BUITENLAND
Ook talen worden met uitsterven bedreigd
Soekarno: geliefd, verguisd en herboren
De nieuwe Elian:
Iruan uit Taiwan
Venezolaanse 'Orkaan Hugo' Chavez ziet heil in Cubaans model
Backpackers herdenken
hotelbrand in Australië
ZATERDAG
23 juni 2001
In Vanuatu, een eilan
dengroep in de Stille
uidzee met 190.000 in
woners, worden meer
dan honderd talen ge-
>ken. India kent vijf-
officiële talen, meer
enig ander land. En
Engels mag dan de
meest internationale
taal van het westelijk
*ond zijn, het is niet
meest gesproken taal
de wereld. Dat is het
Mandarijn Chinees,
ronder staan de tien
leest gesproken (eer-
talen, in miljoenen
fandarijn Chinees: 885
Spaans: 332
Engels: 322
Arabisch: 220
Bengalees: 189
Hindi: 182
Portugees: 170
Russisch: 170
Japans: 125
Duits: 98
door Darlene Superville
washington/ap - Van de 6.800 talen
die in de wereld gesproken worden,
kan de helft tot 90 procent tegen het
einde van deze eeuw uitgestorven zijn.
Dat komt doordat deze talen te weinig
gebruikers hebben om te overleven,
maar ook door oorlogen en genocide,
natuurrampen, het overnemen van do
minantere talen als Chinees en Rus
sisch, of verboden op het gebruik van
bepaalde talen.
„Het is in sommige opzichten het
zelfde als met bedreigde diersoorten",
zegt onderzoeker PayS Sampat van het
Worldwatch Institute, die een artikel
over het onderwerp heeft geschreven
in het Worldwatch-magazine voor mei
en juni.
De helft van alle talen hebben min
der dan 2.500 gebruikers. Een taal moet
volgens de UNESCO minstens 100.000
gebruikers hebben om van generatie
op generatie te kunnen blijven bestaan.
Talen als Udihe, Eyak en Arikapu - die
gesproken worden in respectievelijk Si
berië, Alaska en het Amazonewoud -
zijn bijna uitgestorven. Udihe heeft nog
maar honderd gebruikers, Arikapu zes
en Eyak wordt volgens het Worldwatch
Institute alleen nog maar gesproken
door de 83-jarige Marie Smith uit An
chorage. „Het is afschuwelijk om alleen
te zijn", zegt Smith.
Het wordt ook moeilijk om nog ie
mand te vinden die 'dankjewel' kan
zeggen in de taal van de Navajo-india
nen (ahehee), 'hallo' in het Maori (kia
ora) of in het Comish kan ratelen: „Me
na vyn cows Sawsnak!" (Ik zal geen En
gels spreken!).
Als een taal uitsterft, raken taalkun
digen, antropologen en anderen rijke
bronnen over de geschiedenis van een
volk, hun kennis en hun verplaatsingen
kwijt. Manx, van het eiland Man in de
Ierse zee, verdween in 1974 toen de
laatste die deze taal sprak overleed.
Met het overlijden van een Turkse boer
in 1992 stierf het Ubykh uit, een Kauk-
asische taal met het recordaantal van
maar liefst 81 medeklinkers. Meer dan
de helft van alle talen wordt in slechts
acht landen gesproken. Het zijn, in
volgorde, Papoea-Nieuw-Guinea, In
donesië, Nigeria, India, Mexico, Ka
meroen, Australië en Brazilië.
Dat talen uitsterven is niet nieuw;
duizenden zijn al verdwenen. „Wat bij
zonder is, is dat het nu in zo'n alarme
rend tempo gebeurt", zegt Megan
Crowhurst, voorzitster van het Taal
kundig Genootschap van het Ameri
kaanse comité voor bedreigde talen.
Linguïsten denken dat in deze eeuw
3.400 tot 6.200 talen zullen uitsterven.
Sommige talen, zoals Chinees, Grieks
en Hebreeuws, zijn al meer dan 2.000
jaar oud. Andere talen komen weer tot
leven, bij wijze van spreken.
