Na de sprong is alles anders
El
B
Het haasje op de snelweg
'De kick wint
het van de
pijn en angst'
Teambuilding via een high-adrenaline-kick
Teambuilding. Het is zo'n
toverwoord van de snelle
marketingjongens uit het
bedrijfsleven. Zet een aantal
collega's die op het werk
nauwelijks contact met elkaar
hebben, maar bij elkaar tijdens
een bedrijfsuitje. De bedoeling is
dat ze met elkaar gaan
samenwerken. Om dat te
bereiken moet het steeds
gekker. Paintballen werd
abseilen en survival in de
Ardennen. En ook dat is nog niet
voldoende. Parachutespringen is
de nieuwe trend. Want hoe
extremer de omstandigheden,
hoe dichter je naar elkaar
toegroeit.
door Richard Walraven
Parachutespringen is de nieuwste trend op het gebied van bedrijfsuitjes. Foto's: GPD/Hans van Marrewijk
Wim van Gilst weet het zeker.
Parachutespringen is de
nieuwe trend. En Wim kan
het weten. Hij is niet alleen commercieel
skydh>er, zoals zijn visitekaartje vermeldt,
maar ook woordvoerder namens het Pa
racentrum Texel. ,,De bedrijven hebben
alles al gedaan. Die zoeken een high-
adrenaline-kick. Het moet allemaal zo
gek en extreem mogelijk. En zo snel mo
gelijk klaar. Een tandemsprong met een
ervaren parachutist dus."
Marjolein Keizer van evenementenbu
reau Texel bevestigt de lezing van Wim
van Gilst. „Er is heel veel vraag naar
teambuilding. Samen dingen doen, tegen
elkaar strijden. Dat werk dus. Dat kan bij
voorbeeld een fietspuzzeltocht of een
zeskamp zijn. Maar er komen steeds
meer bedrijven die willen parachute
springen. In kleine groepjes, dat wel.
Texel wint daarbij volgens Keizer steeds
meer aan populariteit. Met dank aan de
economische recessie. „We krijgen het
steeds drukker. Ze gaan niet meer zo snel
naar het buitenland, zoals de Ardennen
of soms nog verder. Texel is mooi dichtbij
in eigen land en daar zijn ze dan nog
nooit geweest. Het leuke van het Noord-
Hollandse waddeneiland is dat er een
groot scala aan activiteiten is, stellen Van
Gilst en Keizer.
Wonderen
Vier jaar geleden was het wel anders, ver
telt Van Gilst „Bedrijven ging uit eten of
bowlen. Maar dat weten we nu wel." En
parachutespringen of een rondvlucht bo
ven Texel - zelfde stuurknuppel even
vasthouden is mogelijk - biedt volgens de
Zaankanter heel wat meer spanning. En
dus ook kansen voor teambuilding. „Zet
twee directeuren van verschillende afde
lingen van een bedrijf, die niet meer met
elkaar praten, in een 'kist'. Laat ze op een
halve meter van elkaar zitten zweten, ter
wijl we de lucht ingaan. Het gevoel van li
ving on the edge brengt ze bij elkaar. Op
die manier kun je wonderen verrichten.
Het is ook wel wat als je er samen in
slaagt je angst te overwinnen. En vooral
ook het blootgeven van je angsten aan
een ander. Dat schept een band."
Het paracentrum heeft bezoek van de Ka
mer van Koophandel Noordwest Holland.
Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan
mogen vijf van de bestuurs- en perso
neelsleden een tandemsprong doen. Na
loting met ruim twintig collega's. Anders
wordt het te duur. Gilbert Groot, kersvers
bestuurslid van de kamer, is een van de
gelukkigen. „Waarom ik wil springen? Ge
woon, het is leuk, spannend, actie, adre
naline... Staat al heel lang op mijn ver
langlijstje."
De tandemsprong is ideaal voor bedrijfs
uitjes, zegt Wim van Gilst „Het moet zo
gek en extreem als het maar kan. En het
moet ook zo snel mogelijk klaar. Om zelf
springen te leren heeft men vaak geen ge
duld en tijd. Ze willen 'aanhangen' en
meteen omhoog. Dat kan allemaal met de
tandem. Die biedt een vrije val met alles
er-op-en-er-aan. Je beleeft alles zonder
het zelf te kunnen. En prijstechnisch
(180/190 euro, afhankelijk van het sei
zoen, red.) is het ook te doen."
Bedrijfsuitje!
