Uitstel van de hel
TT
ZATERDAG 8 APRIL 2000
Gerrit Brokx: „In het ziekenhuis wisten ze niet waar ze met de bloemen moesten blijven. Ik heb brieven gehad van burgers uit de stad, van ambtenaren waar ik vroeger mee gewerkt heb. Terwijl ik toch bekend stond als
bot en zo.
FOTO GPD'ROLAND DE BRUIN
Gerrit Brokx 'ietsiepietsie' veranderd door ernstige ziekte
ij was er bijna geweest. In de hel.
I Want in de hemel komt hij niet. „Ik
.^L X kom in de hel, het vagevuur mis
schien. Niet rechtstreeks in de hemel in elk geval.
Ik heb mensen niet altijd in hun waarde gelaten,
ben niet altijd rechtvaardig geweest, ben geschei
den en zo.".
Gerrit Brokx praat even niet strijdlustig. Een plek
in de hemel kan ook hij niet ritselen. Aan de he
melpoort past enkel bescheidenheid. Zijn graf
heeft hij wèl geregeld. Jaren geleden al kocht hij
grafrechten in z'n geboorteplaats Oosterhout
„Daar ben ik als het ware uit de grond gekomen,
daar heb ik gespeeld, gevoetbald, en daar wil tk
ook naar terug. He.t heeft iets met een cyclus te
maken."
Cremeren vindt hij niets. „Een crematie is in
twintig minuten bekeken. En dan met die niets-
aan-de-hand-muziek.... Nee, ik wil een uitvaart
dienst met alles erop en eraan." Veel vrienden ook?
„Ik heb weinig vrienden, daar heb ik nooit tijd voor
gehad. Een avondje tennissen of kaarten is niet te
combineren met veertig jaar openbaar bestuur. Ja
tegenwoordig wel. Mensen doen er van alles bij.
Minister Wijers moest naar huis om zijn kinderen
van de crèche te halen. Dat ken ik niet."
Niettemin was hij verrast door de 'overweldigen
de belangstelling' tijdens zijn ziekte. „Marjolijn
werd gek van de telefoontjes. In het ziekenhuis
wisten ze niet waar ze met de bloemen moesten
blijven. Ik heb brieven gehad van burgers uit de
stad. van ambtenaren met wie ik vroeger gewerkt
heb. Terwijl ik toch bekend stond als bot en zo."
Kanker
Voor de tweede maal in zijn leven was Gerrit Brokx
bijna dood. De deuk in zijn hoofd herinnert aan
een hersentumor, zevenendertig jaar geleden. Een
stoma en oncontroleerbare windjes zijn de erfenis
van zijn laatste bijna-doodervaring: darmkanker
met uitzaaiingen naar de lever en tal van complica
ties.
„Ik had al even klachten. Maar ze konden niets
vinden. Toen de klachten aanhielden deden ze een
inwendig onderzoek. Pas toen bleek dat ik kanker
had. Die darm konden ze wel opereren, de lever
was de vraag. Ik kreeg te horen dat ik drie maan
den, misschien een half jaar, maar toch niet langer
dan een jaar te leven had. Dan verdwijnt de grond
onder je voeten."
In overleg met het Dijkzigtziekenhuis in Rotter
dam werd bekeken of ook de lever kon worden ge
opereerd. De Rotterdamse professor Tilanus zag
mogelijkheden. Nadat Brokx was aangesterkt van
zijn darmoperatie werd vorig jaar februari zijn le
ver voor driekwart weggesneden. „Dat kan, omdat
de lever het enige orgaan is dat weer aangroeit."
Over de operatie maakte hij zich geen zorgen.
„De mooiste dood is de dood op een operatietafel.
Daar merk je niets van. Punt was of het restant le
ver zou blijven doen wat het moet doen: reinigen
en bloed aanmaken." Ondertussen moest hij afkic
ken van de morfine. „Vréselijk. Echt vreselijk. Als ik
m'n ogen sloot zag ik spinnen en gedrochten over
de muren van het ziekenhuis kruipen. Angstaanja
gende waanbeelden waren het. Twee etmalen lang.
Sindsdien heb ik erg veel begrip gekregen voor ver
slaafden die afkicken."
Na ontslag uit het Dijkzigt kreeg hij klachten. „Ik
was kortademig en had een buik alsof ik zwanger
was. Bij mijn opname in het ziekenhuis in Tilburg
bleek dat m'n vochthuishouding niet goed werkte.
Ik had vijftien liter vocht in mijn buik en twee liter
in mijn longen. Daarbij had ik een longontsteking.
Mijn conditie was buitengewoon slecht. Op een
De straatvechter heeft zelfs de dood overwonnen. Zijn geliefde, kinderen
en ex-vrouw stonden aan zijn sterfbed. Het leek het sluitstuk van vijf
maanden strijd tegen kanker. Maar na drie dagen buiten bewustzijn
opende Gerrit Brokx (66) de ogen. Nu werkt hij weer vijftig uur in de
week. Als voorzitter hier en daar, als commissaris bij tal van bedrijven.
