De eerste grote vrouwelijke musicalster
BOEKEN
Zoektocht naar
de zilverbeer
Opvoeders tegen het licht
Spreekstalmeester
doet boekje open
Anekdotes over overspelige Rubens
Conny Stuart kijkt in biografie met afstand terug op carrière
ande
n en
edini -
ZATERDAG 25 JANUARI 2003
1
:anc
rsteui
ichtei
n aar
kr Stuart als matroos in de Conny Stuart Show, uitgezonden op
larsavond 1966. Archieffoto: Anefo
Ruim veertien jaar geleden zette
Conny Stuart een punt achter
haar actieve theatercarrière.
Sindsdien heeft ze het toneel niet
meer betreden. Wel liet ze nog
één keer haar stem horen: in de
remake van de musical 'Heerlijk
duurt het langst' van enkele jaren
geleden. In het aan haar gewijde
boek 'Uitverkoren' zegt ze letter
lijk: 'Ik vind dat ik voorbij ben'.
biografie recensie
Martin Hermens
'Uitverkoren. De carrière van Conny
Stuart' door Paul Blom. Uitgeverij
Theater Instituut Nederland i.s.m. AJ.G.
Strengholt's Boeken. Prijs: €24,95.
Paul Blom, senior wetenschap
pelijk medewerker van het The
ater Instituut Nederland, nam in
1995 het initiatief voor een boek
over de omvangrijke carrière
van Conny Stuart. Gelukkig
maar, want de inmiddels bijna
negentigjarige theaterpersoon
lijkheid kon zo zelf nog heel wat
zinvolle bijdragen leveren aan
het eindresultaat.
Stuart, op 5 september 1913 als
Cornelia van Meijgaard geboren
in het Overijsselse Wïjhe, wist al
snel wat ze wilde worden: zan
geres. Na een - zeker voor die
tijd - wild jong leven maakte ze
als twintiger haar debuut als
chansonnière. Ze behoorde al
snel tot de muzikale sterren van
de periode voor de oorlog. Het
was Wim Sonneveld die haar
overhaalde om aan het cabaret
te gaan. In dat genre kon Stuart
haar kwaliteiten meer dan pri
ma botvieren.
Toch kreeg ze steeds meer twij
fels over de rol van leading lady
in het cabaret. Stuart vond dat
ze te komisch werd; ze wilde
graag serieus genomen worden.
De uitnodiging van Annie M.G.
Schmidt en Harry Bannink om
de hoofdrol in hun allereerste
musical Heerlijk duurt het langst
te spelen, kwam dan ook als ge
roepen. Vanaf 1965 ontwikkelde
ze zich tot de eerste grote vrou
welijke musicalster van Neder
land.
Ze bleef het duo Schmidt-Ban-
nink heel lang trouw, ook al ont
dekte ze al snel dat musical toch
ook niet helemaal haar favoriete
genre was. Een serieuze toneel
rol wilde ze nog wel eens een
keer spelen. Die kreeg ze tijdens
het Amsterdamse Tfreaterfesti-
val 1987, toen ze al ver in de ze
ventig was. Nog geen jaar later
noteerde ze in haar plakboek:
'einde van de carrière'.
Met een wetenschappelijke
nauwkeurigheid vertelt Blom in
zijn 400 pagina's tellende boek
over het verloop van de carrière
van Conny Stuart Een echte
biografie wil het maar niet wor
den.
Een visie op de betekenis van
Stuarts rol in het Nederlandse
amusement komt nergens van
de grond. Dat is jammer, want
met die enorme hoeveelheid
aan materiaal was Blom bij uit
stek de figuur geweest om een
echte biografie te schrijven.
Gelukkig is daar altijd Conny
Stuart zelf nog. De oude dame
kijkt met enige afstand terug op
haar eigen carrière. Ze plaatst
kritische noten bij haar activitei
ten, legt de vinger op zere plek
ken uit het verleden en geeft
zichzelf op overtuigende wijze
een plekje tussen al die andere
grote mensen uit de wereld van
het amusement. Dat dat laatste
met enige bescheidenheid ge
beurt, kun je haar niet aanreke
nen.
