REGIO
'Het wielrennen heeft me erdoor gesleep
'Ik heb één klant gehad winkels. Platen-
die naar die plaat vroeg bmg leverde ai
Soms vraagt vrede eerst oorlog
Malejachie
HDC 970
ZATERDAG 22 MAART 2003
NAVRAAG
'Step right up'. de eerste single van Jamai, gaat als zoete broodjes
over de toonbank. De winnaar van Idols 2003 trekt duizenden klan
ten naar muziek-
j1 7 5 maatschappij
185.000 exempla
ren van de single aan de handel. Binnen de kortste keren staat 'Step
right up' op nummer 1 in de hitparade, zo is de verwachting. Profi
teert WIM DE LEEUW van Plato, de alternatieve platenzaak in Leiden,
ook van de Jamai-rage?.
Als ik 11 om 'Step right up' vraag, wat antivoordt u mij dan?
..Waar heb je het over? Van wie is dat? O, lamai van Idols. Dat volg
ik niet zo. Ik heb welgeteld
één klant gehad die ernaar
vroeg. Die heb ik doorver
wezen naar de Free Re
cord Shop.'"
Bent u niet jaloers op alle
kooplustigen die in ande
re muziekwinkels staan te
dringen om het singletje
van Jamai?
„Nee hoor, ik denk dat die
rijen uitzonderingen zijn.
Bij Plato zijn wij blij met
onze trouwe klanten die
elke week hun cd's kopen. Maar ook wij kennen trends. Kijk hier,
een cd van Dayna Kurtz. Daarnaar is veel vraag na een lovende re
censie in de Volkskrant. Ook merken wij het als er een bekende
popartiest overlijdt, zoals destijds Herman Brood.
Welke principes luinteert u voor de muziek die u in uw winkel te
koop aanbiedt?
„Principes is een groot woord. Onze grens is vaak dezelfde als die
van de Volkskrant, omdat veel van onze klanten die lezen. Als zij
schrijven dat Marco Borsato mag. dan kopen wij ook wat van zijn
muziek in. Toen André Hazes na die documentaire over hem artis
tiek verantwoord werd verklaard, boden wij ook meer van zijn mu
ziek aan. Vroeger verkochten wij alleen zijn rock 'n' roll-lp's."
Trekt uw zaak ook jonge muziekliefhebbers?
„De 13- en 14-jarigen cüe hier komen, onderscheiden zich van het
Idols-publiek. Vaak vragen ze waarom we geen muziek verkopen
van één of ander vaag punkbandje. Zo alternatief zijn wij nou ook
weer niet, dat wij dat dan in voorraad hebben. Soms duikt dat pas
een halfjaar later bij ons op."
Heeft u ook een idool?
„Ja, ik ben een grote fan van David Bowie."
tekst: Tim Brouwer de Koning
foto: CPD/Roland de Bruin
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1978, woensdag 22 maart
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d.(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de oalie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B M. Essenberg, C.P. Arnold
W.MJ. Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@damiate.hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82. Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5 '5° 5*>7
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5 128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19.60 (alleen aut ine)
p/kw €55,00 p/j €210.60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507, 2003 PA Haarlem.
OORLOGSDAGBOEK
Theo van Kauuwen (48) uit
Leiderdorp is luitenant-kolonel
van de Genie. Hij begeleidt in
zijn huidige functie reorgani
saties van eenheden van de
Koninklijke Landmacht.
'Soms vraagt vrede eerst oor
log', zei ik drie jaar geleden
tijdens een vraaggesprek met
de Anne Frankstichting over
hoe ik de Tweede Wereldoor
log herdenk gedurende de
twee minuten stilte op 4 mei.
Mijn verhaal dat uit dit ge
sprek werd opgetekend voor
het boek 'Een stilte die
spreekt' begint met de intro
ductie 'Zelf vechten trekt
hem niet. Toch blijft hij be
reid om waar nodig de vrede
met wapens af te dwingen'.
Ik sta nog steeds achter alle
toen gedane uitspraken.
