'Ik ben geen patser en geen playboy' 9 Biografie Herman Heinsbroek wil alleen als premier terug in de politiek 'Die vreselijke oekhouder Zalm zou onmiddellijk eten opstappen' 'Ik schaam me er totaal niet voor dat ik de hulp van een psycholoog heb gezocht' ZATERDAG 12 JULI 2003 ER BU t» Herman Heinsbroek in zijn Naardense villa: „Ik ben graag thuis, ik besteed veel van mijn tijd in huis." Foto: GPD/Harmen de Jong Geboren: 12 januari 1951 in Schiedam Woont samen met Judith; vier dochters (twee uit eerder huwelijk). Opleiding: HBS-A en rechtenstudie Erasmus-universiteit in Rotterdam. 1975 -1976: opleiding voor ambtenaar in buitenlandse dienst bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, daarna diplo maat in o.a. Istanbul en Brussel. 1976 -1977: Trainee bij CBS in Londen, New York en Frankfurt. 1978 Plaatsvervangend directeur bij CBS Nederland. 1976 -1978: Mede-oprichter en mede eigenaar van adviesbureau Heinsbroek, Rutges en Stevers, adviseurs in de rela tie bedrijven-overheid. 1979 -1983: Algemeen directeur Arcade Benelux, vervolgens president-directeur Arcade Entertainment Group. 2001: In de top-500 van Quote met ge schat vermogen van 140 miljoen euro. 22 juli tot 16 oktober 2002: Minister van Economische Zaken in kabinet Balke- nende-i, names de LPF. 22 oktober 2002: Richt eigen politieke partij op: Lijst Nieuwe Politiek (LNP). De Bentley is verkocht, het huis in St. Tropez staat te koop. Herman Heinsbroek (52) trekt zich steeds meer terug in zijn villa in Naarden, in gezelschap van zijn vrouw, dochters en goede vrienden. De politiek sluimert op de achtergrond, maar als hij nog een keer terugkomt, dan toch als premier. „Ik ben eigenlijk heel erg lui, echt ontzettend lui." door Dick Hofland Als ik van de bakker terug- liep naar mijn Bentley, dan stonden er tien mensen omheen. Als ik op de snel- - weg reed, kwamen ze altijd naast me rijden; toeteren, raampje open, 'Herman, Herman' roepen. Ik dacht: die auto moet weg, die valt te veel op. Ik heb 'm zeker niet ver kocht omdat sommigen hem patse rig vonden. Ik ben geen patser. Ik geef niet zo veel uit, ik ben geen 'big spender'. Ik hoef geen boot van tien miljoen, ik geef geen party's, ik ben geen playboy, want ik zit niet achter de vrouwen aan. Ik heb een groot huis gebouwd en daar blijft het bij. My home is my castle, ik ben graag thuis, ik be steed veel van mijn tijd in huis. De oordelen over mijn rijkdom ben ik alleen te gengekomen bij journalis ten, vooral uit de linkse media. Dat heeft met afgunst te maken, met ja loezie, met calvinisme: doe maar ge woon, dan doe je gek genoeg. En omdat ik uit de platenbusiness kwam was ik meteen de platenboer, meteen verdacht. Als ik mijn rijk dom via een bestuursfunctie bij een bank of zo had verkregen, was er niet zo neerbuigend gereageerd. De meeste Nederlanders hebben er echter totaal, maar dan ook totaal geen moeite mee. Ik heb alles zelf opgebouwd en verdiend en daar door hoor ik blijkbaar bij de nou veau riche. Dat begrip heeft iets plats. Oud geld daarentegen, dat heet dan chique. Mijn kinderen zijn al oud geld, en die zouden dus chi que zijn, maar hun vader, die het al lemaal heeft verdiend, die is plat, die is een patser. Ik heb meer waarde ring voor mensen die het geld zelf hebben verdiend dan voor mensen die het hebben geërfd. De maat schappij leeft van mensen die het geld verdienen. Wie