INGEN
'VOORBIJGAAN
Klompende Partijgenoot en een gulden van chocola
Leiden Regio
STADSGEZICHT
dag 16 september 2000
-/ /erk werd op 5 augustus 1930
en in het Academisch
ihuis. Zijn vader, die bij de
jgde Touwfbrieken werkte,
oeder woonden in de
rsteeg. Daar bracht Bart ook de
jaren van zijn jeugd door. Door
inomische crisis en de oorlog
was dat geen gemakkelijke jeugd.
Maar juist die omstandigheden
vormden de kiem voor zijn latere
politieke activiteiten voor de PvdA en
zijn activiteiten voor de vakbond van
grafici. Daarover vertelt Bart Werk in
deze aflevering van De dingen die
voorbijgaan.
Leidenaars blikken
terug op hun verleden
111 rader was van beroep
maker. Maar daar viel in
niet zoveel in te verdie -
kwam bij de Verenigde
irieken in Leiderdorp
als spinner. Later werk-
0 iar in de staalfabriek en
[iet hennepmagazijn. De
die met schepen werd
;t oerd, werd gelost aan de
en verder getranspor-
0 aar de loodsen. Daar
de wevers het dan op-
Jiteindelijk heeft hij zich
erenigde Touwfabrieken
irkt tot magazijnbeheer-
heeft er 50 jaar gewerkt,
zijn 65ste jaar toe. Dat
er niet veel zeggen, dat
heel zelden. Ik heb het
aar volgehouden. Maar
lijn vader ging ook al op
zijn dertiende aan het werk.
Mijn vader had daar ook een
volkstuintje. Achter de fabriek
aan de Zijldijk lagen eerst de
voetbalvelden van VTL, voor de
oorlog. Verenigde Touwfabrie
ken Leiderdorp, hè. De velden
waren ook van de fabriek. In de
oorlogsjaren hebben ze er
volkstuintjes van gemaakt voor
de werknemers van de fabriek.
Werknemers ja, dat vind ik toch
een mooier woord dan arbei
ders. Nadeel was wel dat er 's
zondags, op de vrije dag, geen
mensen op de volkstuintjes
mochten. De fabriek was dan
gesloten. En Leiderdorp was in
die tijd heel christelijk. Voor
deel was weer dat mijn vader
direct uit zijn werk bij wijze van
spreken meteen in zijn volks-
rk: „Belangrijk werk hoor, wat de bond doet. Hard nodig."
foto hielco kuipers
tuin stond. Hij is ook secretaris
geweest van de volkstuinvereni
ging. Het was toch al een actie
ve fabriek. Zo was er ook een
visvereniging waar een heleboel
mensen lid van waren. Een
schaakvereniging was er ook.
En een toneelgroepje. Al die
verenigingen kregen volop me
dewerking van de directie. Daar
vroegen ze ook subsidie aan.
Dan kregen ze een kleine bij
drage.
Soms waS mijn vader wel eens
werkloos, als de fabriek even
geen opdracht had. Het kon ge
beuren dat hij 's maandags zijn
ontslag kreeg en vrijdag hoorde
dat hij weer even kon blijven.
Een moeilijke tijd was het. Een
onzeker bestaan. Zo ging dat in
de jaren dertig, de crisisjaren.
Wat ook zo naar was: als je va
der werkloos was, kreeg je als
kind wat kleding- van de ge
meente of van een of andere in
stelling, dat weet ik niet meer
precies. Een manchester broek,
een ruiten kiel, zwarte kousen.
En klompen, het meest goedko
pe schoeisel. Iedereen kon dus
zien dat je vader werkloos was.
En van anderen zag je het ook:
Diez'n vader heeft geen werk.
Nog zoiets: Wezen hadden ook
aparte kleding. Dat heeft me al
tijd geïrriteerd. Want door die
kleding kregen mensen een
stempeltje opgedrukt. Ze zagen
er anders uit dan anderen. Zo
waren ze te onderscheiden van
de rest. Ze werden in een hokje
geduwd.
De crisisjaren en de oorlog
brachten natuurlijk spanning
met zich mee, maar mijn ou
ders zijn altijd goed voor ons
geweest. Maar ze waren wel
streng, we werden christelijk
opgevoed. Toen mijn vader
werd begraven heb ik in een
toespraak nog eens benadrukt
dat hij altijd goed voor het ge
zin had gezorgd. Ik ben er ook
goed uitgekomen, uit die moei
lijke jaren. Ik heb de zes klassen
van de lagere school doorlopen.
