De eerste grote vrouwelijke musicalster BOEKEN Zoektocht naar de zilverbeer Opvoeders tegen het licht Spreekstalmeester doet boekje open Anekdotes over overspelige Rubens Conny Stuart kijkt in biografie met afstand terug op carrière ande n en edini - ZATERDAG 25 JANUARI 2003 1 :anc rsteui ichtei n aar kr Stuart als matroos in de Conny Stuart Show, uitgezonden op larsavond 1966. Archieffoto: Anefo Ruim veertien jaar geleden zette Conny Stuart een punt achter haar actieve theatercarrière. Sindsdien heeft ze het toneel niet meer betreden. Wel liet ze nog één keer haar stem horen: in de remake van de musical 'Heerlijk duurt het langst' van enkele jaren geleden. In het aan haar gewijde boek 'Uitverkoren' zegt ze letter lijk: 'Ik vind dat ik voorbij ben'. biografie recensie Martin Hermens 'Uitverkoren. De carrière van Conny Stuart' door Paul Blom. Uitgeverij Theater Instituut Nederland i.s.m. AJ.G. Strengholt's Boeken. Prijs: €24,95. Paul Blom, senior wetenschap pelijk medewerker van het The ater Instituut Nederland, nam in 1995 het initiatief voor een boek over de omvangrijke carrière van Conny Stuart. Gelukkig maar, want de inmiddels bijna negentigjarige theaterpersoon lijkheid kon zo zelf nog heel wat zinvolle bijdragen leveren aan het eindresultaat. Stuart, op 5 september 1913 als Cornelia van Meijgaard geboren in het Overijsselse Wïjhe, wist al snel wat ze wilde worden: zan geres. Na een - zeker voor die tijd - wild jong leven maakte ze als twintiger haar debuut als chansonnière. Ze behoorde al snel tot de muzikale sterren van de periode voor de oorlog. Het was Wim Sonneveld die haar overhaalde om aan het cabaret te gaan. In dat genre kon Stuart haar kwaliteiten meer dan pri ma botvieren. Toch kreeg ze steeds meer twij fels over de rol van leading lady in het cabaret. Stuart vond dat ze te komisch werd; ze wilde graag serieus genomen worden. De uitnodiging van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink om de hoofdrol in hun allereerste musical Heerlijk duurt het langst te spelen, kwam dan ook als ge roepen. Vanaf 1965 ontwikkelde ze zich tot de eerste grote vrou welijke musicalster van Neder land. Ze bleef het duo Schmidt-Ban- nink heel lang trouw, ook al ont dekte ze al snel dat musical toch ook niet helemaal haar favoriete genre was. Een serieuze toneel rol wilde ze nog wel eens een keer spelen. Die kreeg ze tijdens het Amsterdamse Tfreaterfesti- val 1987, toen ze al ver in de ze ventig was. Nog geen jaar later noteerde ze in haar plakboek: 'einde van de carrière'. Met een wetenschappelijke nauwkeurigheid vertelt Blom in zijn 400 pagina's tellende boek over het verloop van de carrière van Conny Stuart Een echte biografie wil het maar niet wor den. Een visie op de betekenis van Stuarts rol in het Nederlandse amusement komt nergens van de grond. Dat is jammer, want met die enorme hoeveelheid aan materiaal was Blom bij uit stek de figuur geweest om een echte biografie te schrijven. Gelukkig is daar altijd Conny Stuart zelf nog. De oude dame kijkt met enige afstand terug op haar eigen carrière. Ze plaatst kritische noten bij haar activitei ten, legt de vinger op zere plek ken uit het verleden en geeft zichzelf op overtuigende wijze een plekje tussen al die andere grote mensen uit de wereld van het amusement. Dat dat laatste met enige bescheidenheid ge beurt, kun je haar niet aanreke nen. 'Alhoewel ik mezelf wel altijd ben blijven vernieuwen, ben ik geen vernieuwer geweest in mijn vak', zegt ze op pagina 363. van het boek. 