Een encyclopedie van het stoppen REGIO Gevaarlijke liefde roest niet Meeste bellers pakken de telefoon uit eenzaamheid' De hele dag doe ik bijna niks anders dan m'n handen wassen GERECHT DONDERDAG 12JUNI20C NAVRAAG Het kabinet Balkenende II wil fors snoeien op de subsidie aan de stichting Korrelatie. Die vreest nu voor opheffing van de telefonische hulpdienst, waar ruim vijftig me dewerkers in dienst zijn. ROB PONS, directeur van de Telefonische Hulpdienst Leiden en omstreken, denkt dat de soep niet zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend. Wat vindt u van het kabinetsvoorstel? „Ik weet dat zij voor een project van driejaar, een gezondheidslijn, een subsidie hebben gekregen. En die subsidie stopt nu." Dus u gaat er niet vanuit dat Korrelatie wordt opgeheven? „Ik denk dat hun protesten een zet zijn om aandacht te vragen voor die subsidie." Een krap opgezette telefoni sche hulpdienst, die bellers in de wacht moet zetten, schiet zijn doel voorbij, zeg gen ze bij Korrelatie. „Dat denk ik niet. Er zijn best momenten dat je lang in ge sprek bent met iemand en een tweede persoon er tus sendoor komt. Dan kun je op de andere lijn even vragen of iemand kan wachten. Wij werken overigens met vrijwilligers; Korrelatie met betaalde krachten." Een uisselgesprek tijdens een ander, emotioneel beladen, ge sprek? „Dat hangt natuurlijk van het gesprek af of je zoiets doet. Maar ik j heb niet het idee dat er daardoor mensen wegvloeien. In het hele spel van toets 1,2,3, raken mensen ook al geïrriteerd." Hoe gaat dat bij jullie, als je contact wilt hebben met een mede werker? „Je krijgt bijna direct iemand aan de lijn. Heel af en toe krijg je een bandje waarop iemand zegt dat de lijn in gesprek is." Zien jullie nog steeds een toename in het aantal telefoontjes? „Ja. Het afgelopen jaar hadden we een recordaantal telefoontjes: 11.378. Het merendeel van de bellers pakt de telefoon uit een- j zaamheid. Dan willen ze gewoon even een menselijke stem horen, r Wij verklaren dat door het toegenomen individualisme. En dat zal 3 nog wel verder toenemen. In die zin denk ik dat het aantal tele- foontjes dat wij krijgen ook nog wel zal toenemen." Hoe komt het dat een telefonische hulpdienst schijnbaar geen 'concurrentie' ondervindt van een medium als internet? Er zijn toch talloze chatboxen? „Internet speelt een grote rol. Chatten is erbij gekomen, maar de telefoon blijft. Dat menselijke gesprek tussen twee mensen blijft bestaan." tekst: Erna Straatsma foto: Ron Pichel UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1903, Vrijdag 12 juni DE STAATSGREEP IN SERVIË - Zoó eensklaps en onverwacht is men hier in West-Europa overvallen door de tijding van de ontzettende ge beurtenissen te Belgrado, dat men er nog een weinig van duizelt. De Serviërs vlaggen en illumineeren, terwijl hun regeering, van koning tot eersten en laatsten minister, vermoord in het koninklijk paleis ligt! Het is voor ons westerlingen, die ontgroeid zijn aan dergelijke parktijken, moeilijk om het zich maar eenigszins te kunnen indenken. Bij het ochtendgloren wist de bevolking wat voorgevallen was. Nergens waren treurige gezichten, alles was vroolijk. De nationale kleuren wer den aan alle huizen ontplooid. Een te Brussel geïnterviewd diplomaat heeft de volgende verklaring af gelegd: "Ik ben niet buitengewoon verrast door het gebeurde. Koning Alexander had zich on mogelijk gemaakt. Dit is het noodlottig gevolg van zijn huwelijk met Draga. Ik verwachtte deze ge beurtenis sedert zijn hu welijk. Deze deerne heeft, Koningin gewor den, alles gedaan om den haat van de hofhou ding zoowel als die van het volk op te wekken. Ons vaderland is hier door van een zware zorg ontheven." ANNO 1978, maandag 12 juni LEIDEN - Een felle uit slaande brand heeft in de nacht van zaterdag op zondag onherstelba re schade aangericht aan de panden Koning straat 39 en 39a. Het be jaarde echtpaar Sloos, dat op de zolderverdie ping lag te slapen, kon nog net op tijd worden gewekt door voorbijgan gers. Foto: archief Leidsch Dagblad Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op gironummer 57055 Ln.