'Scheppen
uit ambitie
is verkeerd'
Rogi Wieg heeft geleerd 'op handen' te lopen
'Ik heb de
van een
sekssymbool'
kop
'Ik kan me nu
geen zelfmooi)
meer permitte
f
Het boek zou niet of pas na zijn
zelfverkozen dood verschijnen.
Maar dichter en schrijver Rogi
Wieg (40) overleefde zijn helse
depressie. In 'Kameraad
Scheermes' - half whodunnit,
half medisch verslag - schrijft hij
over zijn zelfmoordpogingen, zijn
opname in psychiatrische
klinieken, het verdriet om zijn
dochtertje dat hij nooit ziet en
zijn Grote Liefde met wie hij een
Romeo en Julia-verbond heeft
gesloten. „Leed verkoopt, maar
je moet het wel goed vorm
geven."
door Marjolijn de Cocq
Hij was een muzikaal won
derkind dat geen noten
kon lezen, een tennisser
zonder voetenwerk, een fotomodel
dat nooit werd ontdekt. Hij was een
scheikundestudent die sjeesde in het
besef dat hij zich nooit zou kunnen
spiegelen aan de groten der aarde,
een sjacheraar met criminele trekjes
die hij 'bevestigt noch ontkent'. Rogi
Wieg dist gretig zijn roemruchte ver
leden op, in het Amsterdamse
buurtcafé waar Kameraad Scheermes
deels tot stand kwam en waar de
gokautomaten een magnetische
aantrekkingskracht hebben.
Hij praat zacht, maar met een verve
die je niet zou verwachten van ie
mand die, onbehandelbaar, naar
huis werd gestuurd en als 'cocktail
man' van medicijn
mixen door het le
ven gaat met suïci
de nog altijd ergens
in het achterhoofd.
Fotomodel, ja hoor!
Hij was een heel
mooi jongetje, zegt
hij, had het in de
modewereld vast
heel goed kunnen maken. Toegege
ven: nu heeft hij het postuur van een
zwaargewicht boxer, beweegt traag,
is wat krom. Maar dat hangoog komt
niet van de elektroshocks of de me
dicijnen. „Een verlamd ooglid, heb
ik altijd gehad. Dat intrigeert, toch?
Ik heb de kop van een sekssymbool
a la Robert de Niro."
Verwijt Wieg, wandelende medische
encyclopedie, geen narcisme. Al trok
hij eerder dit jaar welbewust de aan
dacht met zijn ontblote, harige buik
tijdens een voordracht op de Nacht
van de Poëzie. Dat was een
schreeuw: Ik slik pillen, maar ik ben
er weer! Ik ga hier verschijnen in een
balletbroek met mijn dikke pens! „Ik
ben vaak beschuldigd van een vorm
van narcisme waar ik echt niet aan
lijd. Ik ben door meer psychiaters
bekeken dan wie dan ook ter wereld
en ik heb echt geen narcistische per
soonlijkheidsstoornis. Maar in de li
teratuur wordt dat vrij snel gezegd,
het woord wordt te pas en te onpas
gebruikt."
Debuut
Voor zijn debuut als dichter in 1986
kreeg hij meteen de Van der Hoogt -
prijs. Een mooie prestatie vond hij
dat. De zoon van Hongaars-joodse
ouders die ondanks zijn intellectuele
milieu de weg leek te bewandelen
van twaalf ambachten dertien onge
lukken tot hij van de ene dag op de
andere besloot professioneel dichter
te worden. „Probeer daar maar eens
van te leven. Ik belde mijn ouders
om het te zeggen: diepe stilte. Mijn
Hongaars-joodse dichtersvoorbeel-
den waren óf voor hun dertigste in
een concentratiekamp vermoord, óf
voor hun dertigste voor de trein ge
sprongen. Maar ik had wonder bo
ven wonder meteen mijn toon te
pakken."
Zijn laatste roman De Overval da
teert van 1997, een jaar daarna
schreef hij voor de Privé-domein
reeks Liefde is een zwaar beroep, een
dagboek over zijn aan-uitrelatie met
G., een vrouw met kinderen met wie
hij eindelijk een grote jongen dacht
te worden. „Uitstel van executie, ik
had lang geprobeerd kind te blijven.
Al was ik op mijn derde eigenlijk al
een man, als kind van gevluchte jo
den. G. was ook Hongaars-joods, ze
kookte een beetje zoals mijn moe
der. Ik was heel erg gesteld op haar
dochtertje. Ik dacht: netjes samen
wonen, dan komt het wel goed.
Maar niks kwam goed."
