Heilig landschap REGIO Wilde hanen en een overmoedige automobilist zonder rijbewijs Ik dacht altijd dat nieuws niet te koop was GERECHT DONDERDAG 3 APRIL 200 NAVRAAG Bij de KLM, onze nationale trots, vliegen er straks honderden werkne mers uit. De luchtvaartmaatschappij merkt aan den lijve hoe groot de'vliegangst' Zo om de driejaar zakt het in de luchtvaart in is door terroris tische aansla gen, de be smettelijke ziekte SARS en oorlog. Navraag bij KLM-woordvoerder BART KOSTER over de misère in de luchtvaart. Stel dat ik u benader voor een baan bij de KLM, wat heeft u mij dan te bieden? „Niets. Wij hebben onze internetsite uit de lucht gehaald. Alle va catures zijn bevroren. Dat is overigens niet zo dramatisch als het klinkt. Het cabinepersoneel van de KLM kent een groter natuurlijk verloop dan het landelijk gemiddelde. Tijdens de zomervakantie- piek hebben wij zelfs weer extra handen en voeten nodig. Ik denk dat de KLM dan op tijdelijke basis mondjesmaat weer personeel aanneemt. Maar nu even niet." Heeft u ooit een vergelijkbare dip meegemaakt? „■Ja. De luchtvaart is een cyclische bedrijfstak, die op en neer gaat met de economische trends. Zo om de drie jaar zakt het in. Dat kan zijn door een grote oorlog, een ziekte als SARS of door een economische crisis. In alle gevallen stellen wij ons de vraag: hoe krijgen wij de mensen weer het vliegtuig in?" Hoe beïnvloedt de dreigende ontslaggolf de sfeer onder het perso neel? „Je zou het niet verwachten, maar de stemming verbetert in crisis achtige tijden. Nee, dit is geen woordvoerderspraatje. Ons perso neel is juist in moeilijke tijden snel, alert en veerkrachtig. Daar naast voert de KLM al sinds begin 2000 een voorzichtig beleid, waardoor onze maatregelen minder ingrijpend zijn dan bij de con currenten." Durft u nog wel een vliegvakan tie te boeken? „Ja. Ik vlieg bin nenkort naar de Azoren. Daar ga ik genieten van een zeilvakan tie." Hoe vult u uw extra vrije tijd? „Sommige colle ga's nemen in deze tijd onbe taald verlof op, maar ik vermoed niet dat ik het zo heel veel rustiger krijg. Ooit wil ik nog eens naar Spitsbergen om daar een boek te schrijven. Nee, dat gaat niet over vliegtuigen. Het wordt pure science fiction." tekst: Tim Brouwer de Koning foto: ANP/ Olaf Kraak UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1903, Vrijdag 3 April PERSOVERZICHT - Het weekblad Avicultura plaatste de volgende advertentie: Gevraagd: Vinken, putters, keepen, barmsijsjes, goudvinken, van ie der duizend per week. Brieven met offerte koopmansprijs: Floral ia. Duizend goudvinken, duizend barmsijsjes, duizend keepen, duizend putters, duizend vinken iedere week, dat is het, wat men zich niet ontziet openlijk in een Nederlandsch blad te vragen! Met welk doel? Om in kooitjes in het klein te worden verkocht? Duizend van ieder per week? Vijf duizend nuttige vogels iedere week, voor een oogenblikkelijk ge bruik aan de tafels van domme en wreedaardige lekkerbekken? Misschien naar Rusland, waar tegenwoordig het eten van musschen en andere vinkachtigen mode schijnt te zijn? Weet gij wat het zeggen wil, waarde lezer, iedere week vijf duizend vogeltjes, die met hun sierlijke kleuren en hun vroolijk gezang onze velden en tuin bevolken, onttrokken aan hun natuurlijke bestem ming? Dat wil zeggen, dat over eenigen tijd geen zangvogel meer in ons land te bekennen is! En terwijl insecten ongehinderd kaalvreten wat zij kunnen vinden, heerschtalom onverschillig zwijgen in de na tuur, wier vogelenwereld is uitgemoord. ANNO 1978, maandag 3 april OEGSTCEEST- Hop, daar gaat ie dan, de eerste koele duik in het zwembad Poelmeer, dat zaterdagochtend (zoals ieder jaar op i april) de poorten van het buitenbad weer opengooide voor het publiek. Za terdag kwamen er 696 bezoekers en gisteren (beter weer) maar liefst 808. Foto: archief Leidsch Dagblad OORLOGSDAGBOEK Molly Ackerman is 49 jaar en geboren en getogen Amerikaanse. Ze woont en werkt in