ïi Persoonlijkheid vol paradoxen en tegenstrijdighede] Dromer verdient miljarden met internet ZATERDAG 8 APR Michel van der Plas schrijft biografie van Anton van Duinkerken De laa tste vijftien jaar schreef Michel van der Plas drie vuistdikke biografieën. In 1990 verscheen zijn boek over de Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle, in 1995 portretteerde hij de katholieke emancipator J.A. Alberdingk Thijm en gisteren verscheen een 642 pagina dikke biografie van de journalist en hoogleraar Anton van Duinkerken (pseudoniem van W.J.M.A. Asselbergs). Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek', is de titel van het werk. 'Zijn rots', zegt Van der Plas, 'was de eenvoud van het roomse geloof uit Brabant'. Het is niet toevallig dat Michel van der Plas de levens van drie vooraanstaande katho lieken heeft beschreven. ,,Het zijn alle drie mensen die ik hoog heb en die uit een ge meenschap voortkomen die mij na lag. Ik heb ook wel eens overwogen om een bio grafie te schrijven over Jacob van Lennep of Nicolaas Beets, maar dan moet je je hele maal inwerken in de protestantse geloofs wereld en voor Van Lennep zou je ook de wereld van de loge binnen moeten gaan. Maar voorop stond dat ze mij boeiden van uit mijn eigen traditie. Ik ontdekte ook dat ik veel meer met ze gemeen had dan ik het wist. Het waren alle drie schrijvers die ook als gedreven journalist in het volle leven stonden. Jk deelde met twee van hen het seminarieverleden en met alle drie het dichterschap. Wat mij ook in hen trof als gemeenschappelijk punt was het dienende, voorlichtende schrijverschap: het schrijven namens en voor een gemeenschap: als journalist heb ik dat ook steeds gedaan. Er is ook het element van zelfstudie, dat heel sterk was bij Thijm en bij Van Duinker ken." Een inspirerend gezamenlijk punt was ook dat alle drie de auteurs in fases van hun leven grote moeilijkheden hadden met de katholieke clerus. ,,Het waren zelfstan dige geesten. Gezelle heeft zich het meest onderworpen aan het gezag van de bis schoppen, maar ook hij hield een bepaalde onafhankelijkheid." Vanuit deze tijd terugkijkend op de ma nier waarop de rooms-katholieke overheid omging met zijn intellectuelen en hen dwarszat en aan banden legde, is moeilijk te begrijpen hoe die zich telkens weer on derwierpen aan de beknottende maatrege len. Het meest geldt dat voor Thijm, die schandelijk behandeld werd door de bis schoppen. Maar ook Anton van Duinker ken had heel wat met de geestelijkheid te stellen. Toen hij in 1936 samen met anders denkenden als Menno ter Braak lid werd van het anti-fascistische Comité van Waakzaamheid, ging hij er op last van kar dinaal De Jong uit. En zonder gemurmel. Na de oorlog was hij bereid zijn lidmaat schap van de PvdA op te zeggen omdat dit een beletsel was voor zijn benoeming als hoogleraar in Nijmegen. Van der Plas: „Bij Van Duinkerken ge beurt er iets merkwaardigs, als kardinaal Alfrink aanwezig is bij de viering van zijn zestigste verjaardag. Alfrink spreekt hem toe en spreekt weliswaar geen mea culpa uit, maar hij spreekt toch verzoenende, enigszins excuserende woorden." Dat was overigens wel op een moment dat Van Duinkerken al een leeuw zonder tanden geworden was. Van der Plas: „Hij is altijd gezagsgetrouw geweest. Hij heeft zich in die jaren volkomen afzijdig gehouden van de discussie over het Tweede Vaticaanse Concilie. Veel katholieken misten zijn stem. De Gelderlander schreef: 'Waar blijft de grote Toon?' Hij is maar een jaar verwijderd geweest van het priesterschap. Misschien is de indoctrinatie zo sterk geweest dat hij daar niet meer los van kwam." Een pikant gegeven is dat van de drie grote biografieën dit de eerste is waarvan Michel van der Plas het onderwerp zelf goed ge kend heeft. Voorjaar 1944 ontmoette hij de reus Van Duinkerken bijna, toen de alom tegenwoordige redenaar een lezing hield voor de vijfde klas van het seminarie waar op van der Plas toen zat. Hij liet via een le raar Nederlands nog een navolging afleve ren van Van Duinkerkens beroemde balla de tegen de NSB-leider Mussert (aan de stokregel, 'Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek', ontleende Van der Plas de titel van zijn biografie). De eerste echte ont moeting was waarschijnlijk in 1947, toen de jonge dichter Van der Plas zich bij de