Pijn die nooit ophoudt Kiezen voor een kind met een handicap Gezondheid Weekje vakantie Luchtbevochtigingssysteem veroorzaker van astma Uit Veroni's Brief: u 68 MAANDAG 9 APRIL 2001 REDACTIE RIEN POLDERMAN „In het voorjaar gaan we een weekje met vakantie. Is het mogelijk, dat er dan wat meer hulp voor onze buurvrouw komt?". Clazien de Wit, moeder van twee jonge kinderen, zorgt sinds een half jaar elke avond voor de avondmedica tie van mevrouw Van Kant, die op hoge leeftijd alleen in een huis bij haar in de straat woont. Eerst leek ze zich aar dig te kunnen redden, maar na de dood van haar laatste broer daalde ze neer in een soort winterslaap. Ze verloor de belangstelling voor haar omgeving, zorgde minder voor zichzelf, en haar huis, en ging ook lichamelijk achteruit. „Laat mij maar dood gaan", zei ze telkens, als ik aandrong op behandeling. „U mag wel komen, maar volgens mij is het verloren tijd. Wie zit er nou nog op mij te wachten?" Ik had er geen antwoord op, ze was ook wel heel alleen. Geen kinderen, nog een verre neef, die overigens met eni ge regelmaat zijn neus om de hoek stak, maar verder was ze alleen op de wereld. Maar wonder boven wonder kreeg ze contact met Clazien, de nieuwe buurvrouw van een paar deuren verder. Zij kwam kennis maken met haar man en kindertjes, en zo ontstond een stille vriendschap. Toen ze hulp nodig had, en de thuiszorg die niet bieden kon, was het voor hen vanzelfsprekend, dat ze die taak op zich namen. Eerst de pillen, toen ook de was in de machi ne, en een kopje koffie met een sneetje brood. Mevrouw Van Kant is wat eenzelvig, en in haar sombere periode werd dat erger. „Al die vreemden over de vloer, dat is maar niks", zo zei ze. Haar weinig vriendelijke ontvangst schrikte de hulpverle- ners af, die op hun beurt het uiteindelijk af lieten weten. „Mevrouw heeft geen hulpvraag", zegt de leidinggevende, bij wie ik een overleg heb aangevraagd. „Ze is afwerend in het contact, daar kan ik mijn mensen niet aan bloot stel len." Ik leg uit, dat het gaat om een weekje vakantie van de buren, die haar elke avond vrijwillig helpen. Bovendien lijkt met het naderende voorjaar de stemming van me vrouw Van Kant op te klaren. Ze is meer toegankelijk voor hulp, krijgt weer interesse in het eten, maar kan zich mo menteel onmogelijk zelfstandig redden. Maar er is geen praten aan. „De indicatie is verlopen, u zal een heel nieuwe aanvraag moeten doen", zegt de leidinggevende weer. Naast haar zit Trees, die regelmatig bij haar komt. „Het klikt niet echt tussen ons", vertelt Trees. „Ze wil niet dat ik haar douche, en ik kan alleen een kopje thee geven, met haar pillen, als ik 's morgens kom." Mevrouw Van Kant is altijd een avondmens geweest, een heel probleem met de vaste tijden van het thuiszorgteam. En van douchen heeft ze nooit gehouden. Ze waste zich altijd aan de wastafel. In de praktijk gaat ze weer naar bed, als de thuiszorg geweest is, tot ze door Tafeltje Dek Je ge wekt wordt. Dan begint ze de dag met een warme maal tijd. Gelukkig worden er binnenkort diepvriesmaaltijden afgeleverd, zodat ze die 's avonds in de magnetron kan la ten zetten. Dat zal de kwaliteit van haar leven positief kunnen beïnvloeden. Maar zover zijn we nog niet. „Kunt u een wasje draaien, terwijl u in huis bent?" vraagt mijn praktijkverpleegkundige, die het overleg georgani seerd heeft. „Dat behoort niet tot mijn taken", zegt Trees. Haar leidinggevende steunt haar. Zo zijn de regels, daar zijn weer anderen voor. Wat een bureaucratie, en dat alles voor een weekje vervangende hulp. Al snel wordt duide lijk, dat hier geen uitweg mogelijk is. Nadat ze vertrokken