ER
hard worden "J
Jamai: 'Het is eenzaam aan de top'
J 'Ik speelde
vroeger dat ik
beroemd was'
'Dan denk ik:
Jamai, je bent
gewoon verpest'
ZATERDAG
19 JULI
2003
Jamai: „Oké, ik heb in Ahoy" gezongen. Maar ik vind nog niet dat ik iets bereikt heb." Foto: GPD/Phil Nijhuis
Jim, Jamai en Dewi. Foto: Archief/GPD
mai Loman (17) won Idols en werd Jamai,
[rote popidool. Staan die gasten die hem
school voor mietje uitmaakten daar met
hun scooters, komt hij langsrijden in zijn
irbus. 'Dat is dan wel andere koek'. Maar
tn optreden voor meer dan duizend man
1 zit hij wel alleen in zijn hotelkamer. „Ik
Siet u zeggen dat het heel eenzaam is aan
etop. Al weet ik niet of ik dat woord mag
gebruiken, top."
door Marjolijn de Cocq
In bed ligt hij er vaak over na te
denken. Dat het allemaal zo
weer over kan zijn. Of hij nou
gelukkig is of niet. Wie zijn vrienden
zijn. Welke mensen te vertrouwen
zijn en wie niet. Want wat hij nu
weet is, dat de 'business' niet altijd
lachen gieren brullen is. „Het is een
keiharde wereld." Een paar zinnetjes
van een liedje, voor hem beschrijven
ze de hele periode sinds hij in maart
Idols won: It's never easy and the
road is long, dark en lonely, but I ha
ve been strong. De weg is lang, duis
ter en eenzaam, maar ik ben sterk
geweest. Mócht het ooit over zijn,
zegt Jamai, dan wil hij er een waar
dig gevoel over hebben.
Hij was kandidaat 0951 bij de audi
ties voor Idols, zijn moeder had hem
opgegeven voor het televisiepro
gramma dat een hype zou worden.
Nu krijgt hij een wassen beeld bij
Madame Tussauds, heeft hij een
nummer één hit - vier keer platina -
op zijn naam, een album en hon
derdduizenden gillende fans. Straks,
op vakantie met zijn ouders in een
resort zo ver mogelijk weg, gaat hij
'geen ene reet' doen. Relativeren,
dééi is hij aan toe. Want soms
schrikt hij van wat hij zelf zegt. Dat
hij roept: "Waar is mijn tourbus?' als
hij door een kleiner Mercedesbusje
wordt opgehaald. Dat hij sinas van
de basismarkt 'gatver' vindt omdat
hij nu Fanta verwacht. „Dat is onte
vredenheid. Dan denk ik: Jamai, je
bent gewoon verpest Maar je wordt
ook zo gemaakt. Er lopen dertig
mensen de hele dag voor je te ren
nen."
Net zeventien is hij,
en Jamai heeft wel
iets van een groot
kind. Hij is nog al
tijd het 'spontane
jongetje' van voor
Idols, zegt hij, dat is niet veranderd.
Als om het te demonstreren dolt hij
met de styliste, de visagiste, de pu-
bliciteitsmedewerkster van zijn pla
tenmaatschappij. Helloooooo dar
ling! Als hij na het gesprek wordt
vrijgelaten uit de bedompte kleedka
mer, grijpt hij een trompet en toetert
de verbaasde koeien in het weiland
toe. Zó doe je dat, maakt hij zoenlip
pen. „Ook proberen?"
Maar het eerste pantser is er ook.
Non stop heeft hij na de finale ge
werkt. Dat zijn relatie met medekan
didate Dewi op niets uitliep was
'heel heftig'. Hij is vrienden kwijtge
raakt. „Je krijgt met mensen te ma
ken die niet te vertrouwen zijn. Ie
dereen wil iets van je, over je rug
heen. Je moet gewoon hard wor
den."
U zeggen, tegen iedereen, dat heeft
hij van huis meegekregen. Respect
voor mensen, de deur voor iemand
open houden. „Maar mijn moeder,
die donker is, heeft ook altijd ge
zegd: laat jezelf nooit kleineren. Ik
was altijd iemand die heel makkelijk
meegaat in dingen. Maar nu niet
meer. Helemaal niet zelfs." Met De
wi was het 'onmogelijk', zegt hij, ze
waren ineens het stel van het jaar en
overal liepen of stonden de fotogra
fen. En wat die vrienden betreft, of
die 'kennissen': achter elkaar gingen
ze hem ineens bellen, ineens was ie
dereen zijn beste vriend. Hij heeft
een ander telefoonnummer geno
men en gezegd: „Nee, jij bent mijn
vriend niet meer." Gewoon zó, hij
ging het niet uitleggen. Ze begrepen
het best. Maar twee vrienden van
hiervoor bleven over. Fleur is zijn
'enigste echte vriendin'. „Zij zegt
ook gewoon: 'Jamai, hou nou eens
effe op. Dat zingen, ik ben het hele
maal zat'."
