oetbal is voor ij een levensstijl' zaterdag 26 januari 2002 SPORT Bij LFC en Unitas Leiden hebben ze niet alleen maar ellende van Cor Sip gehad ]\/[et jou moet ik een hartig 1V1 woordje spreken.De be faamde rechterwijsvinger van Ruud Paauw priemde in mijn richting. Ik was voor een kletsje en een bakkie slobber (aarde donkere, eigenlijk niet te verte ren automatenkoffie) op de re dactie van het Leidsch Dagblad. De oude Paauw, al enige jaren pensionaris, toevallig ook. Toen ik nog bij het LD werkte, was Ruuds vingertje altijd druk in de weer. Het stak in de lucht, als de adjunct-hoofdredacteur een bewering kracht bij wilde zet ten, het zwiepte voor zijn buik heen en weer, als hij ergens een stokje voor wilde steken, of het wees onheilspellend in de rich ting van een verslaggever die de les werd gelezen. Toen mijn journalistieke vader van de week de kleine dwingeland óp mij richtte, wist ik dat ik iets verkeerds had gedaan. Het ging om Cor Sip. Een maand geleden schreef ik dat het akelig stil is aan de Boshui- zerkade sinds voorzitter Cor Sip van Unitas Leiden de kuierlat ten nam, ergens halverwege de jaren tachtig. Ik schilderde Sip, ondernemer in de bevrediging van vleselijke lusten, af als een charmante schavuit en dat vond Paauw te veel eer voor een ordi naire hoerenbaas die bijna tivee Leidse voetbalclubs om zeep heeft geholpen en zelfs de arme Flip Massaar nog heeft willen oplichten. Bovendien heeft Uni tas onder Sip helemaal niet zo lang en hevig gebloeid als in mijn herinnering het geval was. Drie kampioenschappen? Mooi niet. De semiprofs van Sip be haalden slechts de titel van de Leidse onderbond en daarna was het feest over. Ruud Paauw had er het boekje dat hij overhield aan zijn geesti ge sportrubriek Vrij-uit nog eens op nageslagen. Anderhalfjaar duurde de vrijage tussen Unitas en Sip. Het eindigde in de herfst van 1984 met slaande ruzie. De sponsor en voorzitter werd ge wipt door lieden die hij zeifin het bestuur had geholpen. Bij Unitas vonden ze het toch wat te gortig worden toen Sip ook nog eens trainer, elftalbegeleider en kantinebaas ging spelen. Cor de ritselaar werd geschorst en keerde zijn kluppie verontwaar- Arie Lagendijk en na twee jaar met een andere trainer te hebben gewerkt, ben ik niet voor niets Duprie en Lagendijk achterna gegaan naar Ter Leede. Ik ben het wel eens niet met Arie eens, maar zijn manier van werken en spelen en hoe hij een elftal beter wil ma ken, dat spreekt mij aan. Zijn staat van dienst is groot en de hele club staat achter zijn denkwijze. De vak kennis die hij van het voetbal heeft, is ongekend. Maar hij zal de eerste zijn die zegt: ik heb fouten ge maakt. Hij probeert altijd zijn spelers in bescherming te nemen en dat is ook een goede eigenschap voor een trainer. Iedereen beseft dat het niet aan hem ligt. Als je het aan onze spelers vraagt, dan zullen ze alle maal zeggen: wij moeten de hand in eigen boezem steken." 3. Carlo van Zeist vindt het heel erg dat het zo slecht gaat met w Katwijk. ,,Ik ben zelf bezig met Ter Leede en wij staan er nog slechter voor. Ik ben nog steeds lid van Katwijk en ik volg het, en ik ga nog met jongens om die er bij be trokken zijn of die er voetballen. Ik heb het altijd een beetje overdreven gevonden om over een club te zeg gen: daar is het gezellig en daar is het niks. Een club is niks, het gaat om de mensen. En zowel bij Ter Leede als bij Katwijk lopen fantastische mensen rond. Ik ben zelf een gezelligheidsmens, ik blijf graag langer hangen na een training of een wedstrijd. Dat deed ik bij Katwijk en dat doe ik bij Ter Leede. Ik zie het als hetzelfde, daar ben ik heel nuchter in, ik sta er anders tegenover dan echte clubsupporters. Ik heb ook geen favoriete club in het betaalde voetbal." 