De Kamer van Koophandel organiseert
elk jaar bedrijfsuitjes, vertelt secretaris
Jan Glaubitz. „Niet altijd even spectacu
lair als dit, dat heeft natuurlijk te maken
met het 150-jarig bestaan." Maar Glau
bitz onderkent het belang van het be
drijfsuitje. „Dat is het laatste waar je op
moet bezuinigen. Dit soort activiteiten
versterkt het groepsgevoel. En juist nu
moet je daar aan vasthouden. Je moet
tenslotte samen door de recessie. En ook
de Kamer van Koophandel ontkomt niet
aan maatregelen om de uitgaven te be
perken. Maar die oorlog moet je samen
overwinnen."
Hoogtevrees? Daar hoeven we volgens
Van Gilst helemaal niet bang voor te zijn.
.Angst weerhoudt mensen om te sprin
gen. Maar als mensen het niet doen van
wege hoogtevrees, dan is het onzin. Daar
heeft het namelijk niets mee te maken. Je
zit namelijk te hoog om echt hoogtevrees
te hebben. Je ziet namelijk niet het punt
waar je neerkomt. Het gaat er om dat je in
het luchtledige durft te vallen."
En als de 'chute' niet opengaat? „Dat is al
heel lang niet gebeurd. Parachutesprin
gen is vele malen veiliger dan autorijden.
En duizenden malen veiliger dan motor
rijden."
Ongelukken met parachutespringen heb
ben zich de laatste jaren overigens wel
voorgedaan op Texel. Volgens Van Gilst
gaat het dan meestal om zeer ervaren pa
rachutisten, die te veel risico nemen. Of
die bij de zoveelste training voor een
wedstrijd te moe of nonchalant worden.
„Want juist de angst en de kick houden je
scherp. Als er helemaal geen angst zou
zijn, is er ook geen kick. Angst uit zich bo
vendien heel verschillend. Sommigen
staan op de grond te shaken, anderen zijn
vooraf helemaal niet bang, maar schieten
in de stress als de deur van het vliegtuig
opengaat. En de stoerste kerels hebben
daar vaak meer last van dan vrouwen. Die
zijn daar op de grond veel meer mee be
zig en hebben hun angst overwonnen als
ze in het vliegtuig stappen. Mannen ver
dringen de angst en worden er pas hoog
in de lucht mee geconfronteerd."
Knijpen
„Ik ga nog een keer", laat Mechteld
Haaijman - die als partner van Gilbert
Groot op eigen kosten de sprong maakt -
na de landing weten. „Hier heb ik tien
jaar op gewacht." Rob Peereboom is er
'helemaal vol van'. „De eerste seconden
duizelt het je, maar daarna is het goed. Ik
heb de hele dag geen stress gehad, maar
in het vliegtuig begon ik hem toch te knij
pen." Voor Symonne Swaag is het sprin
gen een groot feest. „Ik ga zeker nog een
keer. Dit is kicken." Onwijs gaaf, zegt
Groot. „Eigenlijk had ik het veel heftiger
verwacht, maar het is heel rustig daarbo
ven."
De ervaringen van Pieter Berkhout stro
ken met het uitgangspunt. „Heel leuk dat
je als groep gaat. Zo kun je je ervaringen
met een ander delen." Swaag laat enkele
dagen na de sprong weten dat op het
werk iedereen haar verhaal wil horen.
Als je de collega's ziet die ook gespron
gen hebben, komt direct het gevoel weer
terug. Dat is heel leuk." Peereboom is
sceptischer.Als er iets is waarbij je met
jezelf bezig bent, dan is het parachute
springen. Maar één ding klopt wel: je
overwint samen je angsten."
Want na de sprong is alles anders. „Dat
gevoel van 'dat je de hele wereld aan
kunt' heb ik ook", legt Swaag uit. „Bij al
les wat je doet, heb je het idee: ach, waar
maak ik me druk om, ik ben uit een vlieg
tuig gesprongen. Laatst was ik in Six Fla
gs, maar iedere achtbaan is nu peanuts."
Informatie: www.paracentrumtexel.nl
Een mailtje van de hoofdredactie: 'Redacteur
gezocht die uit een vliegtuig durft te springen',
luidt de strekking. Heb ik altijd nog eens willen
doen, maar het is er nooit van gekomen.
Het avontuur lonkt. Op de boot naar Texel krie
belt er een lichte spanning in mijn onderbuik.
Net als vroeger voor een examen of een belang
rijke voetbalwedstrijd.