In 1983 werd in Hawaii de organisa
tie 'Aha Punana Leo' opgericht, die
zich ten doel stelde om de taal weer in
te voeren, onder meer in het openbaar
onderwijs. De taal was bijna uitgestor
ven nadat de VS het toen onafhankelij
ke land in 1898 inlijfden en leraren ver
boden onderwijs in het Hawaiaans te
geven. In 1999 legden de eerste leerlin
gen eindexamen af die hun hele
schoolloopbaan onderwijs in het Ha
waiaans hadden gehad. Nu spreken
7.000 tot 10.000 Hawaianen hun eigen
taal, vergeleken met minder dan 1.000
in 1983, aldus woordvoerster Luahiwa
Namahoe. „Wij wilden het Hawaiaans
terug waar het hoort. Als je het hier niet
kunt spreken, waar dan wel?"
Elders wordt gepoogd het Cornish
nieuw leven in te blazen, de taal van
Cornwall in Engeland, en in Mexico
wordt hetzelfde geprobeerd met oude
talen van de Maya's. Het Hebreeuws
ontwikkelde zich in de afgelopen eeuw
van een schrifttaal tot de landstaal van
Israël, gesproken door vijf miljoen
mensen.
Overheden kunnen helpen door ver
boden op bepaalde talen af te schaffen
en verder dienen kinderen aangemoe
digd te worden om meerdere talen te
spreken, aldus Sampat, die in India
met het Hindi, Marathi, Gujarati en
Kutchi opgroeide en behalve Engels
ook Frans en Spaans machtig is.
Marie Smith (83) spreekt als enige ter wereld nog het Eyak, een inheemse taal in Alaska. Ze
voelt zich eenzaam 'in de taal'. „Het is verschrikkelijk om alleen te zijn", zegt ze, omdat
geen van haar kinderen of vrienden Eyaks spreekt. Foto: AP/Art Wolfe (1993)
door onze correspondent
Gert-Jan Broere
Peking - Er is een nieuwe Elian
opgestaan. Evenals het Cubaanse
jongetje dat vorig jaar verstrikt
raakte tussen zijn Amerikaanse
en Cubaanse vader, is de vijfjaar
oude wees Iruan Ergui Wu de in
zet van een bitter gevecht, in dit
geval tussen familieleden uit Bra
zilië en Taiwan.
Iruan is de zoon van de Brazili
aanse Marisa Ergui Tavares en
de Taiwanese zeeman Wu Teng-
shu. Het tweetal ontmoette el
kaar in Uruguay, huwde en
kreeg een kind, maar leefde
nooit samen. In 1998 overleed
Iruans moeder aan kanker en
werd de jongen opgevoed door
zijn Braziliaanse oma Rosa Leo-
cadia Ergui in de Zuid-Brazili
aanse stad Porto Alegre.
Op 15 maart van dit jaar haalde
Wu Teng-shu zijn zoon naar
Taiwan, maar nog geen week la
ter overleed de vader aan een
onbekende ziekte. Sindsdien
leeft Iruan in Kaohsiung bij zijn
oom, Wu Huo-yen, die het
weesje in Taiwan wil laten op
groeien, 'zoals zijn vader dat zou
hebben gewild.'
Iruans oma wijst er op haar
beurt op dat haar kleinzoon in
Brazilië is geboren en volgens de
Braziliaanse wet de Braziliaanse
nationaliteit bezit. In een emo
tioneel interview voor de Brazili
aanse televisie vertelde Rosa Er
gui (48) dat haar dochter haar
voor haar overlijden uitdrukke
lijk gevraagd heeft de opvoeding
van Iruan op haar te nemen.
„Want je bent toch zijn oma",
zou haar dochter hebben ge
zegd. Rosa Ergui vergeleek het
handelen van Iruans Taiwanese
familieleden met een ontvoe
ring.
Een rechtbank in Porto Alegre
heeft Rosa Ergïii inmiddels het
voorlopige voogdij over Iruan
toegewezen. Met die papieren
op zak heeft ze nu een visum
voor Taiwan aangevraagd om
haar kleinzoon in Kaohsiung te
kunnen bezoeken en mee terug
te nemen naar Brazilië.
Iruans Taiwanese familie is ech
ter niet van plan het weesje naar
Brazilië te laten vertrekken. Ze
ondernemen pogingen om Iru
an zo snel mogelijk de Taiwane
se nationaliteit te bezorgen.
