Gerard van der Lem durft weer te leven
SI
'Je hart is groot en sterk, zei de dokter. Maar het had die nacht wel vier keer stil gestaan.'
SPORT
zaterdag 2 augustus 2003
Ruud Ramler
iderloo - Gerard van der Lem stond
jaar december in één nacht tot vier
toe oog in oog met de dood. De voor-
je trainer van AZ was net een paar
,eiden in dienst als bondscoach van
ledi-Arabië. In een tijdsbestek van een
ztuur hield zijn hart steeds weer op met
Hi. „Ik ga dood in Koeweit. Dat had ik al
Maar elke keer werd ik weer
dibracht door de artsen. Die momenten
;eien mijn leven behoorlijk veranderd."
io
kk
een paar weken staat Van der
wat vaker als bondscoach tus-
spelers op het veld. In Hoender-
vaar Saoedi-Arabië verbleef voor een
Jeingskamp van veertien dagen, kon hij
'Qals hoofdverantwoordelijke weer
1 .met de positiespelletjes bemoeien.
0jUrft weer te leven. De angst die na
^mber lange tijd zijn leven deels re-
Me, kan hij nu meer en meer van zich
;>e.L
^iet begin was ik al bang om te gaan
atT'n. Ze hadden weliswaar een pacema-
Ij angebracht, zodat mijn hart nooit
mler dan vijftig slagen zou maken.
(ajr toch was ik er niet gerust op. Dan
rïje ik uit bed, zette de televisie aan en
nk maar een whisky in. Ik nam nog
Mas en nog één, tot ik in slaap viel. Als
wakker werd zei ik tegen mezelf:
.teckig, je bent er nog."
Mebeurde in een hotel in Koeweit.
Ij Vdi-Arabië speelde daar een toernooi
^d de halve finale bereikt. „Die avond
P'k met mijn staf nog de strategie voor
tegen Marokko doorgeno
Iedereen was al naar bed, ik at een
miltje en praatte nog wat met de dokter
lt c ik naar mijn kamer ging. Om drie uur
|Qjjchts werd ik wakker. Ik kon me niet
bewegen. Dit is niet goed, wist ik
°r'en. Toen ik mijn bed uitstapte ging
draaien en leek het alsof ik werd
gezogen in een draaikolk. Ik kan me
dat ik me weer op het bed
erJaten vallen. Maar hoe lang ik heb ge-
weet ik niet meer. Ik durfde niet op
enian toen ik weer bijkwam."
mdelijk kon Van der Lem zijn assis-
befco Jager waarschuwen, die in de ka-
tegenover hem sliep. „Hij heeft de
'er gehaald die me naar het ziekenhuis
8ehracht. Op het moment dat ik de
zj(n daar probeerde uit te leggen wat er
yie hand was, werd ik weer weggezo-
nt(Ik ging zo weer die tunnel in. Toen ik
jn vam zag ik allemaal apparaten om
et^een. Eén van de schermen gaf een
Mag van 72 aan. Net toen ze zeiden
k een nachtje moest blijven, voelde ik
veer komen."
ag mijn leven als een carrousel om
leen draaien. Ik herkende mezelf als
i jongetje op schaatsen. Ze waren
yt wit en ik droeg een coltrui. Ik zie het
^oor me. Dat ik dood ging had ik toen
accepteerd. De gedachte dat ik mijn
r, mijn moeder en mijn zuster weer
zien was mijn enige troost. Dat wil je
ïinste geloven. Ik zat in een tunnel
9 zag geen licht. Misschien omdat ik
kort in heb gezeten."
gevoel dat je dood denkt te gaan is
Mch niet erg. Ik dacht vooral aan de
^jsen die ik achterliet. Aan mijn vrouw,
gui kinderen die zonder vader verder
—"sten. Wat moeten die een pijn heb-
dacht ik toen. Ik hoorde de artsen
agfoepen 'hij gaat naar nul'. Na dertig
Tiden hadden ze me weer bij."
Gerard van der Lem: „In het begin was ik al bang om te gaan slapen. Ze hadden weliswaar een pacemaker aangebracht, zodat mijn hart nooit minder dan vijftig slagen zou maken.
Maar toch was ik er niet gerust op. Dan stapte ik uit bed, zette de televisie aan en schonk maar een whisky in. Ik nam nog een glas en nog één, tot ik in slaap viel. Als ik dan wakker
werd zei ik tegen mezelf: gelukkig, je bent er nog." Foto: GPD/Maarten Sprangh
Er was nog geen vier uur verstreken sinds
de eerste aanval toen Van der Lem op
nieuw wegzakte. „Ik lag aan een infuus en
was nog net genoeg bij bewustzijn om dat
ding met standaard en al om te trekken.
