Girlpower aan het sportfront
Eeuw-mai
VRIJDAG 24 DECEMBER 1999
308
ERSTBIJLAGE
vrouw kan haar lichaam stalen,
keihard trainen om te excelleren in de sport,
records verbeteren, driemaal olympisch
goud winnen en daarmee uiteindelijk on
sterfelijke roem vergaren. Maar kan ze ook
een man vinden? Dat was een van de bran
dende vragen waar de Amerikaanse atlete
Mildred Babe' Didrikson mee werd gecon
fronteerd na haar goldrush (speer, horden,
hoog) tijdens de Spelen van Los Angeles in
1932.
Vrouwen werden in die tijd nog gezien als
het zwakke geslacht. Een sterke, atletische
vrouw diskwalificeerde zichzelf, keerde de
man tegen zich omdat die zich niet langer
superieur aan haar zou voelen. Didriksons
glorie werd tegelijkertijd haar bedreiging. De
afgelopen decennia heeft de vrouw hard aan
de weg getimmerd om de historische achter
stand ten opzichte van de man weg te poet
sen. Daarbij vaak gretig gebruik makend van
de kennis en verworvenheden van de man
nen.
Op de eerste Olympische Spelen waren al
le 245 deelnemers mannen. Sport was in die
tijd (1896) nagenoeg taboe voor de andere
sekse. Volgens de toen geldende nonnen en
waarden kon de vrouw psychisch en fysiek
geen sport bedrijven. Ze zou bijvoorbeeld
nooit meer kinderen kunnen baren, er zou
den snorhaartjes gaan groeien. Kortom, ze
zou er langzaam uit gaan zien als een man,
er misschien wel een willen zijn.
Nadat zes vrouwen van totale uitputting
tegen de vlakte gingen na de 800 meter van
de Spelen in Amsterdam (1928), verschenen
alarmerende berichten in de kranten. Me
disch specialisten hieven vermanend de vin
ger en verbreidden de waarschuwing dat
vrouwen door deze duursporten sneller oud
zouden worden. En prompt verdween de 800
meter van de wedstrijdkalendér. Tot 1960
zouden vrouwen op grote toernooien alleen
maar wedstrijden lopen tot en met de 200
meter. In de eerstvolgende jaren daarna wer
den ze bovendien verplicht om eerst een fit
heidstest af te leggen alvorens ze tot een 800
meter-race werden toegelaten.
Vrouwensport was vreemd, buitensporig,
exceptioneel en ondervond weinig waarde
ring. Toch jubelde heel Nederland ten tijde
van Fanny Blankers-Koen. Viermaal goud in
1948. In de Engelse pers echter kwam er on
verbloemd scherpe kritiek: „Hoe hèèlt deze
huismoeder het in haar hoofd
Eigenlijk begon de vrouwensport pas in de
jaren zeventig een beetje tot wasdom te ko
men. De Russische turnster Olga Korbut
kluisterde in München (1972) het publiek
aan de tv. Ze gaf het communisme na haar
falen in de allroundfinale een menselijk ge
zicht met tweemaal goud op individuele dis
ciplines. Vier jaar later veroverde de veer
tienjarige Roemeense Nadia Comaneci aller
harten. Niet zoals Korbut met haar persoon
lijkheid, maar met durf en bravoure. Ze werd
beloond met de eerste tien in de turnge-
schiedenis. „Ik heb laten zien dat vrouwen
ook perfect kunnen zijn. Niet alleen goed,
maar perfect", zo brak Comaneci een lans
voor de vrouwensport.
Sindsdien is de strijd der seksen pas echt
goed losgebrand. Claire Spauwen herinnert
zich haar begintijd op de marathon nog
goed. De Limburgse onderwierp zich als een
van de eerste Nederlandse sportvrouwen aan
de klassieke afstand. Rebellie aan het atle-
tiekfront. Want menigeen vroeg zich af hoe
die frêle beentjes zoveel inspanning konden
verstouwen. „Maar ik leef nog! We werden
gedoogd, maar nog niet geaccepteerd", zegt
Spauwen nu. „Ik merkte wel dat veel ogen
op me gericht waren. Vrouwen volgden mij
met grote belangstelling. Ik ben blij dat ik er
in slaagde om anderen te laten zien dat het
leuk is om aan duursport te doen."
Het kostte haar ook ovenedings- en over
tuigingskracht. Spauwen was net als vele an
dere vrouwen een eenlinge in een pure man
nenwereld. Ze moest continu opboksen te
gen de vooroordelen. De begeleiding van
vrouwen stond bovendien in de kinder
schoenen. Ook over training was nog maar
weinig bekend. Maar spoedig zouden de
vrouwen aan een inhaalrace beginnen. Spor
tief feminisme. Ze waagden zich - voorzich
tig, dat wel - aan typische mannensporten
als voetbal, hockey, basketbal, polsstoksprin-
gen, kogelslingeren en wielrennen.
