'De liedjes lopen door mijn bloed' 'I Henkjan Smits, ontdekker van muziektalent e El eMet afzeiken mensen had '^geen moeite' 'Ik wil kijken of een artiest iets toevoegt' ZATERDAG 8 FEBRUARI 4 ctie i nana 71 5} i vód .a.v. L2- sopi lirect Henkjan Smits: „Sinds ik bijna dood was word ik wel meer door muziek geraakt. Soms gebeurt het me al bij een commercial op de tv dat de tranen me in de ogen springen." Foto: GPD/Roland de Bruin ij ontdekte Total Touch, Volumia! en ane, en hielp Herman Brood aan zijn zoveelste - en laatste - comeback. I L Henkjan Smits (41), de man die nu ral bekend en berucht is als jurylid Idols, pikt origineel muziektalent er I uit. Aan zijn hand loopt de winnaar 1 dé kijkers-hit van dit seizoen straks t land van de gouden platen binnen. 9lk wil geen tweede Britney Spears." tijk 'ee door Dick Hofland IO exfl /lanj ivd i) tol v. d I k heb altijd gezegd dat ik van alle artiesten Herman Brood J het meest zou missen. Ik denk nog altijd heel veel aan hem, Herman was zó'n aimabel mens. Ik heb nog met hem op het dak van het Hilton gestaan, hij vertelde precies waar hij neer zou komen als 'ie zou springen. Na de sprong heb ik nog wel afscheid van hem kunnen ne men en dat heeft me op de een of andere manier wel rust gegeven. Herman en ik hebben hele gesprek ken gehad. Mijn god, wat was hij on gelukkig. Ik was zelfs bereid om hem weer aan de speed te helpen als hij zich daardoor beter was gaan voe len. Maar dat had niets geholpen, de speed werkte niet meer op zijn li chaam. Toen ik hoorde dat hij dood was, heb ik de rest van de dag lopen grienen. Je verwacht het, maar toch ook weer niet. Nu denk ik dat het alles bij elkaar toch het beste is. Hij was op, ziek, kapot, hij was eigenlijk 150 jaar. Hij was er nooit meer uitgekomen. Herman zei altijd: Henkjan pietje precies. In de studio moest ik hem bij de les houden. En ik wilde muzi kaal altijd nét even iets anders met hem doen dan hij daarvoor had ge daan. Bij Herman was dat nodig om hem aan de gang te houden. Nadat hij in die afkickkliniek had gezeten, wilde hij weer een plaat. Hij heeft toen 'Ciao Monkey' gemaakt, waarin alle pijn, alle verdriet naar buiten komt. Zoiets had hij nog nooit ge maakt, en hij was er apetrots op. Koos van Dijk, Hermans manager, belde me laatst om te zeggen dat Herman er van zou hebben genoten mij op tv te zien, met Idols. Herman belde me geregeld op. Was Kane voor het eerst op de radio, riep hij: 'Wat ben ik trots op je'. Hij hield niet van telefoneren en ik ook niet, dus dat waren korte gesprekken. Herman was een echt idool, een échte ster. Net als Xander van Volu mia! en Dinand van Kane. Xander, wét een charisma. Hij kwam binnen, ik had nog nooit iets van hem ge hoord, en ik riep meteen: Gaan we doen! Ik heb tegen hem gezegd: Ik ga alles tegen je zeggen, ik kan je lieve lingsliedje met de grond gelijk ma ken, ik kan je verrot schelden, als je dat accepteert hebben we een deal. Een echt popidool moet tegen alles bestand zijn. De demo die hij bij zich had, was 'Het is over' en een kale versie van 'Afscheid'. Dat ken je wel: 'Niemand weet waarom'. Ze namen dat op, en aan het eind zingt hij: Nee, nee, nee. Hij zei: Dat moet over, want het was niet zuiver. Maar ik zat met zó dik kippenvel op m'n armen. Dus ik zeg: niks overdoen, zo laten. Dat is zijn eerste hit geworden. Ik wist dat het een hit zou worden. Waarom? Tja, dat voel je. Ik ben een liedjesman. Dat is niet uit te leggen. Dat zit in je bloed of niet. Bij mij lo pen