Te veel romanticus voor deze tijd T Paul van Vliet in de huid van een ander Ai ERSTBIJLAGE Youp van 't Hek met een 'Mond vol tanden Wankelend onder het gewicht van de welvaart sleept Nederland zich naar de volgende eeuw. Struikelend over wie niet mee kan komen, loerend in de lege wereld van 'Big Brother', zich lavend aan de verveling als hoogste genot. En met de champagne onder handbereik, niet om de smaak maar om de chic van het moment. Op oudejaarsavond zal cabaretier Youp van 't Hek in een rechtstreekse televisieuitzending Nederland voor het laatst deze eeuw een spiegel voorhouden. Hij doet dat met een 'mond vol tanden A ien r ien minuten voor aanvang? Dan kan ik me nog net even scheren." Gretig als een jonge hond die de vrijheid ruikt draaft Youp van 't Hek even later stoppelvrij het toneel op. En even gretig vreet het publiek hem op. Een prikkelende wissel werking. Zo heeft hij het graag: cabaret volgens zijn eigen beproefd en ijzersterk recept. Een sper vuur van grappen, met als rustpunt hier en daar een beeldschoon liedje. Dat alles stevig verankerd in de raamvertelling 'Mond vol tanden', over een sprakeloos verbaasde veertiger tussen zijn negen jarige zoontje en de 95-jarige mevrouw Van Dijck. Eerder die dag heeft hij die vorm van conferen ce omschreven als 'slechts een kapstokje om wat grappen aan op te hangen'. Maar het is dan wel een kapstok die na een drie maanden durende reeks inspeelvoorstellingen is uitgegroeid tot een riante garderobe boordevol fantastische kleren. Want de conference werd al spelend nóg beter, nóg leuker, nóg actueler, nóg virtuozer, nóg spit ser. Net zoals Wim Kan destijds zijn conferences opbouwde. Ach ja, die oudejaarsavonden met Wim Kan. Ook Youp van 't Hek luisterde als kind 'natuurlijk' thuis als Wim Kan op oudejaarsavond voor de ra dio zijn conference hield. Maar die gretigheid naar het publiek, het grote spel van uitdagen, ont roeren en lachen, die ontstond bij hem vooral door de grammofoonplaat van zijn ouders met de eerste one-man-show van Toon Hermans in Car ré. „Dan hoorde je die enorme respons uit die zaal en die lach... Dat wilde ik toen later ook. En dat wil ik nog steeds. Als de voorstelling lekker loopt voel ik mij op het toneel zelfs vrijer dan in een gewoon gesprek. Maar hoe je dat bereikt, hoe je het spel met het publiek speelt? Het is natuur lijk de manier waarop je een grap vertelt, pauzes neemt. Het is een kwestie van timing. Hoe dat in het theater werkt valt niet uit te leg gen. Ga maar eens kijken op een middelbare school. Daar heb je op de 'bonte avond' altijd wel iemand die op het podium de aandacht trekt, die echt opvalt. Het is net als bij voetbal: opeens loopt er een Johan Cruijff op het veld die alle an dere speleïé paleert. Maar niemand weet hoe hij dat doet en hij kan het je ook niet uitleggen. Velen voelen zich tot het cabaret geroepen, maar slechts weinigen zijn echt uitverkoren. Veel jonge mensen proberen door te breken, maar als het publiek je niet wil, lukt het je niet. Je ziet tegenwoordig enorm veel stand-up-co- medians. Net als ik zelf eigenlijk ben, zij het dat ik optreed in een decor. Ik ben echt blij met die op leving, die nu mensen als Theo Maassen en Hans Teeuwen heeft opgeleverd en niet te vergeten de groep De Vliegende Panters. Ik hou wel van een beetje concurrentie." Golfbewegingen in de samenleving, trends, hy pes, Youp van 't Hek mag er zich in het theater graag druk over maken, maar met zijn oudejaars conference is hij intussen zelf behoorlijk onder werp van gesprek geworden. Op oudejaarsavond lekker thuis zitten met de conference van Youp Het moest een vrolijk boek worden met veel foto 