Schiphol groeit onstuimig en onstuitbaar 100 JAAR SCHIPHOL Love is in the air.. HOOG vliegers Aanleg van militair vliegveldje bij Fort was puur toeval Dellaert: een man zonder borstklopperij Wright Flyer er! "//Ill, ysit Jan Dellaert. Foto: Archief Haarlems Dagblad haarlem - Ulrich Francois Marie ('Jan') Dellaert (1893-1960). Zijn naam lijkt, vergeleken met die van de roemrijke Albert Plesman, weggezonken in de geschiedenis van de KLM. Ten onrechte. Deze Zeeuwse boerenzoon heeft tijdens zijn directeurschap met ernst en toewijding van de gras- en modder vlakte die Schiphol was een hypermoderne luchthaven weten te maken, gestaag doorwerkend, zonder veel trommels en trompetten, zonder borstklopperij. Als mythevorming bepalend is voor de indruk die mensen maken, komt hij er bekaaid vanaf. Geen veelzeggende anekdotes, geen alom geci teerde one-liners. Stilte. Al leen het monument van de gevleugelde Pegasus op Schiphol herinnert nog aan hem. Schiphol was in die jaren - we spreken nu over 1920 - nog vooral een militair vliegveld en ressorteerde onder het Departement van Oorlog. Maar in dat zelfde jaar, zo schreef Del laert, 'kwam er een koe koeksjong aan op Schip hol', een burgervliegtuig. Al snel breidde het burger- luchtvaartverkeer zich zo uit dat een beter toegerust vliegveld nodig was. Na een studie voor land meter aan de Gentse uni versiteit, waarvoor hij in 1909 het diploma behaal de. zie je Jan Dellaert ei genlijk al met een toege knepen oog langs zo'n rood-witte blindenstok kij ken. Maar het liep anders. Hij ging daarna civiele techniek studeren aan de Technische Hogeschool te Delft, toog vervolgens naar de Luchtvaart Afdeling in Soesterberg en leerde daar de vooruitstrevende Albert Plesman kennen. Hij kon in de luchtvaart niet aan de slag en was eigenlijk al van plan zich met de bosgebie den bezig te gaan houden die zijn vader in Brabant bezat. Maar Plesman maakte hem 'stationschef van de KLM te schiphol. Door noeste arbeid wist hij er een voor die tijd moder ne luchthaven van te ma ken. Bij de bevrijding trof Del laert een rokende puin hoop aan en kon het werk weer van voren af aan be ginnen. Plesman wilde ei genlijk een geheel nieuwe luchthaven, maar die vlie ger ging niet op. Onder lei ding van Dellaert werd het plan voor het huidige Schiphol ontworpen. Hij werd daar directeur, een functie die hij tot vlak voor zijn dood bekleedde. Een dag na zijn pensioen werd hij opgenomen in de Boer- haavekliniek van Amster dam, waar hij al na een kon ziekbed overleed. Dellaert is een achter- grondwerker geweest. Hij opereerde low profile, zo als we dat tegenwoordig noemen. Geen bluffer, maar een doener tot aan de laatste snik. Een bemin nelijke man, zo schrijft het Biografisch Woordenboek, die echter altijd zijn eigen koers volgde en zeker niet heeft geleefd op de auto matische piloot. Als u over de Zeeuwse eilanden rich ting Gran Canaria koerst in een KLM-toestel moet u toch eens aan hem denken. De luchthaven in de beginjaren, omstreeks 1917. Op de voorgrond het inmiddels al lang gesloopte Fort Schiphol, onderdeel van de Stelling van Amsterdam, daarachter de houten barakken langs het hobbelige en drassige vliegveld. Foto: Fotoarchief Amsterdam Airport Schiphol door Henk Geist Haarlemmermeer - Boer Knibbe zou zijn ogen nu niet geloven. Bijna negentig jaar geleden verkocht hij voor het bedrag van 55.229,40 gulden twee per ceeltjes grond, tezamen 12,2 hectare groot, bij Fort Schiphol aan het rijk. De hobbelige