Café Aniba I Het belang van zelf koken wordt overdreven Nederlander kookt 5,7 keer per week Praktijkverhalen van de Leidse huisarts Har Meijer (aflevering 28) k keek in het frisse, guitige gezicht van mevrouw Aniba. Dik in de tachtig en nog steeds vitaal. Ze had altijd keihard met haar man Bert in café Aniba gewerkt en ze was de levende reclame voor de slogan "Werken, goed voor u'. 'Ik heb niets bijzonders, dokter Meijer, maar mijn dochter Joke zei dat ik naar u toe moest gaan. Het is mijn kleine teen.' 'Wat is er gebeurd?' 'De pedicure is met haar mesje wat uitge schoten en nu is het wat ontstoken.' 'Laat maar zien.' Vief trok ze haar schoen en kous uit en depo neerde haar voet op de door mij neergezette stoel. Een bloederige, pusserige teen bood zich aan, een vreselijke stank verspreidend. 'Goejedag zeg, dit is niet kinderachtig. Hoe lang heeft u dit?' 'Ongeveer twee weken geleden ben ik bij de pe dicure geweest.' 'Bent u nog terug ge weest?' 'Nee, want ze zit nu met haar kont in het zand in Spanje. Ik heb haar nog gebeld, maar het zou vanzelf wel overgaan.' Voorzichtig drukte ik op de teen die zich als een mini - vulkaan tje ge droeg: de pus kwam er aan alle kanten uit. Met een klein mesje maakte ik een incisie en de ove rige troep vloeide rijke lijk weg. 'Zo, iedere avond in de Biotex, een kuurtje Floxapen (een antibioticum) en over een week weer terug. Hoe bent u hier eigenlijk gekomen?' 'Mijn dochter Joke doet alles voor me. Ze heeft me gebracht, de schat. Dat bent u ook, hoor', voegde ze er aan toe. Zij sprak nog steeds in de U-vorm wat stam de uit haar horecaverleden. Op de hoek van de Herenstraat en de Witte Singel was het een niet te missen zaak, altijd mooi in de verf. Een echt café waar sfeer en gedistin geerdheid en vooral het 'U' tegen de klanten de basis van het succes waren. Alles deden ze samen. Samen op het werk, samen naar het spreekuur, altijd goed verzorgd, altijd een prachthumeur. Goede horecamensen schijnen met een lach op hun gezicht gebo ren te worden. Ze wisten overal over mee te praten, met het 'Leidse' wereldje als hun specialiteit. Nooit zeuren dat het vroeger allemaal zo geweldig was. Altijd nieuwsgierig welke zaak ik nu weer frequenteerde, '1 Esperance, Barrera, De Kruik? En hoe het met de gezondheid van hun oud-collega's ging. Ze zijn toch pa tiënt? 'Voor u een vraag, voor mij een weet', was mijn stereotiepe antwoord. Helaas gold het niet meer voor Bert, hun il lustere en stijlvolle voorganger. Buiten het café mocht ik hem vaak bij de voetbalclub Noordwijk op zaterdag ontmoeten, altijd blauwe blazer, strakke grijze broek, kraakwit overhemd en klassieke das. Na afloop biertje in de hand, echt genietend van zijn vrije za terdagmiddag. Ineens was-ie weg. Een week later kwam ze terug. 'Hoe is het gegaan, mevrouw Aniba?' 'Fantastisch, je bent een echte schat.' 'Laat maar eens zien.' De voet en de bewuste teen lagen al op de stoel. Ik drukte aan alle kanten, maar de Floxapen had de pus verslagen. 'Mooi, da's weer voorbij. Hebt u de pedicure nog ge sproken, of zit ze nog steeds met haar kont in het zand?' 'Nou, nou, dat mag u niet zeggen.' Hoe het kwam, weet ik echt niet, maar in eens hadden we het over haar Bert. Haar vrolijke gericht vertoonde een traantje. 'Fij ne man, hè, dokter Meijer?' 'Nou, een echte heer.' 'Ja, u vertelde altijd dat u hem op zaterdag bij het voetbal in Noordwijk zag.' 'En dat hij er altijd zo piekfijn uitzag', vulde ik aan. 'Ondanks de drukte iedere dag een schoon overhemd', vertelde ze trots. 'Ik mis hem nog steeds. U hoort mij niet klagen hoor, maar het is wel de waarheid.' 