's. En dat is er gekomen. Onder de titel 'Dat zijn leuke dingen voor de mensen undelde Paul van Vliet de komische types uit zijn rijke carrière. Bram van de commune, waar het allemaal mee begon, zal tevreden op televisie, lijkt het te winnen van alle ooit groots aangekondigde millenniumparty's. „Ik vind die belangstelling wel leuk. Die oude- jaarstraditie maakt dat je samen even kunt la chen, dat is met Wim Kan zo gegroeid. Het heeft ook iets van de dingen nog eens op een rij zetten. Hopelijk kan ik daarmee iedereen ook een beetje bij elkaar brengen. Al heeft wat ik zeg maar een klein effect, het is al mooi als iemand in de lach schiet bij een grap waarin hij zichzelf herkent. Daarom maak ik grappen over trends. Over die gekke oranje balletjes die mensen op de antenne van hun autoradio doen als het Nederlands elftal speelt. En over dat met z'n allen dragen van 'een Ajax-petje. Ik hou niet zo van dat uniforme van degenen die dat doen, dat kuddegevoel. Dat zegt iets over de mensen die dat doen. Het is toch een raar idee dat iedereen opeens 'Big Brother' kijkt? Ik maak daar een grap over en gelukkig wordt dat dan door iedereen herkend. Het is toch jammer dat we blijkbaar alleen nog daarover met elkaar kunnen praten. We hebben te veel. Het is ons te makkelijk ge worden om nog echt gelukkig te kunnen zijn. We hoeven er nog maar zo weinig moeite voor te doen om een beetje plezier te hebben. Nu heb ik zelf natuurlijk makkelijk praten, maar ik maak me daar toch een beetje zorgen over. Veel mensen zoeken hun amusement nu in extremen. Het moet steeds heftiger. Laatst stuittte ik op een avond bij het zappen op een uitzending van Vero nica: pure pornografie. Van mij mag het allemaal best, maar het is zo plat." „Moet je op vrijdag- en zaterdagavond laat eens in Amsterdam op het Rembrandtplein komen. Daar staat de ME op voorhand al klaar om op te treden. Want daar zie je geen mensen die gewoon gezellig een beetje dronken zijn, zoals ik zelf ook wel eens een beetje lam ben, maar daar kom je mensen tegen die zo lam zijn dat het niet leuk meer is. En die slikken daar dan ook nog pillen bij. Als ik ze op weg naar huis voorbij loop, over komt het me wel eens dat ik zo'n vijftien jongens van me af moet schudden. Ik vind het leuk als er een paar 'Hé Youpie.J' naar me roepen, maar dit? Ik betrap me er ook al op dat ik steeds vaker met vrienden thuis blijf. Er is in de maatschappij iets goed mis. Ik merk dat ook bij het voetbal. Dat is nu zo commercieel geworden dat ik me afvraag waarom ik er eigen lijk nog naar toe ga. We zijn nu zelfs al zo ver dat ik blij ben als de spelers in de rust nog niet van shirt hebben gewisseld omdat de tegenpartij hen beter betaalt. Clubs zijn bedrijven geworden, dus voor wie staat het publiek nu nog te juichen? Na tuurlijk zou ik daarom niet meer naar voetbal wedstrijden moeten gaan. En ik heb echt ook al eens serieus overwogen om mijn seizoenkaart voor Ajax terug te sturen. Ik had het ook al bjjna gedaan, maar daarvoor zit het voetbal me dan toch weer net te diep in de genen. Ik snap allemaal wel waarom het zo gaat, maar ik zie het Ajax van vroeger niet meer. Toch blijf ik gaan. En intussen zijn al die spelers voor mijn Youp van 't Hek: „Alle idealen zijn bereikt, Nederland is klaar. We hebben alles en we hebben te veel." zoontje nog helden. Toen Litmanen laatst bij ons thuis was, wilde hij toch even met hem op de fo to. Ach, ik ben voor deze tijd gewoon te veel ro manticus. Dat is ook de reden waarom ik vind dat mijn publiek moeite moet doen om aan een kaartje te komen. Ik wil geen zaal vol mensen die komen omdat ik in hun abonnement zat. Als het publiek