Wat betreft de nieuwe oorlog
in Irak heb ik zo mijn vraag
tekens of deze de verwachte
vrede oplevert. Dat ik zal
worden ingezet ligt minder
voor de hand, gegeven de
uitspraak van onze minister
president dat Nederland al
leen politieke steun aan de
oorlog verleent.
Mijn persoonlijk dagboek
over deze oorlog begint op
dinsdag. President Bush
spreekt het 48 uur-ultima
tum uit op dezelfde dag dat
de vriend van onze oudste
dochter afscheid van ons
komt nemen. Als officier van
de Koninklijke Luchtmacht
wordt hij twee maanden uit
gezonden naar een vliegbasis
in Kirgizië van waaruit zijn
eenheid de luchtsteun ver
zorgt voor de landtroepen in
Kabul. Bij de laatste hand
druk wens ik hem veel krijgs-
mansgeluk toe en maan hem
voorzichtig te zijn.
Donderdagochtend. De oor
log is begonnen. Als militair
ben ik benieuwd naar de
strategie van Saddam tegen
een coalitie die van alles het
meest heeft en daarvan ook
nog eens de meest moderne
versies inzet. Hoe lang gaat
deze oorlog duren?
Aan de poon van de kazerne
heerst verhoogde paraatheid.
Privé-auto's mogen niet op
het terrein worden gepar
keerd en toegangspasjes
worden nog nauwkeuriger
gecontroleerd. Bij de koffie
en in de wandelgangen is de
oorlog hoofdgespreksthema,
hoewel de prestatie van Ajax
in Rome ook niet onbespro
ken blijft.
De in de officiermess immer
aanwezige ochtendkranten
worden gretiger dan ooit ge
lezen. Een paginagrote kleu-
renplattegrond van Irak trekt
de aandacht. Alle opslag
plaatsen van chemische en
biologische wapens zijn pre-
cie3 in kaart gebracht. We
kenlang wisten de wapenin
specteurs deze locaties niet
te vinden en ineens voild?
Vrijdagochtend het periodie
ke overleg met de bonden,
ditmaal over drie nieuwe
voorgenomen reorganisaties.
Voor de komende week gaat
mijn interesse uit naar de
vorderingen van de superge
heime Amerikaanse afluister-
dienst die in staat wordt ge
acht gesprekken af te luiste
ren die worden verzonden
via in beton gegoten glasve
zelkabels. Zal deze dienst in
staat zijn te traceren of de
man met de unieke oren
daadwerkelijk gewond is?
Theo van Kauuwen
In de gang van zijn krappe be
nedenwoning in het Haag-
wegkwartier hangt prominent
een racefiets. Ondanks zijn
bijna tachtig levensjaren mag
Van Vliet er nog graag een
stuk op rijden. „Ik ben al
meer dan zestig jaar een fana
tiek beoefenaar van de wieler
sport. Afgelopen zomer heb ik
nog op Griekenland gefietst.
Je kan gerust stellen dat het
wielrennen me op de been
heeft gehouden. Honderd ki
lometer door de duinen ra
cen, dat doet wel wat met je
hoor. Die fiets heeft me door
de diepste dalen van mijn le
ven heen gesleept."
Want zijn leven is niet altijd
makkelijk geweest, zegt Van
Vliet. Opgroeiend in een groot
gezin, als zoon van een plaat
werker, was het vaak een zwa
re jeugd. „Ik weet nog goed
hoe ik 's winters heel vroeg in
de rij moest gaan staan voor
een oud brood. Op mijn gym
schoentjes, terwijl het twaalf,
dertien graden vroor. Mijn va
der ging dan op pad en ik ging
naar de Vooruit, de broodfa
briek aan de Korevaarstraat.
Want wij moesten dat gezin te
eten geven, ik en mijn vader.
En cokes halen, hè. Als jongen
van vijftien werkte ik op de
grofsmederij aan de Zijlsingel.
Voor het werk mocht je dan
cokés uit de ovens halen die
over waren van de dag daar
voor. Die bracht ik dan naar
huis."
