MICHELANGELO ces, -'*'*»* aan het Spaarne r ZATERDAG 8 APRIL 2000 Michelangelo (1475-1564), Schetsen naar figuren, circa 1500, voor een verloren gegane fresco in Florence, pen en bruine inkt. Michelangelo (1475-1564), Studie van een naakte man, naar rechts gewend voor de 'Slag bij Cascina (1504-05) 1 Michelangelo (1475-1564), Studies voor Haman, circa 1512, (voorstudie voor Six tijnse Kapel), rood krijt, collectie Teylers Museum. Teylers Museum lanceert zijn tweede bestandscatalogus met een spetter van een expositie. De grote overzichtsexpositie, getiteld 'De Eeuw van Michelangelo. Italiaanse tekeningen uit de Renaissance', toont ongeveer 100 bladen van verschillende Italiaanse kunstenaars uit de periode 1400-1600, waaronder 25 prachtige Michelangelo's. Ze vormen het neusje van de zalm van in totaal 572 tekeningen waaruit een selectie is gemaakt. Nog nooit is zo'n breed overzicht te zien geweest. Alle grote collega's van deze Renaissance-reus zoals Rafael, Correggio, Titiaan en Veronese, zijn op deze prestigieuze tentoonstelling te vinden. arel van Tuyll van Serooskerken, i hoofd Collectiebeheer van Tey- Iers Museum, heeft in totaal vijf jaar aan de 570 pagina's tellende weten schappelijke bestandscatalogus gewerkt, waarvan de laatste drie jaar fulltime. Hij gun de zich in die laatste periode zelfs geen va kantie. Nu het werk klaar is, kan hij er einde lijk weer eens tussen uit. „Nee, even geen Italië", zegt hij lachend. „Het zal wel Grie kenland worden of zoiets. Ik ga twee maan den weg. Daarna begin ik aan deel twee, on ze Italiaanse tekeningen uit de 17de eeuw. Nee, daar zie ik niet tegen op. In tegendeel; ik verheug me erop." De bestandscatalogus is de tweede weten schappelijke verhandeling over een belang rijk onderdeel van de befaamde kunstcollec tie van het Haarlemse museum. In 1997 ver scheen het eerste boekwerk en was er een tentoonstelling met de verzameling tekenin gen van Nederlandse kunstenaars geboren tussen 1575 en 1630. Mogelijk is de huidige expositie belang wekkender dan die in 1997. Zeker omdat vaststaat dat een dergelijke expositie gezien de kwetsbaarheid en de kostbaarheid van de getoonde werken niet snel meer tot de mo gelijkheden zal behoren. „Allerlei nooit ver toonde tekeningen zijn nu gepubliceerd en tegelijkertijd voor het publiek te zien. Al blijft het leeuwendeel van de 572 Italiaanse teke ningen die we hebben in het depot. We laten het neusje van de zalm zien. De oudste schets die we laten zien is het hondje van Giovanni de Grassi, van omstreeks 1400." De tekeningen werden gekocht in 1790. „Toen hebben ze hier gedacht 'Nou, dat hebben we. Dat is klaar'. De doelstelling was helder, men wilde iets hebben waar de Ne derlandse kunstenaar en het publiek wat aan hadden. Het publieke nut stond toen al voorop", vertelt Van Tuyll. „Vanaf 1790 is al leen nog maar werk van Nederlandse leven de meesters aangekocht. Bij die 16de- en 17de-eeuwse Nederlandse tekeningen zitten veel exemplaren die op zichzelf staan en speciaal werden gemaakt voor de markt, wat je noemt autonome werken. De Italiaanse meesters uit de Renaissance tekenden alleen uit oogpunt van studie." Voorpaginanieuws Eind achttiende eeuw haalde het toen splin ternieuwe Teylers Museum de voorpagina van de Algemene Konst- en Letter-bode voor meer- en min-geoeffenden. In no. 251 van vrydag 17 april 1793 stond het volgende be richtje over de spectaculaire aankoop: 'Haarlem. Het Kabinet van Tekeningen, by Teylers's Stigting, waar over onze kunstkun- dige en bekwame Portraitschilder, de heer