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO «Ld.(datum van plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd. COLOFON Leidsch Dagblad Directie: B.M. Essenberg, C.P. Arnold W.MJ. Bouterse (adjunct) E-mail: directie@damiatehdc.nl Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct) E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl HOOFDKANTOOR Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356 Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden. Redactie fax 071-5 356 415 Advertentie fax 071-5 323 508 Familieberichten fax 023-515° 567 ADVERTENTIES 071-5 356300 Sprinters (rubrieksadv): 072-519 6868 ABONNEESERVICE 071-5128 030 E-mail: abonneeservice@hdc.nl ABONNEMENTEN Bij vooruitbetaling (acceptgiro) p/m €19,60 (alleen aut. ine) p/kw €55,00 p/j €210,60 Abonnees die ons een machtiging verstrekken tot het automatisch afschrijven van het abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting per betaling. VERZENDING PER POST Voor abonnementen die per post (binnenland) worden verzonden geldt een toeslag van €0,50 aan portokosten per verschijndag. GEEN KRANT ONTVANGEN? Voor nabezorging: 071-5128 030 ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur AUTEURSRECHTEN Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV c.q. de betreffende auteur. HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003 De publicatierechten van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting Beeldrecht te Amstelveen. HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de verwerking van gegevens van abonnees van dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens worden gebruikt om gerichte informatie over voordeelaanbiedingen te geven, zowel door onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling Lezersservice, postbus 507.2003 PA Haarlem. MIDDEN IN DE SARS SPef bale ddc de S «en- enk aid\ „Ik zit midden in de SARS", mailde de uit Leiden afkomstige Louis Hoogen- doorn (40) vanuit Shanghai naar deze krant. Vanaf vandaag bericht hij af en toe over het leven te midden van SARS. Hoogendoorn is geboren in Lei den en verhuisde op twaalfjarige leef tijd naar Oegstgeest. In Leiden stu deerde hij Nederlands. Vanaf 1994 zit hij in China. Hij is getrouwd met de Chinese Guoyu Zu. Ze hebben een zoon van twee: Jimmy. Hoogendoorn werkt voor een bedrijf dat in oud pa pier en plastic handelt. Onze man in het zuiden van China belt: 'De vierde dag zonder SARS- geval hier in Guangzhou. Ik heb je net twee T-shirts toegestuurd. Ze worden hier al door sommige bui tenlanders gedragen. Wat erop staat? I survived the SARS-virus.' De SARS-geluiden worden optimis tischer. Het lijkt erop dat China het virus in de grote steden onder con trole krijgt, maar veel Chinezen dra gen nog steeds mondkapjes. Dat doe ik ook, op plaatsen waar het druk is. En de hele dag doe ik bijna niks anders dan m'n handen was sen. Waar ik vroeger alleen in de rij stond bij de supermarkt, sta ik nu in de rij bij de kraan. Handenwassen is dé hygiënemaatregel tegen SARS. Maar de grote onrust is voorlopig wel zo'n beetje voorbij. Winkelcen tra, hotels, bioscopen en restaurants waren lange tijd uitgestorven. Geen klant kwam nog op onze kantoren. We hebben nog een collega in Beij ing een tijdje naar huis gestuurd omdat er in zijn flat mogelijk een SARS-geval was. Iedereen heeft wel een SARS-ver- haal. Een collega van mijn vrouw Guoyu zat in een vliegtuig vanuit Beijng waarin ook een SARS-patiënt meereisde. Althans, dat dacht men. Uit voorzorg moest hij veertien da gen in quarantaine. En de ouders van Guyo waren eind april in Beij ing voor een korte vakantie. Toen ze alle geruchten over SARS hoorden, zijn ze maar snel op de trein terug gestapt. Bleek in dezelfde trein een SARS-patiënt te zitten. Hoorden ze later. Ik blijf mooi in Shanghai zitten. Ik mijd onze kantoren elders. Want als ik toch de Shanghai-regio verlaat, moet ik bij terugkeer veertien dagen in quarantaine. Dat is wel vrijwillig, maar als ik dat