Al vijfentwintig jaar gegrepen door wonen en werken in zee Ronald Waterman: ingenieur, politicus, visionair 'Democratie is de minst slechte bestuursvorm. En dus de beste' De hoofdspoorlijnen moeten ten minste viersporig worden' Ronald Waterman: „Ik ben volstrekt a-politiek en misschien is het daarom dat ik in de politiek kan functioneren." Foto: Jacques Zorgman De Delftse wetenschapper ir. Ronald Waterman is de langst zittende provinciaal politicus van Nederland. Vijf entwintigjaar zit hij voor de WD in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Waterman is deskundig op de terreinen van vervoer en milieu, maar hij werd vooral bekend door zijn plan voor verbreding van de kust en inpoldering van stukken Noordzee. Een weer zin heeft hij tegen ongefun deerde meningen. 'Ik heb zo'n hekel aan kretologie, de waan van de dag'. door Maarten Brakema Het meest ingenomen is Ro nald Waterman (68) nog steeds met zijn eerste on derscheiding in een serie van twaalf. In 1982 kreeg hij van de Nederlandse Orde van Raadgevende Ingenieurs de Zilveren Wimpel voor 'Toekomst gericht denken ten dienste van de samenleving". Ronald Waterman houdt van men sen. Hij wil zich inzetten voor hun toekomst. Daarvoor gebruikt hij het belangrijkste dat hij heeft: zijn denk vermogen. „De belangrijkste grond stof waarover we beschikken, zijn hersenen. We moeten een beetje creatief nadenken", zegt hij bijna aan het einde van het eerste vieren half uur durend gesprek. Niet dat hij daarin ook maar een fractie kwijt kon van wat hij wilde vertellen. Een afspraak van minder dan een uur - al is het met een minister - wijst hij daarom sowieso radicaal van de hand. Een ander levensmotto herhaalt hij ook diverse malen in verschillende varianten: „We moeten problemen analytisch op een rij zetten. En dan onderbouwd oplossingen vinden. Ik heb zo'n hekel aan kretologie, de waan van de dag." Gastdocent Waterman werkt enorm intensief. De laatste zes jaar is hij welgeteld vijf dagen met vakantie geweest. Graag zou hij weer vrij nemen, maar daar voor heeft hij geen tijd. Behalve dat hij lid is van provinciale staten van Zuid-Holland voor de WD, is hij ad viseur van een aantal ministeries, gemeenten, WL Delft Hydraulics (het voormalig Waterloopkundig La boratorium), TNO en Geo Delft. Hij is gastdocent aan vijf universitaire instellingen. Hij adviseert overheden van meer dan zestien landen over de hele wereld en springt daarom tus sen de vijf en tien keer per jaar in een vliegtuig met minimaal veertig kilo aan documentatiemateriaal in zijn bagage. Hij is auteur van boeken en artikelen en hij houdt een enor me hoeveelheid lezingen, tot nu toe 1261. Bovendien blijft het niet beperkt tot één onderwerp. Want Waterman studeerde in Delft, aan de universi teit waarvan zijn vader ooit rector magnificus was, chemische techno logie en later in de Verenigde Staten milieutechnologie en civiele tech niek. Hij leest stapels boeken: hij heeft er zo'n 5500, waarvan veel over de Tweede Wereldoorlog. Hij houdt van alle soorten muziek en wilde dat hij meer tijd had om te schilderen. Ronald Waterman zet koffie. Be smeert vier plakjes kruidkoek met boter en legt ze naast vier lange vin gers op een schaaltje. Vijfentwintig jaar geleden maakte hij zijn entree in de provinciale politiek. Op dit mo ment is hij het langst zittende sta tenlid van Nederland. Toch: „Ik ben volstrekt a-politiek en misschien is het daarom dat ik in de politiek kan functioneren." Vanwege zijn uitgangspunten is hij bij de WD terechtgeko men. Op docerende toon: „Vijf dingen zijn essentieel. Vrijheid is het hoogste geestelijk goed. Maar wel in verantwoor delijkheid voor jezelf en je medemens en het mi lieu. De democratie is de minst slechte bestuursvorm. En dus de beste. Sociale rechtvaardigheid staat hoog in mijn vaandel. Vergroting van de zelfstandige kracht van men sen is zeer belangrijk en ook respect voor de medemens, tolerantie." Sa menvattend: „Mijn ervaring is dat je goede mensen hebt in praktisch alle partijen. Het gaat om samen proble men op te lossen." Waterman erkent het eerlijk: hij wil nu zijn verhaal kwijt en hierbij past even geen bescheidenheid. Toch is hij wel een bescheiden man en ope reert hij het liefst in de luwte. Mis schien bleef zijn politieke carrière daarom wel beperkt tot de provinci ale politiek. „Ik heb niet hard aan de weg getimmerd. Daarnaast is de provincie het ideale podium voor