Hectiek op het Paracentrum. Het wolkendek
breekt open, de wind gaat liggen. Vliegtuigjes
komen en gaan, parachutisten vallen uit de he
mel. De spanning stijgt, maar er is ook een ze
ker zelfvertrouwen. De angst verdwijnt als ik de
soepele manier zie waarop parachutisten weer
contact met de aarde maken.
Het gaat allemaal sneller dan gedacht. Rap naar
het toilet, want ik ben als de dood dat ik 'boven'
van angst in mijn broek plas. Daarna snel in een
overal gehesen. En een korte cursus van wat er
van je wordt verwacht. Dat is overigens niet veel
bij een zogenaamde tandemsprong. De instruc
teur doet het werk, jij moet vooral genieten van
de sensatie. Dat geeft zelfvertrouwen, maar een
maal in het vliegtuig krijgt de spanning de over
hand. Mijn lip trilt een beetje. En om mij heen
strakke, bleke bekkies.
Op ruim tienduizend voet (een slordige drie ki
lometer) gaat de deur open. Gelukkig mag ik er
als tweede uit, want op dit moment heb ik het
echt even moeilijk. Wachten maakt dat er niet
beter op. Automatisch voer ik de opdrachten
uit. Benen onder romp van het toestel slaan.
Handen aan de riemen. Hoofd in de nek. Lang
zaam gaan we voorover het luchtledige in. Mijn
adem stokt in m'n keel. Rustig ademen en ge
nieten was het devies. En het lukt. Binnen een
paar seconden is de schrik verdwenen. Een
beetje eng is het nog wel, maar vooral ook be
toverend. We gaan steeds harder! Waarom tikt
de instructeur steeds op m'n schouder? Oh ja,
armen wijd uitsteken voor de balans.
Verd... Mijn arm schiet uit de kom. Gebeurt wel
vaker, maar niet op drie kilometer boven Texel.
Het is een oude sportblessure. Vooraf hebben
we wel overlegd, maar blijkbaar toch de kracht
van de snelheid onderschat. Even raak ik in pa
niek, maar met m'n andere hand kan ik de arm
beetpakken. Dat geeft rust. En pijn voel ik nau
welijks, dat moet de adrenaline zijn. Inmiddels
gaan we harder en harder. Mijn wangen moeten
bij mijn oren hangen en de 'duikbril' drukt, bij
zo'n tweehonderd kilometer per uur, diepe
groeven in mijn gezicht. De kick wint het van de
pijn en de angst. Dit is geweldig!
De parachute schiet open met een stevige ruk.
Mijn arm schiet op z'n plek. Het was een su-
bluxatie, zoals medici dat noemen. Dan is 'ie uit
de kom, maar hangt op het randje. Opluchting
geeft het wel. En na het lawaai en de druk van
de vrije val daalt er plots een serene rust over
ons heen. Als een veertje of een blad dwarrelen
we, met zo'n vijftig kilometer in het uur, naar
beneden. De kick, de rush, is verdwenen. Een
sprookjesachtige ervaring met een prachtig uit
zicht komt er voor terug. En de landing is als
van een krukje springen. Deze ervaring had ik
voor geen goud willen missen.
ZATERDi
12 JULI I
2003
De landing bij een tandemsprong is net als
van een krukje springen.
Het begrip galgenhumor
krijgt een heel nieuwe
wending nu
Rijkswaterstaat hand- en
spandiensten heeft
verleend aan een expositie
genaamd 'Platte Eend - De
snelweg als fascinerend
ecosysteem'. Het silhouet
van een inderdaad platte
eend op het zwarte asfalt
tekent de folder bij de
tentoonstelling in het
Baarnse kasteel
Groeneveld.
door Hilbrand Rozema
Eten en gegeten worden... de buizerds
en kraaien die lui op paaltjes in de
berm wachten op het volgende ver
keersslachtoffer, weten er alles van.
En niemand laat een traan om de mil
joenen insecten die jaarlijks sneuvelen
op voorruiten en bumpers. Zij vormen
een waar feestbanket voor insectene
tende vogels en zoogdieren.
De nuchterheid van asfaltzwarte hu
mor is een manier van omgaan met
de miljoenen vogels en kleine zoog
dieren (precieze aantallen zijn er niet)
die Nederlandse automobilisten elk
jaar naar de 'eeuwige jachtvelden' ja
gen. Met een grimmig lachje kun je de
'Platte Eend' bijschrijven op de soor
tenlijst die ook de kerkrat, de dakduif,
het fuifkonijn, de huichelvos, de pan
nenkoek-egel, de drijfsijs en de soep
kip noemt.