Een broeder, zo'n grote zwarte kerel,
kwam op het lawaai af en begon meteen
op mijn borst te pompen. Tot ik hem
smeekte om te stoppen omdat het pijn
begon te doen.
„Ik heb nooit iets gemankeerd. Met mijn
hart, begreep ik, was ook niets aan de
hand. Je hart is groot en sterk, zei de dok
ter. Maar het had die nacht wel tot vier
keer toe stilgestaan."
Intussen had de vrouw van Van der Lem
via de Amerikaanse nieuwszender CNN
moeten vernemen dat haar man zou zijn
gestorven in een ziekenhuis in Koeweit.
De bondscoach van Saoedi-Arabië, stond
er op een tekstbalk onder in beeld te le
zen, was overleden na een hartaanval. Co
Jager kon haar telefonisch gerust stellen.
Van der Lem was er weliswaar erg aan toe,
maar hij leefde nog.
„Een arts, dokter Ali, heeft toen allerlei
onderzoeken uitgevoerd", zegt Van der
Lem. „Hij noemde me mister Pieter, want
hij kon geen Gerard zeggen. Uiteindelijk
kwamen ze tot de conclusie dat er een vi-
rusje moet zijn geweest dat het elektroni
sche systeem in mijn lichaam had aange
tast. Ze hebben toen een pacemaker aan
gebracht. Die zou een impuls geven als
mijn hartslag onder de 50 zou komen. Ik
kon hooguit een beetje licht in mijn hoofd
worden, maar het gevoel van de tunnel
zou ik nooit meer ervaren."
Sinds die tijd, zegt Van der Lem, voelt hij
zich steeds beter. Al blijft iedereen in zijn
omgeving bezorgd. „Van de week viel ik
nogal uit naar mijn dochter vanwege een
hoge telefoonrekening van haar mobieltje.
Ze schrok ervan, was helemaal verstijfd. Ik
mocht me absoluut niet druk maken, zei
ze. Van mijn vrouw mag ik zelfs geen
plantje verplaatsen. Dan wil ze meteen
een hovenier bellen. Maar ik kan wel iets
zelf. Ze moeten niet doen alsof ik invalide
ben."
Stoppen met zijn werkzaamheden als
bondscoach is volgens Van der Lem niet
aan de orde geweest. „Ik zou dat onmid
dellijk hebben gedaan, maar de artsen
vonden het niet nodig." Half februari is
hij weer voorzichtig begonnen. De coach
laat zijn volledige technische staf, die
naast Jager bestaat uit Martin Koopman,
keeperstrainer Jan Nederburgh en loop-
trainer Laszlo Jambor, wel meer doen.
„Het loopt als een trein. Ze weten precies
wat ik wil en hoe ik het wil.
Het bevalt de 50-jarige Amsterdammer in
Saoedi-Arabië. „Ik ben nu tien maanden
werkzaam en al één van de langst zittende
bondscoaches hier", grapt hij. Eén van de
vele prinsen van het land waar de konink
lijke familie zo'n 20.000 leden telt, is ver
antwoordelijk voor het nationale elftal en
daarmee de baas van Van der Lem. Toen
de coach voorstelde in Nederland een
trainingskamp te beleggen, stuitte dat in
het paleis aanvankelijk op tegenstand.
„Ze waren gewend naar Zuid-Frankrijk te
gaan. Maar de spelers hebben het in
Hoenderloo fantastisch gevonden. Elke
dag kwam er een slager islamitisch vlees
brengen. We hebben heerlijk kunnen wer
ken, in de rust tussen de bossen. Op een
gegeven moment hoorde ik twee voetbal
lers met elkaar praten. Zou het paradijs er
zó uitzien, vroegen ze zich af."
Het gezelschap Arabieren is inmiddels te
rug. Van der Lem blijft nog een paar we
ken in Nederland voor een korte vakantie
met zijn gezin. De Amsterdammer zegt
dat hij zich redelijk thuis voelt in zijn
nieuwe omgeving. Al heeft hij er in tien
maanden heel veel meegemaakt. Zoals de
oorlog in het naburige Irak. En is hij ge
schrokken van de bomaanslagen veel
dichterbij huis toen de deuren hem letter
lijk om de oren vlogen.
„We zitten in Riyad, het centrum van
Saoedi-Arabië en letterlijk midden in de
woestijn. Een stad van zes miljoen inwo
ners, maar we rijden er doorheen alsof we
door Amsterdam toeren. Wij wonen in
een compound aan de zijkant van de stad.
Als ik uit mijn raam kijk, zie ik alleen de
woestijn.
„Die compound is eigenlijk een dorpje
waar geen Saoedi's komen. We zitten tus
sen Fransen, Scandinaviërs en Duitsers.
In totaal driehonderd gezinnen. Het is een
aparte wereld, naar ons oordeel dan. Onze
vrouwen hebben er veel beperkingen. Als
ze buiten de compound komen, moeten
ze worden gebracht en gehaald door een
man. Ze mogen zelf geen auto rijden en
niet werken."
