Leven kwam wellicht uit de ruimte In Natura Egyptische oase geeft oudste karavaanweg prijs Krokodillentranen Vliegenoor nagebootst in gehoorapparaat ff WOENSDAG 18 APRIL 2001 160 Herbivoren, carnivoren en omnivoren: zo wordt de die renwereld verdeeld. Dat hebben we allemaal wel op school geleerd. We weten dus dat een herbivoor alleen maar planten eet. Je zult er een paard niet op betrappen dat het een eend of een kip verslindt. Zoiets is het werk van de carnivoor. Dat is een echte vleeseter. Tot die groep behoren tijgers, valken en haaien. Omnivoren eten van al les, zowel planten als vlees. Apen zijn van deze categorie een goed voorbeeld. Ze leven van bladeren, vruchten en knollen, maar ook van insecten, vogels en andere kleine dieren. Ook de mens is een dier. De soort waartoe hij behoort is de aap. Kijk maar naar zijn uiterlijk. Dus is ook de mens een alleseter. Je ziet dat bijvoorbeeld aan z'n gebit. Er zijn snijtanden om in vruchten en knollen te happen, hoek tanden om vlees mee te verscheuren en knobbelldezen om zaden en granen te vermalen op dezelfde manier als molenstenen dat doen. Het dagelijkse menu wordt dan ook door al deze voedselsoorten gevormd: knollen, wor tels, vruchten, groenten, granen, vlees en zuivel. Het zijn allemaal spullen die we tegenwoordig in de supermarkt kopen, maar die vroeger in de vrije natuur verzameld moesten worden. Voor het vlees ging de mens op jacht. Wat betreft de plantaardige kost kwam hij al vlug tot de ontdekking dat hij die beter zelf kon verbouwen dan uit het bos halen. Vanuit de primitieve land- en tuinbouw was het vervol gens maar een klein gedachtesprongetje naar de veeteelt. Ook vlees valt namelijk te verbouwen. Als je de beesten die je lekker vindt opsluit en goed verzorgt, krijgen ze jon gen, die weer grootgebracht kunnen worden. Je eet dan de ouders gewoon op. Je hoeft niet meer op jacht. De mens eet van nature vlees. Daar is in wezen niets mis mee. Het allerlekkerst vindt hij hoefdieren. Deze diergroep wordt verdeeld in de herkauwende tweehoevigen en de niet-herkauwers. Tot de eerste groep behoren de runde ren, de schapen en de geiten, tot de tweede de varkens. Wat ze gemeenschappelijk hebben is een even aantal ge hoefde tenen aan elke voet. Ze hebben tevens gemeen dat ze herbivoren zijn. Prooidieren dus. In de natuur worden planteneters gegeten door vleeseters. De natuurlijke vijan den van bijvoorbeeld de runderen zijn de grote kat- en hondachtigen en de mens. Mens en rund hebben een even oude als hechte relatie. Runderen werden gebruikt voor het trekken van karren, wagens en ploegen en voor het sjouwen van vrachten. Daarnaast waren ze de leveranciers van melk, vlees, vet, beenderen en huiden. Het was een goede deal tussen mens en dier, waarvan beide voordeel hadden. Het rund kreeg immers als beloning voor zijn diensten voedsel, vei ligheid en onderdak. Zo was in principe de gang van zaken tot ver in de twintig ste eeuw. Totdat de 'moderne' tijd aanbrak en er ineens een heel ander soort landbouw en veeteelt moest komen. Planten en dieren dienden niet langer de mens, maar de economie. Geld werd het doel, grootschaligheid het mot to. De kleine boer moest het veld ruimen voor grote, ge specialiseerde bedrijven. Mensen en dieren werden on dergeschikt gemaakt aan de productie. Het welzijn van het vee was geen prioriteit meer. Vanwege exportbelangen werd bijvoorbeeld het inenten tegen epidemieën achter wege gelaten. Dat was natuurlijk niet het idee van de boe ren. Het was de overheid die samen met andere overhe den het standpunt innam dat het voordeliger was om zo nu en dan eens een flink deel van de veestapel op te rui men dan om de dieren preventief in te enten. Bestuurders en managers worden daar niet koud of warm van. Dieren op zich zijn voor hen van geen waarde: het leven is gede gradeerd tot kapitaal. In onze tijd zijn boerderijdieren veelal slechts producten. Een groot gedeelte van hen leidt een verborgen bestaan in hokken en stallen en eindigt het leven in het abattoir. We ontmoeten hen pas bij de slager, waar ze er