Man tegen vrouw. Pure kracht versus le
nigheid en uithouding „De vrouw blijft, of
schoon ze dat misschien niet wil horen, al
tijd zwakker dan de man", zegt oud-zwem
ster Ada Kok. „De vrouw is heel lang gedis
crimineerd", stelt oud-schaatser/weten-
schapper Harm Kuipers. „Nu lijkt ze echter
een vaste plek te hebben veroverd in de
sport. De inhaalslag is bijna voltooid. Het
verschil met de man is teruggebracht tot
normale fysiologische proporties."
In de zwemsport benaderen de prestaties
van de vrouw die van de man nog het
dichtst De kloof tussen de wereldrecords
bedraagt slechts 8,5 tot 12,5%. Wat heel op
merkelijk is: des te langer de zwemafstand,
des te kleiner het verschil met de mannen.
Op het onderdeel kanaalzwemmen is het
nog maar marginaal. „Door haar vetmassa
raakt de vrouw minder snel onderkoeld en
drijft ze beter", aldus Kuipers. In de atletiek
lopen de vrouwen nog altijd gemiddeld zo'n
Olga Korbut tumpropagandiste op de Spelen van München '72.
'Maar de vrouw zal het nooit van de man winnen'
De vrouw in de sport is lang miskend geweest. Ondergewaardeerd, qua prestatie en qua beloning. Het
emancipatieproces kwam maar moeizaam op gang. Aan het eind van dit millennium lijken de voornaamste
hindernissen echter genomen. 'Maar de vrouw zal het nooit van de man winnen
Anna Koumikova: belangrijke rol in het aanzien van damestennis.
foto archief reuters
Claire Spauwen: een van de eer
ste Nederlandse vrouwen op de
marathon. foto archief anp
Tegla Loroupe viel op met haar
zege in de marathon van New
York. foto archief ap
Mildred 'Babe' Didrikson: haar glorie werd
haar bedreiging.
foto spaarnestad foto archief
Maiy Lou Retton: twintig miljoen dollar rijker dankzij
Olympische optredens. foto archief ap
tien tot twaalf procent achter bij de mannen.
Er is echter één grote uitzondering: wijlen
Florence Griffith-Joyner. De Amerikaanse
heeft uitgerekend op de kortste afstanden de
marges aanzienlijk weten te reduceren (7,1%
op de 100 meter en 8,2% op de 200 meter).
Van gelijkheid is nog geen sprake. Slechts
incidenteel kan de vrouw met de man wed
ijveren. Zoals bleek tijdens de Spelen van
Barcelona in 1992. De Chinese Zhang Shan
had zelfs een heuse primeur. Zij was de eer
ste vrouw die olympisch goud bemachtigde
in een gemengde wedstrijd: sportschieten,
onderdeel skeet.
Het grote probleem van de vrouwensport
is de mondialisering. Vrouwen stuiten nog
maar al te vaak op culturele en/of religieuze
weerstanden. Eenmaal succesvol, groeien ze
echter uit tot een symbool van de vrijgevoch
ten vrouw. Tegla Loroupe was de eerste Ke-
nyaanse atlete die een grote marathon (New
York) won, Ghada Shouaa de eerste Syrische
met een atletiekwereldtitel, en de Australi
sche Cathy Freeman zette de aboriginals op
de wereldkaart van de sport
In sommige islamitische landen - zoals
Iran - is het nog steeds verboden voor vrou
wen om voor de ogen van mannen sport te
bedrijven. De Algerijnse atlete Hassiba Boul-
merka werd in het verleden zelfs regelmatig
door de gewapende islamitische beweging
GIA met de dood bedreigd, om de simpele
reden dat ze atlete was. Ze vormde een ge
vaar voor fundamentalisten. Tegelijkertijd
ontplooide ze zich als een symbool voor de
jeugd en liet ze zien dat vrouwen zich niet
hoeven te verbergen achter een sluier.
Voorzichtig, behoedzaam expandeert de
vrouwensport. Op de Olympische Spelen in
Atlanta 1996 waren er 'nog slechts' twee keer
zoveel mannelijke als vrouwelijke sporters.
Had sport voor vrouwen vroeger een
hoofdzakelijk vrijblijvend karakter, tegen
woordig kunnen ook zij er een fortuin mee
vergaren. Turnster Mary Lou Retton hield
aan haar Olympische optredens in 1984 zo'n
slordige twintig miljoen dollar over.
