ZATERDAGS BIJVOEGSEL yj Oud Moluks ideaal weer tot leven gewekt ZATERDAG 16 SEPTEMBER 2000 sch Dagblad Demonstratie van Molukkers in Eindhoven. FOTO O PD PHIL NIJ HUIS Nederland sloeg de schrik om het hart. Twee Molukse jongeren keken recht in de camera en dreigden met doden en gewonden als Nederland het bloedvergieten op de Molukken niet doet stoppen. De link met de treinkapingen en gijzelingen uit de jaren zeventig was snel gelegd. De derde generatie Molukkers laat van zich horen. k wil best naar de Molukken. Om te I vechten", zegt Alexis Pattiasina. De .A. 20-jarige krijgt bijval van de andere jongeren die deze avond bijeen zijn in het Mo lukse wijkcentrum Maluku Tabakar in Capelle aan den IJssel. „Het probleem is alleen dat je moeilijk wapens het land in krijgt, en daar kun je niet zonder. In Nederland zou ik geen geweld gebruiken, maar ik sta wel achter de Vrije Mo lukse Jongeren. Ik kan hen goed begrijpen en ik zal ze altijd blijven steunen. Wat ze ook doen. We blijven Molukkers onder elkaar." De derde generatie Molukkers in Nederland heeft de puberteit achter zich en is opgestaan om de strijd voor een vrij Molukken voort te zetten. Met talloze demonstraties, stille tochten, handtekeningenacties en korte, vreedzame be zettingen lukte het niet om de aandacht te trek ken. Tot twee weken geleden, toen George Ma- katita en Paul Patti in vol ornaat verschenen voor elke cameraploeg die maar wilde. Zonder blikken of blozen dreigden de woordvoerders van de Vrije Molukse Jongeren met doden en gewonden als de Nederlandse regering niets zou doen om het bloedvergieten op de Moluk ken te stoppen. Nederland sloeg de schrik om het hart. „Nee, er is geen nieuwe generatie treinkapers opgestaan", zegt Henk Smeets van het Moluks Historisch Museum in Utrecht. Hij is al 23 jaar in dienst van de Molukkers. Smeets groeide op in Vught en kwam al jong in aanraking met Mo lukkers. Later schreef hij als historicus een boek over de geschiedenis van kamp Lunetten in Vught. „De Vrije Molukse Jongeren zijn een beetje 'overvallen door de enorme media-aandacht die ze hebben gekregen. Ze hebben waarschijnlijk nooit goed nagedacht over de gevolgen van hun uitspraken. Het geeft wel aan hoe machteloos de derde generatie zich voelt. Ze zien thuis hoe hun ouders en grootouders dagelijks lijden on der de verschrikkelijke berichten vanuit de Mo lukken. Velen zijn familie en vrienden kwijtge raakt tijdens de slachtpartijen tussen moslims, christenen en migranten. Groepen jongeren van de derde generatie willen iets doen." Teleurstelitng Nederland telt ongeveer 45.000 Molukkers. Nog maar een klein deel is van de eerste generaüe die in 1950 voet aan wal zette in Nederland. De militairen van het Koninklijk Nederlands-In-, disch Leger (KNIL) en hun gezinnen waren knel komen te zitten op Java in het inmiddels onaf hankelijke Indonesië. Met een omweg via Ne derland zouden ze weer teruggaan naar de Mo lukken. Maar daar kwam nooit meer wat van. Eenmaal in Nederland kregen ze hun ontslag als militair en werden ze opgevangen in woon oorden, waaronder de voormalige concentratie kampen Westerbork en Vught. In Nederlands- Indië waren ze trouw geweest aan een land dat ze niet kenden. In Nederland voelden ze zich als oud vuil aan de kant gezet. Ongeveer veertig procent van de Molukkers in Nederland woont nu nog in een Molukse wijk. Molukkers van de tweede en derde gene ratie zijn relaties met niet-Molukkers aange gaan. Zeker voor de derde generatie ligt hun toekomst in Nederland. Ze zijn hier geboren, hebben hier hun opleiding gehad en ze beseffen dat ze de Molukken ontgroeid zijn. Tegelijker tijd lijkt de band van deze generatie met hun af komst sterker dan ooit. Ze gingen er massaal op vakantie. Ze zoeken familieleden op en ze wil len alles weten van de geschiedenis van hun volk. „Vaak zie je dat een tweede generatie wil ver geten en een derde weer wil herinneren", zegt historicus Esther Captain, die op de Universiteit Utrecht