Van der Lem zegt dat hij zich altijd heeft
geïnteresseerd voor andere culturen. „We
moeten accepteren dat het daar anders is.
Want wie zijn wij nou? Doen wij het dan
allemaal zo goed? Wij vinden dingen niet
gewoon omdat we ze niet gewend zijn.
„De vrouwen daar hebben er geen proble
men mee dat ze in een zwarte jurk moe
ten lopen. Dat hun vormen bedekt zijn
omdat ze die alleen aan hun eigen man
mogen laten zien. Dat ze hun hoofd en
gezicht soms ook verborgen moeten hou
den. Ze vinden het alleen vreselijk als ze
gedwongen worden te trouwen met een
man van wie ze niet houden. Dat stoort
mij ook. Misschien ook omdat ik thuis in
Nederland drie vrouwen om me heen
heb. Maar ik kan er ook niet tegen als
mensen beperkingen krijgen opgelegd."
Zelf ervaart hij de beperkingen slechts als
hij een flesje whisky wil kopen. „Dat kan
alleen op de zwarte markt, 120 dollar voor
een fles. Maar mijn moeder zei altijd 'be
ter duur dan niet te koop'. Sigaren kun
nen we kopen in de hotels. Van die lekke
re grote Cubanen. Ik heb na de gebeurte
nissen in december geprobeerd wat min
der te roken. Maar ik kan het niet. Ik mis
er de discipline voor."
In het begin, zegt Van der Lem, vond hij
het behoorlijk saai in Saoedi-Arabië. „We
werden toen vijf weken in een hotel ge
stopt. Zat ik de hele dag thee te drinken
met alleen maar mannen. En als we 's
avonds ergens gingen eten waren er weer
alleen maar mannen. Vrouwen werden
ondergebracht op een speciale familieaf
deling. Zo saai. Dit houd ik nooit vol,
dacht ik toen. Op de compound werd dat
al snel anders. Voor mijn gevoel was dat
luilekkerland. Ik zag weer kinderen lekker
vrij rondlopen in hun zwembroekje, vrou
wen in een bikini bij het zwembad. Ik kon
weer Engels praten, hoorde dat er om me
heen Nederlands werd gesproken. Dat
was heerlijk. Dan merk je toch dat je er
gens aan gehecht bent. Meteen was ik het
gevoel kwijt dat ik het niet zou redden."
Sportief heeft Van der Lem de boel naar
zijn zeggen behoorlijk op de rails. „In het
begin wilde ik heel veel veranderen, maar
het leek wel alsof ik niets van zijn plaats
kreeg. Dat was heel frustrerend. Ik ben er
meteen mee gestopt omdat het niet werk
te. Wij moeten gewoon een elftal maken,
heb ik tegen mijn collega's gezegd. Met
goede spelers, die functioneren zoals wij
denken dat het moet. Dat lukte wel.
„Ik ben aangesteld om te zorgen dat Saoe
di-Arabië meedoet aan het wereldkampi
oenschap voetbal van 2006 in Duitsland.
En we liggen op koers. Onlangs haalden
we een hoog niveau in de oefenwedstrijd
tegen Cambuur. Het was een wedstrijd
voor 5, 6-0 maar het bleef 0-0. We scoren
toch al te weinig. Keeper voorbij en dan
nog in het zijnet schieten. Ik heb slechts
een paar spitsen om uit te kiezen omdat
de clubs veel spitsen uit het buitenland
halen. Aanvankelijk waren mijn voetbal
lers gewend kort te spelen, op zijn Brazili
aans. Nu zie ik ze passes over 40, 50 meter
geven die perfect aankomen. Op die mo
menten kan ik ongelooflijk trots zijn."
Soms denkt hij nog wel eens aan zijn ver
leden. Aan de tijd als assistent van Louis
van Gaal bij Ajax en Barcelona of als trai
ner van AZ. Als hij in Nederland is, komt
hij nog vaak bij Ajax. En bij het afscheid
van Hoenderloo kwam hij de Alkmaarders
tegen die net arriveerden voor hun trai
ningskamp. Joan Gaspart stuurde hem
vlak voor zijn vertrek nog een mooie brief
waarin de scheidende voorzitter van Bar
celona bezorgd informeerde naar de ge
zondheid van Van der Lem.
„Eigenlijk", zegt de coach, „is het onge
looflijk dat ik er nog steeds ben. Als ik met
mijn vrouw door Riyad loop, wordt er nog
altijd bezorgd gevraagd hoe het met mijn
hart gaat. Volgens de mensen daar heb ik
een Arabisch hart. Dat nog steeds klopt
omdat Allah mij nog niet wilde hebben.