'Alhoewel ik mezelf wel altijd
ben blijven vernieuwen, ben ik
geen vernieuwer geweest in
mijn vak', zegt ze op pagina 363.
van het boek. 'Mijn enige op
merkelijke daden waren dat ik
Leen Jongewaard heb aanbevo
len voor Heerlijk duurt het
langst en dat ik Annie Schmidt
en Harry Bannink heb samenge
bracht.' Alleen al die laatste,
meer dan terechte constatering
is van immens belang geweest
voor de naoorlogse geschiedenis
van het Nederlandse amuse
ment.
lellaHaasse,
«nln lo. 16,95
bep« )ek de Jong,
erda's kind.
25,95
)onna Tartt,
ine vriend,
slid ige Bij, 27,50
udith Koelemeijer,
0 Ijrijgen van Maria Zachea.
G Ifci. 17,50
onathan Safran Foer,
verlicht.
0I fAnthos, 19,90
e essa de Loo,
*ling.
erspers, 12,50
1 rii"cci French,
hu ids.
Anthos, 12,50
abriel Garcia Mérquez,
om het te vertellen,
ihoff, 24,50
oup van 't Hek,
efoup.
ige Bij, 11,35
Bas Heijne,
en land.
theus, 14,50
de Loo's De Tweeling
door de succesvolle film
weede leven. Hetzelfde
3or Nicci French, dankzij
;oedkope editie. Echt
de geprezen autobiogra-
Gabriel Garcia Marquez.
las Heijne's prikkelende
ns over de (moeizame)
an Nederland.
ekentoptien wordt weke-
mengesteld op basis van
pcijfers van Athenaeum
indel en H. de Vries Boe-
Haarlem, Boekhandel
in Leiden, Plantage
indel Harkema in Hilver-
^poekhandel Los in Bus-
Boekhandel De Ark in
ande£r
evo%
ochttfc.
a
belH
non-fictie recensie
Hans Visser
'Hooggeëerd publiek', door Peter van
Lindonk. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar.
Prijs €12.50 (inclusief cd).
Het circus geeft veel te dromen.
Maar wat zou eigenlijk de mooi
ste circusdroom zijn? Vliegen
aan de trapeze? Een troep tijgers
temmen? Paardendressuur?
Jongleren? Dansen op het slap
pe koord of op de strakgespan
nen hoge draad?
Misschien is het allermooiste
van het circus toch wel de rol
van spreekstalmeester, de man
die tijdens de voorstelling aan
de rand van de piste staat en die
na elk nummer even met zijn
lakschoenen het zaagsel be
treedt om het publiek de vol
gende act voor te toveren. Want
presenteren is voor dit eerbied
waardige werk een te plat
woord. Presenteren doen ze bij
de televisie, in het circus moet
elk nummer zijn omgeven door
een zweem van magie. De
spreekstalmeester is de schakel
tussen de gewone mensen op
de tribune en de goden in de
piste.
Het is daarom heel bijzonder
dat Peter van Lindonk voor één
keer uit de rol is gestapt die hij
al jaren speelt als spreekstal
meester van het Wereldkerstcir
cus in net Koninklijk Theater
Carré. Voor één keer mag het
hooggeëerd publiek even kijken
in zijn wereld waarin de geur
van zaagsel, roofdieren, paarden
en menselijk zweet zo sfeerbe
palend is. In zijn boekje Hoogge
ëerd publiek haalt hij herinne
ringen op aan al die jaren dat hij
het gezicht was van de hofhou
ding van het circuspaleis aan de
Amstel. Als altijd gekleed in
zwarte en rode 'rok', dat alles
vervolmaakt met een hoge zij
den hoed.
Hij geeft het eerlijk toe, in wezen
is hij een buitenstaander, een
gewoon burger. Maar de circus
mensen vertrouwen hem, ze
voelen dat hij hun kunst verstaat
en dat hij die kan vertalen naar
het publiek. Verwacht geen gro
te verhalen, maar wel een aan
gename reeks glimlachjes en
weetjes. Bijvoorbeeld van de ka
melen die op een nacht aan de
wandel gingen en uiteindelijk in
de zeer vroege ochtend naar Ar
ris bleken te zijn gegaan.
Mooi is het beeld dat hij tekent
van de dompteur die na zo veel
jaren nog steeds liefdevol naar
zijn tijgers kan kijken en half
dromend stamelt: prachtig,
prachtig. Nee, met hardhandig
heid bereikt niemand iets met al
die dieren. Wel met liefde. En
ook de andere artiesten komen
zonder liefde niet ver.