ge- Michel van der Plas: „Van Duinkerken was niet iemand die op een troon zat. Hij was har telijk, irenisch, oecumenisch ook avant la let- tre. Hij vond dat een mens vergevingsgezind moest zijn." foto archief'united photos de boer vierde journalist aandiende. Van Duinkerken was in die tijd redacteur van De Tijd. In zijn Amsterdamse woning verenigde zich de fine fleur van het culture le leven. Het was eigenlijk een modern soort Muiderkring. Iedereen kwam er over de vloer, van Jacques Bloem tot Victor van Vriesland, van Albert van Dalsum tot Adri- aan Roland Holst. Michel van der Plas: „Het probleem bij het schrijven van dit boek was dat ik mezelf tegenkwam. Elke letter die ik hem heb geschreven kwam ik tegen in zijn archief, soms met weerzin. Ik haat de ik in de biografie: ik vind dat de ik in de biografie niet behoort voor te komen. Vandaar dat ik mijzelf in de derde persoon opvoer. Een voordeel van mijn vriendschap met Van Duinkerken is dat ik in het boek vele vignetten kon opnemen - beschrijvin gen van hoe hij zat te lezen in zijn studeer kamer of in zijn karakteristieke houding zat te schrijven of hoe hij zijn verjaardag vier de." Anton van Duinkerken was voor de jongere katholieke schrijvers na de oorlog iemand tegen wie ze opzagen. Hij leende hen een welwillend oor, maar vooral ook was hij ie mand die met schone handen uit de oorlog gekomen was. Vele katholieke auteurs slo ten zich vanaf de jaren dertig aan bij orga nisaties als Zwart Front en de NSB. Van Duinkerken bleef, als overtuigd democraat, steeds aan de goede kant staan en kreeg heel wat modder over zich heen. Met bijna onbegrijpelijke grootmoedigheid nam hij het na de oorlog op voor zijn foute colle ga's. Op één uitzondering na: de absoluut niet deugende Albert Kuyle, die zijn streken ook na de oorlog nog niet verloren had. Van der Plas: „Van Duinkerken was niet ie mand die op een troon zat. Hij was harte lijk, irenisch, oecumenisch ook avant la let- tre. Hij vond dat een mens vergevingsge zind moest zijn." Als van Duinkerken voor de keuze ge plaatst zou zijn tussen het geloof en het va derland, zou hij volgens Van der Plas altijd voor het geloof gekozen hebben. „Als men sen hem zeiden dat hij zich wat kritischer mocht opstellen tegenover het geloof, zei hij: 'Ik heb altijd gedacht dat ik niet beter moet willen geloven dan mijn móeder het deed'. Zijn rots was de eenvoud van het roomse geloof uit Brabant. Dat verbood hem te grote eigenzinnigheid. En zijn an dersdenkende vrienden respecteerden dat." Van Duinkerken rijst uit Van der Plas' Jim Clark: een ouderwetse uitvinder „Hij droomt, maar hij kan die dromen ook gestalte geven. Hij is nog het best te vergelijken met een kunstenaar.Zo typeert de Amerikaanse journalist Michael Lewis internet-ondernemer en - uitvinder Jim Clark over wie hij een boek schreef. 'Clark had zo'n geloof in zijn eigen ideeën, dat hij de minachting van branchegenoten voor lief nam. Hij is wat dat betreft eigenlijk een ouderwetse uitvinder: laat ze maar lachen, ze komen er nog wel achter. 1\\J at Nina Brink heeft gedaan met World YV Online zou in Amerika ondenkbaar zijn. Juist bij dit soort bedrijven is het essen tieel dat de mensen die er achter zitten, laten zien dat ze erin geloven." De Amerikaanse journalist Michael Lewis is in Nederland voor de Nederlandse publi catie van zijn boek 'The New New Thing,' (Het Nieuwste van het Nieuwste), een bio grafie van internet-ondernemer en -uitvin der Jim Clark, de man van Netscape. Maar de heisa rondom de beursintroductie van World Online is hem niet ontgaan. Boven dien heeft Microsoft net een flinke draai om de oren gehad van een Amerikaanse rechter wegens misbruik van zijn monopoliepositie, dus het gesprek gaat eerst over de actualiteit. Lewis: „Internetbedrijven maken nog steeds geen winst. Het enige dat hen aan trekkelijk maakt voor beleggers, is het geloof en het enthousiasme van de oprichters. Die moeten dus zelf grootaandeelhouder blijven als zo'n bedrijf naar de beurs gaat. Als Nina Brink écht de toekomst van haar gezin had willen veilig stellen, had ze juist aandelen moeten bijkopen Dat signaal zouden beleg gers heel anders hebben opgepakt! Jim Clark is nog nooit uit een eigen bedrijf gestapt." In zijn boek over Jim Clark komt ook gigant Microsoft vaak voor. Clark (geboren in 