en drassige weilandjes in de noordoost hoek van de Haarlem mermeerpolder vormden in 1916 het startpunt van wat we nu Mainport Schiphol noemen, één van de belangrijkste banenmachines van Nederland. „Dat Fort £chiphol werd uitverkoren voor de aanleg van een militair vliegveldje was puur toe val", stelt historicus Marc Dierikx, die uitvoerig onderzoek heeft verricht naar de geschiedenis van de luchthaven. Met het uitbreken van de Eer ste Wereldoorlog ontstond de behoefte aan een vliegveld binnen de verdedigingslinie de Stelling van Amsterdam. Maar het mocht vooral ook niet te veel kosten, percelen in Halfweg vielen om die reden af. Langs de goedkope weilanden van boer Knibbe verrezen vier houten barakken en op 19 september 1916 landden de eerste drie vliegtui gen op Schiphol, niet meer dan een reservebasis gelegen aan het einde van een grindweggetje. Het gras werd kort gehouden door een kudde schapen. Vrijwel vanaf het begin had Schiphol behoefte aan meer ruimte. Na een jaar was al duidelijk dat de landingsstrook van te beperkte omvang was en werd het eerste belendende perceel gevor derd. De verdere historie van de luchthaven ge tuigt van een bijna niet te stillen ruimtehonger. Volgens Dierikx was één van de grote voordelen van de ligging in de lege Haarlemmermeerpolder dat ook betrekkelijk gemakkelijk aan die ruimte behoefte kon worden voldaan. Nadat de gemeente Amsterdam in 1926 de ex ploitatie van de luchthaven had overgenomen van het rijk ging het hard met de groei. Er kwa men onder meer een nieuw stationsgebouw met een verkeerstoren, nachtverlichting en een ver harde landingsbaan. Vlak voor de Tweede We reldoorlog was Schiphol één van de best uitge ruste luchthavens in Europa. Na deze oorlog res ten er slechts puinhopen van Schiphol. Er kon evenwel met schone lei worden begonnen aan de uitvoering van een nieuw luchthavenconcept. De toenmalige luchthavenmeester Dellaert had in 1949 een plan gemaakt voor een stelsel van maar liefst tien landingsbanen rond een in het midden gelegen stationsgebouw, even ten wes ten van de oude luchthaven. Ondanks de zeer wisselende windrichtingen zou er dan onder alle omstandigheden op Schiphol kunnen worden gevlogen. Daaraan zou de luchthaven zijn aan trekkingskracht moeten ontlenen. Het huidige Schiphol is het resultaat van dit streven om de ideale luchthaven aan te leggen. Uiteindelijk bleef er slechts een stelsel van vier banen over, die vanaf 1958 werden aangelegd, de Aalsmeer - baan, de Kaagbaan, de Buitenveldertbaan en de Zwanenburgbaan, die in 1968 als laatste in ge- Foto: AP Photo John Daniels Sinds de eerste gemotoriseerde vlucht in 1903 zijn er duizenden verschillende vlieg tuigen ontwerpen. Een overzicht van de acht meest markante toestellen uit een geschiedenis van honderd jaar luchtvaart Vandaag: Wright Flyer. De Amerikaanse broers Orville (1871-1948) en Wilbur Wright (18967-1912) waren de eerste die, na talloze mislukte pogingen, erin slaagden om met een gemotoriseerd toestel een vlucht te maken. Op 17 decem ber 1903 stijgt Orville Wright op vanaf het strand van Kitty Hawk in North-Carolina aan de oostkust van de Verenigde Staten. Maar weinig mensen zijn getuige van dit historische moment. Een strandwacht maakt van de Wright Flyer -gemaakt van hout, draad en doek- een foto wanneer het toestel een halve meter boven de grond vliegt. De tweedekker bereikt een hoogte van drie meter en landt na twaalf seconden en ruim 36 meter verder weer veilig op het harde