er liedjes door mijn bloed. Los van de emotie die een goed liedje oproept, kan ik ook klinisch luiste ren, kan ik ontleden waarom een melodie goed is, waarom de combi natie met de tekst het goed doet, en waarom die artiest juist dat liedje moet zingen. Veel artiesten hebben een verkeerd beeld van zichzelf, en kiezen daar door de verkeerde liédjes. Dat zie je in Idols ook heel goed. Prachtige stem, goede persoonlijkheid en dan een liedje dat daar totaal niet bij past. Eén van mijn taken - en kwali teiten - is het goede liedje bij de goe de artiest te zoeken. Ik zit er ook wel eens naast hoor, dan is volgens mij alles dik oké en scoort het toch niet. Gelukkig maar, anders zou het een wetenschap zijn, en dan stopte ik er direct mee. In het vak geldt een algemene regel dat je een van de vijf keer goed moet zitten, dan ben je aardig op weg. Ik denk dat ik volgens die regel meer dan aardig op weg ben. Ik heb dui delijk veel mazzel gehad. De uitda ging in mijn werk is: kijken of een ar tiest iets toevoegt aan wat er al is. Ik wil geen soundmixers, geen tweede Britney Spears, geen tweede Total Touch. Herman Brood, Volumia!, die brachten allemaal iets wat er nog niet was. En met Herman en Xander was en is de uitdaging ook dat ik een comeback voor elkaar krijg. Met de groep Kane is het een tikkel tje anders gegaan dan anders. Dat was een rockband, en rock in Neder land was op dat moment niet echt succesvol, dus het voldeed wel aan mijn uitgangspunt dat het iets moet toevoegen aan wat er al is. Ik werd getipt, want zo gaat het meestal. Ik luister wel naar bandjes in het land, maar ik heb geen zin om steeds weer naar het zoveelste kansloze bandje te gaan luisteren. Dus tips zijn be langrijk. Ik naar Kane. Zag ik een redelijk rockbandje met een goede gitarist en een zeer charismatische zanger. Pra ten, praten, praten. Anderhalf jaar alleen maar demo's gemaakt. Ze hebben liedjes leren schrijven, sa men met Haro Slok, die daar echt briljant in is. Met hem heb ik uitein delijk de eerste plaat van Kane ge produceerd, en je moet weten: ik had nog nooit een rockplaat gepro duceerd. Werd een megahit. En de tweede single ook een megahit. Voor een róckband. Uit Néderland. Unie ker dan uniek. Al hoor ik natuurlijk ook wel dat het niet écht een roek- plaat is geworden, maar redelijk mainstream. Ik zit niet in het vak om een cultuur prijs te krijgen. Ik werk niet om din gen te maken die niet te verbranden zijn. O wat mooi, maar onverkoop baar! Ik mik op een plaat waarvan er minimaal 20.000 worden verkocht. Dan heb je een artiest laten doorbre ken. Bij 40.000 heb je goud, bij 80.000 platina. Mijn streven is eigen lijk altijd wel goud. Ik ben eigenlijk een hele gladde tekkel. Ik wil succes. Waarom zou je een plaat uitbrengen die door een paar mensen wordt ge kocht? Bij Idols was mijn grote angst vooraf dat er te weinig oorspronkelijk talent zou zijn. Nou, alle dertig die na de voorronden zijn overgebleven, zou den een platencontract kunnen krij gen. En de tien finalisten zijn stuk voor stuk beter dan de finalisten van het Engelse Idols, waar iedereen zo hoog over opgeeft. Mijn andere angst vooraf was dat zich te weinig mafkezen zouden melden. Ook dat is enorm meegevallen. Zeker, dat was onderdeel van de for mule: in de eerste vier afleveringen moesten vooral mafkezen zitten, mensen die voor hun 'fifty seconds of fame' alles over hebben, hoe bela chelijk ze zichzelf ook maken. Het werden soms maar vijf seconden. Ik heb altijd eerlijk