'Mijn enige op merkelijke daden waren dat ik Leen Jongewaard heb aanbevo len voor Heerlijk duurt het langst en dat ik Annie Schmidt en Harry Bannink heb samenge bracht.' Alleen al die laatste, meer dan terechte constatering is van immens belang geweest voor de naoorlogse geschiedenis van het Nederlandse amuse ment. lellaHaasse, «nln lo. 16,95 bep« )ek de Jong, erda's kind. 25,95 )onna Tartt, ine vriend, slid ige Bij, 27,50 udith Koelemeijer, 0 Ijrijgen van Maria Zachea. G Ifci. 17,50 onathan Safran Foer, verlicht. 0I fAnthos, 19,90 e essa de Loo, *ling. erspers, 12,50 1 rii"cci French, hu ids. Anthos, 12,50 abriel Garcia Mérquez, om het te vertellen, ihoff, 24,50 oup van 't Hek, efoup. ige Bij, 11,35 Bas Heijne, en land. theus, 14,50 de Loo's De Tweeling door de succesvolle film weede leven. Hetzelfde 3or Nicci French, dankzij ;oedkope editie. Echt de geprezen autobiogra- Gabriel Garcia Marquez. las Heijne's prikkelende ns over de (moeizame) an Nederland. ekentoptien wordt weke- mengesteld op basis van pcijfers van Athenaeum indel en H. de Vries Boe- Haarlem, Boekhandel in Leiden, Plantage indel Harkema in Hilver- ^poekhandel Los in Bus- Boekhandel De Ark in ande£r evo% ochttfc. a belH non-fictie recensie Hans Visser 'Hooggeëerd publiek', door Peter van Lindonk. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar. Prijs €12.50 (inclusief cd). Het circus geeft veel te dromen. Maar wat zou eigenlijk de mooi ste circusdroom zijn? Vliegen aan de trapeze? Een troep tijgers temmen? Paardendressuur? Jongleren? Dansen op het slap pe koord of op de strakgespan nen hoge draad? Misschien is het allermooiste van het circus toch wel de rol van spreekstalmeester, de man die tijdens de voorstelling aan de rand van de piste staat en die na elk nummer even met zijn lakschoenen het zaagsel be treedt om het publiek de vol gende act voor te toveren. Want presenteren is voor dit eerbied waardige werk een te plat woord. Presenteren doen ze bij de televisie, in het circus moet elk nummer zijn omgeven door een zweem van magie. De spreekstalmeester is de schakel tussen de gewone mensen op de tribune en de goden in de piste. Het is daarom heel bijzonder dat Peter van Lindonk voor één keer uit de rol is gestapt die hij al jaren speelt als spreekstal meester van het Wereldkerstcir cus in net Koninklijk Theater Carré. Voor één keer mag het hooggeëerd publiek even kijken in zijn wereld waarin de geur van zaagsel, roofdieren, paarden en menselijk zweet zo sfeerbe palend is. In zijn boekje Hoogge ëerd publiek haalt hij herinne ringen op aan al die jaren dat hij het gezicht was van de hofhou ding van het circuspaleis aan de Amstel. Als altijd gekleed in zwarte en rode 'rok', dat alles vervolmaakt met een hoge zij den hoed. Hij geeft het eerlijk toe, in wezen is hij een buitenstaander, een gewoon burger. Maar de circus mensen vertrouwen hem, ze voelen dat hij hun kunst verstaat en dat hij die kan vertalen naar het publiek. Verwacht geen gro te verhalen, maar wel een aan gename reeks glimlachjes en weetjes. Bijvoorbeeld van de ka melen die op een nacht aan de wandel gingen en uiteindelijk in de zeer vroege ochtend naar Ar ris bleken te zijn gegaan. Mooi is het beeld dat hij tekent van de dompteur die na zo veel jaren nog steeds liefdevol naar zijn tijgers kan kijken en half dromend stamelt: prachtig, prachtig. Nee, met hardhandig heid bereikt niemand iets met al die dieren. Wel met liefde. En ook de andere artiesten komen zonder liefde niet ver. Zo verklapt hij dat als de clowns Mini en Maxi in Carré staan, Ka- rel de Rooy, alias Mini, een veel te klein en versleten jasje draagt: het jasje