Stap voor stap dementie te lijf Hoogleraar Scherder: Ouderen mogen niet versuffen voor de tv Therapie tegen dementie. Je hoort er nooit iets over. Toch wordt er, bijvoorbeeld aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, gewerkt aan methoden om de leefsituatie van dementerenden te 1 verbeteren. Prof. dr. Erik J.A. Scherder, hoogleraar klinische leuropsychologie, doet al vele jaren onderzoek bij demente mensen in onder andere zorgcentrum Sint Jacob te Amsterdam. De hoogleraar heeft na twaalf jaar onderzoek kunnen aantonen dat bewegingstherapie evenveel resultaat heeft als medicijngebruik. Hij gaat letterlijk stap voor stap het dementieproces te lijf. door Marit Versteeg ZATERDAG 18 JANUARI 2003 Hoogleraar Erik Scherder verricht bewegingstherapie met een bewoonster van een verpleeghuis. De gegevens van het 'veldwerk' gebruikt hij voor zijn onderzoek. Foto's: Ton Kastermans Erik Scherder is niet het type professor dat eeuwig met zijn hoofd in de boe ken zit en in laboratoria verblijft. Hij is eerder een man uit de praktijk, die een speciale band heeft met demente ouderen. Hij praat in zijn werkkamer met enthousias me over zijn specialiteit, springt regelmatig op vanachter zijn bureau om op een wit schoolbord te tekenen waar de hersenfunc ties zich bevinden en welke hersendelen met elkaar moeten communiceren. Duidelijk een man die gewend is dingen uit te leggen aan zijn studenten. Bij dementie, in dit geval toegespitst op de ziekte van Alzheimer, gaat het functioneren van de hersenen langzaam achteruit. De hersencellen worden steeds kleiner, totdat ze uiteindelijk afsterven. „Als de cellen een maal dood zijn, is er niets meer aan te be handelen", zegt Scherder. „De uitdaging is om te kijken of je die kleiner wordende cel len kunt reactiveren." Hij tekent het brein, vanaf de zijkant gezien. ,,Aan de voorzijde zit een bijzonder kwets baar gebied, de frontale lob. Dat is een superontwikkeld onderdeel van de herse nen. De frontale lob controleert, organiseert, plant en evalueert handelingen en gedach ten. Helaas takelt dit onderdeel van de her senen bij het ouder worden als eerste af. De gevolgen zijn dat het voor een gezonde ou dere moeilijker wordt om plannen te maken, gebeurtenissen te verwerken, initiatief te ne men en bijvoorbeeld de fijne motoriek uit te voeren. Bij dementie is de frontale lob veel ernstiger afgetakeld, wat zich uit in passivi teit, doelloosheid en verwardheid. Het is on ze uitdaging dit hersengebied te stimuleren. Door prikkels aan te bieden komt er weer communicatie tussen de cellen op gang en kan verder verval wat worden gestagneerd. Voor die communicatie in de verschillende hersengebieden is een 'verrijkte omgeving' nodig, schrijft hij op het bord. Dat betekent dat in de leefomgeving van de patiënt prik kels moeten worden aangeboden die de her senen stimuleren, zoals buiten zijn, horen, voelen, zien en bewegen. Dit is al jaren gele den aangetoond door professor Dick Swaab (directeur Nederlands Instituut voor Her senonderzoek). Use it, or lose it, vat Scherder samen. Het betekent niet dat een patiënt bijvoor beeld moet verhuizen om zo veel mogelijk prikkels te krijgen. Een vertrouwde omge ving is juist belangrijk, omdat mensen zich daar het meest op hun gemak voelen. Toch is het niet goed als ze altijd maar op dezelfde stoel voor het raa^^itten. „Het is beter de ;raBlan te bieden, waarover 3ifUftjf waardoor ze worden ijj^Heeld naar buiten te s^BM&intuiglijke prikkels. Ze ieflBnders, voelen de kou of de zon of horen een vogel of vliegtuig. En te gelijkertijd worden de