zegt overigens dat mijn kinderen rijk geboren zijn, dat hun kostje gekocht is? Misschien maak ik het wel allemaal op. Ik vraag me af of het wel zo gezond is voor kinderen om in een gespreid bedje te komen. Ze kunnen het veel beter zelf verdienen. Dat geeft ook veel meer voldoening dan dat je het in de schoot geworpen krijgt. Ik ben al weer veertien jaar bij de zelfde vrouw. Judith is een stuk jon ger dan ik en dat houdt mij ook jong. Ik ben nog altijd gek op haar. Ik ben op niets en niemand jaloers, de eni ge jaloezie die ik ken is in de liefde: ze moeten van d'r afblijven. Als er geen jaloezie is, dan is het een ver pieterde liefde. Liefde is willen bezit ten en bezeten worden. Dat is pas sie. Daar hoort jaloezie bij, daar hoort ruzie bij, ook al ben je gek op elkaar. Liefde is geen zoetsappige toestand. Judith is denk ik wel mijn grote liefde. Ik ben nog steeds trots op haar, ben er trots op dat zij mijn vrouw is. Deze relatie zal ik nooit op het spel te zetten, en zéker niet voor de poli tiek. In mijn geval is politiek beslist geen besmettelijke ziekte. Ik hoef ook niet af te kicken. Zo ik ooit ben ingekickt of opgekickt in die 86 da gen als minister van economische zaken. Ik had mijn punt allang ge drukt, het was voor mij geen opstap naar meer. Ik heb altijd gedacht: ik zie wel; krijg ik er tabak van, dan ga ik wat anders doen. Beetje varen, beetje schrijven, beetje beleggen. Ik mis het wel een beetje, maar niet zo danig dat ik bij de volgende val van het kabinet direct op de barricades klim. De enige drijfveer zou kunnen zijn, dat het ministerschap het eerste in mijn leven is geweest dat ik niet heb afgemaakt. Maar om weer mi nister te worden onder een premier, onder iemand die de baas is, nee, dan wil ik de minister-president zijn. Mijn eigen partij bestaat nog steeds, de Lijst Nieuwe Politiek, de LNP. Er komen veel mensen op af, onder meer uit CDA en WD. Maar ik wil voornamelijk mensen uit het be drijfsleven. Mijn inzet is nog steeds mee te doen bij de eerstkomende verkiezingen, maar eventueel zou ik mijn partij ook kunnen laten opgaan in een andere partij. Niet zozeer de LPF, eerder D66. Dan heb je meteen een veel groter netwerk in huis en veel bestuurlijke ervaring. De LPF verdwijnt onherroepelijk als er niets verandert. Geen aansprekende lei der, nog altijd omstreden leden. D66 past mij veel beter. Ik ben ook veel sociaal voelender, veel linkser dan menigeen denkt. Ik ben nooit rood geweest, maar ook beslist niet rechts. Meer links-liberaal. „Het is toch schandélig zoals onze overheid élle tarieven omhoog heeft geflikkerd. Ziektekostenpremies, pensioenpremies, de hele mikmak is niet een beetje duurder geworden, maar gi-gan-tisch duurder. Wie rijk is, zoals ik, wordt door die maatrege len getroffen, maar daar kun je mee uit de voeten. Als je in loondienst bent of afhankelijk van een AOW, dan word je zwaar gepakt. Dan moet je maar rond zien te komen. Er ko men niet voor niets steeds meer mensen onder de armoedegrens. Moet je alleen maar eens kijken hoe veel bedelbrieven ik de laatste tijd krijg. Komt vooral door die schanda lige wisseling van de gulden naar de euro, die we veel te duur hebben in gekocht. Die 2,20 had hooguit 1,50 mogen zijn. En er had een prijs maatregel bij moeten worden afge kondigd: wie het in zijn bolle her sens haalt om na de invoering van de euro zijn