waarin ooit de clown Buziau daar optrad, de man die Toon Hermans zo inspireerde. Toon, die Carré tot zijn nationa le huiskamer maakte en waar hij, zonder dat hij en zijn pu bliek zich dat realiseerden, op 17 december 1999 afscheid nam. Die dag was hij 83 geworden. In het boek citeert Van Lindonk de woorden waarmee hij Toon toen introduceerde. En ook de wijze les die de meester hem la ter gaf en waar hij nog altijd ple zier van heeft. Ook haalt hij Toon aan om uit te leggen wat de kem van de circusliefde is: Het deze maand gehouden 27ste Internationale Circus Festival in Monte Carlo, Frankrijk. Archieffoto: AP 'Het ergste wat me kan gebeu ren is dat ik ooit volwassen word.' Voor wie dat niet helemaal kan begrijpen biedt het boekje iets wat veel meer is dan een leuk extraatje: een piepklein cd'tje met daarop een grandioos lied uit de show waarmee Toon in 1966 Carré veroverde: Variété. Daarin legt hij alles uit met de woorden van een ingelukkig kind. Daarin zit alles wat deze kunst zo kunstig maakt. Een nooit uitgebracht meesterwerkje over de oervorm van alle thea terkunst: de saltimbanque. Allé- hop! Rijk boek over het verlangen roman recensie Jan-Hendrik Bakker 'Het spoor van de zilverbeer' door Lynn Schooler. Vertaling: Willem en Catalien van Paassen. Uitgeverij Byblos. Prijs: 22,50 euro. Meer dan tien jaar van het le ven van de Amerikaan Lynn Schooler heeft in het teken ge staan van het verlangen ooit een zilverbeer te ontmoeten. Deze grijsblauwe, soms chroomkleurige variant van de Noord-Amerikaanse brui ne beer, de grizzly, is uiterst zeldzaam. Die spaarzame exemplaren zwerven over de uitgestrekte archipel van Alaska, waar zij leven van de zalm, die de ri vieren opzwemt in de paaipe- riode, en voedzame grassen. Zo'n legendarisch, door de evolutie en de geschiedenis bijna vergeten berenexem plaar wil Schooier graag ont moeten. Maar als na een serie dramati sche ontwikkelingen de woudloper en 'wildlife'-gids op de laatste bladzijden van zijn autobiografische relaas Het spoor van de zilverbeer eindelijk oog in oog staat met het dier van zijn dromen, be seft hij plotseling dat waar het werkelijk om ging in zijn leven niet de ontmoeting met deze beer zelf was, maar wat zich in het spoor van deze zoek tocht heeft voorgedaan. Zijn vriendschap met een Japanse natuurfotograaf, ziekte en dood van zijn vader en zijn moeizame liefdesleven, dat al les in de context van een over weldigende natuur. Zo gaat dat, niet de vervulling, maar het verlangen ernaar trekt zijn spoor door ons le ven. De grote kracht van Schooiers stoere boek is dat het nergens het privé-leven van de verteller benadrukt, maar dit als het ware laat meekomen in de stroom van de vertelling. Waar Schooier over schrijft is zijn dagelijkse leven in Alaska, het overweldi gende, nog tamelijk onge schonden landschap, hoe de gletsjers zich in zee storten, de walvissen die in de fjorden ko men foerageren, de geologi sche geschiedenis en die van de oorspronkelijke bewoners, de ecologische samenhang van deze laatste rest oema- tuur, kortom alles waarover een gids kan vertellen. Op een van deze tochten maakt Schooier kennis met een Japanse wildlife-fotograaf, die zijn beste vriend zal wor den. Michio Hoshino heeft in ternationale faam en reist de hele wereld over voor zijn na- tuurreportages. Geen hechte basis voor een vriendschap, maar door de jaren heen zien zij elkaar regelmatig terug op hun eenzame tochten door de wateren en het land van Alas ka. Tussen de mannen ontstaat een grote samenhorigheid en vertrouwelijkheid. De schrij ver maakt er verder