heeft moeten knokken voor een kaartje, zal het ook zin hebben in de voorstelling. En ik dus ook. Dan probeer ik een nóg leukere voorstelling te spelen. Met die sfeer kan het in de zaal gaan knetteren. Dèt is nou een stukje roman tiek waar ik in geloof. Daarom wil ik geen groepen in de zaal want die reageren anders dan mensen die met z'n tweeën komen. Met je zoon naar het voetbal gaan is toch ook veel leuker dan met 'de zaak'?" Is de gang van zaken rond het voetbal zo'n beetje een metafoor geworden voor de commer cialisering van de hele maatschappij? „Ga nou eens kijken in Egmond aan Zee. Door de com mercie is dat toch een totaal andere badplaats ge worden! En je hoort dan ook wel eens praten over Marbella en die verhalen geloof je dan niet. Maar toen ik eens met mijn vrouw door Spanje reisde ben ik daar ook even gaan kijken en het was echt waar. Ik heb daar wel eens op televisie wat over gezegd en toen kreeg ik van een mevrouw, heel lief, een ansichtkaart waarop je zag hoe het daar vroeger was. Dat je daar een flatje bouwt, oké, maar dat je daar rijen dik bouwt en dat je daar nog naar toe wilt, dat begrijp ik niet. Net zo goed als dat je in het stadion skyboxen hebt. Op zich is dat prima. Maar dat je daar ook wilt zitten...? We leven in een culturele eindtijd. Kijk maar om je heen: de wereld wordt er als geheel niet leuker op. We zullen ons straks alleen nog maar willen amuseren en liefst zo makkelijk mogelijk. En waarom? Alle idealen zijn bereikt, Nederland is klaar. We hebben alles en we hebben te veel Luister maar naar Radio 1. Want waar gaat het daar nog over? Files en treinen, dus over welvaart. Het gaat goed met ons, maar intussen is het alle maal ook veel minder leuk geworden. De hele dag loop je voor van alles te betalen. We leven in zo'n geweldige luxe, maar zelfs een beetje informatie over hoe laat de trein vertrekt kost al geld. Met realisme kijk ik vooruit, maar ik voorzie geen vro lijke toekomst." En nu dreigt de socialistische VARA ook al een commerciële omroep te worden. „Ik denk dat ze alleen maar een politiek spelletje spelen. Op zich is het niet zo heel erg als de VARA echt commer cieel wordt. Het hangt af van de manier waaróp ze dat willen doen. Maar of ik dan nog met ze door wil gaan? Ze hebben natuurlijk wel al mijn programma's uitgezonden en ook deze oude jaarsconference zit bij de VARA. Maar zodra ik op de nieuwjaarsreceptie naast Robert ten Brink kom te staan, moet ik toch gaan uitkijken." Youp van 't Hek realiseert zich zeer wel dat er na de top die hij bereikte ook een dal kan komen. „Het kan altijd weer minder gaan. Daar sta ik trouwens niet zo bij stil, ik ben niet bang voor mezelf. Die rijen voor de kassa vind ik nog steeds geweldig. Dat beeld benauwt me echt niet. Ik werk nu nog lekker door aan de conference en daarna ga ik een tijdje niks doen. Gewoon wat rondkijken, columns schrijven en nadenken over een nieuw theaterprogramma voor Carré en Luxor. Niets is leuker dan nieu.we dingen doen. Daarom vind ik het helemaal niet erg om zo'n ou: dejaarsconference maar drie maanden te spelen. Trouwens, het meeste van wat ik maak is tijd gebonden. Liedjes als 'Flappie' en Wie weet hoe laat het is?' zijn tijdloos, net als het verhaal over het stapelbed. 'Lenen lenen, betalen betalen' is zelfs weer actueel. Maar waarom zou ik die din gen blijven doen? Je moet door, ook voor jezelf. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER ROB HENDRIKS Daarentegen vindt Herman Finkers het juist leuk om een programma drie jaar door te spelen. Ver der heeft mijn uitgever mij gevraagd een roman te schrijven. Maar de vraag is of ik dat kan. Moet je daarvoor niet ouder zijn en wijzer? Ik ben te veel een sprinter, terwijl je voor het schrijven van een roman juist een stayer moet zijn." Youp lijkt milder te zijn geworden. „Natuurlijk, ik heb al wat mensen begraven. En de klok tikt voort. Je wordt ouder en dan is er maar één waar heid: de dood. In dat licht is alles wat je doet zo betrekkelijk. Maar ik ben in mijn voorstellingen nooit hard geweest om hard te zijn, ook al is het leven intussen wel dertig keer harder geworden. Ik maak bijvoorbeeld wel eens grappen over Wil- lem-Alexander, maar het is een aardige jongen. We hebben wel eens met elkaar gesproken; hij weet dat hij de kroonprins is en ik de komiek. Je moet er trouwens voor waken dat een voor stelling te hard aankomt. Want zodra de komiek zichzelf serieus neemt gaat het fout. Een voorstel ling met een lichte toon blijft bij het publiek veel beter hangen. Met deze oudejaarsconference wil ik dan ook niet meer dan de mensen een uurtje plezier bezorgen. Dat is de bedoeling. Sommigen zullen straks de conference uit het hoofd kennen. Dat is leuk, maar als ze mij straks op televisie wegzappen is dat ook goed. Ik weet dus niet of het een eer is dat ik op televisie de laatste oude jaarsconference van de eeuw houd. Ik ben wars van glamour. Ik kom straks gewoon het toneel op, maak een diepe buiging voor het publiek en dan doe ik mijn werk." HANS VISSER 'Mond vol tanden'; oudejaarsconference van Youp van 't Hek; rechtstreekse tv-uit- zending vanuit het Nieuwe de la Mar Thea ter; VARA, Nederland 3, 22.30 uur. zijn. Want: "Wham, recht voor z'n raap. Goed, hè? Oeoehl' jl^en hele generatie onderwijskrachten e «ft het - tot wanhoop aan toe - geweten it Paul van Vliet Nederland kennis liet ma- en met Majoor Kees. 'Zijn er nog vragen....?' Ie klas bulderend in koor: "Vraaége...? Géén iJage!' En Majoor Kees was er ook in het dit van pakjesavond. Met 'Sinterklahaas' r :t hij menigeen inspiratie putten uit zijn rij- a elarij: 'Voor Cor een pen die schrijve ken'. Drtom: leuke dingen voor de mensen. Maar cabaretteksten zijn lang niet altijd )k leuke dingen voor de mensen om te le- 7i. Dat vraagstuk hield ook Paul van Vliet olgend jaar 65) bezig bij zijn plan om de ty- es die hij op het toneel zette, samen te engen in een boek. „Het gevaar is, dat je man op het toneel mist. Ik geef toe dat het tie type zich voor lezen beter leent dan het idere. Toen ik het boek samenstelde, heb ik probeerd de spreektaal iets te veranderen leestaal. Bij 'Bram van de commune' is dat ijwel onmogelijk, want die hangt op dat éle specifieke 'weet je wel' en dat gedans- n die man. Bram moet je er echt bij zien. aar ik vind het ook wel weer leuk dat de ntasie van de mensen wordt aangezwen- ld, in deze tijd waarin je alles krijgt voorge- hoteld. Dat je zelf ook een beetje je best loet doen als je het leest." Hij is niet over één nacht ijs gegaan. „Ik Bb als test een heleboel mensen de tekst la- n lezen. Zo van 'Is 't op schrift ook nog luk?' De reacties waren unaniem positief; Ien heb ik het aangedurfd. En wat ook een den was om het boek uit te geven: een he- 'Dat zijn leuke dingen voor de mensen Paul van Vliet, Majoor Kees, Bram van de commune en De Boer. Foto's resp. Pan Sok, PR, Total Photo, United Photos de Boer. leboel van die nummers staan niet op cd, zijn niet meer te krijgen." Wat de inhoud een extra dimensie geeft, zijn de notities die elk type begeleiden en een soms verrassend inzicht geven in hun ontstaan. Het begon allemaal met 'Bram van de commune' in het laatste programma van Cabaret PePijn, Opus 4 (1969-1971). Achteraf beseft Paul van Vliet dat hij nog verder terug in de tijd moet gaan. In november was