4. In het veld is Carlo van Zeist een heel andere per soonlijkheid dan erbuiten. „Dat is zo. In het veld gaat het om het resultaat, dan word je heel anders. Fanatieker, je sluit je voor be paalde dingen af. Dat gaat automatisch. Je bent ge concentreerd bezig, wilt resultaat boeken, samen met je team. En zodra je het veld afloopt is het weg. Bui ten het veld ben ik vrij relaxed, die instelling heb ik van mijn ouders meegekregen. Ik heb wel altijd mijn gedachten goed op een rijtje als ik voetbal, wat dat betreft zijn er ergere voorbeelden. Ik weet dat ik niet bekend sta als een lieverdje, maar ik vind dat ik vrij lichte overtredingen maak. Ik durf te stellen dat ik nog nooit iemand van achteren op zijn achillespezen heb geschopt." 5. Carlo van Zeist denkt er hard over om na dit sei zoen te stoppen. „Nee. Toen ik 19, 20 was begonnen ze bij Katwijk net met drie keer trainen in de week en dat vond ik zo'n belasting. Ik dacht: ik heb geen zin om dat langer dan tien jaar te doen in de regen en de wind en de kou. Maar alles went en zolang ik er plezier in blijf hou den, ga ik door. Ik voel me nog fit genoeg om er een paar seizoenen aan vast te plakken. Dit is geen leuk half jaar geweest voor ons en we pro beren er alles aan te doen om het nu een andere draai te geven. Als je het idee hebt dat je elk jaar moet pro beren om degradatie te voorkomen dan is dat mis schien moeilijk op te brengen, maar dat idee heb ik Ter Leede-speler Carlo van Zeist: „Degradatie zou ik echt een schande vinden voor mezelf, voor de voetbalcarrière die ik tot nog toe heb gehad." Foto: Dick Hogewoning tot nog toe nooit gehad. Ik heb het heel goed naar mijn zin en als het aan mij ligt, dan blijf ik bij Ter Leede. Ik heb altijd gezegd: ik wil nog een keer kampi oen worden. Drie keer ben ik kampioen geworden met Katwijk en pas jaren later besefte ik hoe mooi het was geweest. De intense vreugde op het moment dat de scheidsrechter affluit is onbetaalbaar, dat wil ik absoluut nog een keer meemaken." 6. Verdedigers zijn saaier dan aanvallers. „Over het algemeen zijn het wel andere types. Aan vallers zijn wat impulsiever, flappen er eerder wat uit. Dus misschien zijn verdedigers in dat opzicht wat saaier. Maar het is niet zo dat in een elftal aanvallers altijd de gangmakers zijn. Dat heeft meer te maken met de persoon dan met de positie waarop hij speelt." 7. Het topamateurvoetbal is over zijn hoogtepunt heen. „Een jaar of zes, zeven geleden, of misschien ook wel vier jaar geleden, probeerden de meeste clubs aan trekkelijk voetbal te spelen. Zij hadden de intentie om het publiek wat te laten zien en dat wordt steeds min der. Je krijgt steeds meer ploegen die wachten op een foutje van de tegenstander. Dat komt omdat de teams dichter bij elkaar zijn gekomen. Maar de individuele kwaliteiten van de spelers zijn beter geworden. In de hoofdklasse spelen nu meer spelers uit het betaalde voetbal dan een jaar of zes, zeven geleden." 8. Carlo van Zeist wil nooit meer weg uit Katwijk. „Nee, ik wil hier nooit meer weg. Ik vind het echt een fantastisch dorp. Als ik over de boulevard rijd, of over het gemaal, of over de sluis of door het dorp, dan ge niet ik echt. Ik hou van de mentaliteit van de mensen, van de manier van leven en van het hele dorp zelf. Ook wel omdat het aan zee ligt, hoewel ik hier niet zo'n strandliefhebber ben. Maar als je op de boule vard staat dan heb je toch een ruimte voor je die niet bevolkt is, waar je je gedachten kunt laten gaan. Dat is een soort vrijheid die me bevalt. Dat je je niet opge sloten voelt." 9. Een eventuele degradatie van Ter Leede is net zo erg als het missen van hèt WK door het Nederlands elftal. „Voor mij persoonlijk zou de degradatie van Ter Leede veel erger zijn, maar daar ben ik nog helemaal niet mee bezig. We staan er beroerd voor en we moe ten nu resultaten gaan halen, want anders wordt het wel erg benauwd. Maar een degradatie zou ik echt een schande vinden voor mezelf, voor de voetbalcar rière die ik tot nog toe heb gehad. Ik hoop het niet mee te maken." 