Klem tussen kamer en huurwoning P Afgestudeerde studenten willen in Leiden blijven wonen ZATERDAG 8 FEBRUARI 2003 ER BIJ Afgestudeerd politicoloog Puma Smagge in zijn studentenkamer in het voormalige Elisabeth Ziekenhuis aan de Hooigracht. Smagge is de op één na langste huurder van de Stichting Leidse Studentenhuisvesting. Foto's: Henk Bouwman Pas afgestudeerden worden ver antwoordelijk gehouden voor de kamernood onder Leidse studen ten. Na hun studie zouden ze niet snel genoeg hun kamers verlaten. Daardoor stagneert de doorstro ming. De Stichting Leidse Studen tenhuisvesting (SLS) heeft 500 af gestudeerde huurders die weg moeten, maar die niet gaan. „Dat is een kwart van het berekende te kort aan kamers", zegt SLS-woord- voerster Margriet Henninger. De afgestudeerden voelen zich gede- moniseerd. „ie kunt ons niet zo maar wegsturen. Waar moeten we heen?" door Wilfred Simons uma Smagge (33) heeft de eer de op één na langste huurder te zijn van de Stich ting Leidse Studentenhuisvesting. De oud- Minervaan woont vanaf 1989 in het voorma lige Elisabeth Ziekenhuis aan de Hooigracht. In 2001 studeerde hij af als politicoloog, na een verblijf van twaalf jaar aan de Universi teit Leiden. „Dat het zo lang zou worden, kon ik van tevoren ook niet bedenken", zegt hij met een lach. „Toch zou ik, als ik nu weer begon, niet in vier jaar afstuderen. In je stu dententijd kun je leuke dingen doen. Ik heb rally's gereden met antieke auto's zoals Spit fires en MG's, ik heb geschaakt bij Minerva, was lid van de Studentenweerbaarheid Pro Patria, ik heb een jaar de training van een roeiploeg van Njord gedaan, om maar wat te noemen." Daarnaast liep Smagge vertraging op omdat sommige onderdelen van zijn stu die slecht op elkaar bleken aan te sluiten. Ook ging veel tijd zitten in zijn strijd om het behoud van het Elisabeth Ziekenhuis, dat hij destijds uit de klauwen van projectontwikke laar Maarssens Bouwbedrijf wilde houden. Smagges woonkamer staat propvol meube len, kasten, boeken en een hometrainer. Toch woont hij naar studentenbegrippen ri ant. Hij heeft twee kamers, een woon- en een slaapgedeelte, in totaal veertig vierkante meter. Een luxe, erkent hij. Een gemiddelde student moet het met twaalf vierkante meter doen. Bovendien mag hij gratis wonen, om dat hij studentbeheerder is. Dat is in het Eli sabeth Ziekenhuis geen sinecure. „Er komen hier veel buitenlandse studenten die er geen flauw idee van hebben hoe het hier toegaat." 'Een stukje opvoeding', zoals hij het zelf noemt, komt er ook bij. Zo heeft hij een pos ter gemaakt waarop hij de buitenlandse stu denten oproept alleen fietsen te kopen van bonafide aanbieders en niet van zomaar ie mand op straat. Smagge weet wel dat de SLS afgestudeerden liever kwijt dan rijk is. Toch voelt hij er wei nig voor om te verhuizen. „Ik heb nu tijdelijk een baan in Leiderdorp, maar ik ben op zoek naar vast werk. Zolang ik niets heb, blijf ik hier." Als hij iets vindt dat niet op forensen afstand te bereizen is, wil hij wel verhuizen. Maar zolang hij werk in de Randstad vindt, gaat hij er de stad niet voor uit. „Hier zitten mijn vrienden, hier heb ik mijn leven." Voorgoed in Leiden Smagge is de enige niet. Uit de 'Roos Stu dent en Kamer-enquête' van een groepje Leidse PvdA-jongeren bleek dat dertig pro cent van alle studenten al tijdens de studie besluit voorgoed in Leiden te blijven. Nog eens vijfenveertig procent wil dat ook, maar neemt daarover pas na de studie een