hem. Het kent niet de details van de gemeenteraden en is net iets resul- taatgerichter dan bijvoorbeeld de se naat, een ander platform dat hem trekt. Maar liever dan over het politiek be drijf zelf, praat Waterman over wat hij heeft bereikt door actief te zijn in de politieke en wetenschappelijke wereld. Over de invoering van mi lieu-kerngetallen vergezeld door gra fische informatie en kaarten bijvoor beeld. Bij zijn entree in de Staten werd er naar Watermans beleving 'ontzettend geleuterd' over milieu. „Daarom kreeg ik behoefte aan ob jectieve maatstaven." Die werden ingevoerd. Eerst in Zuid-Holland, vervolgens bij andere provincies en tot slot ook bij het rijk. „Het geleuter is nu niet meer nodig en we kunnen zakelijk een discussie voeren." Een ander element dat hem al vanaf het begin af aan irriteert, is dat in het verleden vaak werd gedacht dat de economie per definitie slecht is voor het milieu. „Het gaat erom metho den te ontwikkelen en in te voeren die tegelijk de economie versterken én het milieu verbeteren", verklaart hij. Waterman gaat er daarbij vanuit dat in alle sectoren - industrie, land bouw, veeteelt, energie, verkeer, het huishouden - conversie plaats heeft: omvorming van grondstoffen en energie tot producten. Bij zo'n omzetting ko men ook afvalstoffen vrij. Als een koe gras eet, levert hij daarna niet al leen melk, maar ook mest. De uitdaging is al die processen met min der grondstoffen en energie en met een hoger rendement te laten verlo pen en met minder schadelijke emissies naar lucht, water en bo dem", doceert Waterman. „Reststof fen en bijproducten moeten zo veel mogelijk worden gerecycled of mi lieubeheersbaar worden opgebor gen." Verkeer Een andere specialiteit van Water man is verkeer. Vrijwel direct pre senteert hij een 'basisstelling': „De infrastructuur voor het transport van personen en goederen is voor de sa menleving net zo vitaal als de bloedsomloop voor de mens." De politicus/wetenschapper: „Wij kunnen niet zonder een goede infra structuur. Maar we worden gecon fronteerd met allerlei knelpunten. Daarom geeft hij zijn 'eerlijke en hel dere analyse van de feitelijke situa tie'. En die luidt dat hoe je het ook wendt of keert, hoe ideaal fiets, trein en tram ook zijn als transportmid del, dat 75 procent van de kilometers per auto wordt afge legd." Hij haalt uit de keuken twee schoteltjes. Die verbeelden twee ste den. Zijn pen is de weg ertussen. Terwijl de steden groeien, is zijn ervaring, blijven de verbindende provinciale en rijkswegen in omvang gelijk. Misschien kan een meege brachte zandloper het nog beter illu streren. „Hoe smaller het buisje tus sen de twee vaten, hoe minder kor rels er doorheen kunnen. Waterman heeft het uitgezocht. De smalle stukken op het rijkswegennet zijn al decennia niet aangepast. Wa terman heeft het uitgerekend. Van vierhonderd kilometer rijksweg in Nederland is het dringend noodza kelijk dat die wordt verbreed. Een rijstrook is 3,60 meter breed. Maal twee, want het moet in beide rich tingen. Dat betekent dat er 2,88 vier kante kilometer aan asfalt moet bij komen. De oppervlakte van Neder land is 41.526 vierkante kilometer. „Dat is dus minder dan één tiendui zendste deel van ons land aan asfalt erbij. Waar spreken we dan over?" Het verzet dat dit idee oproept legt hij genadeloos naast zich neer. „Dat komt omdat het ons al jarenlang door de politiek wordt ingepompt: heel Nederland wordt geasfalteerd. Ook leeft bij onszelf een vertekend beeld. Dat komt omdat we wegen al tijd in de lengterichting rijden en dus tot aan de horizon asfalt zien en vergeten dat naast ons overwegend gewoon bos en open land is. Boven dien worden op autokaarten de we gen in verhouding altijd veel te breed getekend. Op satellietfoto's zie je wegen nauwelijks. De totale infr a structuur in Zuid-Holland bijvoor beeld, dus gemeentelijke wegen, provinciale- én rijkswegen en ook vliegvelden en spoorlijnen, neemt maar vier procent van de oppervlak te in beslag." Met een zucht: „Je ziet telkens van die hypes. Men analyseert niet rus tig. Men neemt niet heel het spec trum stap voor stap door. We moe ten alles op alles zetten, anders loopt het krakend vast. Ik begrijp het ge klets ook niet. Maar men kent blijk baar zijn cijfers niet. Daarnaast moe ten andere maatregelen worden ge troffen. Zo moeten overal vrijliggen- de fietspaden worden aangelegd en beveiligde fietsenstallingen. De hoofdspoorlijnen