prijzen te verhogen, die krijgt een torenhoge boete aan z'n broek. Is allemaal niet gebeurd en daardoor is die invoering een drama geworden. Kok en Zalm hebben zich er in verslikt. De lokale overheden hebben ook meteen hun kans schoon gezien en hun tarieven fors verhoogd. Alles bij elkaar is door de invoering van de euro het verschil tussen arm en rijk enorm vergroot. Met dank aan die vreselijke boek houder Zalm, die nog nooit in de straat is wezen kijken. Hij zou ogen blikkelijk moeten opstappen. Hij be grijpt er niets van. Nu ook weer. In plaats van de economie te stimule ren, houdt hij als een echte boek houder vast aan de afspraken van het stabiliteitspact. Duitsland, Frankrijk en Italië, nota bene de grootmachten in de Europese Unie, die tonen moed door de belastingen fors te verlagen. Juist als mensen meer geld over houden, zullen ze meer besteden en dan stimuleer je de economie. Het klinkt misschien wel zo, maar ik til niet te zwaar aan het leven. Ik ge niet zoveel mogelijk en ik neem vooral mijzelf niet te serieus. Zeker niet sinds ik kinderen heb. Voor hun geboorte was ik hoofdzakelijk met mijzelf bezig. Alle boeken van Marx kun je in zee gooien, want die man heeft er helemaal niets van begre pen. De mens is baatzuchtig, de een weliswaar meer dan de ander, maar hij is bezig met zijn eigen belang, zijn eigen zaken, zijn eigen geluk. De mens denkt eerst en vooral aan zich zelf, niet aan anderen. Pas toen ik kinderen had, ben ik maatschappe lijk betrokken geraakt. Nu de oud sten zestien en achttien zijn, maak ik me helemaal zorgen over de samen leving. Die meiden durven 's avonds dus niet meer in de trein naar Am sterdam. Als je hoort wat daar alle maal gebeurt, dat is echt niet nor maal meer. Ze worden lastig geval len, uitgescholden, gespuwd, gesla gen en niemand die er iets tegen doet. Ik maak me zorgen over de veilig heid in dit land, over het onderwijs, over de gezondheidszorg. Omdat ik kinderen heb. Niet omdat ik rijk ben. Nou ja, persoonlijk maak ik me na tuurlijk wel zorgen als je ziet wat er met Roel Pieper en zijn vrouw is ge beurd. Ik krijg hier ook lunatics aan de deur hoor. Je moet oppassen. Ik heb gezorgd voor een goede beveili ging, maar ik leef niet in angst. Ik kom uit een eenvoudig milieu, daar leer je wel verantwoord omgaan met geld. Mijn vader is begonnen als je neverstoker bij Bols in Schiedam. Door avondstudies heeft hij zich op gewerkt tot tweede man. Hij heeft tegen mij, mijn broer en mijn zus al tijd gezegd: ga leren, maak gebruik van de mogelijkheden, dan schop je het verder dan ik en ben je minder afhankelijk. Ik zou naar het gymna sium gaan, maar door mijn luiheid is het HBS-A geworden. Ik ben heel erg lui, echt ontzettend lui. Voor half elf moet je niet bij mij zijn. Maar daar na komt de energie los, heb ik een enorme output. Dat diploma haalde ik cum laude, gemiddeld een negen. Als ik werk, is het zo'n acht uur ach ter elkaar, liever geen pauze, geen flauwekul. En daarna is het ook weer afgelopen. Naar huis, lekker eten, gezellig met mijn vrouw, kinderen en vrienden. Ik nam nooit werk mee naar huis. Pas toen ik minister was, kreeg ik het eerste het beste week end een paar van die loodgieterstas- sen vol dossiers mee. Toen dacht ik meteen: dit gaan we delegeren. Ik was overigens liever minister van ontwikkelingssamenwerking gewor den. Maar ja, dat ministerie