gezegd wat ik vond, maar ik heb niemand belachelijk ge maakt. Wat je hebt gezien was een doorsnede van wat zich aanmeldt voor een auditie. Zo gaat het in dit vak. Ik had geen moeite met dat afzeiken, mensen wisten donders goed waar ze aan begonnen, en het was geen Big Brother, geen daadwerkelijke in breuk op de privacy. Tv is nu een maal harder geworden, kijkers willen dat blijkbaar. De klant is koning. Nou ja, niet hard om het hard, niet ten koste van anderen. Maar als mensen willens en wetens hun 'ta lenten' willen tonen, vaak nog ge steund door zeer onkritische, dom me ouders, dan zeg ik heel eerlijk wat ik van dat vermeende 'talent' vind. De winnaar van Idols krijgt straks een platencontract, waarvoor ik het repertoire kies, de fotosessies regel en meer van dat soort zaken. Ik heb een overall toezicht. De eerste single zal wel een hit worden, maar ik wil een langduriger talent, ik hoop over drie jaar met hem of haar ook nog platen te verkopen. De kijkcijferhit Idols. Volgens Henkjan Smits hadden de laatst overgebleven honderd deelnemers allemaal zo een platencontract kunnen krijgen. Foto: GPD/Jaap de Boer Ik heb twee keer nee gezegd om jurylid bij Idols te worden. Omdat ik zolang met artiesten omging, wist ik hoe het was om op straat te lopen terwijl mensen naar je kijken alsof je stront op je hoofd hebt. Iedereen wil iets van je. En ik heb al mijn arties ten altijd één gouden regel voorge houden: je mag een fan nooit een handtekening weigeren. Ik had daar zelf geen zin in, ik werkte liever ach ter de schermen. Had het me vijftien jaar geleden ge vraagd, toen had ik enorme 'bühne- sucht'. In mijn jonge jaren was ik zanger van een rock'n'soulband, slechte stem maar gigantisch veel energie. Veel opgetreden, veel op de radio geweest, maar nu denk ik: hoe héb je het gedurfd? Dat verlangen is vermoedelijk altijd blijven sluimeren en nu ineens weer boven gekomen. Misschien ben ik daarom bij het der de verzoek alsnog overstag gegaan. Het was ook wel verleidelijk hoor, want iedereen uit het vak had ge zegd: Je moet Henkjan nemen, die neemt geen blad voor de mond. Ik heb ook gezegd: Ik ga geen rol spe len, ik ga niemand naar de mond praten, ik ga zeggen wat ik vind. Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Als ik eenmaal ergens aan be gin dan geniet ik er ook van. Met volle teugen. Ook als het niet zo'n mega-kijkhit zou zijn geworden als nu. Ruim twee miljoen kijkers per uit zending, allemachtig. 'Starmaker' haalde 350.000 op het hoogtepunt, dus dat was een beetje het richtpunt. Ik blijf het ook maf vinden dat men sen bij de AH handtekeningen van me wülen en dat er op internet een fansite is waar allerlei mensen hele maal weg van mij zijn. Dat streelt je ego toch stiekem wel. Ik zit er niet om te springen, dat mensen bij de bakker tegen me zeggen dat ik een beetje aardiger voor hun nichtje moet zijn. Zoveel mensen van je houden, zo veel mensen haten je ook. Ik denk er niet te veel over na, tv is tenslotte maar een weggooiproduct. Een plaat, een cd, een dvd, dat blijft. Ik voel me niet bijzonder, niet anders, maar het blijft vreemd, dat iedereen mij nu ineens interessant vindt om dat ik met mijn hoofd op tv ben, ter wijl ik nu echt net zo oninteressant ben als toen ik achter de schermen werkte. Het valt iedereen op dat ik enorm ben afgevallen. Ik heb in 2001 een buikvliesontsteking gehad, waardóór weet niemand. Ik lag met 41 graden koorts, drie truien en twee dekbed den in bed, zo koud had ik het. En