nalhard, maar el consequent Rinus Michels morgen 75 SPORT ZATERDAG 8 FE8RUARI 2003 ri van der Steen Keerde bij DOS, maar die club had geen fiducie onervaren coach Rinus Michels. Via een n de KNVB viel zijn naam toen bij Ajax. „En dat n hele leven veranderd." Zijn leven niet al- Jr topfit uit, is onberispelijk gekleed, in het lor zit een gehoorapparaatje. Matige man. Hij n watertje. Rinus Michels wordt morgen 75 aat de geschiedenisboeken in als de man totaalvoetbal én de teambuilding, het proces ran 15 of 20 individualisten een ploeg wordt jerd die maar één doel heeft: winnen. Hij be te bij Ajax, in de winter van 1964 - Michels bnervaren als coach, pas 36. Als voetballer I bekend als een vrolijke Frans, een geinpo- I zeer goeie, intelligente speler, maar een lief- longemeen grappig u vorige week op televi- ren zeggen dat u een soort Van Basten was. i een betere kopper... [„Ik heb gezegd dat ik qua stijl een type Van niet zo goed natuurlijk, maar wel mee- 1. Met als specialiteit het koppen." e in het Nederlands elftal twee keer als bin- Michels: „Omdat ik bij Ajax rechtsbinnen ir omstandigheden. Achteraf bleek dat niet e positie, mij was de midvoorplaats op het li ook te lui voor een binnenspelerl k was niet lui, maar ik moest mijn krach- len. Ik liep alleen als het moest. Effectief. Ik Iman met ijzeren longen, maar ik had wel ■c. kon kort spelen, snel weg zijn. En ik had I schot." r van Ajax hebt u in recordtijd een meta- dergaan; in anderhalf jaar van een aar- atische trainer bij de amateurs van JOS Inalharde, autoritaire coach bij Ajax. L,Democratisch? Dan neem je de beslissin- En met je spelers. Dat was niet de relatie die Ikwam bij Ajax al ras tot de ontdekking dat ik [re relatie met mijn spelers moest onderhou- k wilde presteren. Ik heb die knop omge- I nadrukkelijk afstand genomen. Ook van Jo- |ff, de beste voetballer die ik ooit heb gehad Ik wilde als coach vrijheid van voetbalhan- bben en dan kom je het beste weg als je bo- lelers staat, als een militair. Terwijl dat in we- itijl niet is. Ik moest de baas spelen, maar ik ortdurend contact met mijn spelers, ook 1. Maar dan ging het altijd om hun preste- Ipersoonlijke tactiek." Menigeen heeft gezegd dat u meedogenloos was, onmenselijk. Michels: „Niet in mijn optie. Ik had juist enorm res pect voor mijn spelers. Ik heb wel één keer een fout gemaakt door iets te formuleren dat verkeerd is geïn terpreteerd. Ik benaderde elke wedstrijd anders, nooit op routine, ik probeerde ze altijd op een andere ma nier te prikkelen. Ik heb toen gezegd dat ze alles in de kleedkamer moesten achterlaten wat schadelijk of remmend zou kunnen zijn voor de prestatie. Aardige, lieve jongens moesten dat aardige en lieve niet mee het veld op nemen. Dat is vertaald alsof spelers voor mij nummers waren, maar dat is nooit een seconde in me opgekomen. Ik was knalhard ja, maar alleen als ik consequent moest zijn. Dan gaat het om discipli naire maatregelen en die komen vaak niet zo goed De periode-Ajax moet als uw meesterwerk worden beschouwd, nog meer dan het WK'74 of het EK'88. Michels: „Ik vind dat ik me als coach bij Ajax in die tijd heb waargemaakt. Met enorme weerstanden is daar uiteindelijk een Europees topteam ontstaan, dat ook nog eens attractief voetbal speelde. Daar ben ik best trots op, zeker omdat ik geen opleiding had waarop ik terug kon vallen. Op de cursus werd de conditietraining gedaan door lelies, die bij het exa men evenwel afwezig was. Toen hebben ze mij ge vraagd het te doen: ik moest het examen afnemen en tegelijk afleggen! Zo ging dat op de cursus toen." Conflicten met spelers behoorden in zekere zin tot het spel dat u speelde. Hoe vaak heeft u met Cruijff kwesties gehad, die niet meer onder het spelele ment vielen? Michels: „Ik heb met Cruijff nauwelijks problemen gehad. Een van de ernstigste conflicten was er een na een conditietraining die hij niet goed deed. Ik liet hem de volgende morgen om acht uur terugkomen, in het Amsterdamse bos. Tja, het is wel Cruijff, dus is de vraag: komt-ie of komt-ie niet? Komt-ie niet, dan wordt het een prestigeslag waar niemand beter van wordt. Maar hij was