weinig woorden aan vuil, maar de le zer voelt het Michio is degene die hem op het spoor van de zilverbeer zal zetten. En zo hebben beiden een gemeen schappelijk doel. Beiden zijn ook 'loners', solitaire wezens die de eenzaamheid tot cultu reel systeem hebben gemaakt. Schooiers boek is in eerste in stantie een verslag van hoe het doel, de ontmoeting met een zilverbeer, wordt bereikt, maar onder die oppervlakte is het veel meer dan dat. Dat het een waar gebeurd verhaal is, zoals op het titelblad de lezer wordt toegeroepen, doet er ei genlijk nauwelijks toe. Het boek wordt gedragen - en dat gevoel treft je al snel - door een grote waarachtigheid, een verlangen de essentie van het leven tot uitdrukking te bren gen. Dat hij hier en daar ge beurtenissen heeft samenge voegd omdat dat de zeggings kracht van het verhaal ten goede kwam, zoals de auteur verontschuldigend meldt in een aparte opmerking, is mis schien wel een consciëntieus, maar ook wat overdreven ge baar. Eigenlijk twijfel je als lezer geen moment aan de waar heidsgetrouwheid van het boek De dood van Michio, die op een nacht uit zijn tent gesleurd wordt door een door mensen verpeste grizzly, is een feitelijk gegeven. Zo ook het leven van de auteur, als mede zijn zorgvuldige docu mentatie van het landschap en de fauna van Alaska Schooler voegt een literatuur lijst toe aan zijn boek en heeft het bovendien voorzien van een notenapparaat Het spoor van de zilverbeer is een groot en rijk boek. De sti listische kwaliteit ervan hapert een enkele keer als er te veel wordt opgesomd ('Een storm- vogeltje vloog langs en dook met gebolde vleugels naar be neden, en een grauwe pijl stormvogel vloog op vanaf de boeg.'), maar kent veel grote momenten. De beschrijving van de foeragerende school walvissen vergeet je niet snel. Maar wat vooral grote indruk maakt is dat dit boek in zijn geheel een prachtige verbeel ding is van het bewustzijn, dat alle leven deel uitmaakt van de grote keten van het leven. Alle leven vreet elkaar op, de zeerob de haring, de arend de zeerob, de beer de zalm, en soms een fotograaf, die hem met de lens probeerde te ver schalken. Alle leven vreet el kaar op, maar leeft ook in el kaar voort. Het is geen nieuw inzicht, maar wel een heel ele mentair dat we al bijna verge ten waren. Lynn Schooler heeft er ons met zijn geweld dadige, maar prachtige boek weer aan herinnerd. DE LEESTAFEL filleke Heijkoop >ord leeg of je krijgt geen 'een stoel heeft vier po- 'komt er nog wat van?', en van deze opvoedkundi- idoeners herkent, komt ïijnlijk van een andere De (prenten)boeken die kinderboekenleestafel lebben er allemaal een e. Ze liggen al even op de naar nu is het tijd om kor en te maken met al die doelende opvoeders. rwtj es op van Kes Gray ities Nick Sharratt, uitge- llen, €9,98) is uiteraard erd op de eet-je-bord- ssieker. Het kleurige en )e-recht-aan géülustreer- itenboek speelt zich af eettafel met een moe een dochter. Dochter lust wtjes en moeder tracht bewegen ze toch op te mvankelijk door haar en een half uurtje tele- cen in het vooruitzicht te Als dat geen effect sor- iegt moeder al snel gie- t de bocht met de meest nnige beloftes, r zal fabrieken vol choco- jgen, baby-olifantjes en dubbelmotorige straalraketten, ze hoeft nooit meer tanden te poetsen of in bad en ze zal ver huizen naar een pretpark Alles wat ze wenst, kan ze krijgen. Als ze die verd... erwtjes maar op eet. Dochter is niet te vermur wen. Slechts onder één voor waarde eet ze haar bord leeg: moeder moet haar spruitjes op eten. Maar - moeder lust geen spruitjes. De grap van