Zo verklapt hij dat als de clowns
Mini en Maxi in Carré staan, Ka-
rel de Rooy, alias Mini, een veel
te klein en versleten jasje draagt:
het jasje waarin ooit de clown
Buziau daar optrad, de man die
Toon Hermans zo inspireerde.
Toon, die Carré tot zijn nationa
le huiskamer maakte en waar
hij, zonder dat hij en zijn pu
bliek zich dat realiseerden, op
17 december 1999 afscheid
nam.
Die dag was hij 83 geworden. In
het boek citeert Van Lindonk de
woorden waarmee hij Toon
toen introduceerde. En ook de
wijze les die de meester hem la
ter gaf en waar hij nog altijd ple
zier van heeft. Ook haalt hij
Toon aan om uit te leggen wat
de kem van de circusliefde is:
Het deze maand gehouden 27ste Internationale Circus Festival in Monte Carlo, Frankrijk. Archieffoto: AP
'Het ergste wat me kan gebeu
ren is dat ik ooit volwassen
word.'
Voor wie dat niet helemaal kan
begrijpen biedt het boekje iets
wat veel meer is dan een leuk
extraatje: een piepklein cd'tje
met daarop een grandioos lied
uit de show waarmee Toon in
1966 Carré veroverde: Variété.
Daarin legt hij alles uit met de
woorden van een ingelukkig
kind. Daarin zit alles wat deze
kunst zo kunstig maakt. Een
nooit uitgebracht meesterwerkje
over de oervorm van alle thea
terkunst: de saltimbanque. Allé-
hop!
Rijk boek over het verlangen
roman recensie
Jan-Hendrik Bakker
'Het spoor van de zilverbeer' door Lynn
Schooler. Vertaling: Willem en Catalien
van Paassen. Uitgeverij Byblos. Prijs:
22,50 euro.
Meer dan tien jaar van het le
ven van de Amerikaan Lynn
Schooler heeft in het teken ge
staan van het verlangen ooit
een zilverbeer te ontmoeten.
Deze grijsblauwe, soms
chroomkleurige variant van
de Noord-Amerikaanse brui
ne beer, de grizzly, is uiterst
zeldzaam.
Die spaarzame exemplaren
zwerven over de uitgestrekte
archipel van Alaska, waar zij
leven van de zalm, die de ri
vieren opzwemt in de paaipe-
riode, en voedzame grassen.
Zo'n legendarisch, door de
evolutie en de geschiedenis
bijna vergeten berenexem
plaar wil Schooier graag ont
moeten.
Maar als na een serie dramati
sche ontwikkelingen de
woudloper en 'wildlife'-gids
op de laatste bladzijden van
zijn autobiografische relaas
Het spoor van de zilverbeer
eindelijk oog in oog staat met
het dier van zijn dromen, be
seft hij plotseling dat waar het
werkelijk om ging in zijn leven
niet de ontmoeting met deze
beer zelf was, maar wat zich
in het spoor van deze zoek
tocht heeft voorgedaan. Zijn
vriendschap met een Japanse
natuurfotograaf, ziekte en
dood van zijn vader en zijn
moeizame liefdesleven, dat al
les in de context van een over
weldigende natuur.
Zo gaat dat, niet de vervulling,
maar het verlangen ernaar
trekt zijn spoor door ons le
ven. De grote kracht van
Schooiers stoere boek is dat
het nergens het privé-leven
van de verteller benadrukt,
maar dit als het ware laat
meekomen in de stroom van
de vertelling. Waar Schooier
over schrijft is zijn dagelijkse
leven in Alaska, het overweldi
gende, nog tamelijk onge
schonden landschap, hoe de
gletsjers zich in zee storten, de
walvissen die in de fjorden ko
men foerageren, de geologi
sche geschiedenis en die van
de oorspronkelijke bewoners,
de ecologische samenhang
van deze laatste rest oema-
tuur, kortom alles waarover
een gids kan vertellen.
Op een van deze tochten
maakt Schooier kennis met
een Japanse wildlife-fotograaf,
die zijn beste vriend zal wor
den. Michio Hoshino heeft in
ternationale faam en reist de
hele wereld over voor zijn na-
tuurreportages. Geen hechte
basis voor een vriendschap,
maar door de jaren heen zien
zij elkaar regelmatig terug op
hun eenzame tochten door de
wateren en het land van Alas
ka.