als hamlapjes en biefstukjes netjes bijliggen. Het dier herken je er niet meer in. De lapjes en boutjes hadden net zo goed in de fa briek gemaakt kunnen zijn. Dat we met levende dieren van doen hebben, realiseren we ons nu pas echt, nu we getuige zijn van de openbare executie van duizenden al dan niet met het mond- en klauwzeervirus besmette bees ten. Ineens beseffen we waar we mee bezig zijn. We wor den keihard geconfronteerd met de wijze waarop we met onze medeschepselen omgaan. Want ook in 'normale' tij den worden dagelijks massa's dieren afgemaakt op dezelf de wijze als waarvoor we nu onthutst terugdeinzen. Krokodillen laten bij het opschrokken van hun prooi vaak een traantje als gevolg van het wijd opensperren van hun gulzige kaken. Wij pinken een traantje weg bij het aan schouwen van de ellende die we met z'n allen hebben aangericht. Dat zijn krokodillentranen! THEO SCHILD KAMP REDACTIE RIEN POLDERMAN *021 Het prille begin van het leven is mogelijk met kometen en mete orieten uit de ruimte meege reisd én zo op de aarde terecht gekomen. Met mogelijkheid houden Amerikaanse weten schappers serieus rekening, zo bleek onlangs op een bijeen komst van de American Chemi cal Society in San Diego, Cali- fomië. Geochemica Jennifer Blank, verbonden aan de Berkeley- universiteit in Californië, hield er al tijdens haar studietijd re kening mee: de bouwstenen van al het leven op aarde zou den best eens uit de ruimte af komstig kunnen zijn. Het idee liet haar niet meer los. ,,Vier miljard jaar geleden on derging de aarde, evenals de andere jonge planeten in het zonnestelsel, een verwoestend bombardement vanuit de ruim te," vertelt Blank. „Komeetker nen, sommige kilometers groot, sloegen vanuit alle richtingen op aarde in met snelheden tus sen vijftien en 35 kilometer per seconde. Dat moet toen zo on geveer een dagelijks gebeuren zijn geweest. Tot dusverre werd altijd aangenomen dat ze dood en verderf zaaiden door de gi gantische verwoestingen die tot in de wijde omtrek rondom elke inslag werden aangericht." Toch wilden Jennifer Blank en haar team weten of organische verbindingen - waarvan ook re centelijk sporen zouden zijn aangetroffen in meteorieten - in bepaalde omstandigheden de enorme schok van een inslag konden hebben overleefd. Daartoe begonnen ze drie jaar geleden de bouw van een toe stel, waarin de krachten van dergelijke inslagen op schaal konden worden gesimuleerd. Na drie jaar was een vijftien meter lang massief toestel ont staan, schertsend CoCo ge noemd (een afkorting van Co- met Collider: komeetbotser), met aan de ene kant een zeven meter lange lanceerloop en aan de andere kant een zes meter lange veel bredere 'vangkamer'. Midden tussen de loop en de kamer was een zwaar gepant serde tank gebouwd waarin zich het testobject bevond. „Dat testobject is het kleinste deel van het hele toestel maar het gaf ons de meeste hoofd brekens," aldus Blank. „Vanuit de lanceerloop wordt namelijk een projectiel, ongeveer even groot en zwaar als een blikje cola, met een snelheid van bij Foto van 'protocellen' verkregen tijdens een experiment op NASA's Instituut voor Astrobiologie. na 6.000 kilometer per uur pal op het testobject afgeschoten. De druk op het object bedraagt tijdens de botsing ruim 200.000 atmosfeer: ruwweg even groot als bij de botsing met een klei ne komeetkern die onder een kleine hoek met het aardopper vlak op de aarde afkomt." De enorme druk stelde speciale eisen aan het materiaal van het testobject. Uiteindelijk bleek een legering van speciaal be werkt staal en koolstof, in lagen FOTO NASA's ASTROBIOLOGY INSTITUTE opgebouwd, die druk aan te kunnen. Het testobject is onge veer zo groot als een rijksdaal der en drie maal dikker dan die munt. Midden in de 'testmunt' bevindt zich een minieme hol te, amper zo groot als een spel- denpunt. Daarin werd vu botsing een waterige op|< aangebracht van vijf ami ren, waarvan drie ook in selijke eiwitten voorkom „Niet alleen bleek dat een deel van de aminozuren i singen overleefden, maai al dat ze tijdens elke bots tens van twee