hersenen geacti veerd." mensen iets extr; ze kunnen nadei verrast. Door bijl gaan krijgen mei zien weer eens iel Snoezeltherapie De hersenen kunnen volgens Scherder ook op andere manieren worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld door elektrotherapie, door te bewegen en door lichttherapie. In veel verpleeghuizen wordt al snoezelthe rapie gegeven, waarbij in een aparte ruimte met behulp van voorwerpen, beelden, kleu ren, geuren en geluiden de zintuigen aange naam worden geprikkeld. „Hoe meer prik kels, hoe levendiger, kwieker en alerter ou deren zullen zijn. Denk aan lopen, beweging van ledematen, proe ven, kauwen, ruikèn, voelen, massage, zien van licht en kleuren, na denken, praten, lachen en luisteren naar mu ziek of verhalen." Dat snoezeltherapie werkt is wel aangetoond, maar de wetenschappelijke onderbouwing is moei lijk. „Ie kunt niet alles tegelijkertijd doen. Dan weet je niet wat er wel of niet werkt." Bij elektrostimulatie worden op de rug, vlak bij het ruggenmerg, of op de onderarm elektro des aangebracht. Die activeren belangrijke, aangedane hersengebie den. „Je ziet de spieren samentrekken, maar het doet geen pijn. De men sen voelen het alsof ie mand hen zachtjes met een vinger op hun arm of rug tikt. Dat zeggen ze dan ook. De schokjes geven een directe of in directe activering van de biologische klok, die belangrijk is voor het slaap-waakritme en van gebieden die een rol spelen in het geheugen en gedrag. Door die stroom wordt bij patiënten de stofwisseling van de cellen en het transportmechanisme tussen de cellen gestimuleerd. We zien met regelmaat betere gezichtsherkenning en ver betering van het korte en lange-termijn ge heugen. De verpleging, die observatieversla gen bijhoudt, ziet die verbetering ook. Men sen zijn actiever en minder verdrietig. Het is duidelijk dat bepaalde omstandighe den het functioneren van de hersenen posi tief beïnvloeden. Dat is zichtbaar bij hoger opgeleiden en mensen met een baan waarin ze veel problemen moeten oplossen. Daar naast blijkt uit tientallen wetenschappelijke onderzoeken over de hele wereld dat men sen die hun hele leven hebben gesport, ge middeld betere intellectuele functies heb ben. Voetje voor voetje Er is dus een verband tussen lichamelijke activiteit en het functioneren van de frontale lob. Ook bij ouderen is dit verband gecon stateerd. In 1999 is door professor Kramer aangetoond dat de functies van de frontale lob verbeteren als passieve ouderen gaan lo pen. „Neem een verpleeg- of verzorgings huis, waar de meeste mensen 85-plus zijn." Scherder springt weer op en maakt de bewe ging die in die huizen aan de orde van de dag is. „Daar schuifelen ze voetje voor voetje achter hun rollator, of aan de arm van een verzorger, door de gangen. Wij zijn gaan on derzoeken of dat lopen achter een rollator bij demente ouderen ook positief werkt op de frontale lob. Dat blijkt inderdaad het ge val." Scherder gaat weer rechtop staan. „Juist om dat zo weinig mensen nog goed kunnen lo pen, zijn we ook gaan kijken naar andere be wegingen die de hersenen stimuleren, zoals hand- en gezichtsbewegingen. Met een Scherder geeft uitleg over de werking van het menselijk brein. groep mensen uit het verpleeghuis zijn we gedurende zes weken, drie keer per week, een half uur rustige bewegingen gaan maken met de handen en het gezicht. Dus oefenin gen met de handen en vingers en zeg maar 'gekke smoelen trekken'. En wat blijkt? Ook dat geeft zo veel prikkels dat het bedoelde hersengebied wordt aangestuurd." Onderzoek met behulp van de MRI-(hersen) scan