niet doe, maak ik kans te worden aangeklaagd. Ik blijf dus in de regio Shanghai. Kan ik mijn zoon Jimmy tenminste weer naar de kleuterschool brengen. Uit voorzorg hadden we hem daar een paar weken afgehaald. Dat deden bijna alle ouders. De scholen waren zo goed als leeg. In het park waar we wonen was het des te drukker met al die kinderen die 'vrij' had den. In de ziekenhuizen is de angst voor SARS nog erg groot. Veel besmette patiënten werkten in het zieken huis. In ziekenhuizen komen een hoop mensen omdat er geen huis artsen in China zijn. Als je wat hebt, moet je daar naartoe. Gisteren moest ik er zelf zijn voor een a fïetje. De zuster die mij verwelk de zag eruit als een buitenaards zen. Ze was volledig ingepakt n beschermende kleding. Eerst u m'n temperatuur opgemeten. I na moest ik een uitgebreid fora lier invullen met vragen over S Ik hoefde gelukkig niet naar de koortskliniek, de speciale afdeling voor mensen met koortsverschijnse len om op SARS te worden gecheckt. Ik was buiten gewoon blij dat ik na een kwartier weer gezond en wel buiten stond. Boek 'door alle genres heen' van Leidse hoogleraar Van Gunsteren beleeft tweede druk jelijl tot te rdvoi Zelfs sterven is een keuze geworden. Vroeger werden mensen ziek, er was niets meer aan te doen en dan kwam het einde vanzelf. Maar de medische weten schap kan het leven rek ken tot op het moment dat er bewust mee moet worden gestopt. Wan neer komt dat moment? Wie beslist? Wat ge beurt daarna? De Leidse hoogleraar Herman van Gunsteren (62) zoekt antwoorden in het boek Stoppen. U kunt het, u wilt het, u doet het niet. Gisteren verscheen de tweede druk. I N ONDER ZOEK Stoppen is een onder belicht probleem, vindt Van Gunsteren. Hoe vaak zeggen mensen niet over hun relaties of hun werk: ik ben er veel te lang mee doorge gaan? Kennelijk besef ten zij wql dat zij moesten breken, maar slaagden zij er niet in om de daad bij het woord te voegen. Toen de Leidse hoogleraar politieke theo rieën 'stoppen' eenmaal als pro bleem had herkend, 'zag hij het overal'. „Neem Soeharto. Iedereen in Indonesië wist in 1998 dat er een einde aan zijn regering moest ko men, maar niemand kon er een ein de aan maken. Hij werd, vlak voor dat Habibie hem afloste, zelfs herbe noemd!" Langzaam maar zeker rijpte in Van Gunsterens hoofd het idee om een boek te schrijven over het 'stop-pro bleem'. Hij begon er aan tijdens een vrije studieperiode aan de Australian National University Research School in Canberra. Aanvankelijk wilde het niet erg vlotten. ,,Ik wilde de men sen helpen. Ik had een soort 'how to'-zelfhulpboek in gedachten, maar ik merkte dat dat geen goede vorm voor me was. Halverwege besloot ik het helemaal over een andere boeg te gooien en gewoon de consequen ties te laten zien van wat er gebeurt als je niet stopt." Over het resultaat is hij erg tevreden. „Ik vind het mijn leukste boek." Stoppen leest als een kleine encyclo pedie. In een serie van elf kleine hoofdstukjes behandelt Van Gunste ren een groot aantal stopproblemen. Natuurlijk komt het stoppen met ro ken aan de orde. Het belangrijkste probleem hierbij is volgens Van Nieuwsgierigheid is de belangrijkste drijfveer voor de wetenschap. De rubriek In Onderzoek doet een greep uit de vele onderwerpen waar Leidse onderzoekers zich in hebben verdiept. Vandaag: Herman van Gunsteren. Gunsteren dat een roker elke dag kan besluiten om ermee op te hou den. „Er is altijd een beter moment en daardoor is nü nooit het juiste moment." Het kan mor gen ook, of in het nieuwe jaar. Daardoor ontstaat de paradoxale situatie dat een roker het niet blijkt te kunnen, terwijl hij het makkelijk kan. Ook het stoppen met een dictatuur die niemand meer wil, het stoppen met een huwelijk dat al lang op de klippen is ge lopen, het stoppen met een ziek bedrijf dat al ja ren geen winst meer maakt, het stoppen met werken en zelfs het stop pen met leven krijgen al lemaal een eigen hoofd stukje. Een geval apart is de Eer- ste Wereldoorlog. Al in het eerste oorlogsjaar bleek dat beide strijdende partijen elkaar in