Hij verkoopt nee op uitnodigingen
voor premières waar hij toen ze met
Idols bezig waren, nog wél heenging.
Kóm naar de première, kóm naar
ons feestje, kóm naar dit. „Tüürlijk
kwamen we. Eerst was het hartstikke
leuk, met al die Bekende Nederlan
ders, al die sterren." Maar nu wil hij
'een beetje exclusiviteit opbouwen',
zo weinig mogelijk ergens verschij
nen. En op de smeekbedes die hij
krijgt om iets te doen reageert hij
ook niet meer. „Heel veel brieven
krijg ik. 'Mijn dochter heeft niet zo
lang te leven en bla bla bla en wil je
dit of dat.' Heel zielig, ja. Maar ik
krijg niet één zo'n brief, dat zijn er
tachtig. En als je aan ééntje begint,
moet je ze allemaal doen. Ik doe niks
meer. Dat is hard. En ik had nooit
gedacht dat ik zo zou moeten zijn.
Maar het is gewoon zo."
Hij is na Idols in het diepe gegooid,
vindt hij. „En ik zwem nu maar al
leen." Hij mist vooral de tijd dat hij
en de andere kandidaten met z'n al
len bezig waren voor de show. La
chen, lol maken, doen wat je wilt, él-
les waar je als kind van droomt. Het
was veilig, het was geborgen. Het
was speelkwartier. Van 's ochtends
vroeg tot 's avonds laat. De camera's
waren bijzaak. En Jim was er, zijn
medefinalist - een vriend voor het le
ven. Praten over alles, behalve de
business. Elkaar aanvullen. Maar op
de eerste persdag na de finale moest
hij ineens alleen twaalf journalisten
te woord staan. En, wat vind jij er
van, vroegen ze. Niet: wat vinden
jullie ervan. „Dat komt effetjes hard
aan. Ik moet u zeggen dat het heel
eenzaam is aan de top. Al weet ik
niet of ik dat woord mag gebruiken,
top. 's Avonds vooral breekt het punt
aan dat het stil is."
Dan heeft hij voor duizend man ge
zongen en probeert hij met een flau
we lachfilm in zijn hotelkamer in
slaap te vallen. Mist hij zijn ouders,
maar vooral zijn hond Rik, een gol
den retriever. Een van zijn zussen,
Chantal, gaat wel altijd mee. „Die is
bij me in loondienst."
Was hij geen popidool geworden,
dan zou hij lekker in café 'Lekzicht'
in Schoonhoven achter de bar gaan
staan en hard werken. Sparen voor
leuke dingen. Lekker de stad ingaan
en gewoon rondlopen. Maar vroe
ger, weet hij, komt namelijk nooit
meer terug. Een week voor de finale
brak de hel al los bij een persconfe
rentie in hotel Krasnapolsky op de
Dam. Jamai en Jim moesten door
hun beveiligers dwars door een op
rukkende menigte worden gedragen.
Bang was hij, misselijk. Maar hij
heeft al 'wel rottiger' meegemaakt.
„Soms moeten ze de fans van de bus
afhalen. Dan doe ik het licht uit en
ga chips eten en cola drinken. Als ik
me met zo'n situatie buiten bezig
moest houden, zou ik snel bij een
psychiater zitten."
Popidool, zelf had hij zich daarbij al
tijd iemand voorgesteld bij wie je
'wegkwijlt'. „Zo van: het kan zingen
en het ziet er nog goed uit ook. Een
Jim." Maar als het alleen daarom
gaat, duurt het toch vaak maar kort.
Volgende week kan er weer een lek
ker ding opstaan waar de meisjes
voor vallen. Blijkbaar, zegt hij, is het
toch nog belangrijker wie je bent
dan hoe je eruit ziet. Al oogt hij nu
ook behoorlijk gelikt, het Jamai-
team heeft zich niet onbetuigd gela
ten. Lekker tintje, haartjes in de gel,
merkbroek, sneakers, truitje uit de
nieuwste collectie. Natuurlijk één
van de brillen waarvoor hij reclame
maakt. Maar dat hij een personal
trainer heeft, benadrukt hij, is omdat
hij conditie moet opbouwen om
straks een twee uur durende live
show te kunnen geven. „Want al
word ik nog zo dik, de mensen heb
ben mij gekozen."
En nu hij is gekozen - hij constateert
het nuchter - is er gewoon sprake
van zo veel mogelijk geld verdienen
en commercie. Het Hilversumse we
reldje is geen nepwereldje, vindt hij.