zijn, kijken we elkaar moedeloos aan. Hoe regelen we dit? „Óc kan wel een paar keer langs gaan, ik kom toch langs haar huis, zegt de praktijkverpleegkundige. Zie jij kans nog iets te doen?" We gaan rrjet de praktijkmedewerkers om tafel zitten. Dat weekje komen we wel door, Clazien de Wit kan rustig op vakantie. Vandaag ga ik naar mevrouw Van Kant toe. Als ze hoort dat ik binnenkom, stapt ze net uit bed en hult zich in haar duster. „Nog laat op pad, dokter", zegt ze. Ik geeft haar de pillen met een glaasje water, maak wat water warm voor een kopje koffie, en smeer een beschuitje. Daarna meet ik haar bloeddruk, en maak nog even een praatje. „Het is toch wat, dat u voor me zorgen moet," zegt ze. „Nog een paar daagjes, dan is Clazien weer thuis". We redden het wel, en met de vertegenwoordigers van de thuiszorg gaan we opnieuw aan tafel, zodat mevrouw Van Kant kan blijven wonen in haar eigen huis. Wellicht dat in de toekomst een persoonsgebonden budget uitkomst kan bieden, zodat ze haar hulp zelf mag uitkiezen en betalen. MARIEKE VAN SCHIE, huisarts Luchtbevochtigingssystemen bij bedrijven kunnen leiden tot astma en ontstekingen van de longblaasjes. Bedrijfsarts T. Pal concludeert dat na een vijftien jaar durend onderzoek naar manieren om longproblemen op de werkvloer te verklaren en te voorkomen. Pal promoveert op 18 april aan de Rijksuniver siteit Groningen. Hij deed onderzoek bij een pro ductiebedrijf van synthetische garens en vezels in Emmen. In die fabrieken komen bij werk nemers vaak klachten aan de luchtwegen voor. Tot nu toe werden die toegeschreven aan de oliemist die bij de productie vrijkomt. Pal toonde echter aan dat de luchtbevochtigingssyste men, die vaak vervuild zijn met micro-organismen, de belang rijkste oorzaak zijn van de aan doeningen. De werking van de longen van patiënten verbeter de aanzienlijk wanneer ze niet meer werden blootgesteld aan de gebruikelijke manier van luchtbevochtiging en overstap ten op een ander systeem. „Stoombevochtiging is een goed alternatief, aldus Pal. De grote boosdoeners zijn bac teriën en schimmels in het wa ter, die via de luchtbevochtiger in kleine deeltjes de luchtwegen binnendringen. „Ook mensen die met andere vormen van or ganisch materiaal werken, zoals champignonkwekers, duiven melkers en varkenshouders hebben grotere kans op lucht wegproblemen, vermoedt de onderzoeker. „Organisch mate riaal, dus ook bijvoorbeeld olie, zorgt snel voor schimmels en bacteriën in het systeem. Volgens Pal is het belangrijk dat arbo-diensten fabrieken en be drijven met luchtbevochtigers regelmatig controleren. „Vaak laten die, vooral als ze een ou der systeem hebben, hetzelfde water keer op keer circuleren. Dan tieren bacteriën en schim mels welig." Veroni Steentjes is 25 jaar. Vanaf haar twaalfde jaar heeft ze Posttraumatische dystrofie (PD) in een progressieve mate, een zeer pijnlijke ziekte. Sinds eind 1997 woont ze in Het Dorp in Arnhem. Al jaren ligt ze aan bed gekluisterd, met 'ondraaglijk scherpe pijnen, voortdurend'. Morgen beslist de Eerste Kamer over het - omstreden - wetsvoorstel Eu thanasie. Deze week schreef Veroni de kamerleden een persoonlijke brief: „Luister naar mij." Steenderen, 8-8-'88: in het lief lijke plaatsje aan de boorden van de IJssel struikelt een onbe zorgd twaalfjarig meisje, 's avonds in het donker, al spe lend over een laag muurtje. Een barst in haar rechterschouder en een beschadigd kapsel, luidt de eerste diagnose. Het is een begin van een lange, lange lij densweg langs artsen en speci alisten, langs ziekenhuizen en revalidatiecentra. Een weg zon der einde. Arnhem, 2-4-2001: