:rk
Zwavel
J\ER
ERSTBIJLAGE
ood, vuurwerk, een eeuw die overgaat in een
Het is eind december 1999.
n dit decor speelt het verhaal dat Arthur
i verzoek van deze krant schreef,
debuteerde in 1996 met 'Magonische verha-
>rak een jaar later door met zijn eerste roman
irte met het witte hart', dat inmiddels in vele
verschenen. Zijn derde boek 'De vierde
verscheen in 1998. Jap in schreef veel drama
peel, radio en televisie.Volgend jaar komt de
Magonia' uit, waarvoor hij het scenario
e op de verhalen in zijn eerste boek. Momen-
-kt hij aan een neuwe roman en aan scena-
[>or een televisiefilm en voor een speelfilm
Witsen.
pijl wordt een ziel geboord, een le-
icht in het kruit, waardoor het vuur di-
het hart kan slaan. Dat is een precies
L Hoe holler de ziel, hoe hoger de
van de duinen. Soms lig ik een hele
g beschut in een pan, maar uiteindelijk
daar uit en bekijk de wereld vanaf een
>p. Alles is vlak en verloren zover je kij-
dn, aan de ene kant de zee, aan de ande-
tad. De mensen huizen in de polder. In
cte schuilen de laatste dagen van het
oor de eeuwigheid. Rondom is alles plat
iggerekt. Ik pas slecht in het horizontale
Mijn domein is die enorme lucht daar-
die reikt tot aan de hemel. Daarin
ik mijzelf kenbaar. Met grote halen te-
mijn wezen in de winternacht. Knal
reek ik door de grenzen van het hori-
rerk maak je niet door te spelen met
coals iedereen denkt. Je speelt met scha-
Als ik over een paar dagen, op oud-
acht, een Bengaalse zwever afschiet
de Bavo, is het wonder niet de kleur
de oude toren baadt, maar de machti-
aduw van het hoge schip en de zijbeu-
e traag over de Grote Markt trekken. De
e, derde, vierde pijl werpt daar telkens
euwe schaduw overheen tot de weer-
van de toren aan alle kanten als de
:re punten van een ster over de kleurig
itende daken van Haarlem glijdt. Dit
de schaduw van mijn vuurwerk dat
|le voorgaande jaren overtreffen. Mijn
zal niet weten wat ze ziet!
liefde voor haar zal me helpen door de
Wisseling heen te breken. Ik geloof dat ik
er nooit voorbij het jaar 2000 heb ge-
Als kind al rekende ik regelmatig uit
iud ik aan het einde van de eeuw zou
Irieënveertig verjaardagen, alsof dat de
iwas waarbinnen alles onbedreigd bleef.
I» meer van die grenzen,
agmiddagen bijvoorbeeld. In de ver-
rdheid van je eigen huis kan je op zon-
j eigen wereld maken, zonder te hoeven
en aan de volgende dag, waarop je weer
f de mensen moet komen die aan je dro-
ornen. Dat verandert radicaal om zes
'lotseling kan je de volgende dag niet
Ir ontkennen. Je moet je er op voorberei-
fUle troost ebt weg en je dagdromen ma-
llaats voor de angst voor maandagoch-
jKerstmis is ook zo'n grens. Het voelt als
inge zondag. Veilig. Pas tegen de avond
e tweede dag begin je de dreiging te voe-
de week die er op volgt is de gezellig-
neens voorbij. Je kan het niet langer uit-
n je voor te bereiden op het nieuwe jaar,
ch voor je uitstrekt en nog helemaal ver
moet worden. Ik zie het in de verte lig-
ipen, onbeschermd. Als ik al zo tegen
ewoon jaar opzag, wat had ik dan niet
en lijden in de schaduw van een nieuw
J inium. Maar dit jaar maakt mijn liefde
Duif alles anders!
hele kerst ben ik bezig met het rollen
e sassen. Het geheim van bijzonder
verk schuilt in de papieren bolletjes
n brandstof en oxydator rusten in vol
te harmonie tot de lont ze bereikt. Ter-
o uiten de mensen met tulbanden bij el-
jp bezoek gaan, stel ik kleuren en knal-
0 elkaar af in een verhouding die nooit
r werd vertoond. Het stadsbestuur vroeg
e ;n onvergetelijk spektakel voor hun mil-
umnacht. Dat krijgen ze. Het pièce de ré-
ice wordt een regen van mortierbom-
watervallen en fonteinen, die uit elkaar
lijken te komen, de een na de ander, in
chier eindeloze opeenvolging. Daar
1 Duif van, van verwondering in verba-
it te vallen zonder een tel daartussen om
is lem te komen. Verbijstering, dat wordt
N geschenk aan haar. De laatste moeilijk-
is de ontbrandingstijd voor de finale bat-
it Het beste zou zijn wanneer de laatste se
is in de lucht zou worden aangestoken,
tot nog toe is het me niet gelukt de ont-
hg vanaf de grond zo te vertragen dat de
1 des na elkaar ontstaan. Vanochtend, ter-
c een snee kerstbrood zat te eten voor de
Sj sie, schoot het mij ineens te binnen. Nu
ik alleen nog pijlen maken die sterk ge-
zijn om het gewicht te dragen.