Tussen de mannen ontstaat
een grote samenhorigheid en
vertrouwelijkheid. De schrij
ver maakt er verder weinig
woorden aan vuil, maar de le
zer voelt het Michio is degene
die hem op het spoor van de
zilverbeer zal zetten. En zo
hebben beiden een gemeen
schappelijk doel. Beiden zijn
ook 'loners', solitaire wezens
die de eenzaamheid tot cultu
reel systeem hebben gemaakt.
Schooiers boek is in eerste in
stantie een verslag van hoe
het doel, de ontmoeting met
een zilverbeer, wordt bereikt,
maar onder die oppervlakte is
het veel meer dan dat. Dat het
een waar gebeurd verhaal is,
zoals op het titelblad de lezer
wordt toegeroepen, doet er ei
genlijk nauwelijks toe. Het
boek wordt gedragen - en dat
gevoel treft je al snel - door
een grote waarachtigheid, een
verlangen de essentie van het
leven tot uitdrukking te bren
gen. Dat hij hier en daar ge
beurtenissen heeft samenge
voegd omdat dat de zeggings
kracht van het verhaal ten
goede kwam, zoals de auteur
verontschuldigend meldt in
een aparte opmerking, is mis
schien wel een consciëntieus,
maar ook wat overdreven ge
baar.
Eigenlijk twijfel je als lezer
geen moment aan de waar
heidsgetrouwheid van het
boek De dood van Michio,
die op een nacht uit zijn tent
gesleurd wordt door een door
mensen verpeste grizzly, is
een feitelijk gegeven. Zo ook
het leven van de auteur, als
mede zijn zorgvuldige docu
mentatie van het landschap
en de fauna van Alaska
Schooler voegt een literatuur
lijst toe aan zijn boek en heeft
het bovendien voorzien van
een notenapparaat
Het spoor van de zilverbeer is
een groot en rijk boek. De sti
listische kwaliteit ervan hapert
een enkele keer als er te veel
wordt opgesomd ('Een storm-
vogeltje vloog langs en dook
met gebolde vleugels naar be
neden, en een grauwe pijl
stormvogel vloog op vanaf de
boeg.'), maar kent veel grote
momenten. De beschrijving
van de foeragerende school
walvissen vergeet je niet snel.
Maar wat vooral grote indruk
maakt is dat dit boek in zijn
geheel een prachtige verbeel
ding is van het bewustzijn, dat
alle leven deel uitmaakt van
de grote keten van het leven.
Alle leven vreet elkaar op, de
zeerob de haring, de arend de
zeerob, de beer de zalm, en
soms een fotograaf, die hem
met de lens probeerde te ver
schalken. Alle leven vreet el
kaar op, maar leeft ook in el
kaar voort. Het is geen nieuw
inzicht, maar wel een heel ele
mentair dat we al bijna verge
ten waren. Lynn Schooler
heeft er ons met zijn geweld
dadige, maar prachtige boek
weer aan herinnerd.
DE LEESTAFEL
filleke Heijkoop
>ord leeg of je krijgt geen
'een stoel heeft vier po-
'komt er nog wat van?',
en van deze opvoedkundi-
idoeners herkent, komt
ïijnlijk van een andere
De (prenten)boeken die
kinderboekenleestafel
lebben er allemaal een
e. Ze liggen al even op de
naar nu is het tijd om kor
en te maken met al die
doelende opvoeders.
rwtj es op van Kes Gray
ities Nick Sharratt, uitge-
llen, €9,98) is uiteraard
erd op de eet-je-bord-
ssieker. Het kleurige en
)e-recht-aan géülustreer-
itenboek speelt zich af
eettafel met een moe
een dochter. Dochter lust
wtjes en moeder tracht
bewegen ze toch op te
mvankelijk door haar
en een half uurtje tele-
cen in het vooruitzicht te
Als dat geen effect sor-
iegt moeder al snel gie-
t de bocht met de meest
nnige beloftes,
r zal fabrieken vol choco-
jgen, baby-olifantjes en
dubbelmotorige straalraketten,
ze hoeft nooit meer tanden te
poetsen of in bad en ze zal ver
huizen naar een pretpark Alles
wat ze wenst, kan ze krijgen. Als
ze die verd... erwtjes maar op
eet. Dochter is niet te vermur
wen. Slechts onder één voor
waarde eet ze haar bord leeg:
moeder moet haar spruitjes op
eten. Maar - moeder lust geen
spruitjes. De grap van dit boek
schuilt natuurlijk in de stand
vastigheid van de dochter tegen
over het gemarchandeer van de
moeder. Want hoort dat bij een
officiële 'goede opvoeding' niet
juist andersom te zijn? Mis
schien wilde Gray gewoon een
lollig prentenboek maken. Dat is
gelukt. En passant houdt hij de
gemiddelde ouder een aardige
(lach) spiegel voor.