In haar ei gen lichte woning in Het Dorp ligt Veroni Steentjes - 25 nu - op het oog sterk, zelfbewust en mooi in haar witte bed, een plek waar ze al bijna vier jaar nauwelijks uit weg komt. Lange, krullende haren, verzorgde op maak, een voorzichtige lach spelend om haar lippen, een zonnig t-shirt haar frêle schou ders omhullend. Ze ligt 'scheef in haar bed, haar rug in een onnatuurlijke krom ming, haar voeten vreemd ge bogen, krachteloos. Haar han den, vingers, krampachtig in eengevouwen, bewegingloos. De bel gaat: met haar mond blaast Veroni op een pijpje waarmee ze de deur opent. Een opgewekte verzorgende stapt binnen: „Zal ik je straks je eten geven, Veroni?" De 'tussenfase': Het 'barstje' in haar schouder wil eind jaren tachtig maar niet genezen. De pijn blijft, wordt erger, kruipt door naar bovenarm, elleboog, onderarm, pols en vingers. Jon ge Veroni raakt de coördinatie over haar ledematen kwijt, kan niet meer schrijven met haar rechterhand. Ze 'knikt' door haar benen, haar voeten zwab beren. Bij geen enkele stap weet ze waar ze op de grond terecht zullen komen. Jarenlang kwak kelt ze, zonder enig herstel. In april 1994 raakt ze na een ope ratie verzeild in een rolstoel, eerst tijdelijk, dan voorgoed. De dystrofie slaat door de operatie door naar alle vier haar ledema ten. De artsen hebben een 'kwaaie' aan Veroni: ze leest veel over de symptomen van haar ziekte, ze belt mensen, studeert. Een ge Veroni Steentjes bedient haar PC met behulp van een mondbit. sprek met een familielid die de zelfde ziekteverschijnselen heeft, brengt haar op het idee: heb ik soms Posttraumatische Dystrofie? De artsen geloven haar niet, houden het op be knelde zenuwen, op 'aanstelle rij' en later op: 'psychische pro blemen'. „Ze hebben me heel lang niet serieus genomen. Ik was dat jonge 16-17 jarig meisje dat het soms waagde af te din gen op de mening van de dok ter in zijn witte jas. Mijn mon digheid werd niet erg op prijs gesteld", herinnert ze zich. Ze ondergaat kleine en grote ope raties: ze hebben een averechts effect. Eind 1995 komt ze 'eindelijk' in contact met professor Goris, verbonden aan het Radboud- ziekenhuis van de Universiteit Nijmegen, zeker dan dé specia list op het gebied van Posttrau matische Dystrofie. Al gauw spreekt hij het verlossende woord: Veroni heeft gelijk ge had. Ze voelt zich erkend, ook al is de harde mededeling 'zwaar klote.': „Jarenlang heb ik de verkeerde behandelingen, de verkeerde therapieën, de ver keerde medicijnen gehad. De dystrofie was intussen te ver doorgeslagen naar al mijn lede maten: het had maar liefst acht jaar geduurd voordat eindelijk de juiste diagnose was gesteld. Ik was te laat." Veroni is een slimme meid. 'Ondanks alles' rondt ze in 1993 met uitstekende cijfers haar atheneum-opleiding af aan de Zutphense scholengemeen schap Isendoorn. Ze wil ac countant worden, heeft verke ring en smeedt 'grote toekomst plannen': „Waarschijnlijk," zegt Veroni, „zou ik nu een soort yup zijn geweest, een carrière vrouw, prestatie- en werkge- richt. Maar ook: veel uitgaan, lol maken." Haar economisch getinte oplei ding ruilt ze noodgedwongen in voor een meer sociale richting. Ze studeert nu, sinds een paar jaar in een aangepast tempo, culturele antropologie aan de Universiteit Nijmegen. „Ik schijn de enige student in dit land te zijn die eens per week met bed en al en in een Rode Kruis-ambulance naar de colle gezaal wordt vervoerd," zegt ze, lichtelijk cynisch. Uitgaan is er nauwelijks meer bij, hoewel: „Zaterdag ben ik naar de schouwburg in Arnhem geweest, de musical Diana, met Vera Mann. Heel mooi, ik kan me er weken van te