besluit. Die cijfers zijn in tegenspraak met het geves tigde beeld, namelijk dat studenten van ver komen en na hun studietijd weer vertrekken. Leidse politici houden dit beeld graag in ere, want als de studenten na afloop weer weg gaan, hoeven ze met hen geen rekening te houden in het huisvestingsbeleid. Natuurlijk, Leiden is mooi en knus. Maar dat is niet de enige reden waarom studenten voor de stad kiezen. Dat hangt ook samen met de sterk veranderde samenstelling van de studentenpopulatie ten opzichte van de jaren '50, '60 en '70. Waar de Universiteit Leiden vroeger een landelijke uitstraling had, komen de meeste studenten van nu uit de regio Leiden, de Rijn- en Veenstreek en de Duin- en Bollenstreek. Met de opkomst van universiteiten in Rotterdam, Tilburg, Nijmegen en Maastricht hoeven aankomen de studenten uit de Rijnmond, Noord-Bra bant en Limburg niet meer naar Leiden. Al leen vanuit de agglomeratie Den Haag trek ken nog altijd veel studenten naar de univer siteit. Een tweede verschil is dat opleidingen als rechten en medicijnen minder dominant zijn dan pakweg twintig jaar geleden. De universiteit leidt verhoudingsgewijs minder juristen en medici op en meer politicologen, bestuurskundigen, historici en psychologen, om maar wat vakken te noemen. Dat heeft zijn weerslag op de Leidse woningmarkt. Ju risten en medici zijn gebonden aan een standplaats (notariskantoor, huisartsenprak tijk), terwijl de tweede groep overal in de Randstad terecht kan. Zij hoeven voor hun werk, bij wijze van spreken, de stad niet meer uit. En omdat ze bij aanvang van hun studie toch al uit de regio kwamen, is dat een reden te meer om in Leiden te blijven. Treurigheid troef Witold Kepinski (30) is zo'n voormalige stu dent. Hij komt "uit Voorschoten, studeerde geschiedenis en woonde in zijn studenten tijd met twaalf anderen in een SLS-pand aan de Rembrandtstraat. Toen hij in 1999 afstu deerde, merkte hij tot zijn schrik dat hij niet zomaar een huis kon huren in Leiden. „Ik ben nog drie jaar in mijn kamer gebleven, totdat ik eindelijk via woningbouwvereni ging 'Rijn en Vliet' een woning kon betrek ken aan de Doelensteeg. Tot zijn grote vreugde deed de SLS 'totaal niet moeilijk', waarvoor hij de kamerverhuurder erg dank baar is. Kepinksi heeft nooit overwogen om Leiden te verlaten, zelfs niet toen hij als be- drijfsjoumalist een baan kreeg bij een Haar lemse uitgeversmaatschappij. Hij forenst lie ver. „Leiden is gewoon mijn stad. Al mijn vrienden wonen hier." Bovendien, waar moest hij heen? „Het vinden van een sociale huurwoning in Haarlem of Amsterdam is zo mogelijk nog moeilijker dan in Leiden", weet hij uit ondervinding. „Koopwoningen zijn er helemaal onbetaalbaar. In Den Haag of Delft schijnt het relatief gemakkelijk te zijn. Ik ken wel stellen die die kant zijn opge gaan. Maar ik vind Delft niks." In de drie jaar die Kepinksi gedwongen op zijn kamer bleef, kreeg hij ruim de gelegen heid om de Leidse woningmarkt te onder zoeken. In sommige delen van Leiden is het vinden van een woning gemakkelijker dan in andere, merkte hij. „In het centrum is het bijna ondoenlijk. In Noord lukt het sneller, maar veel afgestudeerden willen daar niet wonen. Ze beschouwen de wijk als onveilig, laten we daar eerlijk in zijn." Onder zijn pas afgestudeerde vrienden en kennissen is het volgens Kepinski nog altijd treurigheid troef. Vooral onder stellen. Zij willen graag samenwonen, maar blijven ja ren noodgedwongen apart op hun studen