Omdat Allah, zeggen ze dan, wil dat ik nog
mooie dingen voor de Arabieren ga
doen."
ZOMERSPORT SPEL
De sporthallen zijn dicht, de -vel
den gesloten en de binnenbaden
leeg. Als het reguliere seizoen er
op zit, breekt de tijd aan voor ty
pische zomersport en -spelen.
Daarbij behoren - naast tennis,
wielrennen en golf - ook een
aantal relatief onbekende en on
derbelichte bezigheden. Delta
vliegen is er daar een van.
Wat begon als een geintje on
der collega's is voor Frank van
der Groen uitgegroeid tot een
serieuze hobby. De 36-jarige
deltavlieger uit Leiderdorp ver
tegenwoordigt Nederland deze
maand tijdens het WK in Brazi
lië. „Ik doe deze sport nu zo'n
elf jaar. Met collega's van het
Natuurhistorisch Museum had
den we het erover om iets geks
te gaan doen. Een van ons ken
de iemand die op de Maasvlak
te les gaf in deltavliegen. Daar
hebben we een introductie
weekeinde gevolgd", zegt Van
der Groen die inmiddels als
tentoonstellingsbouwer werk
zaam is bij de Lakenhal.
In Nederland zijn zo'n zeven
honderd deltavliegers (Groen:
'Zeilvliegers is een beter
woord') ingeschreven bij de Ko
ninklijke Nederlandse Vereni
ging voor de Luchtvaart. „Het is
geen gevaarlijke sport, maar je
moet de vlieger wel goed kun
nen beheersen. Het is net als
autorijden. Doe je dat een keer
per jaar dan wen je nooit aan
het verkeer om je heen. Zeilvlie
gen is veilig zolang je de regels
maar in acht neemt."
De kosten van de sport vallen
mee. „Een vlieger kan tien tot
twaalf jaar mee. Als je tweede
hands een enkele jaren oud
exemplaar koopt ben je tussen
de elf- en veertienhonderd euro
kwijt. Heb je passie voor de
sport en vlieg je veel dan is het
niet zo duur, maar wel als je het
maar even leuk vindt. Of als je
de sport op het niveau beoefent
zoals ik."
Van der Groen werd onlangs
Nederlands kampioen. Het eer
ste deel werd in Nederland af
gewerkt, voor het tweede deel
werd uitgeweken naar de ber
gen in Slovenië. „Vanaf het
vliegveld Deelen werden we
door een ultralicht vliegtuigje
omhoog gesleept en op 500 me
ter hoogte losgekoppeld. We
moesten een traject van zo'n
dertig tot veertig kilometer af
leggen langs vooraf bepaalde
gps-coördinatoren. De kunst is
om zo lang mogelijk in de lucht
te blijven. Je maakt daarbij ge
bruik van de thermiek. Boven
de Veluwe is voldoende ther
miek, boven weilanden veel
minder. Je probeert dan onder
de wolken te vliegen. Een wolk
is een verlengde thermiekbel."
Van der Groen sloot de wed
strijd in Nederland als tweede
af. In Slovenië legde de Leider
dorper beslag op de derde plek,
maar dat was voldoende om
overall winnaar te worden.
Langs de bergen en door de da
len rond het Sloveense plaatsje
Tolmin moest een 108 kilome
ter lang traject worden afge
legd. „Voor het uitkiezen van de
sterkste bellen moet je een
beetje Fingerspitzengefühl heb
ben. Als je voelt dat een vleu
geltip omhoog gaat, draai je
meteen die kant op." Ondanks
het belang van de wedstrijd ver
dwijnt dan zelfs bij de nationaal
kampioen wel eens de concen
tratie. „Ik zat opeens in een bel
met zeven van die grote lam
mergieren. Ze vlogen op enkele
meters van mijn vleugel. Je
weet dan wel dat je de juiste
thermiekbel hebt. Zie je van die
grote jongens zweven, ga er dan
maar heen."
Van der Groen mag van 9 tot en
met 30 augustus meedoen aan
het WK in Brazilië. Nederland is
met zes deltavliegers een van de
veertig deelnemende landen.
„Vorig jaar deed ik aan het pre-
WK mee en ik heb daar zoveel
van opgestoken. In Europa
vlieg je gemiddeld twee uur, in
Brazilië kun je vier uur in de
lucht blijven. Bovendien is daar
de wereldtop aanwezig. Van de
Oostenrijkers, Fransen en Bra
zilianen kan ik nog veel leren.
We hebben zelf ook een gewel
dig team en ik verwacht er veel
van. Met een plek in de top-
twintig ben ik tevreden. Je moet
namelijk niet vergeten dat wij
hier geen berg naast de deur
hebben en dat de topvijf van de
wereld professional is."
Frank van der Groen in actie tijdens het NK in Slovenië. Foto: Jan Coen van Steenhoven