Daarna ging ik naar de VGLO-
school, het Voortgezet Lager
Onderwijs. Dat was de zevende
en achtste klas. Ingevoerd door
de bezetter, geloof ik. De school
liep in april af. De oorlog liep
op zijn eind. Omdat elke gulden
die werd binnengebracht wel
kom was voor het gezin, ben ik
meteen gaan werken.
Mijn ouders woonden toen bo
ven een bakkerij in de Nieuwe-
brugsteeg, bij de Hogewoerd. Ik
zat als kind veel in die bakkerij.
En ik zei altijd tegen die bakker
dat ik later bakker wilde wor
den. Toen zei de bakker: Ja
maar Bart je, een bakker is een
stakker, want die wordt altijd
vroeg wakker. Dat vergeet ik
nooit meer. Uiteindelijk ben ik
ook nooit bakker geworden. Ik
kwam eerst terecht op een tuin
derij. Daar heb ik een paar
maanden gewerkt. Tuinderij
Die Leythe op de Hoge Rijndijk,
waar nu Park Die Leythe zit. En
nu is ook het Leiden, vroeger
was het nog Leiderdorp. Ik liep
naar de tuinderij, want ik had
nog geen fiets. Daar heb ik een
paar maanden gewerkt. Meestal
maakte ik daar slingers voor de
bevrijdingsfeesten. Van ligus-
tertakken en zo, met bloemen
ertussen. Zo verdiende ik vier
gulden per week.
Niet lang daarna ben ik in het
grafisch bedrijf terechtgeko
men. Als boekbinder. Een
vriend van mijn vader had een
boekbinderij en had nog leer
lingen nodig. Of het iets voor
mij was, had hij aan mijn vader
gevraagd. Het was zo geregeld.
Boekbinderij Jansen op de Ou
de Rijn, ter hoogte van de Kaas
markt. Er zaten toen veel grafi
sche bedrijfjes in de buurt,
hoor. Brill bijvoorbeeld. En
Eduard IJdo. Bij Jansen heb ik
in elk geval mijn opleiding ge
noten. Een opleiding van vier
jaar. Ik heb er ook de grafische
school doorlopen. In het kader
van de leeroverkomst ging ik op
zaterdag naar de Ambachts
school. Theorie, tekenen, en
ook Nederlandse taal. Van twee
tot zes was dat. Daarbij moet je
niet vergeten dat ik op zater
dagochtend nog gewoon moest
werken in de boekbinderij.
Maar ik had in elk geval nog het
geluk dat die regeling, de
leerovereenkomst nog tijdens
mijn leerperiode werd veran
derd. Ik hoefde toen niet meer
op zaterdagmiddag naar
school. De nieuwe regeling
hield in, dat een leerling op een
doordeweekse dag naar school
moest. Met behoud van loon.
De arbeidsomstandigheden van
toen waren niet hétzelfde als
nu. Een werkweek telde toen
nog 48 uur. Maar toen was men
wel veel amicaler, ging men
prettiger met elkaar om. Ook al
was het een groot bedrijf. Er
werkten toen wel zeventig men
sen bij Jansen. Ontzettend veel
handwerk. Het vouwen van de
vellen, het aan elkaar naaien
van de vellen...Wij werkten in
elk geval veel voor uitgeverij
Gottmer in Haarlem. Die gaf
veel series uit, dus dat was al
behoorlijk wat werk.
Door de crisis en de oorlog was
ik anders tegen de maatschap
pij gaan aanldjken. Die kleding
voor de kinderen van een werk
loze vader. Die vernedering. En
dan het geloof: het kan toch
niet de bedoeling zijn dat men
sen elkaar doodschieten? Daar
om wilde ik ook geen lid wor
den van een christelijke bond
toen ik het grafische bedrijf in-
Hier sleet Bart Werk zijn eerste jeugdjaren, in de Bakkersteeg, links beneden op de foto.
stapte. Ik werd meteen lid van
de ANGB, de Algemene Neder
landse Grafische Bond. Na een
tijdje ben ik ook een avondstu
die gaan volgen bij het NW, het
Nederlandse Vak Verbond. Een
soort scholingscursus. Staatsin
richting, economie, dat soort
zaken. Zo ontstond langzamer
hand mijn belangstelling voor
de politiek.