'Hoe lang is het alweer geleden?' 'Meer dan vijftien jaar. Weet u het nog?' 'Nou en of.' Ze kwamen op vrijdagmiddag op het spreek uur, voor bloeddrukcontrole van Bert. Het was twee dagen voor kerstmis en het sneeuwde. 'Ik ben vorige maand bij de cardio loog geiveest en alles was prima vertelde heer Aniba vol trots. 'Ik moest alleen na een maand mijn bloeddruk nog eens laten con troleren. 'En wat zei de cardioloog verder nog dat u moest afvallen?' 'Ja. daar zei hij ook wat over. 'En verder?' 'Dat hij garantie gaf tot aan de deur, ha, ha, ha.' De bloeddruk was goed en we keuvelden wat over het Leidse wel en wee. Onze gemeen schappelijke kennissenkring passeerde de re vue. Met een: 'Ik zie u wel weer op de nieuw jaarsreceptie bij ASC' vertrokken ze. Ik weet het nog als de dag van gisteren. 'Fijne men sen', schreef ik op de kaart. Om vijf uur belde de EHD. Ze waren op het Lammenschansplein bij de heer Aniba. Hij was overleden. Reanimatie was niet meer mogelijk geweest. Glibberend over de versge vallen sneeuw gleed ik naar de Lammen schans. De deur van de flat stond open. Ze stond midden in de kamer. Plastic hand schoenen, verbandgazen en injectiespuiten lagen slordig op de grond. We omarmden el kaar en zeiden niets. Aan de tafel had ze zich weer hervonden. 'In de lift kreeg hij vreselijke pijn op zijn borst en hij begon te transpireren. 'Dit gaat niet goed, dit gaat niet goed', mompelde hij maar. Hoe we door de sneeuw over de galerij het huis hebben gehaald, begrijp ik nog niet. Binnen viel hij neer. Volgens mij was hij met een dood. De EHD was er binnen vijf minu ten. Ze hebben er alles aan gedaan, dat ziet u wel aan die troep. Hij was kansloos, zeiden ze later. Misschien maargoed ook. Zo'n man in een rolstoel, dat kan toch niet. Dat snapt u toch wel. 'Ik begrijp er niets van', begon ik, 'zijn bloed druk was vanmiddag prima. En ook de car dioloog was een maand geleden heel tevre den' Ze keek me met een betraande glimlach aan. Weet u nog wat de cardioloog zei over die ga rantie?' Diep onder de indruk reed ik door het be sneeuwde Leiden naar huis. Toen ik haar deze ochtend vroeg of ik 'zijn ZATERD4 16 Novl 2002 T E B Tekening: Bert van der Meij verhaal' mocht opschrijven, was zij enthou siast. 'Maar ik wil het wel eerst lezen, me neer de dokter.' Enkele dagen later was haar commentaar: 'Fijn dat u zo over Bert hebt geschreven, zo was-ie.' 'Bedankt, mevrouw Aniba.' 'Ho, ho, moet dat nou zo nodig, van die pe dicure met haar 'kont' in het zand?' Een heerlijk mens! Een echte dame. Ontbijten aan een gedekte tafei doen we ai lang niet meer. We slaan een drinkontbijtje achterover in de auto op weg naar het werk. Maar nu de warme maaltijd ook al dreigt te verdwijnen, wankelt het gezin als hoeksteen van de samen leving. door Floor de Booys We rijn er inmiddels aan gewend dat moe der niet meer met een pot thee zit te wach ten tot het kroost uit school komt. En dat pa na het werk niet meer achter de krant ver dwijnt, maar ook zijn handen uit de mou wen steekt. De spruitjeslucht is allang ver dreven uit de Hollandse keukens. Het ruikt er tegenwoordig multicultureler. Ook het traditionele eetpatroon is aan het verschuiven. Het gezamenlijke ontbijt met de krant aan een gedekte tafel, heeft als eer ste het loodje gelegd. Geen tijd meer. We kunnen er allemaal mee leven. En we heb ben zonder problemen de bruine boterham met kaas ingeruild voor een vezelrijk drink ontbijtje dat we in de auto op weg naar het werk achteroverslaan. Maar kom niet aan de warme avondmaal tijd. Want dan komen de hoeders van het ge zin als hoeksteen van de samenleving in op stand. Dat bleek onlangs