Ik wil elke dag
ibeter worden'
Marlous Nieuwveen leeft goed van het basketbal
SPORT
zaterdag 24 MEI 2003
1 Gertjan van Geen
Marlous Nieuwveen werkte in haar eerste ka-
rjaar als profbasket bal ster drie clubs in drie lan-
if. Via Zuid-Korea en Hongarije is het leven in Italië
Jrtland bij uitstek - haar op het lijf geschreven. De
leter lange Leiderdorpse verkeert in de gelukkige
ndigheid dat ze de clubs voor het uitkiezen heeft
leet daarom nog niet of ze na de zomer terugkeert
pita Basket Alessandria. „Maar Italië is het land
_l ik wel een tijdje wil spelen", zegt de 23-jarige
iyveen.
hween had zo weer terug gekund naar Zuid-Ko-
»m de zomercompetitie af te werken. Het geld is
i in Azië, maar het was ook weer tijd om de accu
laden. „En ik moet deze zomer een keer mijn
ijs halen." Sinds ze haar studie aan de universi-
1 Valparaiso in de Verenigde Staten afrondde
:n plaatsje in de profcompetitie WNBA misliep,
ze vrijwel onafgebroken in sporthallen. En bas-
len in Zuid-Korea is heel zwaar. „We trainden
tot twaalf uur per dag. Ik kwam nauwelijks op
Ze zorgden voor alles. Ik hoefde niet eens naar
kpermarkt. Ik ben een paar keer een dagje wegge-
»t. Het was interessant om te zien hoe de mensen
leven. Zuid-Korea is een mooi land, maar toch
helemaal voor mij. We werden behandeld als
iessen, maar het gaat je niet in je kouwe kleren
°Ph. Het was een geweldige ervaring en het gaf me
voldoening, maar toen ik naar huis mocht was ik
)nd in Azië de definitieve bevestiging dat haar
t>mst in het basketbal ligt. Een jaar eerder nog zag
:h »t niet meer zitten. Opgebrand was ze terugge-
lsv0 naar Amerika voor haar laatste seizoen als col-
er(peelster. „Ik had het er helemaal mee gehad. Ik
alleen het jaar nog afmaken en dan stoppen. Ik
pen slecht seizoen achter de rug en zat niet lekker
jjn vel. Mijn coach had dat door en gaf me een
1 vrijaf. Er lag een soort druk op me. Ik wilde iets
l zonder dat mensen steeds naar basketbal zou-
l/aiiragen. Ik ben ook nog iemand anders. Het liefste
ik door als ze weer over basketbal begonnen.
dein werd ik weer voor arrogant versleten."
beginnend prof heeft doorgaans niet veel keus.
fcoede agent is een must, want het draait veel om
,enScten. Nieuwveen was niet veeleisend. „Ik wilde
istaan om overal heen te gaan. Ik zei tegen mijn
t: 'Kijk maar'. Ik ga geen nee zeggen als me iets
wordt aangeboden. Ik kijk niet per se naar geld. Als
iets me niet bevalt of ze behandelen me niet goed,
kan ik altijd weggaan."
Ze ondervond het aan den lijve bij Szekszard in Hon
garije. „Het basketbal is daar goed. Het land zit bij de
topvijf van Europa en de club teams komen altijd ver
in de Europa Cup. Maar het communisme sluimert er
nog. Officieel is het weg, maar wat er achter de deu
ren allemaal gebeurde, is niet helemaal zuiver. Toen
er problemen waren over geld, zei mijn agent dat ik
maar snel naar huis moest komen. Er waren toch ook
andere clubs die geïnteresseerd waren."
Thuis
Ze kon naar Parma, de absolute top in Italië, maar
koos voor een treetje lager om te investeren in haar
ontwikkeling. Uiteindelijk bleken de verschillen mee
te vallen. Alessandria, op een uurtje rijden van Mi
laan, werd door een paar ongelukkige nederlagen
achtste, maar snoepte in de playoffs als een van de
weinige ploegen een overwinning af van de uiteinde
lijke landskampioen. „Ik zou bij Parma alleen kunnen
trainen en pas een seizoen later ook speeltijd krijgen.
