich bewust worden van hun gedrag in het openbaar. Dat ze zich verantwoordelijk voelen voor de groep waarmee ze zijn. Je bent te genwoordig strafbaar als je niet in grijpt wanneer een groepsgenoot ie mand molesteert. Onze dader was eerder die avond voor zijn vrienden afgegaan doordat hij in een disco theek op zijn nummer was gezet door een boom van een vent. Die frustratie heeft zijn weerslag gehad op zijn latere gedrag naar Joes. Ik laat de scholieren zien waartoe het kan leiden als je niet in staat bent met je eigen frustraties om te gaan. Dat is het punt dat het meeste aan me knaagt. Waarom moeten wij slachtoffer worden van andermans gebrek aan zelfdiscipline? Natuurlijk word ik er moedeloos van als er weer een slachtoffer van zin loos geweld is. Ik denk altijd meteen aan de nabestaanden. Zij komen in dat traject dat wij al achter de rug hebben, tenminste, voor een groot deel; uiteindelijk hebben we levens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 3