voren op verheugen, Maar het is ook een bijna onmogelijke opgave. Met bed en al zo'n schouwburgzaal in, zie je het voor je? Dat is met een een ander groot probleem: het totaal gebrek aan privacy, overal hulp bij nodig hebben, niets alleen kunnen doen. Din gen niet vragen, die je eigenlijk hard nodig hebt." Veroni zwijgt, denkt na, zegt dan: „Ik heb heel vaak het ge voel dat ik alleen maar uit een hoofd besta met verder niets dan alleen een heel vreemd lijf dat altijd pijn heeft en me al leen maar last bezorgt. Elke dag ben ik bezig te overleven, ik merk dat ik sommige dingen niet meer kan, dat ik achteruit ga, steeds verder. Minder ener gie, meer spasmen, meer trillin gen, meer pijn, een stekende, scherpe pijn die aan je vreet, die niet ophoudt ook al gebruik ik morfine en medicinale mari huana om 's nachts tenminste nog een paar uurtjes te kunnen slapen." „Die pijnvraag is heel belang rijk. Als de pijn zo overheerst dat je echt niets meer kunt, niets meer wilt en als dat dagen en dagen, maanden en maan den voortduurt, echt helemaal uitzichtloos wordt, dan is dat heel bepalend voor je toekomst. Nu kan ik gelukkig nog een paar dingen. Ik heb mijn vriend, Emile, een lieve be roepsmilitair die elk weekeinde bij me komt; ik heb mijn ou ders, mijn vrienden. Ik studeer, lees, zing, snuffel op internet, stuur e-mails, schrijf met ge vangenen, ja met dit mondbit hier kan ik ook gewoon letters typen. Ik wil wat opzetten voor bedlegerige jonge mensen, met een ziekte of een handicap. Kortom: ik probeer een zo nor maal mogelijk leven te hebben en niet als een kasplantje te ve geteren." „Maar hoe is het over een half jaar met me, over een jaar? Hoe gaat dit verder, hoe moet dit af lopen? Nu heeft het leven nog waarde voor mij, voor mijn om geving, mijn familie, mijn vrienden. Maar als dat niet meer zo is, dan wil ik zelf kun nen beslissen over het einde van mijn leven, dan wil ik het zorgvuldig voorbereiden, op H H Mijn leven staat vanaf mijn 12e jaardag in dag uit im teken van continue enorme pijn en voortdurende chrofa sche moeheid. Je zit in de bloei van je leven, maar je w|D lichamelijk een oude vrouw van 100 jaar. Ik lig al ongkc vijf jaar continu op bed.Je „Ik kan mijn armen en benen bijna totniet bewegen. MP diverse dwangstanden door de Posttraumatische Dystmi en lig, door mijn rug, in een aparte houding. Mijn hook, mijn verstand werken alleen nog wél uitstekend. In mijt hoofd zit ik vol plannen. Ik zit gevangen in mijn eigenui\ chaam.ri Ik heb voor mijn doen een druk leven en kom tijd te b0| Ik ben nu nog niet levensmoe, maar weet wel heel ze keg31 ik deze manier van leven niet eindeloos volhoud. Ik wm ven alles een menswaardig leven hebben en probeer erm danks alles nog wat van te maken, maar dat kost ontzmi tend veel kracht, lichamelijk en mentaal.K< Wat is een menswaardig leven? De definitie hiervan iiP; voor iedereen weer anders en de één zal wel zijn hele lefil van slangetjes afhankelijk willen zijn en de ander nietmi zelf wil dat dus duidelijk niet. Ik wil niet leven als eenm plantje.W „lk heb ontzettend veel pijn. Ik gebruik ongeveer 30 pie per dag. Ik heb al van alles uitgeprobeerd, qua pijnbesvr ding. Ik houd het zo waarschijnlijk niet nog twintme jaar vol.. Ik heb zoveel beperkingen en weet dat het stese minder wordt.he „Ik vind dat ieder mens zelf het recht heeft om te zeggetv wanneer hij het niet meer aankan en wil stoppen metin ven. Dat is namelijk niet iets wat objectief vast te stellede Hoe kan een arts zeggen of mijn pijn wel of niet ondrem lijk is als hij het zelf niet eens voelt. Ik vind dat ik het ifr heb om op een humane wijze