Dat leek me niet zo'n goed idee. Bij Alessandria had
den ze een Amerikaanse center, die na kerst niet te
rug kwam. Binnen twee dagen was het rond. Ik voel
de me er meteen thuis. De levensstijl pas wel bij me.
Lekker relaxed, gezellig eten. De mensen zijn er zo
aardig. Ook de president en het management van de
club. Dat was een groot verschil met Hongarije. Zo
kan het dus ook.
In de sterkste competitie van Europa speelde ze ge
middeld dertig minuten en kwam ze per wedstrijd tot
tien punten en acht rebounds. Geen slechte cijfers,
maar ook niet super. „Ik ben er niet tevreden mee,
maar voor mijn eerste paar maanden is het niet
slecht. Er zitten twee WNBA-speelsters in mijn team.
Die schieten als eerste in de aanval. Ik moet gewoon
veel leren en me waarmaken. Ik wil elk jaar, het liefst
elke dag, beter worden en mijn limiet halen. Uitein
delijk vril ik ook in de WNBA spelen. Basketbal in Eu
ropa is het leukst, maar de WNBA is het hoogst."
Ze profiteert van de aanwezigheid van een derde
Amerikaanse, die alleen ingezet mocht worden tij
dens Europacupwedstrijden. „Ze is 36 jaar en heeft
overal al gespeeld. Ik stond elke dag tegen haar op te
boksen op de training. Zij kan me de kleine dingetjes
uitleggen, wat een coach niet kan."
Onder details wordt ook mentale hardheid en een ze
kere mate van fysiek geweld verstaan. In Amerika zet
te ze de eerste stappen naar volwassenheid. „In Ne
derland was ik arrogant. Het was een soort onvolwas
senheid. Ik was een verwend kind. Het basketbal ging
me hier ook zo makkelijk af. In Amerika was ik al
Marlous Nieuwveen: „Wie ooit verzonnen heeft, dat basketbal een no-contact-sport is, is niet goed bij zijn hoofd. De eerste drie weken dat ik in Hongarije was, zat ik van
mijn schouders tot mijn handen vol met blauwe plekken. Er is geen moment in de wedstrijd dat er niemand tegen me aan staat te duwen." Foto: Hielco Kuipers
meteen met beide voetjes op de grond gezet. Maar
twee jaar geleden werd ik bijvoorbeeld nog helemaal
gek als bondscoach Meindert van Veen liep te tieren.
Als het niet goed ging in het begin, kon je me gelijk
voor de hele wedstrijd afschrijven. Dat overkomt me
niet meer." Als prof krijgt ze ook een stoomcursus fy
sieke weerbaarheid. „In Europa wordt er veel fysieker
gespeeld. Wie ooit verzonnen heeft, dat basketbal een
no-contact-sport is, is niet goed bij zijn hoofd. De
eerste drie weken dat ik in Hongarije was, zat ik van
mijn schouders tot mijn handen vol met blauwe plek
ken. Er is geen moment in de wedstrijd dat er nie
mand tegen me aan staat te duwen. Ik kan het wel
hebben, maar ik sta niet zelf met mijn ellebogen te
zwaaien. Ze zeggen dat ik ook moet uitdelen, maar ik
weet niet of ik dat kan. Ik ben te lief. Iemand opzette
lijk pijn doen, lukt me niet."