In 1942 was het afgelopen
met het werk op de grofsme
derij. „Ik was net 17, toen ik
tijdens een razzia van straat
werd geplukt. Op de 'stijfsel-
baan' voor het station gebeur
de dat. Alle jonge jongens
werden in een vrachtauto ge
laden en naar de beurs aan de
Doezastraat gereden. Bang
was ik niet, nee. Je wist ook
niet wat er aan de hand was,
hè. In dat kantoortje maakte
een NSB'er onze papieren in
orde, waarna we op de trein
werden gezet. Ik had het ge
luk dat een wielervriend een
rieten koffertje met kleren bij
mijn ouders was gaan halen.
Dat kon hij me nog geven
voordat ik op transport werd
gezet. Want verder had je
niets."
Na een tussenstop in Deven
ter, waar Van Vliet autorijles
sen kreeg, ging het transport
richting Berlijn. Daar werd de
Leidenaar bij Expeditiebedrijf
Barts Co. aan het werk ge
zet. „Ritterstrasse 44, ik zal
het nooit vergeten. We woon
den in een barakkenkamp in
Ost-Kreuz, Weisensee. Neder
landers zaten er, en Fransen
en Belgen. Een hel was het.
Overdag werken en 's nachts
in de bunkers schuilen voor
de bombardementen. Dan
kwamen die zwermen met B-
Fietsen in de gang, fietsen in de schuur, fietsen in de woonkamer
en fietsen in de slaapkamer. Nee, voor het versleutelen van een
rijwiel draait Willem van Vliet (78) zijn hand niet om. Evenmin
voor het opknappen van een tuin of het verbouwen van een huis.
„Ik kan alles en ik doe alles. Mijn hele leven lang al." En als iets
daarvan getuigt, is het Van Vliets levensloop. Van badsteward op
de Holland-Amerika Lijn tot bronsgieter en van alles daar
tussenin. „Ik heb overal gewerkt, alles gedaan. Het was een
bewogen leven met hoogte-, maar zeker ook dieptepunten."
DE DINGEN DIE
VOORBIJ GAAN
52's en B-29's overvliegen.
Licht had je niet. Alleen de
luizen die in zwermen rond
vlogen. Die gaven een gloed
af. Douchen kon ook niet. Eén
keer per week werden we
schoon gespoten. Ja, je werd
als jongen van achttien voor
de leeuwen gegooid,
's Ochtends ging ik met de
Strassenbahn 74 en 174 naar
de Alexanderplatz om te wer
ken. Eerst moesten we zo'n
Heinkeltruck aanslingeren,
waarna we pakketen gingen
ophalen en wegbrengen. Zo
iets als Van Gend Loos doet,
maar dan in Berlijn. Ik heb
nog van allerlei filmsterren en
rijke Duitsers de koffers moe
ten pakken. Die ontvluchtten
Berlijn. Onderweg maakten
we die koffers dan open, op
zoek naar bonboekjes. Die
verdeelde je onder elkaar. We
hebben ook wel eens aardap
pels uit de grond getrokken
en boven het vuur geroosterd
om in leven te blijven. Dat
was gewoon survival, puur
overleven.
Eén keer was het bijna met
me gedaan. Ik had toen een
Duitse krijgsgevangene brood
gegeven. Want dat deed je
dan toch nog wel. Toen werd
ik gewaarschuwd door een
Duitser: dat moet je niet meer
doen, want anders ga je naar
een ander kamp. Naar Da
chau of naar Buchenwald. Ik
ken die kampnamen allemaal
uit mijn hoofd.
In eerste instantie mocht je
ieder jaar een week naar huis.
Maar al die jongens die met
verlof vertrokken, die kwamen
niet meer terug. Dus daar
hebben de Duitsers toen een
streep onder gezet. We heb
ben ook nog wel eens een
vluchtpoging overwogen.
Maar we zaten ongunstig,
midden in het centrum, we
konden niet wegkomen uit
dat kamp.