W. Hendriks, het opzigt heeft, is onlangs, op ene aanzienlyke wijze vermeerderd en verrykt ge worden, met ruim 17 honderd tekeningen van onderscheidene Italiaansche Meesters, waar onder velen die ongemeen schoon zyn: en die allen behoord hebben tot de verzame ling van Tekeningen, door de overledene Zweedsche Koningin Christina, nagelaten; welke verzameling te Romen voor de Stigting tot enen zeer aanzienlyken prijs is opgekogt. Het bericht is niet helemaal juist. Niet alle 1700 aangekochte tekeningen waren afkom stig van Italiaanse meesters, er zaten ook te keningen bij van Claude Lorrain, Goltzius en Nederlandse meesters. Niet minder bijzon der, maar toch. Verder werden de 11 albums met tekenbladen niet aangekocht in Rome maar in Haarlem. In 1790 kocht Teylers Stichting in Haarlem via een agent in Rome van Prins Odescalchi de tekeningen voor de 'aanzienlyken prijs' van tienduizend gulden. Waarna ze in een kist per schip naar Neder- Eenmalige expositie van mooiste Italiaanse tekeningen in Teylers Museum Carel van Tuyll in zijn werkkamer in het museum met een van de albums van kastelein Wybrand Hendriks, de eerste conservator die de Italiaanse tekeningen onder ogen kreeg. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER CYNTHIA VAN DUKE land werden vervoerd en enkele jaren later aankwamen. Van Tuyl legt uit hoe Odescalchi aan de te keningen is gekomen: „Zijn voorvader, de schatrijke Don Livio Odescalchi (1652-1713) kocht in 1692 alle schilderijen, beelden en wandtapijten uit de erfenis van koningin Christina van Zweden. En nu komt het: haar tekeningenalbums werden als extraatje aan de koop toegevoegd!" Don Livio was een ge passioneerd verzamelaar: hij bezat bij zijn dood niet minder dan tienduizend tekenin gen. „Hoeveel daarvan uit de verzameling van koningin Christina komen, is niet te ach terhalen. Zijn nazaten hebben tegen zijn uit drukkelijke wens - hij wilde dat zijn verzame ling intact bleef - de collectie beetje bij beetje verkocht. Het is dus de vraag hoeveel van onze tekeningen tot de verzameling van de Zweedse vorstin hebben behoord", vertelt Van Tuyll. Hiermee is de mythe dat dlle tekeningen uit het bezit van Christina kwamen uit de Daniele da Volterra, Portret van Michelangelo (circa 1550), zwart krijt en loodstift. wereld. Maar hoe was zij er aan gekomen? Daarvoor ging Van Tuyll terug naar het Am sterdam van 1645. In dat jaar verkocht de Duitse schilder Joachim von Sandrart vlak voordat hij terugkeerde naar zijn vaderland twee boeken met tekeningen van Rafaël, Giulio Romano, Polidoro en Titiaan, Verone se en anderen, zo vermeldt zijn dagboek. Over tekeningen van Michelangelo wordt nog niet gerept. „Waarschijnlijk had Sandrart ze op de kop getikt tijdens zijn zevenjarig verblijf in Italië vóór hij in Amsterdam ging wonen. Hij ver kocht ze aan Peter Spiering, gezant in Den Haag van koningin Christina van Zweden. Die bezorgde ze in 1651 aan de toen 25-jari- ge vorstin (1626-1689). Zij wilde haar hof in Stockholm een 'modern Europees tintje' ge ven. Spiering hielp haar daarbij. Zo bezorgde hij haar Delftse wandtapijten, Hollandse schilderijen en Italiaanse tekeningen. Daar kwamen de Michelangelo's in beeld", legt Van Tuyll uit. „In totaal gingen zes albums met tekeningen naar Stockholm, waaronder schetsen van Rafaël, Michelangelo, Polidoro, Titiaan, Giulio Romano en anderen. In 1654 moest Christina afstand doen van de troon. Ze vestigde zich in Rome waarbij zij een groot deel van haar kroonverzamelingen meenam. Na haar dood kocht Don Livio haar nalatenschap