De media in Taiwan en Brazilië
hebben zich inmiddels met vol
le overgave op de zaak gestort.
Wu Huo-yen is er van overtuigd
dat zijn familie Iruan een beter
leven kan bieden dan de familie
in Brazilië. Dat was ook de re
den waarom Iruans vader zijn
zoon naar Taiwan haalde, be
weert Wu. Iruan zou als 'een
wilde' in Porto Alegre opgroei
en, had de vader voor zijn over
lijden gezegd. Maar Braziliaanse
bladen meldden tot grote woede
van Wu dat Iruan slecht zou
worden behandeld in Kaohsi
ung.
Wu Huo-yen heeft nu Rosa Er
gui de erfenis van zijn broer in
het vooruitzicht gesteld, als ze er
mee zou instemmen Iruan op
Taiwan te laten opgroeien. Het
zou om een bankrekening met
een paar honderdduizend gul
den en een huis gaan. Rosa Er
gui heeft het aanbod echter re
soluut afgeslagen. „Ik ben niet
geïnteresseerd in geld of een
huis. Ik wil alleen dat mijn klein
zoon opgroeit bij de familie
waar hij thuishoort, hier in Bra
zilië."
W onze correspondent
ItLindenkamp
I'aulo - Zijn partijtje honkbal vorig
Biet de Cubaanse dictator Fidel
0 deed al vermoeden dat de Vene-
Isnse president Hugo Chavez en de
aan geestverwanten zijn. De beves-
ig is er nu.
;z ziet zijn 'ongewapende revolu-
Ireigd en heeft daarom zijn vol
den opgeroepen deze te bescher-
a 'met 'patriottische burgerwach-
gemodelleerd naar de Cubaanse
lités ter Bescherming van de Re-
itie. De groepen bestaan uit zeven
ilf nationalistisch ingestelde perso-
Ze moeten gaan opereren binnen
en, scholen, bedrijven, universitei-
in overheidsinstanties en hebben
oei eenieder die kritiek levert op
'jering aan te geven. De vorming
Ie burgerwacht moet gecoördi-
worden vanuit het presidentiële
Inres nnrler toeziend oop van
h
-K,
Chavez. „De bedoeling is het volk te
verenigen onder een enkele revolutio
naire vlag. We dulden niet dat onze in
spanningen om armoede en corruptie
uit te roeien getorpedeerd worden
door tegenstanders", aldus Chavez in
zijn radio- en televisie-uitzending 'Aló
presidente'. Daarin verkoopt hij weke
lijks zijn politieke ideeën. De burger
wachten moeten zijn 'Revolucion Bo-
livariana' - een verwijzing naar zijn
idool Simon Bolivar, de bevrijder van
Latijns Amerika - meer ideologisch
fundament geven. „Het land heeft op
elke hoek 'Bolivariaanse' leiders en
bestuurders nodig", zo voegde het
staatshoofd er aan toe.
Chavez - een oud-militair met linkse
sympathieën - zag zijn poging tot
staatsgreep in 1992 mislukken, maar
zijn 'coup' via de stembus was in de
cember 1998 wel succesvol. Zijn 'on
gewapende revolutie' was alsnog een
feit.
In de tweeënhalf jaar dat Chavez
aan de touwtjes trekt, ligt de Venezo
laanse democratie voortdurend onder
vuur. Ruim een jaar na zijn aantreden
wist hij het land op te zadelen met een
grondwet die gevaarlijk veel macht
aan de persoon van de president geeft.
Chavez kon zich toen nog verschuilen
achter het argument dat hij de volks
wil uitvoerde.
Maar vervolgens greep hij zijn vol
machten aan om eenderde van de
rechters wegens vermeende corruptie
op de straat te zetten. Zij werden ver
vangen door 'Bolivariaanse' geestver
wanten. Datzelfde gebeurde met 'cor
rupte' vakbondsleiders.
In februari lanceerde Chavez zijn
'culturele revolutie'. Directeuren van
culturele instellingen kregen in zijn ra
dioprogramma ontslag aangezegd.
Hun fout: ze hadden te weinig oog
voor volkskunst. Ook staats- en privé-
scholen zijn onder verscherpt toezicht
gekomen. Chavez heeft nu rondrei
zende onderwijsinspecteurs aange
steld. Die controleren of het ideologi
sche gedachtengoed van de regering
aan de leerlingen wordt doorgegeven.