Op een zondagmiddag in au
gustus liep ik met een paar
vrienden over de Hohenzol-
lerndam. Dat deden we iedere
zondagmiddag: eerst rijden
en daama de stad in. Maar op
die bewuste zomerdag raak
ten we in een bombardement
verzeild. De schuilkelders
konden we niet meer berei
ken. Toen zijn we onder het
puin bedolven geraakt. Ik had
geluk. Zwaargewond kwam ik
in het ziekenhuis weer bij. Ik
was een van de weinigen die
het had overleefd. Mijn
schouder was verbrijzeld,
mijn benen waren gebroken,
mijn trommelvlies was ge
scheurd, ik had een gat in
mijn buik. Ik moest toen reva
lideren in de barak. Daar kon
ik een beetje klusjes doen.
Feitelijk had ik geluk dat ik ge
wond was. Daardoor kon ik
een beetje aansterken. Ik
kreeg ook weer normaal eten.
Nadat de Amerikanen en Ca
nadezen de stad hadden be
vrijd, werden we onderge
bracht in grote tentenkam
pen. Ik had geluk dat ik een
beetje Engels kon spreken,
zodat ik tenminste kon vertel
len waar ik vandaan kwam.
Het duurde nog wel een half
jaar voordat ik naar huis kon.
Ik woog nog vijftig kilo. Ik had
infecties, bloedarmoede. Ik
kwam toen in het sanatorium
in Bergen aan Zee te liggen.
Op een dag stonden ineens
mijn moeder en haar zus voor
mijn neus. Die hadden me bij
het Rode Kruis als vermist op
gegeven. De hele oorlog lang
hadden ze niets van me ver
nomen.
Toen ik een beetje aangesterkt
was, ben ik weer aan het werk
gegaan. Eerst een jaartje als
plaatwerker bij een oom in
Den Haag. En daarna van de
ene gieterij naar de andere in
Leiden. Als ik ergens iets meer
kon verdienen, ging ik weg. Ze
stonden in die tijd te springen
om vakmensen. Scheepson-
derdelen maakte ik, medische
instrumenten, noem maar op.
Echt vakmensen waren we.
Maar op een gegeven mo
ment was ik het zat om in die
troep te zitten. Ik dacht: weet
je wat, ik ga varen. Toen ben
ik bij de Holland-Amerika Lijn
gegaan. Badsteward was ik.
Badmeester. Ik stond aan
stuurboord, mijn maat aan
bakboord. De hele wereld heb
ik in die jaren gezien. Canada,
Amerika, de Golf van Mexico,
LEIDS DIALECT
Wat is er aanlokkelijker voor
een kind dan zo'n ouderwets
snoepwinkeltje? Minutenlang
kon je met je neus voor de eta
lage staan kijken naar al die
onbereikbare lekkernijen.
Kauwgomballen, zoute snip
pers, spekkies, noga, stroop
stokken. Te veel om op te noe
men. Voor vijf centen had je al
een paar dropveters. Maar
meestal had je geen vijf cent.
Ik tenminste niet.
Had je in Leiden typisch Leids
snoep met typisch Leidse na
men? En waren er echte ou
derwetse Leidse snoepwinkel
tjes? De enige die ik nog heb
gekend is net een paar jaar ge
leden verdwenen. Het was dat
prachtige, overvolle, chaoti
sche winkeltje op de Oude
Varkenmarkt. Ik heb er nog
wel eens een zachte kaneel
stok gekocht.
Vroeger had je op de Hoge-
woerd de winkel van Biziot.
Daar verkochten ze pitbrok-
ken, stroopbrokken met pin
danootjes erin. Zonder die
pinda's werden ze babbelaars
genoemd. Dat woord babbe
laar is algemeen Nederlands,
maar die pitbrokken lijken me
onvervalst Leids. Net zo Leids
als de stroopsoldaat, een lek
kernij van gestolde stroop, in
de vorm van zo'n pijltje dat je
in je jeugd maakte van een
stuk krantenpapier en dat je
wegschoot met een afgezaag
de elektriciteitsbuis. Bij voor
keur in openstaande ramen
van slaapkamers.