De jongen die altijd te laat
kwam (John Bumingham, Lem-
niscaat, €13,50) heeft eveneens
een spiegelend effect. Utsemen-
tem feceris, ita metes luidt de
eerste regel (voor de niet-gym-
nasiasten: gelijk gij gezaaid zult
hebben, zult gij maaien) Dat be
looft wat. De jongen die altijd te
laat kwam, heet Albert Johan
Wiedeman. De brave Albert Jo
han is immer op weg om wijzer
te worden. Steeds komen er
echter obstakels op zijn pad die
ervoor zorgen dat hij te laat op
school komt.
Tekening van Christine Davenier
uit 'Dan word ik BOOS!'.
Illustratie uit besproken boek
Is het geen krokodil die uit een
put kruipt om zijn schooltas
weg te happen; dan is het wel
een leeuw die een stuk uit zijn
broek bijt of een vloedgolf die
hem van de brug spoelt. Mees
ter gelooft geen snars van de
verklaringen die Albert Johan
Wiedeman geeft voor zijn laat
arriveren. Dan komt de dag dat
Albert Johan Wiedeman op zijn
weg naar meer wijsheid geen
enkele tegenslag treft. Hij is op
tijd op school, waar meester
tussen de plafondbalken hangt
in de greep van een gigantische
gorilla. Eigen schuld, dikke bult,
Ut semen tem feceris, ita metes.
De jongen die altijd te laat
kwam is gevat in een stevige,
glanzende kaft met een linnen
band. De illustraties vertellen
minstens zoveel als de tekst. Die
gelaten blik van Albert Johan
Wiedeman, getroffen met pen
in een subtiel geschilderde
achtergrond. De zielige stilte
van het hoekje waarin Albert Jo
han steeds weer nieuwe strafre
gels schrijft. Geen knallende
kleuren, geen onnodige elemen
ten. Gewoon mooi. Mooi en
leuk
Niet per se mooi, maar qua the
matiek wel leuk is Dan word ik
BOOS!, van de Amerikaan Ste
ven Kroll (Uitgeverij Westeinde,
illustraties van Christine Dave
nier, €12,25) Ook dit boek zal bij
de gemiddelde ouder wel een
schuldbewuste glimlach oproe
pen. Waar Nina boos om wordt?
luidt de centrale vraag. Om al
lerlei kleine, gewone, alledaagse
dingetjes, is het antwoord. Ver
volgens slaat Kroll - met hulp
van Davenier - de (voor)lezer
om de oren met zo ongeveer al
les waardoor een kinderziel zoal
gekrenkt wordt.
Het sussende gewauwel dat ou
ders zo kenmerkt komt daarbij
meer dan eens langs. 'Je vindt
het vast heerlijk wat we eten'; 'ik
kom zo lieve schat'; 'kijk toch
eens wat een grote, knappe
meid ze al is!', zeurt het aan die
koppies. Herkenbaar? Ga dan
maar eens goed bij jezelf te rade,
want het maakt kinderen ra
zend.
geschiedenis recensie
Francoise Ledeboer
'Liefde, leed en passie. De vrouwen van
Rubens' door Rosine De Dijn. Uitgeverij
Balans/Van Halewyck. Prijs: €22,50 euro.
De getuigenis van Jan Rubens,
vader van de grootste Vlaamse
barokschilder Peter Paul Ru
bens, was zeer precies. Alles bij
elkaar had hij zo'n twaalf tot
veertien keer echtbreuk ge
pleegd met Anna van Saksen, de
tweede vrouw van Willem van
Oranje. De eerste keer gebeurde
dat zo hartstochtelijk dat Anna
daarna per brief voor instorting
van hun ledikant bij volgende
keren waarschuwde. Geschiede
nisboeken saai? Met deze en ve
le andere anekdotes bewijst
journaliste Rosine De Dijn het
tegendeel in Liefde, leed en pas
sie. De vrouwen van Rubens.