zand. De gemotoriseer de luchtvaart is een feit. Daarna gaat alles razend snel. Binnen een jaartijd hebben de Amerikaanse broers hun toestel zo ver beterd dat ze vijftig kilometer kunnen af leggen in 38 minuten. Op 27 juni 1909 stijgt er voor het eerst een vliegtuig op in Nederland. En ook dat is een Wright Flyer. Coen Springelkamp door Carlo Nijveen schiphol - Nog nooit hebben zij in de pan try een echtelijke ruzie uitgevochten. Nimmer zijn ze intens zoenend betrapt door een verbaasde passagier. Toch brachten KLM-steward Dirk Lof en rijn vrouw Chantal - stewar dess bij dezelfde luchtvaart maatschappij - al honderden vlieguren met elkaar door. Gemiddeld zo'n twee keer per maand koersen de twee ge trouwde KLM'ers schouder aan schouder de halve wereld over. Terwijl dat bij hun allereerste ontmoeting - tijdens een stop over in India - allesbehalve op gelegd pandoer leek. „Nee, het was tussen ons geen liefde op het eerste gezicht", zegt Dirk (32) glimlachend. „We vonden elkaar wel aardig, maar dat was alles. We maakten kennis in een restaurant in New Delhi. Met een collega was ik vlak daarvoor toegevoegd aan de bemanning waartoe Chantal behoorde. Pas een dag later, tijdens de taxirit naar een fort dat wij wilden be zichtigen, raakten we een beetje met elkaar aan de praat. Chan tal vertelde me dat op een gege ven moment dat rij bij de mari ne had gezeten. Dus dacht ik: oh, dan heeft ze vast verkering met zo'n stevig gebouwde ex- collega." Chantal (30) vult aan: „Onge veer drie maanden later zagen Schiphol anno 2003. De foto laat slechts een klein deel van het huidige luchthavenareaal zien. tebeslag is gegroeid van 12,2 hectare in 1916 tot 2787 hectare in 2002. Foto: Capital Photos moi Het al Lat' Kc bruik werd genomen. Wie vanaf dat moment rust had verwacht komt bedrogen uit. Schiphol verandert zelfs in een permanente bouwput. Het passagiers- en vracht vervoer groeit onstuimig. Dierikx: „In de jaren zestig dachten ze dat er rond de eeuwwisseling 104 miljoen passagiers zouden rijn en dat ze het dan met vier banen niet zouden redden. Daarom kwam vlak nadat het nieuwe Schiphol Centrum klaar was de vijfde baan al ter sprake." Met de komst van straalvliegtuigen in de zestiger jaren doet zich tegelijkertijd een belangrijk na deel van het banenstelsel voelen: de geluidsover last wordt over een groot gebied gespreid. Die rikx: „De eerste signalen van de geluidshinder van straalmotoren werden in de jaren vijftig al af gegeven, maar door de stroperige bestuurscul tuur was het niet mogelijk om het banenstelsel nog aan te passen. Men had die grote geluids overlast ook niet echt veiWcht, men dacht dat de techniek dit probleem wel zou oplossen." De ideale luchthaven werd als het ware inge haald door rijn eigen geluidscontouren. „Dat had moeten leiden tot een heroverweging van de plek van de luchthaven", meent Dieriloc, „maar dat kon niet. De luchthaven was juist aan het uit breiden, de planning lag al geheel vast. Je ziet de zelfde discussie nu eigenlijk bij de Betuwelijn. Nu dringt de vraag zich op of we die wel hadden moeten willen, maar de aanleg is al te ver voort geschreden." De vijfde baan komt er dan ook onvermijdelijk. Om de groei van de luchtvaart op te vangen en Dirk, Chantal en Stijn Lof tijdens een 'tussenstop' op Schiphol. Foto: United Photos De Boer/Milan de Bie we elkaar terug, tijdens een le denraadvergadering van de Vakbond voor Nederlands Ca binepersoneel. Vanaf dat mo ment vormden we met een paar collega's