op." Met de uitgave van de bestandscatalogus zijn élle Italiaanse tekeningen onderzocht en gepubliceerd. „Er zijn wel aanzetten, deelon derzoeken geweest, maar als geheel is de col lectie nooit onderzocht. Je moet wel een goe de reden hebben om in die Michelangelo- groep te duiken. Er is al zoveel over gepubli ceerd. Maar die is er, want de kwaliteit van onze Michelangelo's is onovertroffen." Na de aankoop in 1790, een jaar na het uitbreken van de Franse Revolutie, leidt de collectie een sluimerend bestaan tot het ein de van de 19de eeuw. In 1898 is er een kunst historisch congres in het kader van de grote Rembrandttentoonstelling, georganiseerd ter ere van de kroning van koningin Wilhelmina. „Een aantal Duitse kunsthistorici kwam toen in het museum op bezoek. Zij ontdekten - een dikke honderd jaar na de aankoop - dat er Michelangelo's tussen zaten", vertelt Van Tuyll. Zelf heeft hij geen nieuwe werken ontdekt. „Wel bleken allerlei toeschrijvingen niet te kloppen. D'r zijn heel wat Leonardo's en Ra- faëls gesneuveld. We hebben wat kleine ont dekkingen gedaan: onder de Franse en Vlaamse tekeningen vond ik een paar Itali aanse bladen. Een 'nieuwe' Michelangelo lag ook niet voor de hand. Hij heeft zo'n onover troffen, eigen stijl. Hij had ook geen leerlin gen, wel héél veel navolgers. Zijn anatomisch inzicht gaat echt heel ver, hij tekent met zo veel dynamiek, weergaloos. Je weet dat hij lijken ontleedde om te zien hoe het spieren stelsel in elkaar stak." Van Tuyll laat aan de hand van enkele te keningen zien hoe Michelangelo zijn virtuo siteit ontwikkelde. „Hier gaat hij bijvoor beeld in rood krijt werken, omdat die kleur nog beter de kleur van de huid benadert. En later is zijn techniek zo goed dat hij zijn teke ningen niet meer hoeft op te hogen met wit. Echt een klasse apart. Ik ben volkomen on der de indruk geraakt van zijn genialiteit. Al die torsiedraaiingen van die lichamen, li chaamsdelen in het verkort Weet je, alvo rens een studie te maken van een beeld, maakte hij eerst tekeningen van het naakt model vanuit allerlei gezichtspunten", zegt Van Tuyll. „Verder hebben we een aantal studies van zijn frescoschilderingen in de Sixtijnse Kapel. En niet te vergeten: één van de twee bekende tekeningen van zijn ont werp van de koepel van de Sint-Pieter in Ro me." De Italiaanse tekeningen werden in 1880 voor het eerst getoond. „Al snel werd onder kend dat de werken kwetsbaar waren. Het licht werd gedempt door vitrages. In het zaaltje - met dat ongelooflijk krakende hou ten vloertje: de suppoosten wisten meteen dat er een bezoeker rondliep - hingen zo'n twintig tekeningen achter gordijntjes. Tegen woordig hebben we een prentenkabinet dat volkomen voldoet aan de moderne eisen van conservering qua licht en klimaat. Die gor dijntjes hebben het nog uitgehouden tot 1993." AART VAN DER KUIJL Carel van Tuyll van Serooskerken, 'Italian Drawings of the fifteenth and sixteenth centuries in the Teyler Museum', Doornspijk, Ghent, Haarlem, 2000, 380 gulden. Bij de tentoonstelling verschijnt een publieksboekje: Carel van Tuyll van Serooskerken, 'De eeuw van Michelangelo, Italiaanse tekeningen uit de Renaissance', Haarlem, 17,50 gulden. Tentoonstelling opent vandaag en duurt tot 19 juni. Open: dinsdag t/m zaterdag van 10-17 u en zondag van 12-17 u. Telefoon 023-531.90.10. Info: www.teylersmuseum.nl Atelier van Giovanni de Grassi, circa 1400, zit tende windhond, penseel in grijs en oker, wit gehoogd over een schets met metaalstift.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 53