een pat stelling gevangen hiel den. Iedereen was het er over eens dat er een snel einde aan moest komen. De slach ting ging toch nog vier jaar door. Zelfs de militaire leiding gaf toe dat er geen goede argumenten waren om door te gaan, maar dat ze het toch deed 'omdat ze niks beters wist'. Ook de Japanners wisten vanaf 1943 dat ze de oorlog niet konden winnen, maar er waren twee kern bommen voor nodig om hem daad werkelijk te beëindigen. Het tweede deel van het boek heeft Van Gunsteren gewijd aan een zoek tocht naar'manieren om stopproces sen te verbeteren. Radicaal breken is niet de beste manier, vindt hij. „Het breken, het stoppen blijft je leven overheersen", zegt hij. „Je doet iets niet meer, maar er is geen ruimte voor iets nieuws." Een voorbeeld daarvan is rouw na de dood van een geliefde. Het hele leven staat in het teken van die ene, die er niet meer is. Het oude leven gaat door, ren dat noemt. De rouw moet eens eindigen, de herinnering moet een erfenis worden, een onderdeel van het grotere geheel van iemands per soonlijkheid. Ook het stoppen moet ooit stoppen. Zelf, zo geeft hij toe in een diep per soonlijk hoofdstuk, is Van Gunsteren niet zo goed in stoppen. Hij noemt zichzelf een 'neezegger', 'iemand die doorgaat met een minteken ervoor'. „Relaties beëindig ik ineens en voor goed. Op een afbreken kom ik nooit meer terug." Dat onvermogen om een stopproces tot een goed eind te brengen, heeft soms verdrietige ge volgen gehad. „Toen de kinde ren van school waren en zelfstandig zouden moe ten wonen, zette ik, zonder ze te raadple gen, met een zucht van ver lichting de kerk te koop." Dat hij daarmee zijn kinderen abrupt af sneed van hun ouder lijk huis, dat gevestigd was in een Oegst- geests kerkje met een rie ten dak, reali seerde hij zich later pas. „Sinds dien vermijdt mijn oudste zoon alle con tact." Met zijn werk heeft Van Gunsteren op haast identieke manier gebroken. Vorig jaar juni stuurde hij het College van Bestuur van de universiteit een boze brief, waarin hij een werkstaking aankondigde uit woede over de voortdurende bezuinigingen op zijn zeer succesvolle opleiding politico logie. Zo snel ging het echter niet. Pas per 1 juli is hij officieel uit dienst. Maar ook nu blijkt dat stop pen moeilijker is dan hij dacht, want per 1 september gaat hij toch weer werkcolleges geven in het Pieter de la Courtgebouw aan de Leidse Wassenaarse- weg. Hoe moet 1 het dan wel? Van Gunsteren beple llyei nieuwe rituelen, die de overgai a*ari het oude naar het nieuwe mot sPe bespoedigen. De Waarheidsco v^.r sie in Zuid-Afrika ziet hij als zo F? nieuw ritueel, dat kan helpen l° ei een einde te maken aan een d( 11 weid en misdaad verziekte san 'cne ving. De Waarheidscommissie r?°/l om het verleden af te sluiten e ruimte te scheppen voor iets n ?er Maar ook in het persoonlijke li zijn stoprituelen nodig: een stie met roken-, met werken-, met e trouwd zijn-ritueel. Het 'bindf s": studie-advies' kan een ritueel 1 voor eerstejaarsstudenten om stoppen. Soms, zegt Van Guns kan 'een derde' de helpende h Doe bieden. Een arbiter kan orde, tuur en regels brengen. Stoppf ®rÉ dan volgens regels gebeuren e !n*lu derde kan erop toezien dat dit 1 den gevolgd. Bij bedrijven is d sver tor de derde, bij echtscheidi sPe soms de advocaat. In het a le"~ tussen Israël en de Palestijl exH zal het de Amerikaanse pr dent moeten zijn. leZp Van Gunsterens boek ver vorig jaar in alle stilte. „H een boek door de genres! )an§ zegt hij. „Recensenten \vi niet wat ze er mee aan mt reT Ook de boekhandels wetel0' niet. Ze zetten het bij de zi hulpboeken, bij de esote toch maar bij politieke tenschappen." Als gev de ongrijpbaarheid is hi na niet besproken. Niett( hebben de lezers Stoppen g den en beleeft het door mon mondreclame een tweede di Leidse hoogleraar is er blij ra wor want diep, diep in zijn hart w 'Q de mensen toch graag helpen. J Wilfred Simons Herman van Guinsteren is zelf niet zo goed in stoppen. „Ik ben een 'neezegger'. Relaties beëindig ik ineens en voorgoed." Foto: George Verberne Achteraf