1944) ontwierp voor zijn eigen bedrijf Netscape de eerste goede internet-browser, het software programma dat mensen in staat stelt óver het internet te surfen. Toen Microsoft in de gaten kreeg hoe succesvol de combinatie van browser en het net was, zette hij alles op al les om met Internet Explorer de Netscape Navigator van de markt te drukken. En met succes, schrijft Lewis in zijn boek. Jim Clark vond dat uiteraard vervelend, maar Journalist Michael Lewis, schrijver van de biografie: ,Het fascinerende van Jim Clark is dat hij veranderingen ziet aankomen." foto gpd»roland de bruin geen ramp. Hij had al eerder een gedwongen overschakeling gemaakt in zijn loopbaan als computer whizzkid. Hij bouwde in Silicon Valley zware en dure computer-werksta tions, die echter achterhaald werden door de pc-kloontjes uit Azië en de goedkope bestu ringsprogramma's van Microsoft. Dus stortte Clark zich op de programma's en op het internet. Eind jaren tachtig was de gedachte dat mensen door middel van hun pe s met elkaar zouden communiceren lich telijk krankzinnig. „Maar Clark had zo'n ge loof in zijn eigen ideeën, dat hij de minach ting van branchegenoten voor lief nam. Hij is wat dat betreft eigenlijk een ouderwetse uit vinder: laat ze maar lachen, ze komen er nog wel achter." Enkele miljarden later is iedereen daar in derdaad achter. Eén van Clarks medewerkers van het eerste uur was zo teleurgesteld dat hij na een conflict niet bij het tweede bedrijf mocht werken, dat hij zich na het laatste te lefoongesprek een kogel door het hoofd schoot. „Het fascinerende van Jim Clark is dat hij veranderingen ziet aankomen. Hij was een van de eersten die zag dat het ma ken van hardware steeds minder interessant zou worden. Hij zag ook de mogelijkheden voor grootschalig persoonlijk en zakelijk ge bruik van het internet, terwijl daar eind jaren tachtig op de hele wereld nog geen 25 mil joen mensen mee bezig waren. Sterker: zelfs van hen had niemand het idee dat internet meer zou kunnen zijn dan een speeltje van wetenschappers en computergekken." Clark ontdekte het principe van de browser, het programma om over het net te kunnen surfen. Voor die tijd kon een gebruiker alleen maar heel gericht zoèken, hij kon geen over zicht van de mogelijkheden krijgen. „Dat is nou typisch Clark: hij denkt conceptueel aldus Lewis. „Hij droomt, maar hij kan die dromen ook gestalte geven. Hij is nog het best te vergelijken met een kunstenaar." En dan blijkt er ook nog grote vraag naar het eindproduct van dat dromen te zijn. Le wis meent dat in dat opzicht Clark ook grensverleggend is geweest. „Vroeger was het zo dat uitvinders werden afgescheept met een fooi voor hun vinding, omdat het reguliere zakenleven ermee aan de haal ging. Clark is een van de eerste uitvinders die zelf miljardair is geworden, omdat hij het idee als kern van het bedrijf is blijven zien. De rest - banken, verkopers, productie - huurt hij in." Clark is nu bezig met een bedrijf (Healthe- on) dat orde moet scheppen in de chaos van de Amerikaanse gezondheidszorg. Zijn be drijf brengt alle administratie in de keten be handelaar-patiënt terug tot de kem, via in ternet. Snel en simpel en dus kosteneffectief. Binnen een jaar gaat dit bedrijfje doorbreken op de Amerikaanse beurs, denkt Lewis. „Daarna gaat Clark de banken te lijf', voorspelt hij. „Zijn bedrijf 'myCFO' (ofwel mijn financieel directeur) is nu al erg succes vol bij een kleine groep zeer rijken. Dat zijn nu nog voornamelijk software-ondernemers uit Silicon Valley, die zich groen en ren aan hoge banktarieven voor richte diensten. Die mensen willen internet allemaal zelf doen." Lewis, die in de jaren tachtig kort Amerikaanse zakenbank in Londen werkt, is het met Clark eens dat de fi wereld onnodig ingewikkeld en wordt gehouden. „Wall Street z achter komen hoe groot deze bf door Clarks nieuwste van het nieuws Clark laat nu bij een werf i land voor de tweede keer een schip Met het eerste, de ruim vijftig mefe Hyperion, wilde Clark laten zien schip geheel per computers kan wo stuurd, desnoods op afstand via Maar de 27 computers en honderde ren bleken tijdens de eerste tocht ov lantische Oceaan niet helemaal te zij moesten doen: als de dvd-spt aangezet, of als een ijskastdeur of viel de motor uit of kwam het zed Bemanning en passagiers, onder w verdronken