Hij had voor het dagboek bewonde
ring en respect verwacht, daar was
hij aan gewend. Maar hij kreeg harde
klappen. „Het was een eer om voor
Privé-domein te worden gevraagd. Ik
was met 35 de jongste ooit en ik
dacht: ik ga een volstrekt eerlijk boek
schrijven. Het was een boosaardig
boek en ik had nooit boosaardig ge
schreven. De ontvangst was erg wis
selend. Ik werd de hemel in gepre
zen, maar in veertig procent van de
recensies ook echt afgemaakt, op
een manier waarover ik onthutst
was. Ik had veel gegeven, mijn nek
uitgestoken. Ik had het gevoel dat ik
niet genoeg werd gewaardeerd als
schrijver, dat mijn carrière was mis
lukt."
Tegenslag
Zoals meer was mislukt in zijn leven.
Zo was hij in de wieg gelegd om pia
nist te worden, muzikaal wonder
kind. Tot hij ergens rond zijn tiende
een stuk van Grieg in de verkeerde
toonsoort voorspeelde en door de
mand viel: hij bleek altijd op gehoor
te hebben gespeeld en geen noten te
kunnen lezen. „Dat was een grote
tegenslag. Iedereen vond het enorm
knap dat ik het zo kon, ik was als een
aapje in een kooitje waar iedereen
naar keek. Maar ik wist intuïtief dat
mijn loopbaan als pianist afgelopen
was."
Wilde hij tennisser worden, dan
bleek zijn voetenwerk belazerd en
zijn zusje beter. Wilde hij scheikun
dige worden, dan bleek hij niet in de
schaduw te kunnen staan van de
briljante biochemicus en Biotex-uit
vinder die zijn vader was.
Hij was een 'opgewekt kind' met wie
het lachen was, zegt Wieg. Om ver
volgens een angstig, neurotisch jon
getje te schetsen dat bang was voor
Rogi Wieg in 1988: „Ik had wonder boven wonder meteen mijn toon te pakken."
ook de behoefte om iets na te laten,
uitleg voor mijn ouders." Toen Ju
dith in zijn leven kwam zat ze hem
achter de vodden, ze onderhield de
contacten met zijn uitgeverij. „Het
boek moest van haar geschreven
worden", constateert hij met enige
zelfvoldaanheid.
ZATERD*
11 JANUA
2003
Schrijfblokkades
Kameraad Scheermes laat zich deels
lezen als case-history, als medisch
verslag, en deels als whodunnit, een
thriller met een moord en een ont
knoping. Wieg: „Het gaat van gruwe
lijkheid alle kanten op. Leed ver
koopt, maar je moet het wel goed
vormgeven." Hij wilde zijn tijd in het
ziekenhuis beschrijven door de ogen
van het personage Jonathan Finkei.
Maar vaak werden hem de beelden
te erg en was verder gaan onmoge
lijk. Het was Judith die de schrijf
blokkades van zijn posttraumatisch
stressyndroom overwon. In die de
len van het boek maakt Finkei plaats
voor het personage Rogi Wieg. Ju
dith nam hem mee naar het café,
notitieblokje op tafel, en liet hem
praten. Voorzichtig, hem behoedend
voor wegglijden. Ze tikte zijn woor
den uit, die hij vervolgens stileerde.
„Dan werd de Rogi Wieg in het boek
een romanfiguur en verdween ik
weer uit beeld."
Judith is de enige vrouw voor wie hij
geen geheimen heeft, zegt Wieg. „Je
kunt niet alles van iemand weten,
maar voor zover het mogelijk is weet
zij alles. En zij heeft mij ook inzage
in haar ziel gegeven. Zij is de eerste
vrouw bij wie ik ook oprecht geïnte
resseerd ben in wat zich in haar af
speelt. Ik heb liever dat zij aan het
woord is dan ik. Vroeger 'maakte' ik
vrouwen ook een beetje: wilden ze
schrijfster worden dün regelde ik
dat, wilden ze actrice worden dan
zorgde ik daarvoor. Ik bood mijn
diensten aan en in ruil mocht ik ze
uitzuigen door aandacht en verzor
ging van ze te eisen. Judith heeft een
groot talent om zichzelf te redden,
die heeft geen papa of kruiwagen
nodig."
Ambitie
Rogi Wieg heeft nu het postuur van een
ziektes en hypergevoelig reageerde
op drukte. „Ik had een onbedwing
bare behoefte om op mezelf te zijn.
Al deed ik niet veel meer dan mas
turberen, moet ik zeggen." Zijn mid
delbare schooltijd was 'doortrokken
van minderwaardigheidsgevoel'.
Ondanks zijn hoge IQ was hij een er
barmelijk slechte leerling die niet in
het systeem kon meedraaien en pas
na een jaar Frans door kreeg dat
Jeanne en Pierre namen waren. „De
leraren vonden het wel spijtig voor
mij. Ik was geen schoft. Ze vonden
het jammer dat het met zo'n jongen
uit zo'n milieu toch nooit wat zou
worden."