open zomer was ze daar ineens, Duif, in-
üi ïdoken op het strand. Ze keek hoe ik de
felluchters en de ratelbanden opstelde
het vuurwerk van het badhotel, waar zij
ufcrmeisje was. Ze had gehuild, maar ik
niets. Eerst maakte ik rustig mijn werk
n ten ging ik bij haar zitten en van de res-
ei >lde ik twee sassen, deed ze in een pijl en
v haar ogen fonkelde ik een ijsfontein,
?I en groen en blauw, zomaar midden op
1 rauwe zomerdag. Dat maakte haar aan
ichen. Zo zaten we nog een tijd zonder
zeggen. Toen stond ze op.
j dat je niets gevraagd hebt", zei ze. Ik ge
lat ze me een kus op mijn wang wilde ge-
maar we deden zo onhandig dat ze mis-
echt niet zo aan woorden", zei ik om wat
te zeggen. „Ze willen altijd maar vooruit en ja
gen je gedachten op."
.Alsof die niet overal heen kunnen." Ze
schudde haar hoofd. Ik snoof de geur op van
haar haren.
„Mensen hopen door te praten hun gedach
ten op een rij te krijgen."
Ze had al een paar stappen in het zand gezet
op weg naar haar kamer, toen ze zich om
draaide.
„Dat lijkt mij wel het allerergste", zei ze met
een vies gezicht. „Gedachten op een rij!"
Toen ze dat zei. was het of mijn hart open
sprong. Mijn ontploffingsmechanismen heb
ik altijd op een rij, maar mijn gedachten
nooit. In mijn hoofd schieten ze als gillende
keukenmeiden in het rond. Ik hol er achter
aan. maar kan ze niet meer vangen. Daarom
lukt het me nooit echt te zeggen wat ik denk.
Ik heb altijd gedacht dat ik daarom buiten de
wereld sta. Ik ben niet geschikt voor de om
gang met mensen. Ik zie ze vanaf een duin
top. Maar Duif staat midden tussen hen in en
toch begreep zij mij.
Het terrein waar een groot vuurwerk wordt af
gestoken is behalve voor de pyrotechnicus
voor iedereen een streng verboden zone,
maar die zomeravond stond Duif op het
strand om mij te helpen. Ze rende heen en
weer en wachtte gespannen op een teken van
mij, waarna zij de lonten ontstak die ik haar
van tevoren had gewezen. Hoewel we zolang
het vuren duurde geen woord wisselden,
meende ik haar tussen de sissen en de knallen
door te horen schreeuwen: „Hoger, nog ho
ger, nog... en alle kanten uit!"
Ik voelde me gelukkig omdat ik iemand had
gevonden die de hemel wilde vullen zoals ik.
Toen we de grand finale hadden ontstoken,
doken we weg in de schuilkuil en door de
zwaveldampen aan alle blikken onttrokken,
lagen we in eikaars armen te kijken naar de
chemische reacties die wij hadden opgewekt.
Opnieuw waren Duifjes ogen vochtig, maar
ditmaal van extase.
Zoals andere mensen naar wolken kijken, zo
lagen wij naar de goudstaarten en de bran
dende golven te kijken die de hemel kleurden.
We zagen voorstellingen opdoemen en zodra
we iets herkenden dat al in onze fantasie aan
wezig was, riepen we dat hardop naar elkaar.
Het was alsof het geweld van de knallen Duif
deed opleven. Met elke ontsteking ging er een
siddering door haar heen.
„Waarom huil je?", vroeg ik ten slotte.
„Omdat zulk geweld toch steeds weer prach
tig eindigt."
Aan het eind van de zomer keerde ze terug
naar de stad. Ikzelf trok naar de uiterwaarden.
Zodra he$ seizoen voorbij is, werk ik daar op
de kruitfabriek om bijtijds aan de vraag voor
het jaareinde te kunnen voldoen. Eind sep
tember kwam ze me opzoeken, zoals ik haar
had laten beloven. Ik leerde haar hoe je Chi-
ILLUSTRATIE FIEL VAN DER VEEN
nese zilva
schetsen vi
had ontwoi
stad. Maar Lssistenten
plannen intet de hele
moest stellen «istente,
ken op de torefn rijdt
het grootste dat huis-
zocht nog naar éfd'S
leners van haar
zou kunnen brenl0"1
tot ontploffing zouaar
een nachtelijke rege,et
„Doe geen moeite". »e
bus naar huis. Ik ben
niet waarom iemand c
er zo vlak van af wilde i
Liefde is dus ook zo'n gri
veilig en geborgen, zonde,
komt. Het gaat goed tot op
Daarna lijkt alles verloren, i
maar omdat je bang bent da
gaan. Je bent bang omdat hei
der misging. Elke maandagoc.