bijna. „Ja, zo gedreven nu eenmaal." Het verhaal dat het nieuwe schi achterdek een mini-tuintje met éi krijgt voor de honden van de fami kan Lewis niet bevestigen. Lache zou best kunnen, Clark zit nergens JAMES MCGONIGAL The New New Thing, A Silicon Vl ry: Michael Lewis: Nederlandse i Het Nieuwste van het Nieuwste, van Silicon Valley; uitgeverij Bi 39,90. boek op als een persoonlijkheid vol para doxen en tegenstrijdigheden. Hij was een polemisch talent, maar preekte toch de ver zoening. Michel van der Plas: „Ik denk dat het irenische overheerste. De polemist werd - vooral in de jaren dertig - in hem wakker als hij moest optreden als apolo geet, als verdediger van zijn geloof." Van Duinkerken was een orthodoxe, bijna kin derlijk gelovige katholiek, maar anderzijds was hij ook degene die de doorbraakge dachte voorstond en die zich verzette tegen het wantrouwen van de clerus tegen kun stenaars en intellectuelen. Van der Plas: „Dat heeft niets met het geloofsgoed te ma ken. Dat verzet geldt een aantal bedienaren die hij onwaardige priesters vindt. En in so cialistische publicaties deed hij eigenlijk al leen maar mee om de katho lieke stem te laten horen." Een andere paradox is dat Van der Plas hem schetst als een melancholicus, maar dat Van Duinkerken zich voortdurend ma nifesteerde als een le vensblije optmist. Van der Plas: „Zelfs in een vers staat het in twee regels achter elkaar. De me lancholie openbaarde zich nooit in gezelschap. Hij had heel sterk de overtuiging dat je over je verdriet niet moet spreken. Hij verweet mij als dichter dat ik verdriet liet door schemeren. Als hij een avond lang op zijn kamer uit dichters voorlas, dan kwam altijd de melancholie KJ naar voren. De gedichten van Gezel- le die hij voordroeg waren die van de gekwetste Gezelle." Niet het minste raadsel dat deze fi guur oproept is hoe iemand die zo veel dronk en zo druk aan het kroeg leven deelnam zo'n gigantische werk zaamheid heeft kunnen ontplooien. Hij maakte deel uit van talrijke commissies, redacties en adviesraden: hij hield hon derden lezingen: hij publiceerde ontelba re artikelen en boeken. Van der Plas vertelt daarover nog een karakteris tieke anekdote. Van Duinkerken moest een lezing houden voor een congres. Samen met Michel van der Plas en Kitty de Josse- lin de Jong had hij overdadig getafeld. Hij was dronken en zijn tafelgenoten vroegen zich angstig af hoe dat verder moest. „Hij wankelde de trappen op van de schouw burg waar hij moest spreken. Halverwege die trappen richtte hij zich op, wierp zijn armen een beetje De Gaulle-achtig langs zijn lijf en zei op luide toon: 'In de tijd van zijn baas is men nuchter'. Een merkwaardi ge uitspraak die voor allerlei interpretaties vatbaar is. Er moest gewerkt worden en Onze Lieve Heer verwachtte van hem dat hij dat goed deed. Van Duinkerken ging naar binnen en sprak alsof hij nog geen glas limonade binnen had. Hij kon zich een geweldig zelfbedwang opleggen en hij had een fenomenaal spreekvermogen waarop hij kon terugvallen." Anton van Duinkerken was iemand die een permanente monoloog hield, waarbij het hem niet kon schelen of zijn toehoor der tussen tijds door een ander werd vervangea heel populair bij de Nijmeegse t< feurs omdat hij zo met ze praai waarschijnlijk was hij gewoon ni met de voortzetting van het verha aan hij bezig was in de vergadering vandaan kwam. Als het gaat om wat hem in Vanl ken inspireert, zegt Van der alle literatuur staat zijn vaste voorn vroeg in het leven gevestigd, om te en een vroom man te zijn. Hij we duimbreed van dit principe. Die tigheid heb ik het meest gewaarde wijl de mogelijkheden om daan' wijken voor hem talloos zijn gew daarnaast zijn trouw aan afkomst kingsgroep." Michel van der Plas is nu 72. Hij groot oeuvre op zijn naam staan, nog steeds aan voortboy een nieuwe biogra hij niet meer. vijf jaar verplaatsin naar archi oor- en gen. Het de hand biog Bom; gaan. Ik heb inmii mand aan wie ik d over te dragen. Ik ben m nen aan een boek - het ga; Van onderop - over katholi vormingstendenzen onder d sance-pausen, in de peril 1470 tot 1530. Ja, wel weer tholiek onderwerp. Daar niet aan." NOP MAAS 'Daarom, mijnheer, noen katholiek'; Biografie m van Duinkerken (191 Michel van der PI verij Anthos/Lai

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 54