tenkamers. Andere stellen bewonen getwee- en een kamer die slechts voor één is be doeld. „Het lukt ze gewoon niet om een be taalbare woning te vinden", aldus Kepinski. Inschrijving leeft niet In hoeverre is dit 'eigen schuld, dikke bult'? „Leiden zit gewoon op slot", vindt ook D66- raadslid Peter Bootsma, die voor zijn fractie de Leidse binnenstad en de studentenwereld in de gaten houdt. „De spanningen op de Leidse woningmarkt zijn groot." Toch treft de studenten wel enige blaam. Vijf jaar geleden maakte de gemeenteraad het voor studenten mogelijk om zich in te schrij ven bij een woningbouwvereniging. Wie zich als eerstejaarsstudent laat inschrijven, kan tijdens zijn studie op de wachtlijst staan. Aangezien die vier a vijfjaar beloopt, evenals de gemiddelde studieduur, betekent dit dat een student naadloos van zijn studentenka mer de overstap kan maken naar een sociale huurwoning. In theorie dan. Want slechts twintig procent van de studenten schrijft zich in. „Ik consta teer dat inschrijving niet leeft", zegt Boots- ma. „Eerstejaars studenten hebben wel wat anders aan hun hoofd. Ze komen in een vreemde stad, zoeken een studentenkamer, beginnen een nieuwe fase in hun leven. Ze denken niet na over een leven na hun studie, dat is ook te veel gevraagd. Dat komt pas te gen de tijd dat ze afstuderen." Toch is dat niet het hele verhaal. Ook Smag ge, die toch twaalf jaar over zijn studie deed, erkent schuldbewust dat hij zich nooit heeft ingeschreven. Kepinski schreef zich ook pas na zijn studie in. Beide schrijven hun on achtzaamheid toe aan de 'vaste gewoontes', die de studentenwereld beheersen. Die ver anderen maar langzaam, het idee dat je je moet inschrijven, behoort daar nog niet toe. Smagge voegt daaraan toe dat veel jonge studenten 'van tegenwoordig' überhaupt verbazend lichtzinnig over de organisatie van hun leven denken. „Ze schrijven zich niet in bij een huisarts, als ze wat hebben, gaan ze direct naar het LUMC. Over een tandarts begin ik maar niet eens. Inschrijven bij de gemeente als je hier komt wonen, doen ze ook niet. Als ik ze, als studentbe heerder, erop wijs dat ze dat moeten doen, staren ze je niet-begrijpend aan." De SLS liet Kepinski op zijn kamer wonen, omdat er eind jaren '90 nog geen kamer- nood was. Inmiddels ligt dit anders, door de groeiende populariteit van de Leidse univer siteit, de toename van het aantal buitenland se studenten en de afkalving van het aantal particulieren dat kamers verhuurt. De stu- dentenhuisvester is strenger geworden. Nu is zij de afgestudeerden liever kwijt dan rijk. De huur opzeggen kan niet, ook afgestu deerden hebben huurbescherming. De SLS mijmert over voorlopig onhaalbare, tijdelijke huurcontracten met een duur van drie of vijf jaar. Veel 'scheefwoners' Minister Kamp van VROM kondigde eind vorig jaar een wetswijziging aan die moet voorkomen dat studenten die niet meer stu deren, toch op hun kamer blijven. De wet zou in 2004 van kracht moeten worden. Voorzitter Noortje van der Meij van de Lan delijke Studenten Vakbond noemde Kamps voorstel 'inrijden op een stilstaande file'. Uit de Roos-enquête van de PvdA blijkt dat veertig procent van de studenten het eens is met de stelling dat 'afgestudeerden binnen een jaar uit hun studentenhuis moeten wor den gezet. Maar de PvdA-jongeren zien ook wel in dat zij daarmee jonge hoger opgelei den de stad uitjagen. Zij bepleiten daarom onder meer het ombouwen van kantoorpan den tot appartementen voor