Voormalig staatssecretaris van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening
en milieu en voormalig burgemeester van Tilburg, staat in het Engels op
zijn visitekaartje. Opdat iedereen weet wie hij voor zich heeft.
dinsdag kreeg ik plotsklaps hoge koorts. Ik lag te
schokken in m'n bed. alsof er een aardbeving was.
Ik werd onmiddellijk naar intensive care ge
bracht, de familie werd gewaarschuwd. Het is ge
daan, dacht iedereen. Kort daarna ben ik wegge
vallen. Marjolijn, de kinderen en mijn ex-vrouw
hebben aan mijn bed gestaan. Marjolijn is blijven
slapen. Drie dagen later ben ik weer bijgekomen. Ik
had een abces in m'n buik en zou weer geopereerd
moeten worden als ze het gezwel niet via curettage
zouden kunnen verwijderen. Toen heb ik echt de
moed verloren. Het was inmiddels mei. Ik was al
vijf maanden aan de gang. Naar Onze-Lieve-Heer
aan het kruis heb ik gebeden dat ik niet weer ge
opereerd hoefde te worden. Dat hoefde goddank
niet.
Ik bad altijd al hoor. Als ik 's nachts wakker lag
en er was wat. Maar altijd meer weesgegroetjes
dan onzevaders. Maria geeft mij vertroosting. Gis
teren ben ik naar het ziekenhuis geweest voor con
trole. Alles was goed. Thuis hebben we een fles
champagne opengemaakt, maar niet alvorens even
te stoppen bij de kapel niet ver van ons huis. Daar
heb ik een kaars opgestoken en enkele weesge
groetjes gebeden. Uit dankbaarheid. Dat ik dit alles
heb overleefd heb ik in de eerste plaats te danken
aan de techniek van de medische stand en de ver
zorging. In de tweede plaats, zeggen medici, heeft
mijn vechtersmentaliteit me er
doorheen gesleept. En Maria ten
slotte heeft mij gemaakt zoals ik
ben, met die ingebakken vechters
mentaliteit."
Boosheid
Vriend en vijand roemden zijn har
de werken als burgemeester, maar
noemden hem ook bot, autoritair,
drammerig, een olifant in een por
seleinkast. Zijn ziekte heeft hem
lankmoediger gemaakt, zegt hij, en
een ietsepietsie meer relativerend.
„In plaats van tachtig, negentig uur
in de week werk ik nu vijftig. Niet
meer 's avonds en niet in het week
end. En ik laat me rijden door stu
denten van de roeivereniging."
De boosheid over het verleden is
gebleven. In zijn archief bewaart hij
nog altijd het briefje met daarop de,
stemverhouding die hem in 1986 als
staatssecretaris van volkshuisves
ting de kop kostte. „Dat briefje heb
Bert de Vries, eenderde voor mij. Ik weet precies
wie wat heeft gestemd. Dat briefje bewaar ik zorg
vuldig. Als ik mensen tegenkom dan weet ik hoe en
wat."
Het klinkt rancuneus. „Ik ben niet rancuneus,
maar ik onthoud alles. Toen ik in 1993 zestig jaar
werd en een paar honderd man uitnodigde, heb ik
ook Bert de Vries gevraagd. En hij is gekomen."
Toch waren er ook mensen die hij tijdens zijn
burgemeesterschap weigerde een hand te geven.
Mensen die niet werden uitgenodigd bij de ope
ning van de nieuwe concertzaal in Tilburg. „Dat
was functionele rancune. Dat is iets heel anders
dan privé. Kijk, dat omliggende gemeenten zich
hebben verzet tegen annexatie door Tilburg, dat
kan ik me voorstellen. Maar Goirle ging daar wel
erg ver in. Er werden vrachtwagens met zand ge
stort op de weg naar Tilburg. De bus kon er niet
meer door. En wie liepen in de demonstratie mee?
CDA-kamerlid Leers en Harrie Aarts, lid van de
Raad van State en allebei woonachtig'in Goirle. Dat
kan dus niet! Als je een publieke functie hebt, dan
ben je dat 24 uur per dag. Je kunt niet even geen
burgemeester of kamerlid zijn. Dan doe je de ob
jectiviteit geweld aan.
Nou, en toen werd de concertzaal geopend in
aanwezigheid van koningin Beatrix, en toen heb ik
Aarts en Leers nodig ik niet uit. Ze willen
toch niets met Tilburg te maken heb
ben? Het is nu uitgepraat. Als ik ze te
genkom dan groet ik ze." Als hij het
over moest doen, deed hij het weer zo.
Geen spat diplomatieker. „Zo ben ik
nu eenmaal. En besturen is een hard
vak. De bal moet onder de lat en tus
sen de palen."