werd opgeheven. Op de universiteit ben ik wel met economie begonnen, naast psychologie en rechten, maar dat boeide me niet zo. Ik ben toen maar met rechten doorgegaan. Het voor deel van die studie is vooral dat je op een bepaalde manier leert denken, afstandelijker, relativerender. En het was de eerste keer dat ik zelfstandig was. Heerlijk, met mensen uit aller lei milieus in een studentenhuis. Veel gefeest, veel lol gehad. Daarna ben ik vrij snel gaan samen wonen. Na vier jaar, waarvan het laatste jaar getrouwd, zijn we weer uit elkaar gegaan, gelukkig zonder kinderen. Mijn tweede relatie Minister Heinsbroek arriveert bij de Tweede kamer voor beraad over de crisis binnen de LPF. De Bentley (achtergrond) heeft hij inmiddels verkocht. Achieffoto: ANP/Robert vos strandde na acht jaar huwelijk en toen had ik twee dochters. Teleur stellingen uit het verleden zijn voor mij nooit reden om in de toekomst iets niet te doen. Bovendien houd ik van vrouwen. Maar Judith kwam wel héél onontkoombaar in mijn leven. Met haar ben ik niet getrouwd, we hebben wel twee dochters, van 6 en 8. In de tussentijd had ik mijn bedrijf Arcade opgebouwd en dat ging ge weldig, maar op een gegeven mo ment - ik was begin veertig - begon ik mijn bedrijf als een soort gevange nis te zien. Ik voelde me erdoor be lemmerd. Ik ging me dingen afvra gen als 'Is dit alles?' en 'Waarom ben ik eigenlijk op deze planeet?'. Zo'n crisis overkomt je, het heeft met hor monen te maken. Ik heb de hulp van een psycholoog gezocht. Tot mijn verbazing blijkt dat voor veel leeftijdgenoten nog al tijd een taboe te zijn, terwijl ik me er totaal niet voor schaam. Ik ben er zelfs wel trots op. Ik heb ge leerd losser te komen van mijn ouders, ze in een ander per spectief te zien, minder veroor delend. Ik heb het mijn ouders altijd kwalijk ge nomen dat ze geen aandacht voor me had den, ook niet voor mijn broer en mijn zus trou wens. Mijn vader en moeder waren voornamelijk met zichzelf bezig. Dus zocht ik aandacht op straat, bij vriendjes, en ging ik met hen mee naar hun ouders. Daar was ik wel kom, kreeg ik thee en koekjes, terwijl ik thuis nooit een vriendje mocht meenemen. Door de therapie heb ik leren inzien dat de houding van mijn ouders onder meer met de tijd te maken had, dat ze het heel druk hadden met het hoofd boven water houden. Dank zij die therapie be grijp ik het allemaal veel beter. Ik ben er verlichter uitgekomen, het heeft me goed gedaan. Ik zie het le ven weer zonnig in. Ik ben structure- ler, happy-er geworden. Minder ber gen en dalen, meer evenwichtig. Ik heb bijvoorbeeld ook geen behoefte om mijn gram te halen tegenover Bomhof. Ik heb nog dezelfde energie en drive, maar ik verlies me er niet meer in. Ik hoef me niet meer te be wijzen. Dat heeft niets met geld te maken. Ja, in het begin heb je heel even het idee: ik kan wat. Dat geeft tevredenheid. En veel geld maakt onafhankelijk, dat is buitengewoon prettig. Geld kan een beetje recht maken wat krom is, maar het is geen kapstok waar je alles aan op kunt hangen. Ik ben er uiteindelijk niet door veranderd. Het gaat om wie je bent, om hoe je met je vrouw en kin deren omgaat. Met mijn kinderen ben ik een echte knuffelaar en van Judith kan ik, na veertien jaar, nog altijd verlegen worden. In wezen ben ik nog altijd een jochie van 15.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 3