dit boek schuilt natuurlijk in de stand vastigheid van de dochter tegen over het gemarchandeer van de moeder. Want hoort dat bij een officiële 'goede opvoeding' niet juist andersom te zijn? Mis schien wilde Gray gewoon een lollig prentenboek maken. Dat is gelukt. En passant houdt hij de gemiddelde ouder een aardige (lach) spiegel voor. De jongen die altijd te laat kwam (John Bumingham, Lem- niscaat, €13,50) heeft eveneens een spiegelend effect. Utsemen- tem feceris, ita metes luidt de eerste regel (voor de niet-gym- nasiasten: gelijk gij gezaaid zult hebben, zult gij maaien) Dat be looft wat. De jongen die altijd te laat kwam, heet Albert Johan Wiedeman. De brave Albert Jo han is immer op weg om wijzer te worden. Steeds komen er echter obstakels op zijn pad die ervoor zorgen dat hij te laat op school komt. Tekening van Christine Davenier uit 'Dan word ik BOOS!'. Illustratie uit besproken boek Is het geen krokodil die uit een put kruipt om zijn schooltas weg te happen; dan is het wel een leeuw die een stuk uit zijn broek bijt of een vloedgolf die hem van de brug spoelt. Mees ter gelooft geen snars van de verklaringen die Albert Johan Wiedeman geeft voor zijn laat arriveren. Dan komt de dag dat Albert Johan Wiedeman op zijn weg naar meer wijsheid geen enkele tegenslag treft. Hij is op tijd op school, waar meester tussen de plafondbalken hangt in de greep van een gigantische gorilla. Eigen schuld, dikke bult, Ut semen tem feceris, ita metes. De jongen die altijd te laat kwam is gevat in een stevige, glanzende kaft met een linnen band. De illustraties vertellen minstens zoveel als de tekst. Die gelaten blik van Albert Johan Wiedeman, getroffen met pen in een subtiel geschilderde achtergrond. De zielige stilte van het hoekje waarin Albert Jo han steeds weer nieuwe strafre gels schrijft. Geen knallende kleuren, geen onnodige elemen ten. Gewoon mooi. Mooi en leuk Niet per se mooi, maar qua the matiek wel leuk is Dan word ik BOOS!, van de Amerikaan Ste ven Kroll (Uitgeverij Westeinde, illustraties van Christine Dave nier, €12,25) Ook dit boek zal bij de gemiddelde ouder wel een schuldbewuste glimlach oproe pen. Waar Nina boos om wordt? luidt de centrale vraag. Om al lerlei kleine, gewone, alledaagse dingetjes, is het antwoord. Ver volgens slaat Kroll - met hulp van Davenier - de (voor)lezer om de oren met zo ongeveer al les waardoor een kinderziel zoal gekrenkt wordt. Het sussende gewauwel dat ou ders zo kenmerkt komt daarbij meer dan eens langs. 'Je vindt het vast heerlijk wat we eten'; 'ik kom zo lieve schat'; 'kijk toch eens wat een grote, knappe meid ze al is!', zeurt het aan die koppies. Herkenbaar? Ga dan maar eens goed bij jezelf te rade, want het maakt kinderen ra zend. geschiedenis recensie Francoise Ledeboer 'Liefde, leed en passie. De vrouwen van Rubens' door Rosine De Dijn. Uitgeverij Balans/Van Halewyck. Prijs: €22,50 euro. De getuigenis van Jan Rubens, vader van de grootste Vlaamse barokschilder Peter Paul Ru bens, was zeer precies. Alles bij elkaar had hij zo'n twaalf tot veertien keer echtbreuk ge pleegd met Anna van Saksen, de tweede vrouw van Willem van Oranje. De eerste keer gebeurde dat zo hartstochtelijk dat Anna daarna per brief voor instorting van hun ledikant bij volgende keren waarschuwde. Geschiede nisboeken saai? Met deze en ve le andere anekdotes bewijst journaliste Rosine De Dijn het tegendeel in Liefde, leed en pas sie. De vrouwen van Rubens. Het is haar voorbeeldig gelukt het verhaal over het liefdesleven van Rubens (1577-1640) en vooral het turbulente van zijn vader te