Nieuwveens postuur maakt, dat ze wel een stootje
kan hebben. „Ik ben een van de sterkeren en ben zelf
een rouwdouwer. Ik moet het hebben van mijn spier
massa." Ze mijdt de ongeoorloofde middelen. „Ik
weet echt wel waar ik in Italië aan anabolen kan ko
men, maar ik doe het niet." Ze sluit niet uit dat ande
ren wel op onnatuurlijke wijze aan hun bundels ko
men. „Er wordt niet gecontroleerd. Ik ben wel eens
vrouwtjes tegengekomen, die er niet normaal uitza
gen." Omdat ze van lekker eten houdt moet ze wel
oppassen. „Mijn ideale gewicht is 85 kilo. Daar zit ik
ccn paar kilo's boven. Ik was laatst in Amerika op va
kantie en dan eet ik alles, want het is lekker."
Mode
Door haar lengte is het wel moeilijk om aan fatsoen
lijke kleren te komen. „Ik pas niet in de echte Itali
aanse mode. Meestal ga ik naar de mannenafdeling.
Ik heb mazzel dat de Italiaanse mannen erg verwijfd
zijn."
Ze verwacht haar basketballeven vol te houden tot ze
'versleten' is. Pas na haar dertigste wil ze eens gaan
kijken of ze haar afgeronde studie sportmanagement
in de praktijk gaat uitoefenen. Werken is iets voor la
ter. „Ik geloof soms niet dat ik hiervoor betaald word.
Dat is toch te gek, als je het vergelijkt met een kan
toorbaan van negen tot vijf. Als ik dan naar die NBA-
spelers kijk, vind ik het ongelooflijk dat ze meer geld
willen verdienen. Ze krijgen al miljoenen, dus waar
hebben ze het over? Ik ben heel gelukkig en dat reali
seer ik me."
Omgekeerd moet ze te vaak uitleggen, dat ze met een
in Nederland zo kleine sport een goede boterham
verdient. Zelfs tijdens de Haarlem Basketball Week
werd ze geconfronteerd met ignorantie. „De coach
van Landsmeer vroeg of ik komend seizoen daar wil
de komen spelen. Hij kon wel een baantje voor me
regelen. Die begreep dus niet dat basketbal mijn baan
Is en dat is raar voor een eredivisiecoach. Ik moest er
eigenlijk hard om lachen, maar deed dat niet waar hij
bij stond. Misschien is het desinteresse, maar vraag
me dan ook niet of ik kom spelen. Doe eerst eens een
beetje onderzoek."
Van het basketbal kan ze meer dan goed leven. „Geld
verdienen met basketbal was altijd mijn droom. Ie
dereen zei dat het niet kon, maar het kan wel. Heel
goed zelfs. Mijn broer is mijn financieel adviseur. Via
internet kan ik geld overmaken en hij doet er wat
goeds mee. Ik heb altijd een gat in mijn hand gehad,
maar ik doe voorzichtig. Als ik klaar ben over een jaar
of acht, kan ik wel een huisje kopen."
vei
2 2>
HET ZIT IN DE FAMILIE
RANDJE BUITENSPEL
an [Taco van der Eb
pile: Mijn zus begon op haar ne-
e met tennissen. Zij stond vroeger
ttegen een muurtje te slaan.
|uérite: Sinds een paar jaar ben ik
pt met de singles in toernooien, al-
In competitieverband sta ik nog al-
Dp de baan.
felle: Ik laat me soms nog wel eens
kalen om te singelen, maar als ik
!en uur later met 6-1 en 6-2 verlo-
eb, weet ik weer waarom ik het niet
rind.
luérite: Als je verliest, is het zonde,
bt zulke goede slagen. Met een be-
yinnaarsmentaliteit zou je een hele
B zijn.