10. (Amateur)voetbal is te onbelangrijk om ook maar een seconde wakker van te liggen. „Nou, soms wou ik dat het zo was, maar dat is abso luut niet zo. Na zo'n slechte wedstrijd als afgelopen zaterdag heb ik vrij veel moeite om in slaap te vallen, op zondag en op maandag. Op zaterdag valt het altijd wel mee, dan diWc je iets en dan slaap je wat makke lijker. Maar op zondag en maandag is het wel eens een drama, ja. En dan is het amateurvoetbal zeker niet onbelangrijk. Voetbal is enorm belangrijk in mijn leven. Als je kijkt naar het aantal uren dat ik er daadwerkelijk in steek, valt het wel mee. Drie keer anderhalf uur trainen en anderhalf uur voetballen in de week. Maar als je kijkt naar de hoeveelheid uren datje er in gedachten mee bezig bent en dat je er mee geconfronteerd wordt, dan is het wel een halve week denk ik. Het is voor mij ook een bepaalde levensstijl geworden. Je stelt je le ven erop in, past je eetgewoontes aan, je vakanties, en op vrijdagavond doe je het wat rustiger aan, net als het gezelliger wordt. Dat zijn allemaal offers die je brengt voor het voetbal; zo belangrijk is het." RANDJE BUITENSPEL digd de rug toe. Precies zoals hij dat eerder bij LFC had gedaan. Ook deze Boshuizerkadeclub wilde hij tot zijn eenmanszaak maken en toen dat niet lukte liet hij de boel de boel. Toen Sip jaren later met Unitas kampioen van de Afdeling Lei den werd, toonde Paauw zich daar in het Leidsch Dagblad niet zo verrukt over. In zijn ru briek Vrij-uit schreef hij dat ie dereen onderhand wel weet wat voor vlees je met Sip in de kuip hebt. Dat was tegen het zere been van de souteneur die ge flankeerd door zijn Kativijkse bodyguard van twee meter in het vierkant aan de balie van het redactielokaal aan de Witte Singel verscheen. Cor dacht dat die passage over dat vlees sloeg op zijn bordelen in Leiden en aan de Rijndijk bij Hazerswou- de. Hij dreigde de krant en Paauw voor de rechter te slepen. Toen Ruud hem met zijn olijk- ste gezicht vroeg of hij dat alsje blieft ook daadwerkelijk wilde doen, drong het tot de seksbaas door dat hij een wat andere toon moest aanslaan. Dat mijn oude mentor laatst zijn rechterwijsvinger voelde verstijven bij het lezen van mijn stukkie over Sip kan ik me in denken. Ik schreef dat het tijd werd voor een nieuwe Cor Sip. Om weer wat leven in de brou werij te krijgen. Terecht dat Paauw mij van de week onder schot nam. Die Sip was welis waar geen maffia zei Ruud, maar hij heeft er wel voor ge zorgd dat Flip Massaar een hy potheek op zijn tuinhuisje moest nemen. Hoe dat precies zat, wist hij niet meer. Dat moest ik maar eens bij Mister LFC himself navragen. Als Paauw mij zulks opdraagt, doet ik dat. En wel meteen. Dat zit er nu eenmaal ingeramd. Massaar bevestigde het verhaal. Sip speelde Flip zo op zijn ge moed dat hij zich in de schul den stak. 'Ik heb er vier jaar na righeid van gehad'. Uiteindelijk kreeg Massaar toch zijn centen terug. 'Onder druk van een bier leverancier. Die vond het niet erg dat Cor de zaak probeerde te flessen, maar Flip oplichten, dat kon niet. Net als bij Unitas Êbiden hebben ze ook bij LFC niet alleen maar ellende van Sip gehad. Vreselijk gelachen natuurlijk en de pro motie van 1974 naar de eerste klasse was volgens Massaar vooral te danken aan Sip. Die betaalde de sterren Koos Bekooy en Pietje Gubler. In die tijd had je nog geen shirtreclame, maar tijdens de warming-up droegen de LFC'ers trainingsjacks met de naam van Sips kroeg in de Wol- steeg, hartje Leiden. Die naam was een ondeugend grapje van Cor, een verwijzing naar zijn andere zakelijke activiteit. Op de ruggen van Bekooy en Gubler stond namelijk: 't Snikkeltje. Jaap Visser Reageren? sportredactle.ld@damiale.hdc.nl anet van Dijk van Zeist woont op een steenworp afstand van im, het sportpark van de w Katwijk, waar hij tot ste speelde. De 30-jarige verdediger vindt het niet n er langs te rijden op weg naar Ter Leede. Niet omdat hij nu alweer voor het vierde seizoen bij b in Sassenheim voetbalt, vooral omdat hij het laar zijn zin heeft, en niet het prototype van een ens' is. Verenigingen doen hem minder dan de in die er rondlopen, maar het draait vooral om il zelf. Vanmiddag speelt Van Zeist met zijn nieu- - b tegen zijn oude. De 'topper' stond al aan het ■van het seizoen vast. Alleen kon toen niemand n' den dat het een 'degradatietopper' zou worden. an Zeist in tien stellingen over onder meer Ter -j Katwijk, Arie Lagendijk, degradatie