Ik heb bij Jansen in de onder
nemingsraad gezeten. Dat was
ook anders dan nu hoor. De
ondernemingsraad had nog
veel minder bevoegdheden. De
directeur was nog gewoon
voorzitter. Ja, dan praatte je
over de werksituatie, over
loonsverhogingen, kortere
werktijden. En over het schoon
houden van het bedrijf. Want
op een gegeven moment wer
den de vellen niet meer aan el
kaar genaaid, maar gelijmd. Het
papier werd dan eerst aan de
rug afgesneden en ruw ge
freesd. Dat plakte beter, maar
dat betekende wel dat er veel
stof vrijkwam. Dan stonden de
mensen met kapjes voor de
mond te werken.
Dat ik er na twintig jaar weg
ging had te maken met een
oom van mijn vrouw. Hij had al
een paar keer gevraagd of ik bij
hem wilde werken op de druk
kerij. Werner Drukkers aan de
Papeweg in Wassenaar. Daar
heb ik de laatste 25 jaar ge
werkt. Mijn ontslag bij Jansen
verliep niet zo vlot, want men
wilde me niet kwijt. Ik kreeg
zelfs nog het aanbod om voor
man te worden. Maar daar ben
ik niet op ingegaan. Als ik geen
ontslag had genomen, was me
die functie nooit aangeboden,
zo redeneerde ik. Dus ik heb
doorgezet.
Binnen de ANGB was ik toen al
heel actief. De ANGB werd op
een gegeven moment Druk en
Papier en daar ben ik nog pen
ningmeester van geweest. Nu
ben ik nog penningmeester van
FNV-KIEM, Kunst Informatie
En Media. Ja, zo heet die bond
nu. Belangrijk werk hoor, wat
de bond doet. Het strijden voor
een goede cao. Voor loonsver
hoging, voor meer vrijetijd.
Voor het verbeteren van de ar
beidsvoorzieningen. Hard no-
dig.
En niet alleen wat de bond
doet. In '54, '55 werd ik lid van
de PvdA. Een logische stap, de
PvdA lag natuurlijk een beetje
in het verlengde van het NW.
Ik werd ook gelijk actief, ik wil
de niet als een papieren lid
ronddwalen. Ja, ik vind dat je
wat moet doen als je ergens lid
van wordt. Ik begon met het
ophalen van de contributie in
de wijk, de acceptgiro bestond
nog niet. Ik woonde toen in de
Stadhouderslaan. Wel leuk
hoor, want mijn vader had
vroeger met zijn ouders in de
Leliestraat gewoond. Kwam ik
bij mensen thuis die mijn vader
daar nog van kenden. Het kost
te dus nogal wat tijd om de
contributie op te halen. Die
contributie werd betaald naar
inkomen. Gepensioneerden en
werklozen betaalden zes cent
per week. Anderen bijvoorbeeld
elf, achttien, of achtentwintig
cent per week. Dat soort bedra
gen. Ik herinner me nog dat ik
's winters een keer de contribu
tie op kwam halen, de tijd van
de schemerige gangen, zo rond
Sinterklaas. Kom ik thuis, denk
ik: wat plakt mijn portemonnee
toch. Bleek dat iemand mij zo'n
chocolade gulden had gegeven.
Wie dat heeft gedaan, daar ben
foto gemeentearchief
ik nooit achtergekomen. Maar
achteraf kan ik er wel om la
chen.
In die tijd legde ik ook huisbe
zoeken af voor de PvdA. Praten
over de partij. Leden werven.
Ja, eigenlijk wat de Jehova's nu
doen.
Later werd ik bestuurslid van de
afdeling Zuid in Leiden. Op het
laatst secretaris. Toen ik in de
Piet Heinstraat kwam te wonen,
werd ik ingedeeld in West. Daar
werd ik gelijk gekozen als secre
taris/penningmeester. Toen het
bestuur van de afdeling Leiden.
Tot dit jaar mei. Ongeveer der
tigjaar. En ik heb de hele tijd
het ledenblad verzorgd, De Par
tijgenoot. En dat blad verzorg ik
nog steeds. Die ziet er nog altijd
pico bello uit. Maar met mijn
grafische achtergrond mag dat
ook wel."