weer uit de reacties op het plan om op basisscholen een warme maaltijd in te voeren. Uit een proef in Alme- re is gebleken dat veel ouders dat graag wil len omdat ze na hun werk geen tijd meer hebben om zelf te koken. Het is makkelijk om met een beschuldigende vinger naar de tweeverdieners te wijzen. Slechte ouders die hun kind op het dagver blijf dumpen en 's avonds niet eens de moeite nemen om een fatsoenlijke maaltijd op tafel te zetten. Zie je wel, we glijden af met z'n allen. De kant-en-klaarmaaltijd en de magnetron kunnen ook een uitkomst rijn. .Absoluut", vindt Kees de Hoog, hoogleraar gezinssocio logie en gezinsbeleid aan de universiteit van Wageningen. „Het is onzin om te zeggen dat je als ouders alleen deugt als je elke avond aardappels schilt. Dat misverstand ontstaat omdat we de warme maaltijd verwarren met aandacht voor de kinderen. Maar je ver waarloost je kinderen toch niet als je samen aan tafel een bestelde pizza nuttigt? En als de kinderen 's middags op school al warm hebben gegeten, kun je toch heel gezellig sa men een boterhammetje eten 's avonds?" De eetcultuur binnen het gezin is aan het veranderen. We zitten niet meer standaard om zes uur, met vader aan het hoofd, aan tafel. Foto GPD/Jacques Zorgman De tendens van gemaksvoeding is volgens De Hoog ook niet nieuw. „Het begon al in de jaren vijftig met de verkoop van geschrapte worteltjes bij de groenteboer. Wie nog ou derwets zelf zijn boodschappen doet, zal het niet rijn ontgaan dat het aanbod aan kant- en-klaarproducten inmiddels flink is ge groeid. Dat die in veel huishoudens ook in toenemende mate in de magnetron worden geschoven, is dus niet zo verwonderlijk." Maar De Hoog verzet zich nadrukkelijk te gen het beeld van de cyberfamilie waarbij de gezinsleden elkaar alleen nog maar bij de koelkast ontmoeten. Hij gelooft niet in de voorspelling dat in het huis van de toekomst geen keuken meer rit. „We koken nog wel, alleen heeft dat werkwoord een heel andere invulling gekregen. De eetcultuur binnen het gezin is aan het veranderen. We ritten niet meer standaard om zes uur, met vader aan het hoofd, aan tafel. Want iedereen heeft zijn eigen dagindeling. En die individualisering van de gezinsleden zie je aan tafel terug. Ze ker doordeweeks als er gesport moet wor den. Dan rijn we net de familie Haas: hap, slik, zoefff, weg." Door de week mag het er dan qua kookpres- taties belabberd voorstaan, in de weekein den wordt dat vaak ruimschoots goedge maakt. Dan hebben de gezinsleden weer de tijd voor elkaar. De Hoog: „Ik noem het weekeinde altijd gekscherend een gezinsher eniging. Dan worden die peperdure keukens met professionele zespitsgasfomuizen ein delijk gebruikt om uitgebreid op te koken. En worden de trendy kookboeken tevoor schijn gehaald. Volgens gezinskenner en pedagoog Peter Cuyvers is de angst voor het verdwijnen van de warme maaltijd schromelijk overdreven. „De feiten spreken het tegen. In Nederland wordt 5,7 keer per week gekookt. In gezin nen met kleine kinderen ligt dat getal nog hoger, eigenlijk gewoon bijna elke avond. Dat ruik je buiten toch ook om vijf uur? En je riet de overvolle boodschappenwagens toch in de supermarkt? Dat rijn echt niet alleen maar kant-en-klaarmaaltijden hoor, da's veel te duur voor gezinnen. Neem dat maar gerust van me aan, ik heb zelf zes kinderen." De Rooij is voorzitter van de Stichting ont wikkeling Nederlandse Kookkunst, kortweg ook wel Tafelen in Nederland genoemd. „Wij rijn de ambassadeurs van de Hollandse pot. Volgen de ontwikkelingen op de voet en gaan ook terug in de tijd. Een paar jaar gele den hebben we een kookboek uitgebracht