Leiden als beeldend kun stenares en is eigenaar van galerie EAE op de Nieuwe Rijn. „Ik ben de muren van mijn galerie aan het schilderen. Mijn leesbril heb ik op, om er zeker van te zijn dat ik geen spijkergaatjes van de vorige tentoonstelling oversla. Ik denk aan het contrast tussen de stilte hier en de oorlog in Irak. Een stil wit bedekt de kleine spijkergaatjes. In Irak ma ken bommen en tanks grote gaten, die niet meer worden weggewerkt. Ik wil niet denken aan de kleuren die dood en vernietiging achterlaten. Ik lees dat nieuwsreporter Peter Ar- nett is ontslagen omdat hij op de Ira kese televisie sprak over Amerikaan se militaire plannen die doorkruist worden door de intensiteit van de Irakese oppositie. Hij legt uit: „Ik wil geen hulp en comfort aan de vijand geven: ik wil alleen de waarheid ver tellen." Ik vraag me af wat het doel van nieuws nog is. Ze zeggen dat journalisten rijn 'ingebed' in de mili taire troepen. Nou, dat lijkt me een understatement. Als Amerikaan heb ik het, in de grondwet vastgelegde, recht op vrij heid van pers, vrijheid van menings uiting en vrijheid van vereniging. Dat is het Amerika waar ik van houd. En het lijkt me dat al die dingen niet meer bestaan. Nieuws is propaganda en propaganda is nieuws. En het is een belangrijk wapen geworden. Ik dacht altijd dat nieuws niet te koop was. Maar momenteel rijn de media niet betrouwbaar als spreekbuis van anderen. Mijn vader in New York e-mailde me als reactie op het nieuws over Peter Arnett: „Ik denk aan mijn moeizame zoektocht naar waarheid en recht vaardigheid. En dit dwingt me om na te gaan of de strijd om de waarheid de pijn en de vernedering van een mediarol als 'vechter tegen windmo lens' waard is. Winston Churchill zei ooit: „De waarheid moet bewaakt worden door een bodyguard van leugens - waar o waar Alice is het wonderland dat je beloofde. Ik zie hoe CNN traag de killing fiék in beeld brengt. Een generaal dei mee dat in deze compound tweeli derd mensen woonden, voordat 4 raket de huizen raakte. In een mui van tijd was de vijand vernietigd. I Maar dit is geen computerspel. Dj ongevoeligheid van cfit alles veraf-, schuwt me. r Ik zou flauw kunnen vallen. Het bloed stroomt uit mijn hoofd. Ik n net naar de dood van heel veel mi sen zitten kijken. Realiseert zo'n g neraal zich niet dat hij een soort I snuff movie presenteert? Het is ille gaal om dat soort films te maken 4 te distribueren. Dus waarom mogj generaals dat wel doen? Ik ga door met schilderen, wit op i maar in gedachten ben ik bij de k| ren van de oorlog." Molly Ackerman 1 Bronstijdstrijders verzoenden zich met samenleving door wapens weg te werpen Een nieuw wapen deed omstreeks 1600 voor Christus in Nederland zijn intrede: het bronzen zwaard. Door de ze technologische vernieuwing wer den de eenvoudige Keltische boe rensamenlevingen gevaarlijker en ge welddadiger. Krijgers met zwaarden hadden macht die zij niet altijd verantwoordden. Arche oloog David Fontijn (32) denkt dat de bronstijd bewoners rituelen ont wikkelden om het ge weld in hun samenleving in te dammen. I N ONDER ZOEK Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen n; :r te maken o uitgeverij Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO <Ld(datum van plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over t« gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA* plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd. Tot voor kort gold de Bronstijd (2300-900 voor Christus) als een tijd waarin de mensen voor het eerst op 'ons' leken. Ze woonden in boerderijen die leken op de typen die nog altijd in Nederland te vinden rijn. De samenleving was puur agrarisch en heel eenvoudig: boeren woonden bij elkaar in dorpjes, er was weinig verschil tus sen 'hoog' en 'laag', er was geen cen traal gezag. Archeologen verbaasden zich altijd over de schijnbare vredigheid van de Bronstijdsamenlevingen: in grafheu vels werden wel sieraden gevonden, maar