heeft bij jongere mensen aangetoond dat bewegingen van de hand en het gezicht bepaalde gebieden in de frontale lob erg goed activeren. „Bij een handbeweging ge beurt veel in de hersenen en zijn dus veel hersendelen actief. Zelfs zo sterk dat ook bij mensen die kijken naar de handbewegingen van anderen, belangrijke hersengebieden worden geactiveerd. Kijken naar bewegende handen kan ook leuker zijn dan zelf moei zaam met de (oude) handen bewegen. We zouden bijvoorbeeld handen kunnen laten zien die iets maken, kaarsen, een handwerk doen of een balletje heen en weer bewegen. Het is onze nieuwste onderzoeksgedachte, die vooral van nut kan zijn voor de groep die zelf niet meer kan lopen of bewegen. In het brein zijn al die bewegingen enorm vertegenwoordigd. Mijn studenten weten dat ook. Ik zie ze tijdens tentamens vaak ein deloos kauwen, het amalgaam springt er zo wat van uit je kiezen. Kauwen is ook zo'n sti mulerende beweging voor het geheugen. Voor ouderen is kauwen helaas ook vaak een probleem, omdat ze vaak een slecht gebit hebben en in de verpleeghuizen zacht voed sel krijgen. Eigenlijk wordt het brein van ou deren aan alle kanten tegengewerkt." Biologische klok Een van de hersenfuncties die wordt gesti muleerd door bewegen, is de biologische klok. Demente ouderen hebben vaak proble men met die biologische klok. Ze staan mid den in de nacht op en kleden zich aan om boodschappen te gaan doen, of ze worden onrustig omdat ze den ken dat ze hun kinderen van school moeten ha len. De klok kan zelfs helemaal omgedraaid raken, zodat mensen overdag dutjes doen en 's nachts wakker liggen. „Nu is het voor ons de uitdaging de klok aan te sturen. Wie slecht slaapt, functioneert slechter. Iedere jongere kan dat na een nacht stappen wel ontkennen, maar het is een gegeven dat een goed slaap- /waakritme belangrijk is om ook cognitief goed te kunnen functione ren. Door de vergrijzing moeten steeds meer de mente ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, omdat er sim pelweg onvoldoende plaats is in verzorgings huizen. En daar zal voorlopig ook niet zo snel verandering in ko men, helaas. Voor een partner, zelf meestal ook de jongste niet meer, is het vaak moeilijk vol te houden de ander 24 uur per dag te verzorgen. Vooral als ook het nachtritme wordt verstoord. Daar door raakt ook de biologische klok van de verzorger van slag en wordt de dagelijkse be lasting een overbelasting. Daarom is het be langrijk dat de biologische klok goed werkt." Een derde therapie die zichtbare effecten geeft, is lichttherapie, ontwikkeld door dr. Eus van Someren, Rixt Riemersma en prof. Dick Swaab. Zij doen in Nederland onder zoek naar de effecten van extra helder indi rect licht, met extra heldere verlichting aan het plafond. Daarmee tonen ze aan dat dit licht een zeer positief effect heeft op het slaap-waakritme en het cognitief functione ren van demente ouderen. Farmaceutische industrie Scherder noemt het opvallend dat vanuit de farmacie weinig aandacht is voor de biologi sche klok. Er zijn wel pillen voor demente ouderen, maar die richten zich vooral op sti mulering van het geheugen. De hoogleraar heeft inmiddels wetenschappelijk kunnen aantonen dat het effect van bewegen hetzelf de is als dat van medicijnen. „Er is dus geen reden te zeggen dat medicij nen slikken beter is. Maar de farmaceutische industrie krijgt altijd meer aandacht, ook in de pers. Een pil ttegen Alzheimer is meteen voorpaginanieuws. Bij ziekte denkt men al gauw dat een tablet wel zal helpen. En waar geen belangen van de industrie zijn, zijn wij altijd