Rondzwerven
Na de publicatie van het dagboek
werd de relatie met G. verbroken.
Wieg liet zijn boeken en piano ach
ter en ging rondzwerven door de
stad. Hij kreeg lichamelijke klachten,
uitmondend in de zware depressie
die hem tot drie zelfmoordpogingen
bracht. De woede van zijn moeder:
dat haar zoon, wiens leven zij had
gered toen hij drie, vier jaar oud
door glas was gevallen en zijn polsen
had opengehaald, nu met een
scheermes diezelfde polsen te lijf
was gegaan.
Hij belandde in een medisch circuit
van verkeerde diagnoses, hetgeen hij
ervoer als onbegrip en onwil. Door
zijn vader werd hij naar een privékli-
niek in Münster gebracht, waar het
verblijf echter niet lang viel te bekos
tigen.
'Het acute' was er dankzij gewaagde
medicatie af, maar Wieg ging door
met het beramen van zelfmoord
plannen, tot en met bevriezing in Si
berië. „Ik was niet teruggekomen
naar Nederland met het idee dat ik
zou doorleven. Ik was loodzwaar de
pressief en slikte me helemaal dood
aan de medicijnen." Wieg ontmoette
de vrouw die nu zijn ex-vrouw is.
„Daar fleurde ik iets van op. Ze was
heel nuchter, down to the ground. Ze
vertoonde op het eerste gezicht geen
verwantschap met de vrouwen die ik
gehad had. Ze lijkt ook niet op de
vrouwen in Kameraad Scheermes,
die zijn uitgekookt en manipulatief
en slim en slecht. En mijn ex is niet
slim en ook niet uitgekookt. Ik vind
haar eigenlijk gewoon alleen slecht,
meer niet."
Hij had gewaarschuwd moeten zijn,
zegt Wieg, toen ze eenmaal kortston
dig de relatie verbrak, bang voor een
leven met een man die steeds op de
rand van de dood schommelde.Als
iemand je één keer laat stikken in
zo'n situatie, moet je natuurlijk
nooit weer opnieuw beginnen."
Maar ze trouwden, de 'stomste fout
van zijn leven'. Toen hij in augustus
2000 opnieuw was opgenomen,
vroeg ze na de behandeling om
zwaargewicht bokser. Foto: GPD/Harmen de Jong
echtscheiding. Achteraf bezien, zegt
hij, heeft hij haar gebruikt om te
overleven en kan hij niet zeggen dat
hij van haar hield.
Dochtertje
Toen ze de relatie verbrak, was ze
wel zwanger van Hannah, het doch
tertje dat hij altijd had willen heb
ben. En van wie hij nu afstand heeft
gedaan. „Moeders konden me nooit
zoveel schelen, maar dochters wel.
Zoals in de film Paper Moon, waarin
een man met zijn dochtertje door
Amerika trekt. Met zo'n oude auto.
Dat wilde ik ook."
Het eerste meisje met wie hij in zijn
studententijd was gaan samenwo
nen, zag hij ook meer als dochter
dan als vriendin. „Seks schoot er dus
ook wel bij in. Dus was ik een porno
handeltje begonnen. Maar dat wist
mijn vriendin niet.
Tegenwoordig 'handelt hij wat in
lippenstiften en andere zaken'. „Ik
sjoemel in van alles, dat heb ik altijd
wel een beetje gedaan. Ik verzamel
heel veel voor mijn dochtertje, zodat
ik haar later kisten vol zilver en goud
kan geven." De omgangsregeling
voor Hannah, die nu bijna twee jaar
is, bleef een twistpunt. Wieg was in
middels 'therapieresistent' verklaard
en in maart 2001 ontslagen uit het
ziekenhuis. De tweesprong waarvoor
hij was geplaatst: teruggaan naar de
samenleving of door worden ge
stuurd naar een verblijfsafdeling
waar hij zou terechtkomen 'tussen
de hallucinerende psychoten en uit
asbakken etende schizofrenen'.
Langzaam begon hij weer voor zich
zelf te zorgen. „Douchen. Dat li
chaam waar ik wel van moet houden
als ik verder wil leven. Weer mee
doen. De excessen beteugelen. Le
ren leven met de mens die ik ben.
Maar rechtszaken over Hannah
doemden op, de kinderbescherming
werd ingeschakeld. „Niet omdat ik
niet geschikt zou zijn als vader, maar
omdat het tussen mij en de moeder
niet klikt. En je moet nooit iets over
het hoofd van een kind uitvechten.
In die situatie is het beter dat ze bij
haar moeder is, dat ze daar een heel
vaste basis heeft."
Wieg hoopt dat Hannah uiteindelijk
zelf naar hem toe zal komen.Alles
draait altijd voor mij om Hannah;
gedichten, het boek, dit interview.