En toch: het went nooit helemaal, de
confrontaties met dierendood aan de
randen van ons blikveld. Ze doen zich
vrijwel dagelijks meermalen voor. En
ze komen altijd onverwacht. Volko
men vernielde, gemolde dieren zijn
geen prettig gezicht. Veel minder pret
tig en veel nuttelozer dan de diepge
vroren, met water tot het volle pond
gespoten bio-industriekip in de win-
kelkar. Foto's van doodgereden dieren
kunnen gek genoeg schokkender zijn
dan foto's van menselijke slachtoffers.
Heeft dat niet te maken met schuld en
onschuld?
De dierlijke slachtoffers van het op
Een dood konijn langs de snelweg, een van de vele slachtoffers van het opruk
kende autoleger. Foto: GPD/Jaco Klamer
rukkende autoleger wekken vaag
schuldbesef waar je vervolgens niets
mee kunt. Het zorgt voor neerslach
tigheid, opstandigheid en gevoelens
van hopeloosheid. Gaat het nou ge
woon altijd zo door, dit op industriële
schaal verknallen van dierenlevens?
Sommigen voegen de daad bij het
schuldgevoel en gaan niet over tot de
aankoop van een auto. Of ze helpen
padden tijdens de paddentrek, ver
richten tellingen van plant en dier,
wat de wetenschap ten goede komt.
De vijftienjarige Vincent van Mulligen
uit het Drentse dorpje Gieterveen ging
nog verder en timmerde een fietskar
in elkaar waarmee hij elke zondag
zo'n vijftig kilometer fietst, op zoek
naar aangereden dieren. Hij ontving
voor dit burgerinitiatief de Poespas-
prijs van de Dierenbescherming, een
prijs voor jonge dierenvrienden tus
sen acht en achttien jaar.
Onbekend is het aantal automobilis
ten dat op de vluchtstrook stopt om
een aangereden dier in de kofferbak te
leggen: bermstroperij. Als de schade
aan het dier niet te groot, is het bruik
baar als gratis wildbraad voor in de
pan. Dit is echter officieel verboden.
De grootte van het schuldgevoel is
vermoedelijk meetbaar langs de coör
dinaten van diergrootte en -aaibaar
heid, de mate van beschadiging en het
gemiddelde diertempo. Langzame en
wat sullige dieren als dassen, slangen
en padden alsmede laag- en langzaam
vliegende vogels als kerkuilen en fa
zanten lopen het grootste risico.
In kasteel Groeneveld blijkt dat Ne
derland inmiddels bezaaid is met
wildtunnels, -pijpen, opstaande ran
den die amfibieën tegenhouden en
ecoducten. Ook heel slim: een rij bo
men op de taluds van snelwegen, zo
dat kerkuilen gedwongen worden ho
ger te gaan vliegen. Nog slimmer: spe
ciale geurpalen die naar roofvogels
ruiken en reeën afschrikken. In het
buitenland, bijvoorbeeld in de bossen
van de Ardennen, spannen vrijwilli
gers eenvoudigweg een dik touw tus
sen boomkruinen, zodat marters, eek
hoorns en muizen probleemloos naar
de overkant kunnen.
Een wegenkaartje bij de tentoonstel
ling laat langs grote wegen tussen Am
sterdam, Utrecht, Apeldoorn, Arnhem
en Hengelo vele passages voor kleine
dieren zien (zoals dassentunnels) en
verder stobbenwallen, langspassages,
loopstroken, ecoducten, rasters, pas
sages voor grotere dieren (reeëntun-
nels), roekenkolonies en bijzondere
vegetaties. Tussen Apeldoorn en Hen
gelo zijn dertien bruggen en viaducten
diervriendelijk gemaakt, passeer je ne
gentien kleine-dierenpassages, een
ecoduct in aanbouw en eentje die al af
is, en ten slotte zeven bermstroken
met bijzondere vegetatie.
De tentoonstelling geeft een overzicht
van de grote verscheidenheid van
planten en dieren in de berm- en as-
faltnatuur: torenvalkjes, meeuwen,
buizerds, bunzingen, hermelijnen,
muizen, vossen, bloemen, vlinders,
insecten. Volgens de bedenkers van
de expositie is de Nederlandse weg
berm hard op weg een geheime voor
raadkamer van zeldzame soorten en
biodiversiteit te worden. Een soort
lintbebouwing, maar dan van de na
tuur zelf. Een groen netwerk, door
heel Nederland.
De expositie Platte Eend loopt nog tot
in maart 2004 in Kasteel Groeneveld in
Baarn