combineren met een doortimmerde schets van de Tachtigjarige Oorlog (1568- 1648) in de Noordelijke en 'Zui delijke Nederlanden en de rol die de briljante Rubens in die strijd als diplomaat vervulde. De lezer wordt bovendien uitste kend geïnformeerd over zijn kwaliteiten als schilder De Dijn begint in Antwerpen waar Adriaan Rubens aan het eind van de veertiende eeuw als poorter (inwo ner) werd in geschreven. Hij was een respectabele burger die in leer deed. Om het fatale slip pertje van Jan in de armen van Anna van Saksen te ver klaren, neemt De Dijn de le zer mee naar slot Dillen burg in het Duitse Sieger- land, waar Willem van Oranje op twaalfjarige leeftijd te horen kreeg dat hij van zijn oom het prinsdom Orange in Frankrijk had geërfd. Om de daadwerke lijke macht over het prinsdom te kunnen verkrijgen, diende Wil lem naar het Brusselse hof van de Spaanse machthebbers te verhuizen. Orange was hem een mis waard; hij werd er zonder omhaal katholiek voor. Zijn tweede huwelijk met Anna van Saksen, in 1544 geboren als dochter van keurvorst Maurits en al jong wees geworden, had een desastreus verloop. De grote 'Zwijger' leefde er in elk geval vrolijk op los en Anna en haar hofdames namen aan het hof van Oranje in Breda geregeld aanstoot 'aan de losse zeden'. Liefde, leed en passie De vrouwen van Rubens Oranje had zijn hof in Breda moeten ontruimen omdat de Spanjaarden de protestant se ketters in de opstandige Nederlandse gebiedsdelen bestreden. Ook de familie Rubens werd verdacht van protestantse sympathieën en sloeg op de vlucht naar Keulen. Jan vestigde er zich als advocaat en kreeg na verloop van tijd vanwege zijn uitstekende reputatie het ver zoek Anna van Saksen bij te staan als juridisch adviseur in de strijd tegen haar echtgenoot die ze inmiddels had verlaten. Was de prinses werkelijk zo on aantrekkelijk als De Dijn uit haar bronnen heeft opgediept? Uit het slippertje van Jan, waar uit een dochter werd geboren, zou je kunnen afleiden dat ze ook over charmes moet hebben beschikt. Na het bekend worden van de affaire, sloten de Oranjes haar op in Bielstein in het Wes- terwald, waar haar vluchtplan- nen door een dienstbode wer den verraden. Jan Rubens zuchtte lange jaren in de slotkerker van Dillenburg en dankte leven en welzijn ge heel en al aan zijn trouwe Maria. Nadat ze het nieuws over de on trouw van haar man in Keulen had vernomen, schreef ze hem per kerende post dat ze nog steeds van hem hield en hem vanzelfsprekend vergaf. En zelfs verwacht ze voor na zijn bevrij ding 'dat ghy my suit liefhebben alsoo ghy pleecht'. Getuige de geboorte van twee zonen na dien, onder wie Peter Paul, is het daar inderdaad van geko men. Na terugkeer in Antwerpen (Jan was op 1 maart 1587 in Keulen gestorven), leidde ze dankzij de erfenis het leven van een welge stelde vrouw. Zoals het begaafde kunstenaars in die dagen be taamde, #ok ook Peter Paul naar het verre Italië om zijn op leiding te voltooien. Na zijn te rugkeer trouwde hij met Isabella Brant, dochter van een welge stelde jurist. Na haar dood op 34-jarige leeftijd aan de pest zou Peter Paul vijftien jaar weduw naar blijven. De inmiddels 53- jarige, door jicht geplaagde schilder hertrouwde met de 16- jarige Hélène Fourment, een leeftijdsverschil waarbij volgens De Dijn 'heel Antwerpen stond te monkelen'. Zijn de vrouwen van Rubens ge lukkig geweest? Zoals meestal het geval is bij de dienstbare echtgenotes van vroeger, zwij gen de bronnen daarover als het graf. Zeker is wel dat het hen aan niets tekort kwam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 23