studenten en starters. Smagge en Kepinski zien niets in het 'weg sturen' van afgestudeerden. „Waar moeten ze heen?", is hun simpele tegenvraag. Waar, inderdaad. In principe, zo verzuchtte PvdA-wethouder Hillebrand tijdens een de bat over de toekomst van de studentenhuis vesting op 7 november in het Leidse Ge meentearchief, heeft Leiden genoeg starters- woningen. In Zuid-West staan bijvoorbeeld honderden portiekflats van zo'n 65 vierkante meter, met maandhuren rond de 300 euro. Heel geschikt voor pas-afgestudeerden. Al leen: ze komen niet vrij Ze worden bewoond door ouderen, die niet naar woningen kun nen die speciaal voor hen geschikt zijn. Ook daaraan, erkende Hillebrand, is in Leiden een groot gebrek. Verder zijn er veel 'scheef woners', mensen die qua inkomen eigenlijk niet meer thuishoren in een sociale huurwo ning of flat. Zij moeten verhuizen, maar de Leidse woningmarkt is inmiddels zó over spannen dat starters er nauwelijks nog tus sen komen. Dus blijven ze waar ze zitten. De grote druk op de Leidse woningmarkt leidt tot 'verdringingseffecten', zo consta teert ook Bootsma. De binnenstad 'veryupt'. Kapitaalkrachtige buitenstaanders vestigen zich in de monumentenpanden en verdrij ven de 'gewone' Leidenaars. De particuliere verhuurders die panden in de binnenstad hebben, dragen aan dat proces bij door hun bezit tot luxe appartementen te verbouwen. Alleen de SLS, de grootste eigenaar van mo numentaal onroerend goed in de binnen stad, houdt stand. Ook pas afgestudeerden, die aan het begin van hun carrière staan, voelen die druk. Als zij erin slagen een sociale huurwoning te vinden, dan is het slechts zelden in de bin nenstad. Leiden zit op slot Als een mantra loopt dan ook het woord Valkenburg' door het debat over de Leidse woningnood heen. Leiden zit 'op slot', voor geen enkele doelgroep zijn er woningen ge noeg. Het vliegkamp moet beschikbaar ko men, een andere oplossing is er niet, meent D66'er Bootsma. „Tot die tijd is het pappen en nathouden." Grote nieuwbouwlocaties in de directe omgeving van Leiden ziet hij niet als oplossing. Kerk en Zanen in Alphen aan den Rijn, Leidschenveen, nee, dat is niets voor een echte Leidenaar. Getsewoud dan? „Ik weet niet eens waar dat ligt", zegt een verwilderde Bootsma. Leiden moet zijn hoger opgeleiden binnen de stad houden, dat wil iedereen. De afge studeerden zelf allereerst. Ook de jonge PvdA'ers zeggen in het ROOS-rapport dat zij het een 'goed teken voor de stad' vinden dat de afgestudeerden Leiden als woonplaats verkiezen. Bootsma vindt 'dat je er best trots op mag zijn datje zo'n aantrekkelijke stad hebt'. „Ze zijn import, maar ze voelen zich verknocht aan het 'warme nest' dat de stad voor hen is." Waar andere gemeenten moe ten vechten om meer hoger opgeleiden hun stad binnen te lokken, krijgt Leiden ze gratis en voor niets. Omdat verwacht mag worden dat zij in staat zullen zijn om goede inko mens te verwerven, zijn zij op de langere duur ook goed voor de groei en de bloei van de middenstand. Ondanks alle moeite die zij zich ervoor moe ten getroosten, zeggen Smagge en Kepinski dat niets hen uit Leiden kan verdrijven. „Het is gewoon mijn stad!", roept Kepinski. „Je ontmoet je maten in de winkels, in de cafés, op 3 oktober. Je voelt je verbonden met de stad", zegt Smagge. „Leiden bruist." Puma Smagge: „Zolang ik niets heb, blijf ik hier. Hier zitten mijn vrienden, hier heb ik mijn leven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 41