onderzoek doet naar de derde generatie Indische mensen. „Dat gegeven geldt zeker ook voor de Molukkers, maar zij hebben nog een aantal andere kenmerken die hen door alle ge neraties heen sterk heeft verbonden met elkaar en met het verleden. Ze kwamen hier als één groep aan in 1951, ze verwachtten dat Nederland hen een onafhanke lijk Molukken zou bezorgen, ze woonden sa men in de kampen en later in de Molukse wij ken, ze hadden meer last van discriminatie dan andere groepen, en de tweede generatie is op gevoed met een militaristische inslag: Moluk kers lieten zich niet op de kop zitten, die sloe gen terug. En vandaag de dag bestaat er nog steeds een regering in ballingschap. Dat zijn al lemaal eigenschappen van de Molukse gemeen schap die de vlam brandend houdt." Verplichting Edson Apana (22) is in Nederland geboren en werkt als inkoper. „Ik ben opgegroeid met de verhalen van mijn opa en oma. Maar toen ik op de havo zat ben ik die verhalen in geen enkel geschiedenisboek tegengekomen. Ik ben met mijn opa een keer naar de universiteit van Lei den geweest en daar vonden we wel informatie over de geschiedenis van de Molukkers. Elk jaar hield ik een spreekbeurt over de Molukken. Sommigen werden daar gek van, maar ik wil de geschiedenis van de Molukken vertellen, want Nederland lijkt die te vergeten. Wij zijn geen zeurpieten of aanstellers; wij hebben oprechte gevoelens als wij zeggen dat Nederland ver plicht is ons nu te helpen om de oorlog op de Molukken te stoppen." Alexis Pattiasina herkent de gevoelens van zijn leeftijdgenoot: „Ik zag op school in een les boek dat wij gemakshalve onder het kopje al lochtonen en gastarbeiders werden genoemd, samen met Marokkanen en Turken. Ongeloof lijk! Er is niets mis met Turken en Marokkanen, maar mijn grootouders hebben voor de drie kleur gevochten en zijn daarna als stank voor dank in de kou gezet. Het is echt niet voor niks dat wij de Nederlandse regering vragen om druk uit te oefenen op Indonesië om de burgeroorlog te stoppen. Nederland heeft nog wat goed te maken." De vergelijkingen die nu worden gemaakt met de treinkapingen en de gijzelingen van de jaren zeventig vindt Henk Smeets onzinnig. „De beweegredenen van de derde generatie hebben weinig te maken met de motieven van de toenmalige treinkapers, de tweede generatie. De RMS-regering had een nederlaag geleden te gen Indonesië. De Molukkers vonden dat Ne derland te weinig had geholpen. Ook was er kri tiek op het slappe optreden van de RMS-lei- ders." Na de jaren zeventig kwam de Molukse kwes tie in rustiger vaarwater. „De regering had ba nen gecreëerd voor de Molukkers en er kwam een Moluks Historisch Museum. Ook kwam er onder Lubbers een excuus van de Nederlandse regering. Maar heel belangrijk was ook een ver anderende houding binnen de Molukse ge meenschap zelf. De Molukkers waren geschokt door de kapingen en zagen dat het fout ging. Ze wilden zich meer gaan richten op de toekomst van hun kinderen in Nederland." De aandacht die de derde generatie juist nu zo nadrukkelijk opeist, is volgens Smeets het di recte gevolg van de burgeroorlog die sinds vorig jaar op de Molukken woedt. „Tot 1999 was alles betrekkelijk rustig. De Molukse gemeenschap stuurde geld en goederen naar familie en vrien den op de Molukken, omdat ze daar nu een maal minder te besteden hebben. Het RMS-ide- aal van een onafhankelijke Molukse staat was naar de achtergrond verdwenen. De opvoeding van de derde generatie was ook niet meer zo doordrenkt met het Molukse verleden. Het begin van de burgeroorlog heeft het oude ideaal weer tot leven gewekt. Veel Molukse jon geren zijn in de jaren negentig op de Molukken geweest. Hebben daar de dorpen van hun ou ders en grootouders gezien. Hebben familie en vrienden ontmoet. En nu gaat in Nederland al anderhalfjaar de telefoon dat diezelfde mensen om het leven zijn gekomen. Dat heeft hen weer op de barricaden gebracht. Met de dreigemen ten van de Vrije Molukse Jongeren als