te sterven. Niet alleen not)c mijzelf maar ook voor mijn nabestaanden.ve Mentaal lijden houdt in mijn geval in continue afhatlo lijk van anderen re zijn, leven met grote beperkingen, ilte opvallen door je rolstoel of bed en een groot gebrek aaiBe vacy. Ik kan niet zijn wie ik zou willen zijn. Heeft u erlC eens bij stilgestaan hoe een leven als het mijne met coitu nue pijn, spierkrampen en spasmen en voortdurende ifcc heid is en 24 uur per dag, liggend op hetzelfde bed, in 1)11 zelfde ruimte? Dat houdt toch niemand eindeloos vol. pu Euthanasie regelen wil niet zeggen dat het dan metedia maar meer en eerder zal gebeuren. Die angst is ontereaje\ Nederland heeft een liberaal beleid met betrekking totfn abortus, maar een van de laagste abortuscijfers van defer reld. We zijn ook liberaal wat seks betreft, maar ook ht\\ aantal tienermoeders is erg laag in vergelijking met <7/An ren landen. Het aantal gevallen van euthanasie zal hefie niet stijgen, alleen het aantal geregistreerde gevallen uên Er zal dan juist meer toezicht zijn, meer duidelijkheids inzicht.la; U beslist over dit voorstel, terwijl velen van u niets /n|eI keren of zelfs nooit met mensen te maken hebben geluk r zo ernstig ziek zijn als ik. Ik vind dat er in Den Haag nOj makkelijk over deze wetten beslist kan worden, terwijael er nu nog niets mee te maken hebben. Pas als mensenw in een situatie als de mijne zitten, gaan ze er anders oJnj nadenken. Daarom hoop ik dat u naar mij luistert.He „Ik hoop dat u na deze brief beseft hoe belangrijk dezé, in thanasiewet is voor een groot aantal mensen en missci ook voor u zeifin de toekomst, mocht u, wat ik niet ha erg ziek worden, of iemand in uw omgeving. Ik ho dat u de juiste afweging maakt en vóór deze nieu we i<ij zult stemmen. Het wetsvoorstel is voor mij een stap /nj goede richting. een goede manier afscheid ne men. Dat idee alleen al, dat dat gewoon zou kunnen, dat geeft rust, de wetenschap dat je op een min of meer normale, hu mane en legale manier dood kunt gaan. Misschien verlengt dat je leven al wel, die gerust stelling dat het duidelijk en mo gelijk is." „Die brief heb ik geschreven vooral voor de tegenstj van deze euthanasiew veel weerstand bij het( klein rechts. Een anft ik nog niet gekregen, H niet verwacht. De briej mijn verhaal, mijn en moet zelf zijn werk doi hem in ieder geval maj NICO HOFFER Zwangerschapsonderzoeken zijn gewoongoed. Wie een ern stig gehandicapt kind verwacht, krijgt als standaard-oplossing het voorstel voorgelegd de zwangerschap te laten onder breken. Karst en Janny Lovers- Vermeer uit het Gelderse Aspe- ren wezen dat scenario, om 'ethisch-sociale' redenen van de hand. Karst-junior werd sa men met zijn tweelingbroertje Thomas geboren. Thomas was in de moederschoot al gestor ven. Karst had een open rugge tje en is nu vier jaar. Hij kan niet lopen, is incontinent en dagelijks moeten zijn blaas en darmen gespoeld en geleegd worden.Maar hij gaat gewoon naar de basisschool in het dorp. Volgens zijn ouders ligt hun li chamelijk gehandicapte kind verstandelijk voor op zijn leef tijdsgenootjes ('We zeggen wel eens: je hebt het verstand van je broertje erbij gekregen'). Hij heeft een goede band met zijn vier zusjes. Janny en Karst Lo vers-senior, beiden 40, zeggen destijds niet anders gekund te hebben: „Het leven is geen keu ze die je zelf maakt. Elk kind is een geschenk. Stel dat we Karst hadden laten aborteren en een van onze dochters belandt door een ongeluk in een rolstoel. Wat zal die dan van ons den- De familie Lovers compleet. „Wij hopen Karst goed voor het leven te kunnen toerusten, hem vooral te laten zien wat