Die stroopsoldaten kon je be
machtigen bij een andere
snoepwinkel op de Hoge-
woerd van de firma Matze. En
daar lagen ook nog brokken
met druivensuiker, die in Lei
den de merkwaardige naam
borsthoning draagt. Was dit
goedje een middel tegen be
nauwdheid op de borst mis
schien? Of hielp het tegen de
hoest? Overigens, al dat zoets
is natuurlijk niet bevorderlijk
voor de gezondheid van het
gebit. Vandaar dat het moge
lijk geen toeval was dat boven
de zaak van Biziot, op de twee
de verdieping, een vestiging
was van tandarts Vreeburg.
De Leidse afscheidsgroet luid
de de zege van Habakuk al dan
niet gevolgd door en de groete
van malle Japie. Habakuk was
een bijbelse profeet uit de ze
vende eeuw voor Christus.
Malle Japie is de Leidse ver
bastering van de Malejachie,
een profeet uit de vijfde eeuw
voor Christus. De Leienaar
verbastert wat af, dus Maleja
chie wordt al heel gauw malle
Japie. En dus krijgen we de
onbegrijpelijk groet: de zege
van Habakuk en de groete van
malle Japie. En die twee profe
ten hebben kennelijk indruk
gemaakt op de Leidse bevol
king, want overbekend is ook
het gedichtje:
Malejachie, waarom lach ie.
Habakuk z'n hemd is stuk.
Samuel die maakt hem wel.
De zege van Habakuk... was
niet alleen een afscheidsgroet.
Het werd ook gezegd als je een
einde aan een gesprek wilde
maken omdat de ander maar
doorzeurde of met een onaan
nemelijk bod kwam: ja, de zege
van... Over heel Nederland ko
men er wel varianten voor van
het type: en de Heer sprak tot
zijn schare: drinken we het nu,
of zullen we het tot morgen be
waren. Of met de aanvulling:
rook geen tabak maar beuken
blaren. In Leiden bestond de
variant: en de Heer sprak tot
zijn schare: nemen jullie de
Breestraat, dan neem ik de
Korte Mare.
Een bezorgde Leidse va
altijd tot zijn opgroeien!
dochters: 'meiden, houj
hand voor je ogen en jel
voor je froes. Het is duid
dat froes hier 'vagina' bd
kent, maar ik heb geen 8
idee wat de herkomst en
U wel? En is dit froes bij
mensen bekend? Ik hooi
Met veel dank aan Hans
Dam, Sjoerd Heeringa (l
Olga Koet, Joost van Uld
(Canada) en Greet Vlaan
(AImere). Reacties en tips,
deze rubriek kunt u stn
naar de redactie van daI
krant, Postbus 54. 2300m
den, onder vermelding
rubrieksnaam 'Leids d'
E-mailen naar de auteiA
ook: heestermans@inLlJ
Hans Heestermans
ALPHEN AAN DEN RIJN - Tussen nu en 1985 moet-als alles vol
gens plan verloopt - het gebied röndom de Zandwinplas worden inge
richt als recreatiegebied. Of dat haalbaar is zal in sterke mate afhan
gen van de financiële steun die het ministerie van CRM en de Provin
cie zullen verlenen. De realisering van het zogenoemde plan Zeger-
sloot zal in acht fasen worden uitgevoerd. In totaal is met het plan
(exclusief de aanleg van sportvelden) een bedrag van ongeveer 25
miljoen gemoeid. Momenteel liggen er bij het ministerie van CRM en
de Provincie subsidieaanvragen voor de realisering van de eerste
twee fasen.
In totaal is het gebied zo'n 265 hectare groot, 70 hectare daarvan
worden in beslag genomen door de Zandwinplas (Zegerplas). De
zuid-west zijde is voor het grootste deel gereserveerd voor sportvelden
en -accommodaties. Een belangrijk deel daarvan is al gerealiseerd of
in aanleg. Het sportpark De Bijlen bijvoorbeeld is al jaren gereed, ter
wijl momenteel drie korfbalvelden en vier hockeyvelden in aanleg
zijn. Gepland zijn
verder nog een twee
de halfverhard veld
en vier voetbalvel
den (langs het Aar
kanaal). De noorde
lijk oever is bestemd
voor oeverrecreatie.