voorlopig hoogtepunt. Of dieptepunt, wat je wilt." Het Openbaar Ministerie stelde direct na de dreigementen dat de twee Molukse jongeren zich niet schuldig hadden gemaakt aan een strafbaar feit en dus niet vervolgd zouden wor den. Ook de regering leek niet onder de indruk. Premier Kok zei vorige week, vlak voor een op treden op de Millenniumtop van de VN Veilig heidsraad in New York, dat hij niet gevoelig was voor de dreigementen. Toch kon niemand zich na afloop van zijn betoog aan de indruk ont trekken dat Kok wel degelijk was gezwicht. De top stond in het teken van Afrika: toch vroeg Kok aan het eind van zijn rede haast terloops aandacht voor de situatie op de Molukken. Ruim een dag later werden de George Makati- ta en Paul Patti in Breda en Zwolle van hun bed gelicht, verdacht van staatsterreur. Het OM haalde het nog nooit toegepaste wetsartikel 95a onder het stof vandaan, dat volgens rechtsge leerden ooit bedoeld was als juridische munitie bij een eventuele staatsgreep. Nu is het gebruikt om twee Molukse jongeren aan te houden, die op uiterst amateuristische wijze de wereld heb ben verkondigd dat ze aanslagen gaan plegen. Ton Latuhihin is gemeenteraadslid in Vught en oud-voorzitter van de kampraad van de Mo lukse wijk Lunetten. „Het is jammer dat dit zo de aandacht trekt. Deze jongeren zijn ongewild in een hoek gedreven en ze krijgen niet de kans om zonder gezichtsverlies terug te komen van hun dreigementen. Nadat Kok de Molukken had genoemd in New York, noemde Makatita dat vanuit zijn cel een zoethoudertje, maar zei tegelijkertijd dat hij wilde overleggen met zijn achterban. Daar is door alles en iedereen over heen gewalst, terwijl die jongen een opening gaf om de druk van de ketel te halen." Bevestiging Latuhihin betreurt zowel de dreigementen als het verkrampte optreden van de regering. „Het cliché van de treinkapers is weer eens beves tigd." Hij laat een knipsel zien, een cartoon van tekenaar Tom waarin twee Molukkers op een perron staan te kijken naar een stilstaande trein. Op de rug van hun jassen staat 'Vrije Molukse Jongeren'. Ze hebben allebei een machinege weer in de hand en de één zegt tegen de ander: 'We hoeven in ieder geval niet te staan in de trein'. „Ik kan er best de humor van inzien, maar ik vrees dat dit het beeld is dat Nederland nog steeds heeft van Molukkers", zegt Latuhi hin. „Daar baal ik van, want het had niet gehoe ven." Volgens hem doet de regering wat zij kan, maar slaagt ze er niet in dat duidelijk te maken aan de jongeren. „Stille diplomatie is nou een maal minder spectaculair dan wapengekletter. Maar Nederland kan niet veel méér doen. Ze geven ook genoeg geld voor humanitaire hulp. Meer geld heeft geen zin, want de spullen ko men toch niet op de plaats van bestemming. Ik ben heel blij dat de regering volgende week om de tafel gaat zitten met de Molukkers, en ik hoop dat ze ook de jongeren ervan kunnen overtuigen dat Nederland er alles aan doet. Laat dat de les zijn van de dreigementen. De regering moet altijd in gesprek blijven met de Molukkers en zeker met de jongeren." De jongens van Maluku Tabakar in Capelle aan de IJssel hebben complete dienstroosters in elkaar gedraaid om op de hoogte te blijven van de situatie op de Molukken. „We hebben hier Internet en een telefoon en elke dag zitten hier jongeren om het laatste nieuws uit de Moluk ken te verzamelen", zegt Edson. „Daar word je niet vrolijk van. Op de Molukken hebben zeker honderdduizend mensen hun huis moeten ver laten omdat ze hun leven niet zeker waren. Sommige eilanden zijn al 'gezuiverd' van chris tenen. En er zijn al vele duizenden doden geval len. Ook in onze wijk hier hebben veel Moluk kers al naasten verloren." Alexis valt hem in de rede: „Bij een aardbeving in Turkije of oorlog in Kosovo verschijnt er binnen een dag een giro nummer op televisie. Dat had voor de Moluk ken natuurlijk ook allang moeten gebeuren." ACHILLE PRICK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 41