moeten ten minste viersporig worden, zeker tussen Dordrecht en Amsterdam, om nog maar te zwijgen over de broodnodi ge verandering van het voltage op de bovenleidingen." Waterman wil het verhaal illustreren met kaartmateriaal en brochures, en met luchtfoto's voor een nog te ver schijnen boek. Eén attachékoffer gaat open. Een tweede. Of zit het misschien in een derde? Hij loopt naar de garage. Wijst door het raam. Daar, als soldaten in het gelid, staan precies 157 van zulke koffertjes. Alle maal vol documenten. „Soms moet ik snel op reis en heb ik geen tijd om spullen uit te zoeken. Daarom heb ik alles klaar staan. Zeven koffertjes voor de Filippijnen. En twee of drie voor Korea. Het zullen er wel niet minder worden." Zeewaarts Het meest bekend werd Ronald Wa terman misschien wel door het in de loop van de jaren naar hem ge noemde plan voor de kust. Zelf noemt hij het liever 'Integraal Kust- beleid via Bouwen met de Natuur'. Om te beginnen constateert Water man dat alle grote beschavingen en culturen zijn ontstaan op de grens van water en land in kust- en delta gebieden. In 2003 bevindt tachtig procent van de grote steden - zoals in Nederland de Deltametropool - op de wereld zich in een kustzone. De ruimte is er vaak schaars. Als je de steden toch wilt uitbreiden, zijn er drie mogelijkheden: de derde di mensie (in de hoogte of diepte), het bestaande achterland of zeewaarts. Waterman is pleitbezorger van het laatste, zonder de andere te willen verwaarlozen, zegt hij met nadruk. Het past volgens hem perfect in een Nederlandse traditie. De traditie van achtereenvolgens terpen, dijken, het droogpompen van binnenmeren, het indammen vgn de Zuiderzee en de Deltawerken. Hij ijsbeert door zijn woonkamer: „Bovendien biedt bouwen in zee de mogelijkheid om Nederland te beschermen tegen de almaar stijgende zeespiegel. Er ont staat ook meer ruimte voor natuur, toerisme en recreatie, wonen en werken. Niet langer moeten we een strijd leveren tegen de zee met dam men en dijken, maar er juist mee sa menwerken via duinen en stranden. Maar dat moet je wel doordacht en met liefde doen." Zijn plan voorziet in het herstel van de kustlijn zoals die rond het jaar 1611 was. Dat betekent een 'wigvor mige landaanwinst' in de breedte variërend van enkele meters bij Scheveningen tot vierenhalve kilo meter bij Hoek van Holland. Bij die laatste plaats moet ook een 'getij- denlagune' komen. Zo ontstaat een grote driehoek van tussen de 3000 en 4500 hectare voor nieuw strand en nieuwe duinen en binnenmeren. Het lijkt een enorme onderneming. „Maar het is ten opzichte van de Noordzee enorm klein. Hij citeert de voormalig Haagse wethouder en wa terbouwkundig visionair Lely: „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toe komst. Het nieuwe land moet worden aan gelegd door zand uit de Noordzee op te spuiten met behulp van mi lieuvriendelijke baggertechnieken. Zo ontstaan brede, veilige duinen met stranden en bijhorende planten. „Of de plannen in zijn totaliteit ooit verwezenlijkt worden, moet de tijd leren", zegt Waterman. „En of ik het ooit nog meemaak is ook een vraag teken. Maar een begin is er." Luchtfietserij Hij wijst op de met zand 'opgespo ten' gebieden bij Hoek van Holland en Europoort, waar prachtige na tuurgebieden zijn ontstaan. Bij de Slufterdam van Europoort is onlangs zelfs een kolonie van twaalf wilde zeehonden gesignaleerd. Toch is er tevens ruimte voor de berging van verontreinigde baggerspecie, een chemische afvalstoffendepot, een plek voor de bewerking van bedrijfs- afvalstoffen en een distributiepark. Dat alles grenzend aan de slufter in wording die op zijn beurt grenst aan het unieke duingebied van Voome. Bij IJmuiden is een derde resultaat te zien: de Sea- portMarina en het Kenne- merstrand. Ook daar een natuurgebied met een meer, een jachthaven met 625 ligplaatsen, woningen, restaurants, winkels en een hotel. Waterman: „Het publiek denkt misschien: zijn plannen zijn luchtfietserij. Maar dit ligt er toch al. Enthousiast: „Dit is echt een nieuwe fase in de Nederlandse kustbouw. En een schitterend exportproduct." De politicus/wetenschapper is in middels 68 jaar, maar denkt nog lang niet aan stoppen. „Dit werk is te belangrijk", zegt hij. „Er moet nog zoveel gebeuren. Ik blijf dit doen tot het einde. Tot ik dement word of an dere mensen zeggen dat ik onzin uitkraam."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 5