ËUe: Jij kan iedereen uit zijn spel
1 en bent een moeilijke speler om
koudekerk aan den rijn - Marquérite Patiwael (30) tennist voor het zesde jaar bij
OLTC Oegstgeest, haar jongere zus Mariëlle Patiwael (24) voor haar vierdejaar. Via
Artesia, De Munnik en Unicum zijn de zussen bij de Oegstgeestse tennisvereniging
terechtgekomen. Marquérite (links) werkt als marketresearchmanager bij
speelgoedfabrikant Matell. Mariëlle studeert grafische vormgeving en werkt als
fotograaf onder meer voor Martin Ken en Amnesty International. Ze worden
geportretteerd in het huis van Marquérite in Koudekerk.
tegen te tennissen. Mag ik nu je slechte
punt noemen? Je backhand.
Marquérite: Met de training gaat -ie al
tijd goed.
Mariëlle: We dubbelen dit jaar weer
voor het eerst samen.
Marquérite: We maken eigenlijk nooit
ruzie, op de baan dan.
Het zou makkelijk kunnen, maar we we
ten ons in te houden.
Mariëlle: Het scheelt ook dat we in de
competitie tot nu veel dubbels gewon
nen hebben. We hebben niks te klagen.
Marquérite: Ik ben toch altijd weer blij
als de competitie afgelopen is. Samen
met mijn werk is het best zwaar.
Mariëlle: Het is maar zeven zondagen,
maar wel gigantisch lange dagen.
Marquérite: Ik vind het moeilijk om te
stoppen met competitie spelen omdat ik
niet recreatief kan spelen. Als ik stop,
tennis ik waarschijnlijk helemaal niet
meer.
Mariëlle: Toen ik net in Breda studeer
de, ben ik voor twee jaar gestopt. Ik
vond het vreselijk, helemaal als ik bij
m'n zus ging kijken.
Marquérite: Naast het tenm's doen we
niet zo heel veel samen. We zien elkaar
wel geregeld omdat we dicht bij elkaar
wonen.
Mariëlle: Ik ben net naar Leiden ver
huisd. Volgend interview doen we in
mijn huis. Dan zitten we niet met een
hangende thermostaat op de foto.
TT et moet natuurlijk geen mo
ll de worden, dat droogleggen
van voetbalkantines. Wij van
Meerburg 4 speelden zondag
ochtend de laatste wedstrijd van
het seizoen en voor na afloop
hadden wij een klein feestje in
gedachten. Dat konden we dus
mooi op onze iets te dikke bui
ken schrijven. Geen biertje te
krijgen. Omdat het eerste 's mid
dags moest nacompetitieën bleef
de tap toe en mochten de pijpjes
de koelkast niet uit. In plaats
van metz'n allen rond een krat
je bier ons half geslaagde sei
zoen te gaan zitten evalueren
zijn wij van arren moede maar
naar het eerste gaan kijken.
Stond er tenminste nog iemand
langs de lijn. Meerburg- UDWS
trok anderhalve man en een
paardenkop, terecht, want het
voetbal was niet om aan te zien.
Na een halfuurtje heb ik met
een chagrijnige kop mijn ploeg
genoten een aangename zomer
gewenst en ben ik op huis aan
gegaan.
Het alcoholverbod bij Meerburg
was een uitvloeisel van al die uit
de klauwen gelopen nacompeti-
tiewedstrijden van het weekein
de daarvoor en dan vooral van
de bezopen veldslag na Harke-
mase Boys - Quick Boys, Daar
diep in Friesland, tussen Drach
ten en Dokkum, was drank de
grote boosdoener. Dat kon je
zien, horen en ruiken. Maar of
er bij al die ontspoorde promo
tie- en degradatiepotjes in de la
gere klassen ook alcohol in het
spel was, waag ik te betwijfelen.
Er zijn zat vechtersbazen die
geen half krat in hun mik hoe
ven te hebben om er op los te
slaan. Je hebt tegenwoordig van
die asocialen die ook nuchter,
bij hun volle verstand zeg maar,
iemand om een kleinigheid bui
ten bewustzijn meppen. Toen
twee weken terug in Harkema
de waanzin over het veld was
geraasd, stelde Gert Aandewiel
mismoedig vast dat we in een
idiote wereld leven. Vandaag de
dag kun je al in elkaar worden
gerost als je bij het bloemencor
so een opmerking maakt die an
dere toeschouwers niet zo leuk
vinden, gaf de trainer van Quick
Boys als sprekend voorbeeld.