tot vier am ren vormden. Er trad zog polymerisatie tot peptidi en dat is als een voorstad van eiwitten. „Uit de bots ven blijkt dus niet alleen hier bouwstenen voor le\« met kometen kunnen zij gekomen, maar ook dath weid van de inslagen juij weg effende voor de uitei ke vorming van eiwitten. „Dit is echt spectaculair,' Jennifer Blank opgetogen wat aanvankdlijk werd be schouwd als verwoestend dodelijk, blijkt juist eenei impuls aan het ontstaani ven te hebben gegeven.! bezig met een heel nieuti van wetenschap die ong feld zal leiden tot een tot dere kijk op het ontstaan leven." BEN APELDOORN De aanleg van asfaltwegen in de woestijn heeft één voordeel: het brengt moeilijk toegankelijke en nog weinig doorvorste gebie den binnen het bereik van we tenschappers en met een beetje geluk kunnen de graafmachines bovendien interessante archeo logische resten blootleggen. Dat was het geval voor de Egyp tische Dakhla-oase in de Libi sche woestijn, zo 'n 800 kilome ter ten zuidwesten van Cairo. Sinds 1977 onderzoekt een multidisciplinair team van we tenschappers dit tot nu toe on ontgonnen gebied en legde er de tot voor kort onbekende stad Ayn Asil bloot. In december ontdekten de archeologen bo vendien een der oudste kara vaanwegen in dit barre woes tijngebied en leverden daarmee een belangrijk stukje in de nog lang niet voltooide grote puzzel van de Egyptische expansiege schiedenis. De Dakhla-oase is één van de grote oasen in de Libische woestijn die in het bekken van een bodemdepressie liggen. Die zijn bij het begin van het geolo gische Tertiairtijdperk door winderosie ontstaan, waarbij het mulle zandoppervlak werd weggeblazen tot op de onder liggende rotsbodem. Onder de ze rotsbodem bevinden zich reusachtige waterreservoirs. Sinds eeuwen komen nomaden en karavanen zich hier van wa ter en voedsel voorzien. Dank zij het water is de oase een weelderige fruit- en groenten- tuin. In Dakhla bestuderen de we tenschappers de relatie tussen het milieu en de geschiedenis van de menselijkexiptiviteit in de regio. Nadat de ruïnes van Ayn Asil waren blootgelegd, ontdekten zij op enkele heuvel tjes in een kring rondom de oa se ook schuilhutten met een uitstekend uitzicht over de on metelijke woestijnvlakte. Dat moeten uitkijkposten zijn ge weest. Zij bestonden uit opeen gestapelde stenen, en waren ge bouwd in de vorm van een hoefijzer, zodat zij bescherming boden tegen de wind. Op de wanden waren allerlei inscrip ties en tekeningen aangebracht, van woestijndieren tot vrouwe lijke geslachtsdelen. Dat kan er op wijzen dat de mensen die deze wachtposten hebben be trokken, zich vaak stierlijk ver veelden en tekeningen krasten om de tijd te doden. De wetenschappers vermoed den dat Ayn Asil eens een be langrijk kruispunt van kara- vaanwegen moet zijn geweest en dat de wachthuisjes op de plaatsen gelegen zijn waar de karavaanwegen de oase bin nenkwamen. In 1998 werden ook Harco Willems, professor Egyptologie aan de universiteit van Leuven, en zijn Duitse col lega Olaf Kaper, bij het onder zoek betrokken. Toen de Egyptische regering in 2000 het gebied rond de oase niet langer als verboden militai re zone beschouwde, konden de wetenschappers hun werk terrein uitbreiden. Willems en zijn team ontdekten toen nieu we wachtposten, die alle in een noord-zuidlijn achter elkaar la gen. Zij vermoedden dan ook dat hier een karavaanroute naar het zuidelijker gelegen Soedan moet gelopen hebben. Volgens hun verhaal in de Campuskrant van de universi teit Leuven, was een doorslag gevend element de ontdekking van nieuwe wachthokjes en van de overblijfselen van een weg die van de oostzijde van de Dakhla-oase richting Nijldal liep. Dakhla ligt ongeveer op het midden van een rechte lijn die van het huidige Luxor aan de Nijl tot aan de Libische grens loopt. Minstens even be langrijk was de ontdekking bij de wachtposten van Egyptische keramiek die uit 2450 voor Christus bleek te stammen. Dat is de oudste keramiek die ooit in Dakhla is gevonden en die niet in Dakhla zelf is vervaar digd, want hij bestaat uit Nijl- klei. Hij