Critici stellen riat Orkaan Hupo. zo
als Chavez spottend wordt genoemd,
het land permanent overlaadt met po
pulistische peptalk om te voorkomen
dat de animo afneemt en zijn revolutie
een langzame dood sterft. Ook Chavez
merkt dat het geduld begint op te ra
ken. Ooit bedroeg zijn populariteit 80
procent, maar deze is langzaam afge
kalfd tot 40 procent. Tot dusver is hij
niet bij machte geweest de levensstan
daard te verbeteren en dat was zijn
belangrijkste verkiezingsbelofte.
Vooral de pers is de gebeten hond.
Chavez beschuldigt de media ervan de
zaken te verdraaien. „We getroosten
ons bovenmenselijke inspanningen
om de vreedzame revolutie te laten
welslagen. Maar broeders, ik waar
schuw u! Als we falen dan is een gewa
pende revolutie de enige uitweg", riep
Chavez verleden maand driftig uit. „Ik
ben vastbesloten een definitief einde
te maken aan de schreeuwende ver
schillen tussen een klein groepje rijken
en het glorieuze volk dat crepeert van
honger en misère."
Tnen rip president vnripe week ziin
voorstellen voor een burgerwacht naar
Cubaans model presenteerde, kregen
bezoekende buitenlanders te verstaan
hun aan- en opmerkingen voortaan
voor zich te houden. „Wie zich daar
niet aan houdt wordt acuut over de
grens gezet. Venezuela dient gerespec
teerd te worden."
Intussen heeft de socialistische coa
litiepartner MAS de regering uit pro
test verlaten. De socialistische voorzit
ter dreigt intussen Chavez voor de
rechter te slepen vanwege de financie
ring van de burgerwachten. De presi
dent wil het geld daarvoor uit de
staatskas halen, hoewel de grondwet
dat uitdrukkelijk verbiedt. "Durf het
eens!", reageerde Chavez.
"Aan politiek wapengekletter ont
breekt het niet. Wel aan duidelijke re
gels", zo stelden economen recentelijk
op een forum in Caracas. Hun uitleg
voor het feit dat 80 procent van de be
volking nog steeds armoede lijdt: bui
tenlandse investeerders mijden Vene
zuela massaal vanwege Chavez.
childers/anp - Nabestaanden
van de slachtoffers en overle
venden van de fatale brand in
een hotel voor rugzaktoeristen
in het Australische dorpje Chil-
ders zijn uit vele landen naar de
plaats van de ramp gereisd voor
een herdenkingsplechtigheid.
Vandaag is het een jaar geleden
dat vijftien 'backpackers' om het
leven kwamen in de vlammen
zee die was veroorzaakt door
brandstichting. Onder hen twee
Nederlanders.
Na de herdenking wordt ge
sproken over een passend mo
nument. Volgens een woord
voerster van de gemeente komt
dat wellicht op de plek waar nu
nog de ruïne van het afgebrande
hotel staat. Zij vertelt dat het
dorpje nog dagelijks wordt ge
confronteerd met het drama.
„Elke keer als je door de straat
loopt, zie je het afgebrande ho
tel. Childers staat nu hoog op de
lijst van ramptoeristen. Voor het
drama kwamen backpackers al
tijd in groten getale naar ons
dorpje om fruit te plukken. Nu
doen mensen Childers aan om
de zwartgeblakerde overblijfse
len van TTte Palace Backpackers
Hostel te zien."
Een 38-jarige Australiër wordt
verdacht van de brandstichting.
De man, Robert Long, wordt be
schuldigd van moord op twee
van de jonge slachtoffers en van
brandstichting. Long had we
gens een betalingsachterstand
ruzie met de leiding van het ho
tel en had al gedreigd mensen te
doden of te verwonden. Hij be
kende in eerste instantie de
brand te hebben aangestoken
maar trok later ziin bekentenis
in. Half januari bepaalde een
rechter dat Long zich in de
rechtszaal zal moeten verant
woorden. Het proces begint
waarschijnlijk in augustus
Correspondent Bob Kroon over zijn ontmoetingen met de eerste president van Indonesië
zorgen hoefde te maken over
Oost-Timor. Dat kwam pas
twintig jaar later, maar toen
was Soekarno al lang dood.