er. Toen zijn we gaan wandelen en heb ik hem duidelijk gemaakt dat ik als trainer al tijd het groepsproces in de gaten moet houden en dat er niemand uit de toon kan vallen. Hij zeker niet! Juist op hem, de vedette, moest ik daarom extra scherp zijn. Hij was het voorbeeld." Hij noemde u later een psychopaat U was er als technisch directeur van de KNVB op tegen dat Cruijff zomaar het trainersdiploma kreeg. Michels: „Niet juist, het was Harmsen (voorzitter Ajax, red.) die mij een psychopaat noemde. Ik had er geen probleem mee dat Cruiijff het diploma kreeg, ik had er alleen een probleem mee dat anderen dat di ploma dan ook konden opeisen. Krol heeft dat ook gedaan." U werkte hoe dan ook vanuit de doctrine dat het Rinus Michels: „Democratisch? Dan neem je de beslissingen samen met je spelers. Dat was niet de relatie die ik had." Foto: GPD/Harmen de Jong doel alle middelen heiligde. Ook tijdens de toer nooien als bondscoach. Michels: „Voor het WK van '74 was er het probleem van de Feyenoorders en de Ajacieden; die hadden nog nooit in dienst van elkaar kunnen spelen in het Nederlands elftal. Toen kwam ik binnen, met heel weinig tijd, omdat ik tegelijk coach was van Barcelo na. En dan was er alom chaos, ook qua organisatie, te beginnen met een kwestie over de premies. Ik heb ge zegd: binnen twee weken moet dit zijn opgelost. Wie er dan niet meewil, blijft maar thuis. Toen werd het snel opgelost, met de spelers als winnaars. Die kregen wat ze wilden. Achteraf is dat een bindmiddel ge weest." Maar het beste bindmiddel was de psychologische truc in de kwestie-Van Hanegem. Die overtrad de huisregels. U vertelde de belangrijke spelers dat Van Hanegem wat u betrof naar huis kon, maar dat zij mochten beslissen. Van Hanegem moest de gang op om dat overleg af te wachten. Michels: „Dat gebeurde in Zeist, ik ben daar in de voorbereiding meteen begonnen met het proces om er een mentale eenheid van te maken. Dat begint met de discipline, met spelregels, 's Avonds op tijd op de kamer zijn bijvoorbeeld. Dat check je dan in het be gin. Prompt was er eentje die in de fout ging, een pro minente speler ook nog. Daar was ik hem verschrik kelijk dankbaar voor, want een beter voorbeeld kon ik niet hebben. De manier waarop ik dat heb gespeeld, heeft inderdaad ook wel een steentje bijgedragen aan het proces van teambuilding, ja." In '88 hebt u Van Basten op die manier geprovo ceerd, door te stellen dat hij rustig naar huis kon, als hij wilde. Michels: „Dat was ook in Zeist, na de laatste oefen wedstrijd, in Limburg. We waren tegen middernacht terug in Zeist en Marco vroeg of hij met me kon pra ten. Dat kon, in de gang. Hij kwam toen met het ver haal dat hij een basisplaats wilde. Ik heb gezegd dat ik hem die graag zou geven, maar dat ik op dat moment niet voldoende zekerheid had over zijn functioneren. Hij had een maand geen serieuze wedstrijd gespeeld vanwege die blessure. Ik heb gezegd dat ik er niet aan twijfelde dat hij erin zou komen, maar dat ik tegen de Russen zou beginnen met Bosman." Het is evengoed ongekend: een speler die een basis plaats eist. Michels: „Van Basten was natuurlijk niet de eerste de beste, bovendien kreeg hij adviezen van Cruijff in die tijd. Ik heb Marco gezegd: als jij meedoet tegen de Russen en je presteert onverhoopt niet goed, ben ik twee man kwijt: jou én Bosman, want die had tot dan toe gespeeld en goed gespeeld. Die zou een knauw krijgen als ik hem ineens zou passeren. Marco wilde niettemin de garantie dat hij zou spelen, anders ging hij liever weg. Ik heb gezegd, als je wilt, ga je maar weg. Maar ik heb hem vervolgens uitgelegd wat er dan zou gebeuren. We zouden het hele mediacircus over ons heen krijgen en zijn actie zou meteen het einde van het Nederlands elftal als team zijn. Ik heb hem gevraagd er eens een nachtje rustig over te sla pen. Vanaf de volgende dag is hij toen nog harder gaan werken op de training en uiteindelijk heeft hij tegen Rusland al een half uur meegedaan. Successen hebben altijd een prijs, iedereen betaalt de tol van de roem. Welke prijs hebt u betaald? Michels: „Ik heb hartproblemen gehad, maar de spe cialisten