HERMAN JOUSTRA
FOTO HIELCO KUIPERS
Leidsch Dagblad ARCHIEVEN
SASSENHEIM - De Oranjefeesten van Sassenheim gingen van start met een klaverjaswedstrijd, die tot
één uur 's nachts duurde. Gisteren was er een dagvullend programma, 's Morgens waren op alle kleuter
scholen festiviteiten voor de allerkleinsten georganiseerd, 's middags vond de viswedstrijd voor 65-plus-
sers plaats. De festiviteiten werden besloten met een lampionoptocht die om acht uur vanaf de Molen
straat van start ging. foto archief leidsch dagblad
ANNO 1975
Dinsdag 16 september
DEN HAAG - Het kabinet-Den Uyl heeft vandaag in
miljoenennota en Troonrede aangekondigd de snelle
stijging van de overheidsuitgaven te willen afrem
men. Daar dwingt de inkrimpende groei van de na
tionale economie toe. Maar het kabinet wil ook meer
ruimte geven aan bedrijfsleven en burgers
Het uitgestippelde beleid is te vergelijken met
pompend remmen: het kabinet is bang in een slip te
geraken en de macht over het financiële stuur te ver
liezen. De overheidsuitgaven voor Defensie, Volks
huisvesting, Verkeer en Waterstaat en Onderwijs en
Wetenschappen worden gesnoeid. Maar de uitgaven
voor Ontwikkelingssamenwerking en Cultuur, Recre
atie en Maatschappelijk Werk gaan omhoog. De
rijksuitgaven schieten volgend jaar door tot 78 mil
jard gulden. Er zal een financieringstekort van 14,5
miljard gulden ontstaan. Het kabinet heeft een be
zuinigingsprogramma ingezet, dat eind 1978 moet
zijn opgelopen tot 3,5 miljard gulden. Voor volgend
jaar is 1,4 miljard gesnoeid. De politiek van 'pom
pend remmen' vindt het kabinet noodzakelijk om te
gelijkertijd de hoge werkloosheid en de forse geld
ontwaarding te bestrijden.
VOORSCHOTEN - Het Voorschotense jeugd- en jon
gerencentrum 'De Lindehoeve' heeft financiële te
korten, die niet gedekt worden door uitgaven en de
gemeente Voorschpten eist een onafhankelijk ac
countantsonderzoek. In het dorp Voorschoten gonst
het van de geruchten. Het college van burgemeester
en wethouders heeft tijdens het afgelopen weekein
de langdurig vergaderd met het Stichtingsbestuur en
de brouwerij, die het jongerencentrum voorziet van
drank heeft de leveranties opgeschort, waardoor het
twee jaar oude centrum met sluiting bedreigd wordt
en het zeer kwetsbare jongerencentrum met grote
aantrekkingskracht op de jeugd uit de wijde omge
ving in een zeer ernstige voortbestaans-crisis is ge
wikkeld.
ANNO 1900
Maandag 17 September
LEIDEN - Weldra zal een begin worden gemaakt met
de stichting van het gebouw in het Van-der-Werf-
park, waarheen alle op spiritus bewaarde voorwer
pen van het Museum van Natuurlijke Historie zullen
worden overgebracht, en andere voorwerpen van we
tenschappelijke waarde een veilige plaats zullen vin
den.
GEMENGD NfEUWS - Het aantal sollicitanten naar
de betrekking van bode-concierge van Rijnland al
hier, is thans gestegen tot ....503.
Aan de betrekking is verbonden een jaarwedde
van 600, benevens vrije woning, enz.
- Hier ter stede zijn thans ook aan sommige straten
of stegen bordjes aangebracht met het woord 'rechts
houden'.
- Te Ter-Aar bij Alfen aan den Rijn, zal men ook een
Christelijke school krijgen. Na lang wachtens en
overleggens is men zoover gekomen, dat een school
gebouw met onderwijzerswoning werd aanbesteed
en nu zijn beide bijna gereed. Met 1 October hoopt
men de school te openen. Reeds zijn ongeveer een
60-tal leerlingen ingeschreven.
overschrijvingskaart) Ier waarde van vijf gulden (voor een exemplaar vai
Dagblad, I.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 51, 2300 AB lelden of door c
Dagblad aan de Rooseveltstraat 82. U ontvangt de foto biru
n ingevulde cheque (geen
1 wit) op Ie sturen naar het leidsch
staling aan de balie van het Leidsch