Kort na Lissabon deed de
president ook Genève aan,
waar ik na mijn uitwijzing uit
Indonesië als correspondent
bij de Verenigde Naties was
neergestreken. Het weerzien
was zonder rancune en de pre
sident vroeg me of iemand
hem in Genève een beetje kon
rondleiden. Ik bood mijn dien
sten aan, maar Soekamo's ad
judant Pringgodigdo fluisterde
me toe dat de president eigen
lijk een vrouwelijke gids prefe
reerde. Ik kende een mooie
Zweedse persattaché van het
Hotel Intercontinental en die
bleek vereerd met de opdracht.
„Zo doe je dat met Soekarno",
zei me naderhand de Portuge
se minister van buitenlandse
zaken, Alberto Franco Noguei-
ra.Als jullie die man zo in
Holland hadden onthaald, was
die hele Nieuw-Guineazaak
met een sisser afgelopen."
Van Merle Cochran, de eer
ste Amerikaanse ambassadeur
in het onafhankelijke Indone
sië, noteerde ik jaren later een
soortgelijke uitspraak. „Een
mooi staatsbezoek in Holland,
met alles erop en eraan", me
moreerde Cochran, „dan had
den jullie in Nieuw Guinea je
eigen scenario kunnen schrij
ven'.
Misschien. Maar zo simpel
lag het toen allemaal niet. Soe
karno werd in het toenmalige
Nederland hartgrondig gehaat,
met name door de wanbehan-
deling van de Nederlands-Indi
sche geïnterneerden in de be
ruchte 'Bersiaptijd' na de Ja
panse capitulatie. Voor hen
verpersoonlijkte Soekarno het
'Indië verloren, Rampspoed ge
boren'. Een staatsbezoek werd
toen als een levensgevaarlijk ri
sico gezien en dus gesepo
neerd. Maar voor de ijdele
Boeng Kamo was dat een frus
tratie die hij nooit heeft kun
nen verkroppen.
Van de Hollandse 'kruide
nierspolitiek' moest hij niets
hebben, maar in Nederlands
gezelschap voelde hij zich
doorgaans op zijn gemak. Zijn
hartewens was het Nederland
se volk persoonlijk toe te spre
ken - bij voorkeur vanaf het
balkon van het Paleis op de
Dam. „En in jullie eigen taal,
want tenslotte ben ik een inge
nieur met een Hollandse oplei
ding", zei hij mij destijds. Met
daarna misschien een 'rondlei
ding' langs de Walletjes? Nou,
uit curiositeit misschien. Maar
er kwam allemaal niets van.
'Die vreselijke man wil ik niet
zien', zou koningin Juliana vol
gens Luns hebben gezegd.
Geen toespraak dus, geen Wal
letjes, zelfs geen blanke top der
duinen.
Zo werd de naoorlogse Ne
derlands-Indonesische ge
schiedenis een litanie van on
derling wanbegrip en wantrou
wen, politieke kortsluitingen en
gemiste kansen. Zowel Indone
sië als Nederland hebben daar
voor een zware prijs betaald.
Als alles zich veertig jaar later
had afgespeeld, was er met de
levenslustige Boeng in het land
waar tegenwoordig 'alles moet
kunnen' misschien best wat te
ritselen geweest.
door onze correspondent
Bob Kroon
genève - Tienduizenden Indone
siërs herdachten woensdag de
31e sterfdag van voormalig pre
sident Soekarno in Blitar in het
oosten van Java waar hij begra
ven ligt. Deze maand is ook het
100 jaar geleden dat 'Boeng'
(broer) Kamo werd geboren.
Voor Indonesiërs was hij de 'Va
der des Vaderlands', in Neder
land werd hij gehaat als collabo
rateur met de Japanners. In ei
gen land verafgood, later ver
guisd en nu weer gereïncar
neerd in zijn dochter Megawati,
in augustus misschien de nieu
we president. Nationalist van
het eerste uur, civiel ingenieur,
volksmenner, meeslepend rede
naar, vrouwen- en kunstkenner,
politiek opportunist; hij was het
allemaal. Maar je kon niet om
hem heen. Als geen ander druk
te hij zijn stempel op de wor
dingsgeschiedenis van 's we
relds op drie na volkrijkste natie.