„Heel heftig qua nepheid is wel de
soap, daar walg ik echt van. Daar
heb ik niet veel mee te maken geluk
kig. Maar bij de laatste première in
februari of zo, wat ik daar allemaal
zag, verschrikkelijk gewoon! De so
apwereld is alleen maar geilen op
publiciteit. Maar de platenbusiness
en de televisie is puur zakelijk." Dat
snapt hij goed, zegt hij, zelf is hij
best marketingbewust. Dat idee met
die brillen was ook van hemzelf. Ver
schillende brillen gaan dragen, want
na drie, vier shows krijgen mensen
dat door. En dus snapt hij ook dat hij
niet ineens een cd kan 'volblèren'
met muziek die hij zelf het leukst
vindt. Frank Sinatra, Elvis Presley,
oude musicalliedjes. Eigenlijk heeft
hij nooit zo van popmuziek gehou
den. „Maar dat kan niet, ik ben het
grote popidool. Als ik een plaat zou
opnemen met alleen maar Sinatra,
dan verkoop ik er geen goud van."
De mensen hebben door Idols een
beeld van hem gekregen. Jamai: lol
lig, maakt leuke, vooral vrolijke mu
ziek. Dus geeft hij ze wat ze van hem
verwachten. Het is belangrijk, zegt
hij, dat hij nü publiek opbouwt. En
dan kan hij over vijf, zes jaar mis
schien alsnog zeggen: 'Ik doe Sina
tra'. „Dan ben je ook pas zover om
dat überhaupt te mogen doen. Nu
mag ik nog niet aan die nummers
komen, ik ben nog veel te jong. Dat
kan niet, dat gaat nergens over." In
Nederland tel je pas mee als je iets
achter je naam hebt staan, zegt hij.
„Jamai? Oh, nou die heeft dit en dit
en dat gedaan. Oké, ik heb in Ahoy'
gezongen. Maar ik vind nog niet dat
ik iets bereikt heb." Hij is wel altijd
met muziek bezig geweest. Dat be
gon toen hij vier was en stond mee
te stampen. „Met een flesje als mi
crofoon meezingen. Lalalalala, dat
soort dingetjes. Trommelen en toe
standen." Voetballen, daar heeft hij
zich nóóit mee bezig gehouden. He-
lemaél niet met sport. 'Belletje lel
len' vond hij wel leuk, belletje trek
ken. Maar op zijn zesde ging hij al
op een drumband, daarna ging hij
thuis op de piano verder. Voor pia
noles had hij niet de discipline.
Speel dit of speel dat, daar had hij
geen zin in. Maar hij deed wel altijd
alsof hij beroemd was. „Ik speelde
het. Maar het was voor mij zó ont
astbaar dat ik er eigenlijk niet eens
over durfde te dromen. En toch is
het gebeurd."
Toen zijn moeder hem had opgege
ven voor de audities, heeft hij zich er
'bij neergelegd'. Hij was van het vm-
bo naar de havo gegaan, maar het
ging zo slecht op school dat ze wel
eens wilde kijken of hij goed genoeg
was om door te gaan in de muziek.
Proberen kan geen kwaad, heeft hij
toen maar gezegd. „En heel diep in
mijn hart wou ik het wel. Maar ik
durfde niet. Dat was het een beetje."
Muziek was altijd een passie. Maar
hij ziet nu ook de andere kant ervan.
Dat het een product is. „Melk is
heerlijk om te drinken. Maar als je
midden in een melkfabriek staat,
ontdek je dat er een hele business
achter zit." En hij luistert anders. Hij
hoort nu: „Goh, hun hebben ook dit
of dat gedaan, dit is dus ook zes keer
opnieuw ingezongen. Dat soort din
gen, dat weet je nu dus allemaal. De
illusie van een
Winnaar van Idols, Jamai viert het met zijn ouders. Foto: Archief/GPD
mooie plaat is
weg. Het is net
als het moment
dat je moeder
komt vertellen
dat Sinterklaas
niet bestaat."
Maar er zijn meer positieve kanten
dan negatieve kanten, zegt hij. Wel
ke, dat is moeilijk om zo even op te
noemen. Maar het zijn er meer, dat
sowieso. Dat het gewoon heerlijk is
om op te treden, zingen is wat hij
het liefste doet. „U kunt niet weten
hoe het voelt om artiest te zijn. Maar
u vindt het ook leuk als u een taart
bakt, dat de hele familie die dan he
lemaal lekker vindt, een helemaal
geweldige taart, helemaal top ge
daan. Nou, dat hebben wij dus iede
re avond." Dat mensen helemaal uit
hun dak gaan. Dat je maandenlang
in de studio zit en dat mensen dan
naar jouw cd willen luisteren, naar
hoe het is geworden. En dat je geac
cepteerd wordt. Hij was op school
het jongetje dat altijd muziek maak
te, dat altijd zong. „En dat kon na
tuurlijk niet. Ik was een mietje, een
flikker. Dat zeiden die gasten die al
tijd stonden te roken: 'Moet je dat
mietje zien'. Nu voelt het heerlijk als
ik met mijn tourbus langs kom rij
den bij school. En dan hun met hun
scooter. Dat is dan wel andere
koek."