en slapeloze n. Leede is geen team, maar een eilandenrijk. jn een heel hecht team. Alle jongens gaan erg net elkaar om, misschien wel te goed. Ook tij- e wedstrijden hebben we niet te maken met ei- l Maar ik heb soms wel het idee dat dit team I uist kan maken. Je moet wat voor elkaar over bereid zijn om voor een ander 'vuile meters' en. Het mentale aspect is bij Ter Leede altijd al r geweest, en dat is dit jaar ook zo. Bij mezelf heb ook slechte momenten gehad, dat er te lls vielen door echte fouten van mij. We praten lijk veel over en we proberen lering te trekken ■e fouten. I de is een fijne club, de mensen blijven rustig, e kunt niet altijd blijven zeggen: het komt wel edereen is ervan overtuigd dat wij voetballende g iten hebben, maar we missen een andere be- ;e kwaliteit. We hebben de mentale kant altijd chat omdat we er vanuit gingen dat we beter m n de rest. Dat zit een beetje in het Nederlandse m er, het Nederlands elftal heeft er ook last van. vi e rest heeft niet stilgezeten. Als je naar de pi en Bollenstreek kijkt, dan is Noordwijk de enige a e bovenin staat. Misschien komt dat ook wel fe verschatting van de eigen kwaliteiten en on- 50 atting van de tegenstanders." «een elftal bij elkaar kimt 'kopen' en je bent of vijf jaar nog geen kampioen, dan ben je cl Dede trainer. 7 ncipe klopt die zin. Maar je kunt geen elftal bij :open. Het i^gemakkelijk om te zeggen: dat is de voetballer, maar hij moet ook nog in het r n passen. En het is ïnoeilijk ilfté SchMëft óf n( t werken in een team. Arie Lagendijk heeft het Bük bi het juiste eind. Er zijn bij ons maar twee ïgen geweest dit jaar. Dan denk je door te 1, maar dat is niet zo. Dat ligt meer aan de spe- 0L1 er al waren dan aan de twee nieuwe spelers. bij Katwijk begonnen onder Cees Duprie en N f lie. Onze vader moest meer aan sport gaan doen, omdat hij last van zijn rug had. We zijn eerst met hem gaan tennis sen, maar het werd al snel schaatsen." Ralf: „Dan zie je anderen rondjes rijden en probeer je ze bij te houden. Eerst lukt dat vijf rondjes, later meer. We zijn toen Peter van Vliet marathons gaan schaat sen. Dat ga je leuk vinden en dan doe je er steeds meer voor. In de marathons zullen we nooit gaten naar elkaar dicht rijden. Laatst hoorde ik iemand zeggen: „Ga nooit achter de tweede Zwitser zit ten, want als de een weg is, houdt de an der de benen stil. Vond ik leuk om te ho ren." Jens: „Het mooie is dat de andere schaatsers vaak niet weten wie wie is. Bij de B-rijders ging het daardoor vorig jaar bijna fout. Ik stond tiende in het klasse ment en moest bij de eerste tien eindi gen om over te gaan naar het A-peloton. De jongen die elfde stond dacht dat ik er vandoor was gegaan, maar het was Ralf. Driehonderd meter voor de finish waren ze leeg en eindigde ik alsnog voor hem." Ralf: „Ja, nu lach je erom." Jens: „Als we bij de A-rijders eens een praatje maken, weten ze vaak niet met wie ze spreken." Ralf: ,,'t Is een Zwitser." Jens: „We worden nooit als tweeling ge zien." Ralf: „Ze denken altijd dat ik ouder ben." }co van der Eb e zeggen dat ik meer techniek If gaat vaker voor de overwin- s ik veertigste word en ik heb iereden, vind ik het leuk. En rijdt p bij de eerste tien dan is mijn ok geslaagd." k probeer het beste uit mijn mo fden te halen. Als er een groepje (It dan wil ik er wel eens naartoe If is prestatiegerichter. Ik ben lender. Hij duikt er meestal met- I Maar dat geldt niet voor alles, fjvoorbeeld naar school kijkt..." e kan nooit twee dingen goed Ne komen niet uit een sportfami- katwijk - De broers Ralf (links) en Jens Zwitser schaatsen pas acht jaar. De twee Katwijkers, die dit seizoen debuteren in het A-peloton, hebben zich in sneltreinvaart tot volwaardige marathonrijders ontwikkeld. Ralf, 21 jaar, deed het tot nu toe iets beter dan zijn drie jaar oudere broer. De mts-student, die binnenkort stage gaat lopen bij zijn sponsor Heembouw, won drie B-marathons en eindigde dit jaar tussen de grote mannen als tiende in Einhoven. Jens is werkzaam als elektriciën.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 33