een eetclub. Eens in de zoveel tijd schoven we na een vergadering gezamenlijk aan tafel. Zodoende hebben Dirk en ik elkaar langzamer hand beter leren kennen." En sloeg uiteindelijk de vlam in de pan. Want enige tijd later, tijdens hun eerstvolgende geza menlijke vlucht, was Chantal zwanger van hun inmiddels vijftien maanden oude zoon Stijn. „KLM'ers daten veel met elkaar", erkent de stewardess. „Ook bij andere vliegtuigmaat schappijen komen onderlinge liefdesrelaties regelmatig voor. Logisch eigenlijk. Het is erg prettig om een relatie te hebben met iemand die ook vliegt. We begrijpen elkaar beter. Zo hoef ik Dirk bijvoorbeeld nooit uit te leggen dat ik rondloop met een hoofd vol watten als ik thuis kom na een lange vlucht. Ie mand die niet precies weet wat het werk van een stewardess in houdt, zal dat toch veel minder gauw snappen." Aan het veelvuldig met z'n tweeën vliegen kleeft ook minder positieve kant.Als gezel stond ik nooit stil bij mogelijkheid van een onge uj zegt Dirk. „Ik ook niet", kli het uit Chantals mond. „T« woordig wel. Ik ben me me jste; bewust van het feit dat er c dstI dens een vlucht iets mis ka gaan. Dat gevoel is versterk lL Stijns geboorte." Chantal e jc Dirk veiwachten bovendiei 3 tweede kind. ewe Ook al hebben Dirk en Cha p^ zowel single als getrouwd i Vi middels in talloze uithoekf voet aan de grond gezet, to rijn er nog wel een paar pli ._j ken die zij elkaar wülen la#" zien. Chantal: „Ik wil Dirk een keer meenemen naar Taj Mahal in India. Prachti uL het daar. Dirk: „Chantal m at q" de watervallen van Iguazul ei de Braziliaanse stad Sao Pc bas zien. Enorm indrukwekkei s La Vanmiddag bestijgt het KL >0nt tweetal de vliegtuigtrap vo< )t een andere intercontinenti 3^ trip. Aruba is dit keer het r< laaj doel. Soms is Dirk 'opeens' n aangenaam verrast als hij Chantal onderweg in het vi krijgt. „Het blijft toch sped »p0 ook al zijn we inmiddels re g aa lijk gewend geraakt aan hei men vliegen. Daarom sta ilj onderweg af en toe expres bev even bij stil. Dan denk ik: hhebl da's mijn vrouw." akte ad g en Gei ven nK nng de geluidsoverlast in woongebieden terug te ug- dringen wordt deze 'milieubaan' op kilometi li afstand van Schiphol Centrum aangelegd. D jn 1 rikx: „De vijfde baan slurpt ruimte op, een bi 1 op zeven kilometer afstand is heel vreemd. N de luchthaven heeft hem nodig om de maat schappelijke hinder binnen de perken te hoi den.' Schiphol was ondertussen zelfs gepromovee tot Mainport. Een knooppunt van intematio 1 vliegverbindingen, ontsloten door snelwegi spoorwegen en een HSL, omgeven door grot id s< drijventerreinen, hotels, winkels en woongetkeke den. Schiphol Centrum groeit uit tot een h< stad, met tal van voorzieningen, zoals een kefefge zaaltje en een stiltecentrum, alleen de vaste woners ontbreken. Ondanks de huidige recejii lijkt het einde van de groei voorlopig niet in Niet voor niks wordt er gepraat over een zes< id zevende baan en over een nieuwe passagier! nde minal aan de westzijde van de A4. De groei van Schiphol is bijna een organisch 1 ces, meent Dierikx, waar lastig greep op te ktD valt. „De groei is tot stand gekomen zonder fundamentele afweging. De vraag is: wat he< nou voorrang? Het bouwen van een luchthai die economische activiteit en geld oplevert belangen van de mensen die er wonen? We ten ons afvragen of we die ideale luchthaven nodig hebben. Dat is de fundamentele discu waarop we nog steeds wachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 14