Inderdaad, in zo'n wereld leven
wij. En voetballen wij. Zo beke
ken, is het niet eens venvonder-
lijk dat zelfs een scheidsrechter
op het niveau van Meerburg 4
wel eens moet rennen voor zijn
Waar slaat het
eigenlijk op dat
elke competitie
tegenwoordig
een staartje heeft,
zowel aan de
voorkant als aan
de achterkant?
leven. Al is het in de klassen
voor brekebenen, slechtzienden
en motorisch gestoorden, voet
bal maakt emoties los die bij
een bloemencorso nimmer aan
de oppervlakte zullen komen.
Heeft het zin, een alcoholverbod
voor alle nacompetitiewedstrij-
den? Kwaad kan het natuurlijk
niet, maar de kans op zinloos
geweld is bij zomaar een Quick
Boys - Rijnsburgse Boys zeker
tien keer groter dan bij een be
slissingsduel tussen Meerburgen
UDWS. Het probleem zit hem
volgens mij niet zozeer in het
bier, maar meer in de nacompe-
titie zelf. Ik bedoel, waar slaat
het eigenlijk op dat elke compe
titie tegenwoordig een staartje
heeft, zowel aan de voorkant als
aan de achterkant? Vroeger
speelde je een vast aantal wed
strijden en als die er op zaten
had je een kampioen en een
paar degradanten. Hier en daar
werd nog een beslissingwed
strijd gespeeld omdat twee ploe
gen gelijk waren geëindigd en
helemaal bovenin het amateur
voetbal had je dan nog de com
petitie om het landskampioen
schap. Dat was het, heel over
zichtelijk allemaal Maar nu? Als
het gewone seizoen er op zit,
wordt het nog even flink me
nens, op elk niveau, in het hele
land. Net niet kampioenen
vechten met net niet degradan
ten uiteen hogere klasse om
promotie of lijfsbehoud. Zo veel
nacompetitie is vragen om pro
blemen en die krijgt de KNVB
dan ook in overvloed. De bond
moet zich maar eens afvragen of
het niet beter is dat zelfgescha
pen monster, de nacompetitie,
om zeep te helpen.
Dat de alcohol dinsdagavond
bij Quick Boys - Huizen ook ta
boe was, vond niemand een
punt. Op Nieuw Zuid is het sco
rebord uitgerust met een ther
mometer en die wees na wéér
een hoosbui acht graden aan.
Dat is te koud om een pijp bier
in je knuisten te houden. Het
was dinsdag onstuimig Katteks
weer: hopen wind en bergen
water. Het spektakel zat 'm in
de lucht. Op het veld vochten de
voetballers met de elementen en
dat komt het kijkspel nou niet
bepaald ten goede. Toch luid ik
het prima naar mijn zin en dat
kwam omdat ik er op de eretri
bune warmpjes bij zat, in het
aangename gezt&hap van Flip
Massaar en Wijrumd Rijsdam.
Ik vroeg Flip, die een belangrijk
deel van zijn leven aan LFC
heeft gegeven, of hij nog een
traantje had weggepinkt toen
zijn club vorige week ophield te
bestaan. 'Juh, wie is jouw huis
dokter dan?', wilde mister LFC
weten. Hij bedoelde: ben jij wel
helemaal lekker? Maar oud-
scheidsrechter Wijnand Rijsdam
zat naast hem hevig te knikken,
zo van: nou en of, reken maar
dat die ouwe tranen met tuiten
heeft gehuld. Gecondoleerd Flip
en dat het maar wat worden
mag tussen jou en FC Boshui
zen.
Jaap Visser
Reageren?
Sportredactie.ld@damiate.hdc.nl