hebben me verzekerd dat die maar deels door stress zijn veroorzaakt. Net als bij Cruijff zijn die in de genen terug te vinden, al weet je nooit of de stress dat proces heeft versneld. Mijn vader was 63 toen hij al twee jaar artrose had. Die is eraan gesneu veld, omdat er nog geen bypassoperaties bestonden. Ik heb dat geluk wel gehad, dus heb ik kunnen bijte kenen. Het gaat nu 14 jaar goed, dat is een hele tijd. Ik heb wel, tijdens het WK van 1998, een infarct gehad, sindsdien heb ik minder energie en moet ik inspan ningen doseren." U bent nog adviseur van de KNVB; in die hoedanig heid hebt u de bond ongetwijfeld geadviseerd Advo caat aan te stellen als bondscoach. Michels: .Advocaat ziet het spel. Dat was de grote kwaliteit van Happel. Van dat soort zijn er niet veel. Maar goed, ik adviseer de KNVB en ik ben nog vice- president van de technische commissie van de UEFA In die hoedanigheid zie ik nogal wat wedstrijden." Hoe kijkt u dan? Michels: „Nog steeds als coach, zonder emotie. Ik zie poppetjes en kijk naar de kwaliteit van het voetbal, het gevecht tussen twee ploegen. Dat interesseert me nog steeds zeer." RANDJE BUITENSPEL tori van der Eb Hendrik heeft de beste techniek jeste aanleg van ons twee. Dat een met voetbal zo. Als we een bissen merk je dat ook. Ik moet een goede mentaliteit zien te Ik heb in ieder geval veel van eleerd. Ik ben inderdaad wat alenteerd, meer allround ook. andere kwaliteiten. /Ve hebben maar een paar samen in het eerste elftal van s gespeeld. Veel te weinig ei- _Ve moeten er naar streven om ien team te komen. Dat is toch ste wat er is. I In dat halfjaar werden we sa- KATWiJK - De broers Martin (25, links) en Hendrik (23) van Beelen voetbalden begin 1998 een halfjaar samen in het eerste elftal van Quick Boys. Daarna gingen ze hun eigen weg. De jongste van de twee is via omzwervingen in het betaalde voetbal langs FC Utrecht, Heracles, Cam|buur en Willem II weer op het oude nest. Een hardnekkige blessure was de oorzaak van zijn terugkeer naar de amateurs. Martin gaf aan zijn studie voor register-accountant de voorkeur. Hij speelde voor KRV, Ter Leede en hij staat nu opnieuw bij KRV in de spits. Het ouderlijk huis aan de Katwijkse BJ. Blommerstraat vormt het decor. men topscorer. Wat mij betreft komt Martin weer terug naar Quick Boys. Pro bleem was dat hij door zijn studie niet altijd drie keer in de week kon trainen. Martin: Daarom zit ik bij KRV. Voetbal len in een lager elftal bij Quick Boys heb ik al eens geprobeerd. Dan gaat het toch weer kriebelen. Die aantrekkingskracht van de hoofdklasse heb je domweg niet bij KRV. Het is jammer dat ik niet meer naar Hendrik kan komen kijken. Toen hij prof was, ging ik op vrijdag- of zater dagavond naar hem toe. Nu spelen we tegelijkertijd. Hendrik: In de jaren dat ik in het betaal de voetbal zat, heb ik Quick Boys echt enorm gemist. Ik ben oprecht blij dat ik het blauwwit weer mag aantrekken. Wat ik mis aan het betaalde voetbal? Op de financiën na, heel weinig. Martin: Aan het einde van het seizoen is de kans groot dat er hier in Katwijk wordt gefeest. KRV kan geen kampioen meer worden, maar een promotie is niet uitgesloten. We draaien na een slechte start steeds beter. En Quick Boys moet gewoon kampioen worden, alleen Ter Leede kan ze daar nog van afhouden. Hendrik: Het lijkt of de titel nog méér negen wedstrijden is verwijderd is, toch is de weg nog lang. We krijgen alle ande re topploegen nog. Maar laten we eerlijk zijn, we maken een prima kans. Met hoofden vol plannen za ten ze bij mij thuis op de bank, Nick en Mirza. Twee jon gens van een jaar of veertien uit Leiderdorp, leerlingen van het Stedelijk Gymnasium en belof tevolle voetballers, de één bij ADO Den Haag, de ander bij RCL. Een en al nieuwsgierig heid. Ik hoefde die twee niet te vragen wat ze later willen wor den. Het stond op hun gloeiende gezichten te lezen: als het even kan profvoetballer en als dat niet kan sportjournalist. Het ontroerde me omdat ik in Nick en Mirza mijzelf als veertienja rige terugzag. Ook ik wilde vroe ger het liefst voetballer van be roep worden. Maar toen vast stond dat dat er niet in