Het is haar voorbeeldig gelukt
het verhaal over het liefdesleven
van Rubens (1577-1640) en
vooral het turbulente van zijn
vader te combineren met een
doortimmerde schets van de
Tachtigjarige Oorlog (1568-
1648) in de Noordelijke en 'Zui
delijke Nederlanden en de rol
die de briljante Rubens in die
strijd als diplomaat vervulde. De
lezer wordt bovendien uitste
kend geïnformeerd over zijn
kwaliteiten als schilder
De Dijn begint in Antwerpen
waar Adriaan Rubens aan het
eind van de
veertiende
eeuw als
poorter (inwo
ner) werd in
geschreven.
Hij was een
respectabele
burger die in
leer deed. Om
het fatale slip
pertje van Jan
in de armen
van Anna van
Saksen te ver
klaren, neemt
De Dijn de le
zer mee naar
slot Dillen
burg in het
Duitse Sieger-
land, waar Willem van Oranje
op twaalfjarige leeftijd te horen
kreeg dat hij van zijn oom het
prinsdom Orange in Frankrijk
had geërfd. Om de daadwerke
lijke macht over het prinsdom te
kunnen verkrijgen, diende Wil
lem naar het Brusselse hof van
de Spaanse machthebbers te
verhuizen. Orange was hem een
mis waard; hij werd er zonder
omhaal katholiek voor.
Zijn tweede huwelijk met Anna
van Saksen, in 1544 geboren als
dochter van keurvorst Maurits
en al jong wees geworden, had
een desastreus verloop. De grote
'Zwijger' leefde er in elk geval
vrolijk op los en Anna en haar
hofdames namen aan het hof
van Oranje in Breda geregeld
aanstoot 'aan de losse zeden'.
Liefde, leed en passie
De vrouwen van Rubens
Oranje had
zijn hof in
Breda moeten
ontruimen
omdat de
Spanjaarden
de protestant
se ketters in de
opstandige
Nederlandse
gebiedsdelen
bestreden.
Ook de familie
Rubens werd
verdacht van
protestantse
sympathieën
en sloeg op de
vlucht naar
Keulen. Jan
vestigde er
zich als advocaat en kreeg na
verloop van tijd vanwege zijn
uitstekende reputatie het ver
zoek Anna van Saksen bij te
staan als juridisch adviseur in de
strijd tegen haar echtgenoot die
ze inmiddels had verlaten.
Was de prinses werkelijk zo on
aantrekkelijk als De Dijn uit
haar bronnen heeft opgediept?
Uit het slippertje van Jan, waar
uit een dochter werd geboren,
zou je kunnen afleiden dat ze
ook over charmes moet hebben
beschikt. Na het bekend worden
van de affaire, sloten de Oranjes
haar op in Bielstein in het Wes-
terwald, waar haar vluchtplan-
nen door een dienstbode wer
den verraden.
Jan Rubens zuchtte lange jaren
in de slotkerker van Dillenburg
en dankte leven en welzijn ge
heel en al aan zijn trouwe Maria.
Nadat ze het nieuws over de on
trouw van haar man in Keulen
had vernomen, schreef ze hem
per kerende post dat ze nog
steeds van hem hield en hem
vanzelfsprekend vergaf. En zelfs
verwacht ze voor na zijn bevrij
ding 'dat ghy my suit liefhebben
alsoo ghy pleecht'. Getuige de
geboorte van twee zonen na
dien, onder wie Peter Paul, is
het daar inderdaad van geko
men.
Na terugkeer in Antwerpen (Jan
was op 1 maart 1587 in Keulen
gestorven), leidde ze dankzij de
erfenis het leven van een welge
stelde vrouw. Zoals het begaafde
kunstenaars in die dagen be
taamde, #ok ook Peter Paul
naar het verre Italië om zijn op
leiding te voltooien. Na zijn te
rugkeer trouwde hij met Isabella
Brant, dochter van een welge
stelde jurist. Na haar dood op
34-jarige leeftijd aan de pest zou
Peter Paul vijftien jaar weduw
naar blijven. De inmiddels 53-
jarige, door jicht geplaagde
schilder hertrouwde met de 16-
jarige Hélène Fourment, een
leeftijdsverschil waarbij volgens
De Dijn 'heel Antwerpen stond
te monkelen'.
Zijn de vrouwen van Rubens ge
lukkig geweest? Zoals meestal
het geval is bij de dienstbare
echtgenotes van vroeger, zwij
gen de bronnen daarover als het
graf. Zeker is wel dat het hen
aan niets tekort kwam.