hij wel kan. Want Karst is geen gehandicapt kind, maar een gewoon jochie met een handicap." FOTO CPD RAPHAËL DRENT ken?" Over hun ervaringen schreven de Lovers samen het boek 'Zondagskind, ons kind werd geboren meteen open rug'. De Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind liet het uitegeven. De tweeling was gewenst, maar niet gepland. Janny Lovers kampte met ernstige herniapro blemen en slikte, na de geboor te van drie dochters, de pil. Toch bleek zij bij een controle zestien weken zwanger van een tweeling. Bij een echo, twaalf weken later werd duidelijk dat één van de kindjes was overle den en dat de ander spina bifi da had, een aangeboren spleet in de ruggewervels. Omdat juist die plek voor de menselijke ze nuwbanen de hoofdverkeers ader is, lijdt de aandoening meestal tot ernstige, lichamelij ke handicaps. De Lovers wisten na de echo onmiddellijk de consequenties, zegt Karst-senior: „Wij hebben beiden in de zwakzinnigenzorg gewerkt en kenden de zwaarste scenario's, ook die van kas plantjes. Maar we hebben geen seconde aan abortus gedacht. Het waren de artsen die tot drie keer toe ons vertelden dat we, in deze omstandigheden, heus niet te laat waren om een einde aan de zwangerschap te ma ken." Dat ze hier niet op zijn ingegaan, heeft volgens Janny Lovers niet alleen te maken dat zij kerkelijk zijn: „We behoren beiden bij de gereformeerde kerk. Voor ons is een kind in derdaad een geschenk van God. Maar er speelde vooral ook ethisch-sociale beweegredenen mee. Van ons mag elk kind zichzelf zijn. Bovendien wilden wij dit kind graag. Wij waren Thomas al kwijt, dit kind wil den we houden." Na een zwangerschap vol angst en spanning, werd de tweeling met een keizersnee geboren- .Janny Lovers: „Sindsdien is ons leven nooit meer normaal geweest. Ons gezin staat nu in het teken van dokters, van fy siotherapeuten, van rolstoel en tal van technische aanpassin gen En onze dochters zijn door alle zorg om hun broertje soms ook te kort gedaan. Vooral de oudsten, nu 15 en 13, moesten snel volwassen worden." Het ongeplande scenario hield daarmee niet op. Een jaar later bleek Janny opnieuw zwanger. Na veel spanning werd hun vierde, gezonde dochter gebo ren. Vervolgens werd bij Janny borstkanker geconstateerd en moest amputatie worden toe gepast. Janny: „Dat was voor mij het dieptepunt. Ik heb zo gewanhoopt, ik voelde me ook zo schuldig. Moest ik dood gaan en Karst en de kinderen in de steek laten? Gelukkig is het anders verlopen." Karst-junior is een waterhoofd bespaard gebleven, maar hij zal nooit kunnen lopen. In verband met de vergroeiingen aan zijn bovenlichaam draagt hij nu een body-brace, een plastic verste viging. Later zal er nog een in grijpende operatie nodig zijn. „Hij zal ons later ongetwijfeld vragen waarom hij zo moet le ven, waarom we hem geboren hebben laten worden. Daar zijn wij niet bang voor. Wij hopen Karst goed voor het leven te kunnen toerusten, hem vooral te laten zien wat hij wel kan. Want Karst is geen gehandicapt kind, maar een gewoon jochie met een handicap." Een handicap die overigens wel huis- en vervoersaanpassingen vraagt en daar zijn de Lovers veel minder positief over: „De Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgorde min 1 letter. (B.v. Omschrijving "dierenverblijf". Antwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden "sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden.) Horizontaal: 1. Droge turfstof; 5. klipgeit: 7. alom; 8. groente; 9. zomermaand; 11. sollicitant; 14. ogenblik; 16. waswater; 17. advies; 18. grompot; 19. omslag; 20. tenen mand; 22. zeurkous; 25. rondrit; 27. sluitmiddel; 