Ook de vuilstort
plaats langs het Aar
kanaal is in het re
creatieplan opgeno
men.
ANNO 1978,
woensdag 22 maart
RIJPWETERING -
Rijp wetering be
schikt nog over een
'echte' schillenboer:
Wil van der Pouw
Kraan. Hij gaat bin
nenkort zijn 25ste
jaar als schillenboer
in. "Ik heb nooit een
hoge pet op gehad
van veevoederpro-
dukten uit de fa
briek. Ik hou het lie
ver bij wat ik bij de
mensen ophaal.
Daarvan is de voe
dingswaarde veel
hoger".
Foto: archief
Leidsch Dagblad
Willem van Vliet met een van de eerste beelden die hij halverwege de jaren vijftig goot. „I
koperkoorts en loodvergiftiging. ledereen die in de gieterij werkte, werd vroeg of laat ziek.
Foto: Dick Hogewoning
het Panamakanaal, Jamaica,
Cuba, noem maar op. Heim
wee had ik niet. Welnee. Hoe
kan je nu heimwee hebben als
je al in Duitsland hebt ge
werkt?
Ik heb nog wel foto's uit die
tijd. Kijk, dit is bij de marine-
basis op Curasao. Daarachter
ligt de Nieuw Amsterdam.
Toen was ik bruin hoor. Een
moordleven hadden we, met
al die jonge jongens aan
boord. Iedere dag liep ik in
mijn witte broek en witte
schoenen, helemaal steriel.
En dan maar zorgen dat de
gasten het naar hun zin heb
ben. Schone handdoeken ge
ven, het bad schoonmaken.
En soms kreeg je een
tip. Moesten we de
koffers van Pia Beek
dragen, dan kre
gen we honderd
dollar van haar.
Ik dreef ook
nog een han
deltje in
stropdassen.
In Hoboken,
New York,
had ik een
mannetje dat
die dingen
voor me maak
te. Dan smokkel
de ik een fles je
never voor hem
mee uit Nederland.
You take Bols for me.
Daar
gek op. Kreeg ik een schoe
nendoos vol stropdassen
mee, die ik Nederland weer
voor het dubbele verkocht. Ja,
ik heb goud geld verdiend in
die tijd."
In '55 kwam er een eind aan
Van Vliets vaarcarrière. Hij
streek weer in Leiden neer,
waar hij al snel aan de slag
kon in een kunstgieterij. „Bij
Stöxen op de Uiterstegracht.
Mooie opdrachten heb ik daar
kunnen doen. De beelden
groep van Plein 1813 in Den
Haag hebben we opnieuw ge
goten. Ik heb al die koppen
gedaan. Maar ook Leiden
staat vol met mijn werk. De
Leidse wees
jongen
voor Station Lammensc
het Bevrijdingsmonume
Molen de Valk, de pauw
Pauwbrug, de stier op d
renbrug, dat beeld in he
stadhuis, die groene jon
met die duif, ook door 1
maakt. Ik heb voor zeke
twintig beeldhouwers g[
werkt. Voor Wenckenba
voor Jan Wolkers.
In Jan Wolkers herken it
zelf wel. Dat is net zo'ni
netje als ik. Een vrijbuit!
einzelganger. Als ik erge
aan begin, gooi ik het ni
de hoek. Ik blijf net zo b
prutsen tot ik het voore
heb. Ik ben altijd leergie
weest. Ik wilde grenzen
leggen. De hele wereld 2
Halverwege de jaren zet
werd Van Vliet afgekeuri
had koperkoorts en looi
giftiging. Iedereen diei
gieterij werkte, werd vi
laat ziek. Al mijn collej
zijn eraan overleden,
ik heb ze overleefd. 0
weer dankzij het wiel
nen. Want ik ben nie
blijven zitten. Kan i|
niet. Ik ben altijd bi
Met die fietsen. Ofi
te vissen. Wat meii
geval altijd veel go«
doet, zijn die beeldi
overal in de stad. D
kunst, die pakt niei
me meer af."
Rody van der Pol