nooit wapens. Het leek haast een idylle: een vreedzame boerensa menleving waarin iedereen gelijk was. Zelfs onder archeologen leefde het beeld van de Bronstijd als een soort Middeleeuwen, maar dan be stuurd door Joop den Uyl en de PvdA. De Leidse archeoloog David Fontijn heeft dit idealistische beeld aan stukken geslagen. In rijn proefschrift Sacrificial Landscapes toont hij aan dat de Keltische samenleving waar schijnlijk wel degelijk veel geweld kende, maar dat er ook mechanis men en rituelen werden ontwikkeld om dat geweld te bedwingen en, liefst nog, te bezweren. Hij gebruikte hiervoor bewijsmateriaal dat lange tijd door professionele archeologen terzijde was gelegd. Hoe dat kon, is een verhaal op zich. Al anderhalve eeuw worden in Ne derland en België bronzen bijlen en zwaarden gevonden, vrijwel altijd in rivieren die worden uitgebaggerd of in ontgonnen moerassen. Soms ligt er op zo'n vindplaats één enkel voorwerp, meestal echter rijn het grote hoeveelheden, tot wel vijfen veertig bijlen in één vondst. Afdan Nieuwsgierigheid is de belangrijkste drijfveer voor de wetenschap. De rubriek In Onderzoek doet een greep uit de vele onderwerpen waar Leidse onderzoekers zich in hebben verdiept. Vandaag: David Fontijn. „Het gaat om de mooiste, de specta culairste dingen die je in Nederland kan vinden. Het smeedwerk is on overtroffen, soms gaat het om echte kunstvoorwerpen." Vooral aan de bijlen is vaak te zien dat ze lang en intensief gebruikt zijn, maar ook dat ze voor een laatste keer vlijmscherp rijn geslepen en dat ze met zorg nog eens rijn opgepoetst. Het probleem was dat het bijna nooit professio nele archeologen waren die die vondsten deden. Soms was het een boer, die de ploeg zette in rijn pas drooggelegde moe ras. Soms was het een aannemer, die bagger- werken deed in de Maas of een andere rivier. De laatste decennia werden vondsten ook gedaan door schatzoekers, die met een metaaldetector op pad gingen. Vondsten werden niet altijd even goed gedocumenteerd. Archeologen konden er daarom niet zoveel mee. Fontijn heeft de afgelo pen jaren duizend vond sten in Zuid-Nederland en België in kaart gebracht. Van zo'n 600 h 700 vondsten wist hij veel ge gevens te reconstrueren. Daar komt bij dat er de laatste decennia grote opgravingen zijn geweest, onder meer bij Wijk bij Duurstede en in Nijmegen. „Daardoor weten we veel van de Bronstijd", zegt hij. „Wat ik heb gevonden, kun je daardoor in het plaatje passen." Fontijn gelooft dat de bronstijdstrij ders hun bijlen en zwaarden opzet telijk weggooiden. Ze zochten daar voor bijzondere landschappen uit, zoals een samenvloeiing van twee ri vieren (Roermond, waar de Roer in de Maas uitmondt) of Nijmegen, waar de Maas langs een hoge stuw wal stroomt. „Het ging niet om één plek", zegt hij. „Het heiligdom was een compleet landschap, een stuk ri vier van tien kilometer lang of een heel moeras. Voor ons is dat mis schien moeilijk te begrijpen. Bij hei ligdommen denken wij aan kerken of tempels. Maar je moet het eerder vergelijken met de heilige wandelpa den van de Aborigines in Australië, de 'songlines'. Ook daar is niet één plek heilig, maar het hele pad en het omringende landschap." Pas tegen het einde van de Bronstijd verdween het idee van een 'heilig landschap', om plaats te maken voor een cultus die meer samenhing met een plek of een heiligdom. Zelfs na de kerstening van Europa bleef het offeren van wapens in rivieren of kertjes rijn het zeker niet. Fontijn: moerassen nog lang in zwang, tot in de Middeleeuwen toe. Ook het einde van de Arthurlegende, waarin het zwaard Excalibur na een bloedige veldslag wordt teruggegeven aan de Dame van het Meer, past in dit thema. De vondsten wer pen een ander licht op die 'vreedzame' Bronstijdcultuur. Vol gens Fontijn moeten er wel degelijk krijgers rijn geweest - vooral de zwaarden wijzen daar op. Het zwaard was bo vendien een technolo gische vernieuwing van de eerste orde: in