gezien was het misschien niet de beste binnenkomer. Aan de andere kant kan de Hille- gommer er nu wel zeker van zijn dat hij bij zijn toenmalige schoonfami lie een onuitwisbare in druk heeft achtergelaten. De bedreigingen met de dood, vechtpartijen en vernielingen die hij als het ex-vriendje van hun dochter heeft veroor zaakt zullen ze waar schijnlijk niet snel verge ten. Zelf vindt hij dat het meisje nooit hun relatie had moeten verbreken én tegelijkertijd contact met hem had willen hou den. Aan de hand van die dubbele signalen kon hij toch moeilijk weten dat hij uit haar buurt moest blijven. „Ik had haar huissleutel gewoon nog", vertelt de Hillegommer verongelijkt in de rechts zaal. „Ik ben die avond dus niet het huis binnen gedrongen zoals u zegt." Dat het meisje bij zijn binnenkomst in haar ou derlijk huis schrikt en hem wegstuurt, is voor de jongeman op dat mo ment nog geen reden om aan te nemen dat hij niet gewenst is. „Ze kwam ook wel eens zomaar bij mij langs. Het was een spel dat we speelden", legt de verdachte uit. Pas als de politie is gebeld en de ouders van het meisje hem de deur uit probe ren te werken, valt bij de Hillegommer het kwartje. Zijn ex-vriendin is het 'spelletjes spelen' beu en hem ook. Het onvriendelijke wel kom van zijn oud-gelief de en haar familieleden krenkt de jongen tot op het bot. Hij besluit zich niet zomaar uit het leven van zijn ex te laten ban nen en roept dreigend dat hij een kogel door het hoofd van haar moeder en diens vriend zal schie ten als het meisje niet aardiger tegen hem gaat doen. Op dat moment grijpt de stiefvader in. Al vechtend weet de man de Hillegommer op straat te zetten, maar hij is daarmee nog niet van de agressor af. Eenmaal bui ten slaat de jongen uit woede met zijn elleboog de keukenruit in. Vier po litieagenten moeten er uiteindelijk aan te pas komen om de Hillegom mer af te voeren. „Als u terugkijkt op die avond, wie is er dan be gonnen?", wil de rechter weten. „Ikzelf', ant woordt de jongen eerlijk, terwijl hij stoer de kraag van zijn jack overeind zet. „Ik weet niet zo goed wat ik er over kan zeg gen. Ik had niet veel ge dronken of gebruikt, maar misschien was het dan toch de alcohol." De rechter kijkt bezorgd: „U gebruikt vanaf uw twaalf de al cannabis en alcohol en u slikt xtc-pillen en experimenteert met pad do's en speed", leest hij uit het reclasseringsver- slagvoor. „Daarnaast nam u ieder weekend co caïne." De verdachte knikt: „Ja, maar daar ben ik allemaal mee gestopt. Ik rook nu alleen nog af en toe een blowtje." De reclassering raadt als leerstraf de training agressiebeheersing aan, houdt de rechter hem voor. „U bent redelijk uit uw dak gegaan. Dus een beetje agressiebeheer sing kan geen kwaad. Daarnaast zou het goed zijn als u zich inhoudt bij het gebruik van versla vende middelen. U ziet nu wat er van komt." Volgens de officier van justitie weegt de bedrei ging met de dood het zwaarst van alle feiten. „Zeker omdat de slacht offers al eerder van hun dochter hadden gehoord dat u makkelijk aan pis tolen kan komen. Is dat zo?" Het blijft doodstil in de rechtszaal. Na onge makkelijk heen en weer gedraai op zijn stoel, geeft de Hillegommer toe. „Ja, als ik wil kan ik daar wel aan komen." „Bent u nu in bezit van een pistool?", vraagt de officier met een strak ge zicht. „Nee", antwoordt de jongen direct. „Ik had er vier jaar geleden wel een toen ik me nog met drugstransporten bezig hield." De Hillegommer is voor deze transporten door de kinderrechter veroordeeld, zo bl zijn strafblad. Vandaag hoort hij de training agressi heersing een taaks van 125 uur tegen eisen en een maai B voorwaardelijke gi e nisstraf met een p ij? van twee jaar. Dei vindt de eis alleszi gfö delijk en neemt hf over: „Gelukkig be nog jong en heeft 1T mogelijkheden gei om het tij te keren is de Hillegommei ook zeker van plai ff: begint binnenkort een nieuwe opleii ■ïf - Daarnaast hoopt 1 over te houden vo grote liefde. „Wan weer met haar", hij trots. Floor Ligtvoet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 14