er bij Minerva in Leiden een eenmalig heroptre den van het Leidsch Studenten Cabaret, waarbij de toenmalige rechtenstudent Van Vliet zijn carrière begon, met Floor Kist en pianist Kaj van Oven. Bij de voorbereiding van dat programma kwam Van Vliet tot de ontdekking dat daar de oorsprong van Bram gezocht moet worden. „Toen had ik ook een Bram. Die woonde in het oud-minister Rut- ten-studentententenkamp, destijds een op lossing voor de studentenwoningnood. Bram was de gangmaker in dat kamp. Zo'n negen jaar later, in de hippietijd. kwam Bram in eens weer bij me op en heb ik een nieuwe versie geschreven, die mij boven het hoofd groeide. Het werd te gek, een rage." In 1971 liet Paul van Vliet Bram dan ook naar Tibet liften 'om zichzelf te zoeken'. Na Bram kwam 'Majoor Kees' (in het pro gramma Avond aan zee. 1971), die hij na zijn diensttijd al af en toe in kleine kring had op gevoerd. Daarop volgde een niet minder hi larische 'Sinterklahaas'-versie waarmee de cabaretier de hitparade bestormde en het tv- programma Toppop haalde. „Ik bleek mijn humor het beste te kunnen verpakken in die gekke mannen en zo zijn ze in mijn leven meegelopen. Het echte lachen komt van die komische mannen. Ik ben niet zo'n confe rencier die 'gewoon' grappen maakt. Ik moet in de huid van een ander kruipen." Zo volgden ze elkaar spontaan op: 'De Boer' (met zijn onvergetelijke 'Dat zijn leuke dingen voor de mensen'), 'Rinus in Torre- molinos', 'Baron Taets van Avezaethe', 'Arie', 'Haagse Benny', 'De Breedbekkikker' en 'jonkheer Charles van Tetterloo jr'. Paul van Vliet over zijn typetjes: „Soms lukt het niet om iets nieuws te vinden. En als het niet vanzelf gaat, moet je het niet doen. Dan wordt het geforceerd en geforceerde humor is nooit leuk. Dus heb ik ook wel eens een programma zonder komisch type ge daan. Dan krijg je dat rare snobisme, dat mensen zeggen: 'U kunt nu best zonder'. En als je daarna weer met een type komt zeggen ze: 'Ha, fijn. We hebben het toch wel gemist'. Je moet eigenlijk naar niemand luisteren en met een gezonde portie eigenwijsheid ge woon je eigen dingen doen. anders word je horendol van alle adviezen." Een jaar of tien geleden kwam er een ver andering in Van VTiets optreden. Hij wilde het niet meer alleen hebben van komische types. „Mijn liedjes zijn minstens zo belang rijk geworden. Daar ben ik wel blij mee, want daar zitten meer persoonlijke en ernstige dingen in. Die liedjes zijn voor een selectie ver publiek, het luisterpubliek. Maar het lachpubliek is natuurlijk oneindig veel gro ter." Zo'n tweehonderd van die liedjes kun nen nagelezen worden in het boek Er is nog zoveel niet gezegd...'. Dit voorjaar kwam daarvan een uitgebreide herdruk op de markt, waarin ook teksten uit zijn laatste show zijn opgenomen. Na zijn tour de chant met het Residentie Orkest, verdween Paul van Vliet voor even van het toneel. Hij zette hij zich in voor Uni cef en ging aan de gang met de voorberei dingen voor zijn vorige week uitgezonden tv- show 'Waar waren we gebleven'. En verder? „Daar ga ik na 1 januari eens rustig over denken. Ik heb altijd gezegd: flauwekul, alle gedoe rond 1 januari 2000. Heel gek. Hoe dichter die datum naderde, hoe meer ik alles ben gaan uitstellen; een soort blokkade. Maar iets stond toen al vast: volgende zomer met een gedeeltelijk nieuw programma in het Circustheater in Scheveningen. Het wordt een tour de chant. Want dat is mij heel goed bevallen. Ik voel mij nu het meest thuis in mijn gezongen teksten." FRANS P.J. DOELEMAN Paul van Vliet: 'Dat zijn leuke dingen voor de mensen'; uitgeverij De Fontein bv; 29,90

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 7