Onze correspondent Bob Kroon
heeft hem van nabij meege
maakt.
Een weekeind in Cipanas, het
koele buitenverblijf bij Ban
doeng, waar Soekarno Neder
landse journalisten te gast
heeft. „Heren, een liedje",
commandeert de kersverse
president. Het verplichte num
mer: voor de rijsttafel moest je
een liedje zingen - liefst uit de
oubollige zangbundel 'Kun je
nog Zingen, Zing dan Mee'. Die
kende Boeng Kamo uit zijn
hoofd. Schlagers als 'De Blanke
Top der Duinen' passeerden de
revue, waarbij Soekarno, in zijn
witte quasi-militaire uniform,
met een stokje vergenoegd de
maat sloeg.
„Hans, nu jij nog", maande
dan Boeng. Hans Martinot was
hoofdredacteur van het pers
bureau ANP-Aneta en had
steevast hetzelfde antwoord:
„President, ik kan niet zingen."
Maar hij kwam er niet onder
uit. „Hans, dat mooie liedje",
gebood Soekarno. 'Maantje
tuurt, Maantje gluurt'. Dit prille
kinderliedje was het enige
nummer op Martinots reper
toire en dan moest hij wel. Het
was allemaal niet ongezellig,
ook al stonden we collectief
een beetje voor aap.
Maar we zagen het als een
bijdrage aan de Nederlands-In
donesische verstandhouding.
Hard nodig, want behalve in
Cipanas was die in de jaren
vijftig tot het absolute nulpunt
gedaald.
Dat merkten we goed bij
Soekamo's vlammende toe
spraken tot het volk. Dan riep
hij ons pesterig voor de micro
foon en ten overstaan van
20.000 Indonesiërs moesten wij
dan de plaatsen aan de spoor
lijn Apeldoorn-Zwolle opzeg
gen. Ik wist het niet meer, maar
Soekarno wel, want die had te
voren zijn Bos-atlas geraad
pleegd. „Olst, Wijhe, Raalte",
donderde hij de niet-begrijpen-
de menigte toe. „Nah, soedah.
Ook niet belangrijk. Maar
Nieuw-Guinea wel. In ben BE
ZETEN van Nieuw-Guinea!"
En dat hebben we geweten.
Nieuw-Guinea, later Irian Jaya,
nu West Papua. Het wingewest
dat we bij de souvereiniteits-
overdracht in 1949 als kolonia
le troostprijs hadden achterge
houden. Dat was koren op de
molen van Boeng, als welkome
afleidingsmanoeuvre voor de
misère waarin zijn economisch
wanbeleid het land had ge
dompeld. Daarbij wist de pre
sident heel goed dat hij het in
ternationale politieke tij mee-
had, terwijl Nederland tegen de
stroom moest oproeien. Als
kopstuk van de Niet-Gebonden
Landen was Soekarno overal
welkom.
De Indonesische president
werd binnengehaald op het
Witte Huis en het Kremlin. Ook
op het Queluz paleis in Lissa
bon, eind jaren vijftig. De Por
tugezen waren namelijk bang
dat Soekamo's belangstelling
zich na Nieuw-Guinea ook zou
richten op Oost-Timor, hun
laatste kolonie in de Smaragd
gordel. Goed op de hoogte van
Boeng Kamo's legendarische
belangstelling voor vrouwelijk
schoon, pakten de Portugese
autoriteiten hun gast in met
aardige dames die voor het
landsbelang best wat over had
den. Een week later liet Jakarta
weten dat de president zijn
Portugese verblijf had gewaar
deerd en dat men zich geen
ekarno (rechts) in gesprek met correspondent Bob Kroon, toen nog in dienst van het Amerikaanse
rsbureau Associated Press. Kroon werd in 1952 Indonesië uitgezet wegens 'onwelgevallige reportages'
er het land. Op afscheidsbezoek bij Soekarno zei de president dat het hem speet, maar dat hij er wei
gaan kon doen. "Je hebt de militairen tegen, en dan is het verstandiger te vertrekken". Foto: GPD