pfjn, jongen, pijn. Mijn vrouw heeft me naar het ziekenhuis gesleept, daar begonnen ze meteen m'n buik te scheren: opereren. Zegt mijn vrouw tegen de chirurg: Maar hij heeft 41 graden koorts, dat is toch een enorm risico? Zegt die chirurg: Mevrouw als we nu niet opereren dan weten we zéker dat uw man de volgende ochtend niet haalt. Als ik één, twee uur later in dat ziekenhuis was aangekomen, had ik hier niet zitten praten. Er is een stuk uit mijn darmen weg gehaald. Ik heb anderhalfjaar pijn gehouden, maar nu heb ik via een alternatieve arts een dieet, voorlopig voor zes maanden. Bijkomend voor deel is dat ik gigantisch afval, maar veel belangrijker is dat ik helemaal geen pijn meer heb. Zegt de verzeke ring: U zit aan uw taks voor alterna tieve geneeswijzen, u krijgt niets meer vergoed. In het ziekenhuis kon het niet op, operaties, peperdure technieken, verzorging, noem maar op, alles kon, alles mocht. Nu heb ik iets dat hélpt, zeggen ze: Sorry. Soms begrijp ik er echt niets meer van. Ik ben ove rigens wel heel goed geholpen in het ziekenhuis hoor, want het was vrij wel zeker dat ik een stoma zou krij gen, maar dat is er toch niet van ge komen. Daar ben ik die artsen nog dagelijks dankbaar voor. Toen ik daar zo werd weggereden naar de operatiekamer dacht ik voor het eerst van mijn leven: Heb ik alles wel goed geregeld en laat ik iedereen wel goed achter? Ik had wel familie leden en vrienden verloren, maar dergelijke tegenslagen accepteer ik. Ik realiseer me dat de dood niet meer exclusief voor ou deren is, zeker niet sinds er aids be staat. Maar dat je afscheid moet ne men met het idee dat je zelf dood gaat, is toch iets an ders. Ik merk dat ik sindsdien veranderd ben. Bij Idols zit ik de laatste tijd bij sommige optredens snel met een brok in m'n keel. Het beïnvloedt niet mijn keuze voor muziek, maar ik word wel meer door muziek geraakt. Soms gebeurt het me al bij een com mercial op de tv dat de tranen me in de ogen springen. Je bent kwets baarder. Van de week zat ik in de au to, keek in het spiegeltje, zag ik mijn twee dochters op de achterbank zit ten. Dat ontroert me dan ineens. Ze zijn vier jaar en negen maanden. Elke maandag zorg ik voor ze. Je moet van goeden huize komen om me die maandag af te pakken. Ver der ben ik zo bezig dat ik minder tijd voor ze heb dan ik zou willen, dus die maandag is heilig. De oudste heeft aanleg voor muziek, dat merk je nu al. Ze herkent zangers en groe pen of ze hoort welke soort muziek het is. Zegt ze: Pappa, Makko Besato. Dan kan het ook Blof of Volumia! zijn hoor. Herman Brood zei altijd: Verwen uw kinderen. Dat ben ik niet met hem eens. De verleiding om ze helemaal plat te verwennen is enorm, maar het is niet goed. Je krijgt er volgens mij geen leuke kinderen van. Ik gun het ze wel, want ik ben gek op kinde ren. Vanaf mijn vijftiende wist ik al dat ik kinderen wilde, ik wilde niet voor niets kinderarts worden. Maar in het tweede jaar van mijn medicijnenstudie realiseerde ik me dat er bijna geen plaatsen zijn voor kinderartsen en dat het ook nog eens een wereld vol ego's is. Die hoogleraren vooral, daar kreeg ik echt vlekken van in m'n nek. Ik heb geen moment spijt gehad dat ik daarmee ben gestopt, geen seconde. Ik neem altijd heel bewust beslissin gen. Ik geloof ook niet in gemiste kansen. Als ik in mijn huidige werk voel dat ik het kwijtraak, zal ik er ook meteen mee stoppen. Dan ga ik weer iets anders doen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 37