met typisch Nederlandse gerechten van honderd jaar geleden." Daaruit blijkt dat de eetcultuur veranderlijk is. „Er werd honderd jaar geleden veel vetter en zoeter gekookt. We zouden er nu van gru tievraagstukken aan de Rijksuniversiteit Gro ningen. Bij het Voedingscentrum hebben ze weinig boodschap aan de maatschappelijke beteke nis van de warme maaltijd. Belangrijker is of de maaltijd voldoet aan de richtlijnen voor goede voeding. Minstens twee ons groente per avondmaaltijd en niet te veel, liefst on verzadigd vet. Woordvoerder Patricia Schut te: „De maaltijden die ze op school willen serveren voldoen aan onze richtlijn, maar dat is helaas lang niet met alle kant-en- klaarmaaltijden zo. Vaak rit er te weinig groente in. Een algemeen probleem bij kant en-klaar is ook dat er veel minder variatie is dan bij vers. Als je het vaak eet, heb je al vrij snel alle soorten maaltijden gehad." Maar veel meer nadelen kan Schutte niet beden ken. „Nee, diepvriesgroenten rijn bijvoor beeld echt net zo gezond als vers." welen. Maar aan de andere kant zijn er ge rechten die de tand des tijds prima hebben doorstaan: stamppot en erwtensoep bijvoor beeld", aldus De Rooij. De hoeder van de Nederlandse pot staat op zichzelf niet afwijzend tegenover de gemaks keuken. „Ik trek zelf ook niet altijd bouillon van schenkel. De kwaliteit van de kant-en- klare-bouillon is gewoon prima. Wat De Rooij erg vindt, is dat veel gerechten dreigen te verdwijnen omdat de jonge generatie door het gebruik van gemaksproducten niet meer weet hoe ze moeten worden gemaakt. „Ze hebben het niet meer van hun moeder geleerd. En van de televisiekoks word je ook al niet veel wijzer als je een gewone maaltijd op tafel wilt zetten. Die jongleren in hun su- per-de-luxe keukens alleen maar met peper dure trendy producten." Bij de maaltijd van vroeger denkt Iteke Wee- da vooral aan het bord met spruitjes of zuur kool dat leeg moest. Aan boze gezichten van de ouders en gejengel van hun kroost. „We moeten de warme maaltijd niet zo romanti seren. Zó gezellig was het vroeger niet." Ouders die de warme maaltijd uitbesteden aan school houden automatisch meer tijd over om andere dingen met hun kinderen te ondernemen, veronderstelt Weeda, die hoofddocent sociologie is aan de universiteit van Wageningen en hoogleraar emancipa Nederlanders eten steeds 'Amerikaanser'. Vol gens het onderzoeksbureau Deloitte&Touche eet ruim 33 procent van de Nederlanders wel eens buiten de deur. Vier jaar geleden was dat nog 20 procent. In de Verenigde Staten eet ruim de helft dagelijks buitenshuis. Vrijwel iedere Nederlander nuttigt in de avond een warme maaltijd. Daarvan warmt 62 pro cent regelmatig een kant-en-klaarmaaltijd op in de magnetron. Opvallend is dat vrouwen (met 1,5 keer gemiddeld per week) vaker een kant-en-klaarmaaltijd eten dan mannen (1,2 keer per week). Van de vrouwelijke onderne mers blijkt zelfs 47 procent minimaal zes keer per week zo'n maaltijd op te warmen. Volgens Fiona Haubrich van onderzoeksbureau GfK Panelservices koken Nederlanders gemid deld 5,7 keer in de week. De meest intensieve kokers zijn gezinnen met kinderen. Alleen staanden tot 35 jaar koken 4,5 keer per week en tweepersoonshuishoudens 5,3 keer per week. Senioren bereiden, met een gemiddelde van 5,2 keer per week, iets minder vaak hun ei gen maal. In 29 procent van de gezinnen met een vrouw als kostwinner wordt nul tot vier keer per week gekookt. In andere gevallen vijf keer of vaker. Als de man kostwinner is, wordt slechts in 14 procent van de gevallen nul tot vier keer gekookt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 46