de steentijd was het een voudigweg onmoge lijk om bruikbare zwaarden te maken. „De zwaarden waren kort, niet langer dan een meter. Opmerke lijk is dat we geen aan wijzingen hebben voor schilden. Je zou zeggen: mis schien waren ze van hout en rijn ze sindsdien vergaan. Maar ook in moerassen, waar hout goed in con serveert, rijn ze nooit gevonden. Ik denk dat twee krijgers om elkaar heen cirkelden en probeerden el kaar van heel dichtbij te doorste ken." Fontijn denkt dat de boerensamen levingen verre van vreedzaam wa ren. „Er was voortdurend geweld, er waren kleinschalige overvallen en gevechten. Een groepje boeren be wapende enkele krijgers, die dan voor hen vochten. Maar het bewape nen van zo'n krijger had een keerzij de: zo iemand was een gevaar in een wereld waarin verder bijna niemand gewapend was en waarin geen regu lerende overheid bestond. Als zo'n krijger zich tegen rijn eigen groep keerde, was daar weinig tegen te doen." Fontijn is ervan overtuigd dat het krijgerschap iets tijdelijks was. „Het feit dat wapens nooit in graven wor den gevonden, wijst daarop. Ik denk dat iemand gedurende een zekere levensperiode krijger was, dus de wapens op een gegeven moment aannam, maar ze ook ooit weer af legde. Wapens mochten beslist niet worden meegenomen in het graf. Bronstijdbewoners hadden collectie ve graven, waarin iedereen gelijk was. Het idee dat daar een krijger met wapens en al begraven lag, moet het gelijkheidsideaal onaan vaardbaar hebben verstoord." Het offeren van wapens in rivieren en moerassen moet in datzelfde licht worden gezien. Mogelijk was het een verzoeningsritueel, een manier van de samenlevingen om het geweld te bezweren na een periode van oorlog. Elementen van rouw en herdenking kunnen erin ritten, maar ook gaat het misschien om een ritueel 'afleg gen van de wapenen', waarin een krijger zijn identiteit verruilt voor die van boer. Fontijn spreekt van een 'regulerend mechanisme', waartoe misschien ook onderlinge handel en huwelijken behoorden. De meeste vindplaatsen rijn inmid dels verdwenen. Nederland gaat de schop, geen plekje blijft onaa roerd. Toch, vermoedt Fontijn, z er hier en daar nog vindplaatsen over. „Ik denk dat ik weet waar z zijn, doordat ik weet wat hun kei merken zijn. Opvallend is dat die bieden zowel hoge natuur- als ci tuurwaarden hebben, dus ze zijn heel goed te beschermen." Wilfred Simons COLOFON Leidsch Dagblad Directie B.M. Essenberg. G.P Arnold W.MJ. Bouterse (adjunct) E-mail: directie@damiate.hdcn! Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct), E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl HOOFDKANTOOR Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356 Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden. Redactie fax 071-5 356 415 Advertentie fax 071-5 3*3 508 Familieberichten fax 023-5 150 5^7 ADVERTENTIES 071-5 356 300 Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868 ABONNEESERVICE 071-5128 030 E-mail: abonneeservice@hdc.nl ABONNEMENTEN Bij vooruitbetaling (acceptgiro) p/m €19.60 (alleen aut ine) p/kw €55.00 p/j €210.60 Abonnees die ons een machtiging verstrekken tot het automatisch afschrijven van het abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting per betaling. VERZENDING PER POST Voor abonnementen die per post (binnenland) worden verzonden geldt een toeslag van €0,50 aan portokosten per verschijndag. GEEN KRANT ONTVANGEN? Voor nabezorging: 071-5128 030 ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur AUTEURSRECHTEN Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden Deze rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV cq. de betreffende auteur. HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003 De publicatierechten van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting Beeldrecht te Amstelveen. HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de verwerking van gegevens van abonnees van dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens worden gebruikt om gerichte informatie over voordeelaanbiedingen te geven, zowel door onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten aan HDC Uitgeverij Zuid BV. Afdeling Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem, Een vrouw uit Zoeter- woude wordt geplaagd door wilde hanen. De beesten dringen haar ei gen kippenhok binnen op zoek naar voer en veroor zaken daarbij onder de rechtmatige inwoonsters van de kippenflat de no dige opschudding. De vrouw schrijft een brief naar de provincie met het verzoek de hanen te van gen. Na maanden heeft ze echter nog steeds geen antwoord. De mollenvan- ger die op haar erf werkt besluit rijn bazin een handje te helpen. Terwijl de vrouw op vakantie is plaatst hij enkele klap- kooien. Een ambtenaar van de provincie besluit rond diezelfde tijd e&is pools- hoogte te nemen. Hij stuit niet op de hanen, maar wel op de klapkooi- en. Die rijn volgens hem in strijd met de jachtwet. Hij waarschuwt daarom direct de politie en over handigt het bewijs: foto's waarop de kooien rich^ baar rijn. Eenmaal terug van vakantie krijgt de vrouw te horen dat ze voor de rechtbank moet verschijnen. „Ik word er zo langza merhand een beetje moe van", verzucht de vrouw voor de rechter. „Ik moest al een keer eerder voor de rechtbank ver schijnen in verband met die klapkooien. Dat schijnt niet te mogen op openbaar gebied. Kenne lijk is er nu ook wat op te gen als ze op mijn eigen terrein staan." De rechter kijkt bedenke lijk. „Ik heb de jachtwet er maar bij gepakt, want dit soort zaken kom ik niet dagelijks tegen in de praktijk", geeft ze toe. „Fazanten mogen niet ge vangen worden, maar ha nen wel want die vallen niet onder wild. Vangt u de hanen nog steeds met een klapkooi?" De ver dachte schudt haar hoofd. „Nee, ik vang ze zelf nooit. Mijn mollen- vanger doet het altijd. Al leen komt er tegenwoor dig geen klapkooi meer aan te pas." De officier van justitie vindt dat de vrouw hoe dan ook vrijuit moet gaan omdat de mollenvanger de klapkooien heeft ge plaatst en niet de ver dachte. De rechter kan daar weinig tegen inbren gen en spreekt de vrouw vrij. Botsing L£n rijbewijs halen voor je achter het stuur kruipt, is geen overbodige luxe, maar een man uit Am sterdam denkt daar an ders over. Het gaspedaal flink intrappen, meent hij, kan toch iedereen. Wanneer zijn vriend op een dag aan de late kant is voor rijn doktersaf spraak en in alle haast de auto dwars voor de in gang van het Leiderdorp- se Elisabeth ziekenhuis parkeert, biedt de Am sterdammer aan de wa gen even verderop neer te zetten. De vriend gaat ak koord en werpt hem de autosleutels toe. Eenmaal in de auto blijkt de besturing toch iets las tiger te rijn dan gedacht Hij suist eerst met volle snelheid rakelings langs een voetganger en rijdt dan de auto total loss te gen een betonnen paal. Zelf houdt de Amster dammer aan het illegale rijavontuur lichte ver wondingen over. En een pittige rekening voor het vergoeden van de verniel de auto. Voor het controleverlies over het voertuig, het ver oorzaken van gevaar op de weg en het rijden zon der rijbevoegdheid moet de man zich voor de rechter verantwoorden. „Die dag is voor mij één groot zwart gat", verklaart hij. „Na het incident ben ik een uur lang buiten westen geweest. Mis schien dat ik me daarom zo weinig kan herinneren. Het enige wat ik weet is dat ik in de auto ben stapt om hem even v derop te parkeren." De officier van justitii vindt het hoogst mer waardig dat de verdai überhaupt achter het stuur is gaan zitten. „Daar heb je niet voo niets een rijbewijs vol nodig. Iemand met e rijbevoegdheid was n als een gek over het p keerterrein van het zi kenhuis gereden." De verdachte hoort e boete van 400 euro te zich eisen. De rechtei vraagt hem wat hij va eis vindt. „Prima", ar woordt de man vriem lijk. De rechter volgt eis van de officier. Floor Ligtvoet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 14