29. gauw verslijtend; 30. kleinste vinger; 31knol. Verticaal: 2. Zanggroep; 3. vloerbedekking; 4. deel v.h. jaar; 6. hemellichaam; 8. deel; 9. tijdseenheid; 10. kanaal; 12. als; 13. horizon; 15. vrouw van Zeus; 16. berggeel; 19. makker; 21. mooi; 22. bron; 23. zeeaster; 24. strijdmacht; 26. kus; 28. legerleiding. HET WEER overheid zou juist vooL, kind als Karst de bureL sche regels moeten latj en geld beschikbaar m stellen voor zaken diei zijn. Daarin zijn we erf f, gesteld. We moeten Ka boven dragen, je moet| jaar wachten op nieuvLg stoelbanden en we woL^ zijn zevenen in zo'n kJLj dat het voor een kind iU rolstoel meer een kwe;jeL overleven is." L» Janny en Karst Lovers hun ervaringen opgesL Ze deden dat vooral ofer zich later tegenover K|uy hun andere kinderen lU verantwoorden voor lij§ Janny Lovers: „Ik hadL| nooit kunnen bedenk^ al gauw bleek dat andjL sen met een gehandicL^ steun in ons verhaal \vg| En daarom dit boek. sUj voor ons en andere zoLj| kinderen." tori; HELMA VAN DEN BERG Ejg »St VNI Zondagskind, 'Ons kind vfscl ren met een open rug', Jai Vermeer, Karst Lovers (sr. 1 Kok, Kampen, ISBN 90 43! prijs: 15,90 gulden. Qjj. Hoepage Karts Lovers junk http: //nome.hetnet.nl/ wf isn ver Oplossing van zaterdag: HORIZONTAAL: 1Slagman; 7. hoes; 8. erom; 10. emt; 12. oei; 13. hoofs; 16. Agen; 18. rara; 20. era; 21. emir; 23. arts; 26. Maria; 28. ama; 30. dna; 32. noga; 34. joop; 35. telgang. VERTICAAL: 1. Som; 2. lethe; 3. as; 4. me; 5. Arosa; 6. Noe; 7. hela; 9. mika; 11. zo; 14. onera; 15. fraai; 17. gym; 19. rit; 21. elan; 22. image; 24. radon; 25. snap; 27. ra; 29. mot; 31. nog; 33. al; 34. ja. Geen palmen met Pasen „Hangt met Kerstmis het ijs aan de twijgen, ge zult met Pasen palmen krijgen", is een spreuk die goed van toepassing was op de situatie in 1948-1949. Met kerst werd onder regie van een hogedrukgebied boven de Noordzee koude lucht aangevoerd. Op bei de dagen, 25 en 26 december 1948, vroor het licht tot matig en het weerbeeld ken merkte zich door zonneschijn. Met Pasen (17 en 18 april 1949) leek het wel hoogzomer. De zon scheen volop en de thermometers stegen tot boven de 25 gra den. In Maastricht werd zelfs een landelijk paasrecord van precies 30 graden gemeten. Ook op paaszaterdag in de zuidelijke re gio's zomers warm zodat drie 'vijfentwinti gers' op rij in de boeken konden worden geschreven. Dergelijk stuntwerk lijkt nu zo goed als uitgesloten. Hoewel het nog te vroeg is voor een gedetailleerde paasver- wachting lijken de thermometers zich eer der onder dan boven normaal te zullen op houden. Dat komt omdat het zich ten noordwesten van Spanje profilerende Azo- renhoog de scepter blijft zwaaien. Daar knoopt het hoog connecties aan met hoge- druk in de regio Groenland/IJsland (later naar het zuidoosten zwenkend) hetgeen boven het Noordzeegebied luchtaanvoer uit het noorden tot gevolg heeft. Dezer dagen wordt het weerbeeld bepaald door een depressie die zich over Schotland naar het zuidoosten verplaatst. De ver wachting is, dat de kern van het systeem Mi lm n fS zich morgenmiddag boven de Duirh bevindt. per De depressie veroorzaakt morgenfe Ju van onweer vergezeld kunnen gaam wind waait uit het westen en is m^rh tig, morgenavond wordt een naaifcer west tot noord ruimende wind veis Het afgelopen weekeinde vielen éf w terdag enkele buien. In HoofddoijSn millimeter afgetapt. Toch kwam (feei geregeld tevoorschijn. Gistemachr W flinke opklaringen, overdag raakttj Ju wolkt en werd met een noordwesjm vrij koude lucht aangevoerd. De i»rh, temperatuur bleef onder de 10 gr%er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 16