moet dus meegebracht zijn door reizigers die in het Nijldal zijn vertrokken. De ontdekking van de weg tus sen Dakhla en de Nijl en de vondst van de keramiek was dan ook de bevestiging van het vermoeden dat al in de vroegste oudheid handelsroutes door de woestijn hebben gelopen en dat Ayn Asil vroeger een belangrijke draaischijf was op de oost-west verbinding naar de Nijl en de noord-zuid verbinding naar Soedan. De ontdekking had echter ook gevolgen voor de historische datering. De oudste resten die in Ayn Asil zijn aangetroffen, zijn uit 2350 voor Christus en zijn dus ongeveer honderd jaar jonger dan de keramiek die langs de oost-westroute is ge vonden en uit 2450 stamt. Dat is meteen het bewijs dat de handelsexpedities vanuit het Nijldal naar de woestijn, min stens honderd jaar vroeger zijn begonnen dan tot nu toe werd aangenomen en dat Ayn Asil pas later als kardvanenknoop- punt is ontstaan. Door de recente ontdekkingen staat nu vast dat de oude Egyp- tenaren vroeger dan verwacht het Nijldal hebben verlaten 'Aan de hand van deze nieuw ste gegevens moeten wij mis schien wel de dateringen van de Egyptische geschiedenis herzien en aanpassen", aldus professor Willems, "want tot nu toe heeft men meestal aange nomen dat Egypte pas vanaf 1550 voor Christus een imperi alistische mogendheid werd. JOHAN LAMORAL Amerikaanse neuroweten schappen denken een be ter hoortoestel voor de mens te kunnen maken op basis van het supergevoeli ge gehoororgaan van een kleine vlieg. Hiermee kan voor doven onder meer het lastige probleem van sto rende geluiden in de massa worden weggenomen. Ron Hoy en collega's van de Cornell universiteit in New York bestudeerden de parasitaire vlieg Ormia ochracea. Uit experimen ten blijkt dat dit insect net zo goed als de mens nauw keurig de richting kan be palen van een geluidsbron. Groot pluspunt is echter dat het insect dit doet met oren die rêlètfèf veel diÈh- ter bij elkaar staan. „De oren van het vliegje staan nog geen halve millimeter uit elkaar en gebruiken een volledig andere manier om geluid te lokaliseren dan andere dieren. Dat opent perspectief voor verdere miniaturisatie van het menselijk gehoortoestel," aldus Hoy. Hoy werkt al tien jaar met de vlieg, die een specialist is in het vinden van de gastheer voor haar jongen. Om zich te kunnen voort planten moet de vrouwelij ke parasiet een mannelijke krekel zien op te sporen. Ze zet larven af op de rug, waarna de uitgekomen ma den de krekel van binnen uit leeg eten. Om tactische redenen bespringt de vlieg niet direct haar gastheer - om er niet te worden afge gooid -, maar landt er vlak naast. Zij loopt het laatste stukje naar de niets ver moedende krekel en slaat onverwacht haar slag. Deze manoeuvre bracht de Cornell wetenschappers op een idee voor een experi ment. Ze verbonden een zwenkende arm met een luidspreker waar krekelge luiden uit komen. Op een pingpong balletje werden talloze stipjes aangebracht, zodat de positie nauwkeu rig kon worden bepaald, vergelijkbaar met de bewe ging van een computer muis. De bal, zwevend op een luchtkolom, kon mak kelijk worden bewogen door een lopende vlieg. Vervolgens plaatsten ze een aangelijnde vlieg op de bal, zetten het krekelgeluid aan en keken wat er gebeurde. De vlieg liep steeds direa naar de geluidsbron: hei maakte niet uit of die vaa links of rechts, van boven of beneden kwam. De meest minimale verande ring in positie werd opge merkt. Zelfs mensen die een spreker willen ontde ken tussen de massa doe dat niet beter. „Maar als je het verschil afmetingen tussen vliegi mens meerekent, is de vi de absolute kampioen", zegt Hoy. Die prestatie komt door een speciale mechaniek van de oren. dicht bij elkaar staande trommelvliezen van beid oren reageren niet syn chroon, maar elk een frai tie ldteropde waargeno men geluidsgolven. Hetu dicht bij de bron reageen heviger dan het verstaan oor, legt Hoy uit. Het nuwstelsel van de vlieg kent onmiddellijk het dr, si verschil uit tussen beide oren en stuurt signalen naar de spieren om te rf geren. Omgerekend heb ben mensen