het kind van de rekening. Wij krijgen geen financiële impulsen vanuit de indu strie. Ik moet erbij zeggen dat de resultaten nog altijd bescheiden zijn. Pil noch therapie zorgt voor genezing. Maar het is wel van groot belang dat bijvoorbeeld door een beter slaap/waakritme meer rust in de thuissitua tie komt, want het is voor de omgeving van iemand die dement wordt al ingrijpend ge noeg om te moeten toezien dat iemand zo verandert." Financiële ondersteuning komt voor Scher der vanuit een andere hoek. Een koepel van negen verpleeg- en verzorgingshuizen in Amsterdam, Fontis Amsterdam, betaalt zijn leerstoel aan de Vrije Universiteit. Fontis wil meer te weten komen over het brein van ou deren en de mogelijkheden om de hersenen van gezonde ouderen en van ouderen met dementie positief te beïnvloeden. Scherders ziet zijn benoeming door de VU, vorige maand, als een bekroning van zijn werk en als een geweldige impuls om deze onder zoekslijn verder uit te bouwen. Op de afdeling Klinische Neuropsychologie begeleidt hij nu twee grote projecten. Eén project betreft het stimuleren van de herse nen met behulp van elektrische prikkels op de huid van mensen die vergeetachtig zijn maar niet dement. Drs. Marijn Luijpen hoopt volgend jaar op dit project te promo veren. Proefpersonen Het andere project betreft een onderzoek naar de elektrostimulatie van demente ou deren in de thuissituatie, waarop Koene van Dijk volgend jaar wil promoveren. Het unie ke aan dit project is dat de partner de be handeling uitvoert en de vraag is of demente ouderen nu langer thuis kunnen blijven wo nen. Het onderzoek loopt al twee jaar, en het gaat volgens Scherder fantastisch, maar het is moeilijk proefpersonen te vinden. Er moe ten in totaal negentig koppels worden on derzocht, terwijl er pas dertig meedoen. „We zien dat de partner het vaak plezierig vindt om iets te kunnen bijdragen en we zien ook effect. Dat resulteert er ook in dat het ziekenfonds ZAO en Agis de doorbehan deling vergoedt. Het is belangrijk dat men sen kunnen worden doorbehandeld, want als de therapie na de zes weken van het on derzoek stopt, valt iemand terug en raakt het dag- en nachtritme weer verstoord." Dat dag- en nachtritme wordt in kaart ge bracht door middel van een soort horloge, dat aangeeft wanneer de oudere wakker is en slaapt.Als we door onze behandeling kunnen bereiken dat de nachtelijke onrust weer afneemt, kan de demente oudere met de partner wellicht langer thuis blijven en dat is vanuit allerlei opzichten zeer de moei te waard." Bij toenemende vergrijzing is het voorkomen van dementie belangrijk. „We moeten niet wachten tot het zover is dat mensen zo de ment zijn dat ze nauwelijks nog iets kunnen. We kunnen juist al bij vergeetachtigheid din gen doen met elektrostimulatie, lopen, hand- en gezichtsbeweging. Het is een te neur onder de vijftig- en zestigjarigen om eerder te stoppen met werken, om rust te hebben en alleen nog leuke dingen te gaan doen. Maar ik geloof niet dat dat goed is. Mijn vader is 83 en werkt nog dagelijks in een bedrijf met mijn broers. Dat gaat heel goed. Ik geloof dat het goed is om actief te blijven. Niet versuffen voor de tv. Mensen moeten ook een krant blijven lezen. Niet overslaan wat ze niet begrijpen, maar nog eens lezen en nadenken wat er wordt be doeld. Je moet je ergens in blijven verdiepen. Een zorgeloos leven is niks." De VU zoekt nog echtparen die willen mee werken aan het onderzoek. Zij kunnen zich melden bij Koene van Dijk, via telefoonnum mer 020-4448770.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 45