Maar dit keer is het anders. Du
door alle grenzen heen te breke
Dagen heb ik heen en weer gelop
huis. Er woonde ook een man. Ik l
volgd. Hij werkt in de duinen bij dt
ding. Ik ben bang dat het diezelfde
waar zij van de zomer zo'n verdriet c
Toen Duif merkte dat ik voor de deur
werd ze boos.
„Ik wil niet dat jij je laat blussen", zei ik
niet. Jij bent geboren voor iets hogers."
ik geloof niet dat zij mij begreep. Dat gee.
niet. Binnenkort zal ze het snappen. Zodr.
de letters van haar naam in de lucht geteki
ziet.
Ik geloof niet. Toch ontroert het mij elke win
ter weer dat alle mensen zich verheugen op
de terugkeer van het licht. Vanochtend voor
de televisie werd het mij haast te machtig. Al
les was zo warm en met muziek, vol kleur en
waar je ook keek, je zag iedereen met open ar
men. Als mensen licht zien, vergeten zij het
lijden. Ja, licht maken is dankbaar werk.
Voor de kleintjes werd een poppenfilm ver
toond. Een meisje, gemaakt van oude lappen,
gaat door de sneeuw de deuren langs met
zwavelstokjes. Ze sterft van kou, maar vlak
voor ze vertrekt, herkent ze het geluk in de
vlam van een lucifer.
Eerst had ik helemaal niet door waarom mij
dat nu zó ontroerde.
Geen geloof heb ik. maar hoop.
Ik heb Duif opgezocht. Ik wilde zeker weten
dat ze oudjaarsnacht omhoog zou kijken. Het
gaat tenslotte om mijn levenswerk.
We dronken koffie aan de Dreef.
„Jij moet de werkelijkheid eens onder ogen
zien", zei ze, maar ik geloof haar niet, want ik
heb zelf de siddering gevoeld waarmee zij van
de zomer dromen aan de hemel las.
„Alles goed en wel", zei ze geërgerd, „mis
schien was ik wat in de war, maar nu wil ik
een beetje richting in mijn leven."
„En je gedachten zeker op een rij?"
„Ik probeer ergens te nestelen, is dat zo'n
schande? Maar iedere keer kom jij langs als
een zevenklapper die ik niet meer uit kan
trappen. Ik schrik, ja, maar er valt niks moois
aan te beleven."
Die ziet het licht nog wel, als ik haar eerst
maar het bewijs geef dat een mens overal
doorheen kan breken. Ze zal er zijn. Dat heeft
ze me beloofd, hoewel die man van haar zo
iemand is die liever naar Alicante had gewild
om in de zee te liggen. Wat kan je ook ver
wachten van iemand die bij de waterleiding
werkt? Ik heb het niet op water. En Duif is ie
mand van de lucht.
Eindelijk weet ik hoe ik de letters van haar
naam lang genoeg in de wolken kan houden.
De D, de U. de I, de F, breng ik eigenhandig
naar ongekende hoogten, waar ik ze loslaat,
een voor een, aan zijden parachutes. Minu
tenlang zullen ze de in de hemel geschreven
staan, waar zij telkens opnieuw ontbranden
in rode fosfor, natrium geel. oranje calcium,
bariumgroen. blauwe koper en ten slotte oog
verblindend witte antimoon. Ik zal door DUIF
omgeven zijn en in de vlammen mijn geluk
zien.
Ik ben naar de duinen gekomen om mijn pak
te passen. Mijn berekeningen kloppen. Lan
taarns en Romeinse kaarsen schieten mij de
hemel in, waarna een valscherm en drie vlie
gende wielen mij lang genoeg in de lucht zul
len houden om aJle handelingen te verrich
ten. Alle ladingen zijn nu op de juiste plaatsen
bevestigd en de lonten aangebracht. Zoiets is
nog nooit vertoond, maar de stad heeft er nog
geen weet van. Uit de straten in de verte
straalt de gloed van kerstverlichting, maar
verder ligt zij er bij als op de oude schilderij
en, een streep huizen aan weerszijden van de
Bavo, die de mensen tevergeefs wijst op de
eindeloze hen\el.
Zondagavond laat drukt de dreiging zo zwaar,
dat je nauwelijks kan wachten tot de gevrees
de ochtend aanbreekt. Zo klemt ook het eind
van een liefde tot je begint te verlangen van
haar verlost te zijn. Met de nieuwe eeuw is het
niet anders. Ik kan nauwelijks nog wachten
op die onbekende leegte. Alles ligt in de verte,
open, onbeschermd. Nog even en ik zal er aan
voorbij zijn, aan de drieënveertig en aan
Kerstmis, voorbij aan zondagavonden. De
sassen zijn gerold. De zielen zijn geboord. Ie
dereen die in de eerste minuten van de nieu
we eeuw omhoog blikt, zal mij zien. Ik zal
overal zijn. Ik zal alles zijn. Alles. Behalve ho
rizontaal.
ARTHUR JAPIN