Een etmaal burgemeester. Altijd en
overal. Ook in het zwembad. Brokx
zucht. „De wildste verhalen deden de
ronde. Zelfs kranten in Marokko
schreven erover. Die medewerkers van
het zwembad begonnen 's ochtends
om acht uur met werken. Om half ne
gen ging het zwembad dan voor het
publiek open. In dat half uurtje zwom
ik er. Niks aan de hand." Iedere ande
re burger zou moeten wachten tot half
negen. „Ja, maar dat was ik niet. Ik was
de burgemeester en die is er maar één.
Ik heb de gemeenschap niet bena
deeld. Déar gaat het om."
„Als je burgemeester bent, ben je
dat ook in je vrije tijd. Bij de ontvangst
ik van een vriendje dat de stemming „Besturen is een hard vak. van prins carnaval op het stadhuis,
binnen de CDA-fractie heeft opge- De bal moet onder de lat nam ik één glas en dan ging ik weg, op
schreven. Twee derde stemde voor en tussen de palen." vakantie. Je kunt niet mee carnaval MONIQUE DE KNEGT
vieren. Dan gaan ze Gerrit zeggen, op je schouder
kloppen, borreltjes aanbieden. En als je dan wei
gert, dan ben je arrogant. Uitwijken naar Ooster
hout kan ook niet. Dan is het: waarom daar en niet
hier? Als openbaar bestuurder moet je de nullijn
aanhouden. Gewoon niet doen.
Ook niet je partner meenemen op reis. Marjolijn
was nooit ergens bij. Ook niet op de vele reizen
naar Japan, in verband met de Fuji-fabriek in Til
burg. Dat is toch ook de grootst mogelijke onzin?
In de advertentie vroegen ze toch geen burgemees
ter met vrouw? Het is geen dubbelfunctie. En als je
partner dan ziek of dood is, moet je als burgemees
ter dan weg? Trouwens, als de burgemeester een
vrouw is zie je daar nooit een man naast."
Burgemeester van Den Haag, dat had hij wel wil
len zijn. „In juni '85 werd ik door de vertrouwens
commissie gevraagd. De hele gemeenteraad wilde
mij als burgemeester. Unaniem! Achteraf had ik
dat best willen doen. Maar Lubbers wilde liever dat
ik bleef." Brokx hoopte stiekem op een minister
schap. „Dat leek me een mooie functie. Ik trek
graag aan de touwtjes. Dan zit je aan de macht.
Het bekoorlijke van macht is dat je er iets mee voor
elkaar kunt krijgen. Keuzes maken en daarvoor
verantwoording dragen. Dat is heel aantrekkelijk.
Dat is lopen op het randje."
Kritiek
De huidige politiek vindt hij veel minder interes
sant dan in de jaren tachtig. „De uitdaging is weg.
Alles wordt geregeld in het Torentje. Als je de crite
ria van Bert de Vries hanteert, dan had het halve
vorige kabinet moeten aftreden. Maar niks hoor.
Die commitments van de regeringsfracties maken
de hele politiek kapot." Hij zou achter de scher
men nog wel wat willen doen voor het CDA. Een
visie op papier zetten of deelnemen aan partijdis
cussies. „Maar ik word niet gevraagd."
Hij is nog vaak in Den Haag in verband zijn
voorzitterschap van de BVE-raad (het middelbaar
beroepsonderwijs) en andere voorzitterschappen
en commissariaten. „Als ik dan om een uur of vijf
Nieuwspoort binnenloop dan zie ik bijna niemand
meer. Je kunt er een kanon afschieten. Wij zaten er
tot drie. vier uur 's nachts."
Toegegeven, zijn kinderen zag hij daardoor bitter
weinig.'„Zij hebben geleden onder mijn drukke be
stuursfuncties. Als de naam Brokx weer eens in de
krant stond, dan zei mijn dochter op kostschool in
Amersfoort: dat is mijn vader niet, dat is mijn oom.
Kinderen willen gewoon zijn, hè, die willen zich
niet onderscheiden van anderen. Maar mijn kinde
ren weten niet anders of ze zaten met pappa op de
eerste rij. Of ik nu wethouder was, burgemeester,
gedeputeerde of staatssecretaris."
De kinderen hebben weinig van zijn aandacht
gehad. Hij is ook een beetje onhandig met kleine
kinderen. Weet zich er geen raad mee. „Dat had
mijn vader ook. Hij handelde in kolen en had geen
tijd voor negen kinderen. Maar toen mijn zoon
achttien was heb ik hem de stranden van Norman-
dië laten zien. En op zijn 21ste heb ik hem mee
naar Berlijn genomen en De Muur getoond. De
laatste reis was naar Hiroshima in Japan. Dat zijn
toch drie belangrijke elementen uit de geschiede
nis.
En ik heb mijn zoon vorig jaar getrouwd in het
kasteel van Dussen. Ik had de burgemeester van
Werkendam gevraagd, die ken ik natuurlijk, of ik
voor één dag buitengewoon ambtenaar van de
burgerlijke stand kon zijn. De gemeenteraad stem
de daar mee in, en het bruidspaar gelukkig ook."