hiervoor tie m microseconden nodig, ie on wijl de vlieg dat in vijftig v nanoseconden klaar spa p, Dat is duizend keer zo st i De neurobiologen probe j ren het oor van de vliegn bi te maken in silicon. Opd z manier hebben ze een pf totype microfoon gemaal die werkt als de oren van de vlieg en ultrageluidsgi ven kan oppikken. „Maai dit is misschien goed voi een slechthorende vleer muis, niet voor een mem zegt Hoy. „Nodig is een hoorapparaat dat reagee op kritische geluidsfre quenties binnen het mer selijk gehoor, vooral in d T spraaL Mensen met gehoorapparaat hebben vaak moeite om een ge sprek te volgen waarbij meer mensen tegelijk pn ten. Ze worden afgeleid door achtergrondgeruis' Hoy: „De biologische les van de Ormiavlieg geeft C mogelijkheid om toestel! L te ontwerpen die zijn uil A rust met zeer gerichte m crofoons. Toepassing hif van kan het leven van du ven en slechthorenden e T stuk aangenamer maken Binnen tien jaar denkt H een dergelijk toestel opd T markt te kunnen brenge: N PETER DE JAEGER Een internationaal team van archeologen ontdekte onlangs één van de oudste karavaanwegen en leverden daarmee een belangrijk stukje van de nog lang niet voltooide puzzel van de Egyptische geschiedenis. foto gpd HET WEER door) W Cryptogram Horizontaal: 1Oude kerel met een LAT-relatie? (6); 7. Engelsen zijn achter in Amsterdam (5); 8. Het eerste deel in het bijzonder (5); 9. Het valt tegen om 'm te strikken (5); 10. Niet fijn om cru te zijn (4); 11Is Eli aan een nieuwe regel begonnen? (6); 12. Toe Ans, speel eens wat! (6). Verticaal: 2. Die jongen kan de kleren krijgen (5); 3. Daardoor wordt de massa verknipt (6); 4. Net weefsel met een enkel woord (6); 5. Er kan flink wat geld in (4); 6. Terugkijken op een geslaagde oogoperatie (8); 10. Haar slaan betekent waar nemen (4); 11Lokletters (3). Oplossing van dinsdag: omen-molen-Lemoen roep-opera- Europa nest-steun-Unster teak-karet-Karpet roek-korea-Orakel step-piste-Pastei geel-engel-Lengte asla-blaas-Albast enig-inleg-Single leep-pleet-Tempel Gevraagd woord: LEUKOPLAST. Buien met winterse lading Het is mijn Gelderse medewerker uit Hatte- merbroek opgevallen dat het de laatste ja ren in april dikwijls harder vriest dan in maart. Vanaf 1988 telde hij maar liefst acht jaren met in april lagere nachtelijke mini ma dan in maart. Ook dit jaar was het weer raak. Paaszaterdag werd het in Hattemer- broek -5,5 graden (bij ons nabij Bloemen- daal -4,2) tegen -4,0 graden ergens in maart. Zelfs in 1996, toen maartse kou de winter aan de classificatie 'streng' hielp, dwong april met -7,7 graden (laagste maartminimum -6,6) respect af. Dat de grasmaand de lentemaand zo vaak aftroeft komt doordat maart het verleng stuk is van winters waarin Atlantisch geïn spireerde circulatietypen de dienst uitma ken. In april krijgen vervolgens koude noordcirculaties de ruimte. Voor de fruit teelt is dat geen gunstige ontwikkeling. Te hoge temperaturen in maart doen bomen en struiken sneller uitlopen waardoor zwa re nachtvorsten in april grote schade kun nen veroorzaken. De paaskou van de laatste dagen heeft trouwens opmerkelijk lage minima in Lap land tot gevolg gehad. Het Zweedse Nik- kaluokta mat paasmaandag -30,6 graden en dat is zo laat in het seizoen heel bijzonder. De laagste apriltemperatuur die ooit in zo wel Zweden als Noorwegen werd gemeten bedraagt -36,5 graden (1916/1924). Deze waarde werd echter veel eerder in de maand bereikt. De passage van een koufront gingdi lopen nacht en vanochtend gepaard veel regen (Schiphol 8 millimeter. A het front ruimde de wind naar hetn tot noordwesten (IJmuiden windkra en koelde de lucht dermate sterk af, regen vermengd werd met smeltend sneeuw. Ook morgen is er kans op buien mei winterse lading. Dat komt omdat de feer tot op grote hoogte bijzonder ko Op 5 kilometer hoogte komen temp ren voor tot -35 graden. De straffe n westenwind neemt echter iets in kra maar warmer dan 8 9 graden (non 14-15 graden!) wordt het niet. In hel einde wordt wel beter weer verwacl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 10