zat, switchte ik naar de sportjourna listiek. Zonde, kreeg ik op het gymnasium van alle kanten te horen, je kan zo goed leren, dan ga je toch geen journalist wor den? Ik had er maling aan. Het is de ze maand vijfentwintig jaar ge leden dat ik leerling-journalist bij het Leidsch Dagblad werd. Ik begon op de stadsredactie, tege lijk met Jan Rijsdam. Jan had de ambachtsschool gedaan. Dat bedoelden ze dus bij mijn school. Dat je helemaal geen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs hoeft te volgen om journalist te worden. Maar Jan leerde het vak net zo snel als ik. Alleen had hij in het begin wat meer moeite met de d, de t en de dt. Van de week vierde Jan Rijsdam zijn 25-jarig jubileum bij de krant. Omdat hij tegenwoordig kunstredacteur is, gebeurde dat in de schouwburg. Het was er druk, een vrolijke boel, maar wie ik ook sprak op Jans recep tie, iedereen uitte zijn bezorgd heid over de toekomst van de krant in het algemeen en van het Leidsch Dagblad in het bij zonder. Gelukkig waren er on noemelijk veel herinneringen op te halen, anders hadden we daar in de schouwburg met zijn allen vreselijk staan somberen over afkalvende abonneebestan den, bezuinigingsoperaties, re organisaties en al of niet ge dwongen ontslagen. Toen Nick en Mirza bij mij thuis op de bank zaten, hoorde ik mijzelf zeggen: „Jongens, Als Nick en Mirza het maar hard genoeg willen dan worden zij gewoon sportjournalist maak je niet al te veel illusies. Het valt vandaag de dag niet mee om journalist te worden. Het zijn barre tijden.Bijna wil de ik zeggen: Jullie kunnen toch zo goed leren? Dan moet je geen journalist willen worden. Ik kon die vreselijke woorden nog net op tijd inslikken. Waar om zou ik de hoop van die jon gens de grond in stampen? Om dat de banen in de journalistiek niet meer voor het oprapen lig gen, zoals toen ik van de mid delbare school kwam? Alsof ver der studeren wel automatisch tot een vaste betrekking leidt. Als Nick en Mirza het maar hard genoeg willen dan worden zij gewoon sportjournalist. Ze zullen alleen wat meer geduld moeten hebben dan ik. De tivee voetballende gymnasi asten luidden zich met hun prangende vragen tot mij ge wend omdat ze op school een project over journalistiek doen. Het sprak van zelf dat Nick en Mirza een sportjournalist aan de tand zouden voelen. Ze vroe gen honderduit. Over hoe mooi het vak is (mijn antivoord: schitterend), hoe moeilijk (ant woord: hele/naai niet moeilijk, als je maar nieuwsgierig genoeg bent en weet wanneer je een d, een t ofdt moet gebruiken) en hoe zwaar (antwoord: heel zwaar als je er bij nacht en ontij op uit moet, maar dat vergeet je als je iets moois en spannends meemaakt). Verder wilden ze weten wie de bekendste voetbal ler is die ik heb ontmoet (Mara- dona, niet geïnterviewd, wel de hand geschud) en of ik wel eens zenuwachtig ben als ik met be kende voetballers praat (alleen als het helden uit mijn eigen jeugd zijn, zoals Johan Cruijff, Piet Keizer ofEusebio). Nadat zij hun vragen hadden afgevuurd, kwamen we nog even over thuis te praten. Het bleek dat ik Nicks moeder ken, van vroeger. Ik wilde weten hoe het met haar is. Mijn moeder", begon Nick, „tja, dat is een ver haal apart.Ik schrok, maar het viel reuze mee. „Mijn moeder, die wil je 's ochtends echt niet meemaken. Wat een humeur." Aan zijn Nederlands is het niet te horen, maar Mirza is met zijn ouders uit Bosnië gevlucht. Doet hier fluitend het gymnasium. Soms is de wereld fan tastisch en Nederland ook. Jmtou bijna ver geten dat onze verkilde samen leving zo nu en dan wèl liefde vol een vreemdeling opneemt en dat zo'n vreemdeling hier dan ook helemaal tot bloei komt. Eén vraag nog had Mirza toen we afscheid namen. Wat vond u van ons als journalist? Deden we het een beetje behoorlijk?" Ik antwoordde dat ik onder indruk was en dat was ik ook. Ik zei er bij dat ik vurig hoopte dat de mensen ondanks interneten te letekst enzo kranten blijven le zen. Zodat ze straks als journa list aan de slag kunnen. Als ze geen profvoetballer worden. Jaap Visser Reageren? Sport redactie.Id@damiate.hdc.ri]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 23