Het hele huis ligt vol met cadeaus
voor haar. En met dossiers hoe het
echt is gegaan. Zodat ze nooit zal
denken dat ik niet wilde. Ik wilde
wel!"
Hij wil Hannahs moeder volstrekt
niet veroordelen, zegt Wieg. „Zij
heeft een bepaalde perceptie en niet
alles is waanzin. Maar als je de moe
der moet dwingen door je recht te
laten gelden... Dat kun je doen met
een autohandelaar, maar niet met
de moeder van je kind. Dus dan
word je een soort koning Salomo. Ik
heb afstand gedaan van de ouderlij
ke macht."
Speeltuin
Met Judith, de vrouw met wie Wieg
nu samenleeft en die hij verklaart tot
zijn Grote Liefde, bracht hij de hele
zomer berooid door in de speeltuin.
„Kindjes kijken. Eerst dachten ze dat
ik een pedofiel was. Maar later, toen
ze aan me gewend waren, kreeg ik
alle allochtone kindertjes uit de
buurt onder mijn hoede."
Vóór zijn depressie, vóór Judith, zegt
Wieg, heeft hij niet genoeg gehou
den van de vrouwen met wie hij
heeft samengeleefd. „Nu weet ik wat
het is om van een vrouw te houden,
maar dat wist ik toen niet. Ik had een
pesthekel aan mezelf, was een mis
lukt mens." Er is het beeld van de
'womanizer' Wieg, die elk nieuw
boek aan een nieuwe vrouw op
draagt. Een mythe, zegt hij. „Jezus-
mina, het idee! Mensen zagen me al
tijd met vrouwen, maar praten is iets
anders dan neuken. Het aantal rela
ties dat ik heb gehad is niet zo heel
gering, maar het aantal vrouwen met
wie ik naar bed ben geweest ligt veel
lager dan dat van sommige van mijn
vrienden."
Judith zag hem op televisie bij Ba
rend en van Dorp en schreef hem
een brief. Zonder haar, zegt Wieg
was Kameraad Scheermes er nooit
gekomen. Hij probeerde al na zijn
terugkomst uit Duitsland wat te
schrijven. „De drang om te creëren
zat toch altijd wel in me. Het was
Hij heeft na zijn depressie zijn ambi
ties bijgesteld. Wieg begon in 1999 te
schilderen en tekenen. Maar de
veertig, vijftig schilderijen die hij
maakte met de hoop ooit in het Ste
delijk Museum te hangen, heeft hij
verwoest. Want
schilderen doe je
niet om 'een zaaltje
te vullen'.
Als schrijver was
ik gefrustreerd, ik
verkocht niet zo
goed, had na vijf
tien boeken nog
niet de AKO-prijs
gewonnen. Maar scheppen vanuit
ambitie is een verkeerde zaak. Je
moet scheppen uit een verlangen
naar schoonheid, naar troost."
Zelfmoord plegen, zegt Wieg, kan al
tijd nog. „En dat durf ik ook altijd
nog. Dus als jij nu zou zeggen: laten
we een partijtje Russische roulette
spelen, met één kogel, en het zou
om heel veel geld gaan, dan ben ik
best bereid om te spelen.
Maar met Judith heeft hij een ver
bond gesloten. ..Zij wil niet leven
zonder mij, ik niet zonder haar. Het
klinkt allemaal heel weird, als een
folie deux Ik zeg haar altijd: ik kan
je niet garanderen dat ik lang zal le
ven. Maar als ik van een flatgebouw
met twaalf verdiepingen spring, zou
zij niet zonder mij verder willen. Dus
mijn daden zouden, want ik neem
haar woorden heel serieus, bloedse
rieuze consequenties hebben. Dus ik
kan me nu geen zelfmoord meer
permitteren. Dit rare Romeo en Ju-
lia-pakket wat we hebben, maakt het
ingewikkelder. En ik zou niet alleen
Judith meetrekken, maar ook mijn
ouders, mijn zusje. Je doet te veel
mensen schade. Mijn pogingen deed
ik toch in een periode van ontoere
keningsvatbaarheid. In volslagen
toerekeningsvatbaarheid denk ik
niet dat een mens erg snel tot zelf
moord overgaat" Enorm is hij erop
vooruitgegaan, vindt Wieg. „Ik ben
als iemand die beide benen verliest
en op handen leeijt lopen. En vervol
gens ontdekt dat hij eigenlijk altijd al
op handen had willen lopen."
Kameraad Scheermes door Rogi
Wieg. Uitgeverij De Arbeiderspers,
260 pagin^s, 17,95 euro. Verschijnt
op 14 januari.
Rogi Wieg: 'Een fotomodel dat nooit werd ontdekt'.