De commerciële markt stort zich steeds
vaker en met steeds meer geld op de vrou
wensport. Nike, bekend om zijn hart voor de
atletiek, stak de afgelopen jaren ook 35 mil
joen dollar in een project rond vrouwenbas
ketbal en vrouwenvoetbal. Guard Sheryl
Swoopes tekende een contract en verwierf
als eerste een Nike-schoen met haar naam
erop. Het vrouwenvoetbalteam van de VS
sierde onlangs zelfs de voorpagina van Time.
Volgens recente studies trekken tennis,
bowlen en paardensport meer vrouwelijke
dan mannelijke kijkers. De Winterspelen van
1994 kluisterden zelfs wereldwijd meer vrou
welijke dan mannelijke liefhebbers aan de
buis (57 tegen 43 procent). En vijf jaar gele
den gaven in Amerika voor het eerst meer
vrouwen dan mannen geld uit voor sport-
schoeisel (6 miljoen dollar tegen 5,6 miljoen
dollar).
De vrouwensport is booming. „De voetbal
wereld ging open voor vrouwelijke arbiters
en iedereen heeft met verbazing gekeken
naar de gekte rond het WK vrouwenvoetbal",
zegt Karei Janssen van het bureau Sport Pro
motion.
Een van de meest geëmancipeerde spor
ten is het tennis. „Damestennis is een stuk
populairder dan pakweg vijf jaar geleden",
weet Marcel Hunze van het sportmarketing
bureau Octagon. „Dat komt omdat het ni
veau behoorlijk gestegen is, vooral ook door
de uitstraling. Martina Hingis, de zusjes Wil
liams en met name Anna Koumikova heb
ben daar aan bijgedragen. Iedereen verklaar
de ons voor gek toen we vijf jaar geleden in
Rosmalen een vrouwentennistoemooi be
gonnen. Het is echter een groot succes ge
bleken."
Maar: de man zal de vrouw in de sport
voorlopig de baas blijven. Wetenschapper
Harm Kuipers: „De vrouw heeft minder
spiermassa, minder bloedvolume, meer vet.
Het hart van een vrouw kan minder bloed
per minuut rondpompen dan dat van een
man. Daarom gaat de vrouw het nooit van
de man winnen."
Desondanks zal de vrouwensport het ko
mend millennium meer dan ooit in de
schijnwerpers staan. Zeventig jaar na Mild
red 'Babe' Didrikson zijn de vooroordelen
verdreven en is de emancipatie bijna vol
tooid. En over het vinden van een echtge
noot hoeft geen enkele sportvrouw zich nog
zorgen te maken. Want uiteindelijk kreeg
ook Didriksen haar ware. Zij trad enkele ja
ren na haar gouden triomfen in het huwelijk
met George Zaharias, een worstelaar.
FRANS DREISSEN
Het eerste wat ik ga noemen, is zek
radio. De eerste radio-uitzending
van rond 1920. De radio is er trouwer
snel ingekomen. Al voor 1940 hadder
mensen een eigen radio, dikwijls zelf
bouwd. Het belang van de radio voor
taal lijkt me enorm geweest Voor het
in de geschiedenis konden gewone n
massaal andere soorten Nederlands 1
dan dat van hun eigen stad of streek,
praktijk: het algemeen beschaafde Nr
lands van het westen van Nederland,
kon je dat voor die tijd buiten de Holl
steden horen? Nauwelijks. Wie in Zut
Hasselt, Breda of leper woonde, hoor
voordien weinig anders dan Zutphen
Hasselts, Bredaas of lepers. Een enke
minee of priester van elders, soms ee
politiek spreker, en dat was het dan. 3
de meester op school kende meestal
anders dan de taal van de streek. In g
schreven vorm bestond er een stand,
taal, maar de klanken waren overal ar
Dat zijn ze nog steeds een beetje, ma
tussen kunnen we elkaar wel allemaa
staan. We zijn naar elkaar toe gegroei
dat is voor een niet gering deel te dan
aan de radio. Na 1950 kwam daar de
sie bij, maar die heeft in feite slechts
voortgezet die rond 1920 begon. Je ka
mopperen over de verloedering van 1
taalgebruik ten gevolge van radio en I
maar dat is niet erg eerlijk. Zonder ra
tv zou er helemaal geen gesproken st
lijijqtrcfta^geweest zijn.
,VI# jtej^lio ga ik de telefoon noema
11 telefoon is strikt genomen ouder d
radio, want honderd jaar geleden bes(
er al een telefoonnet. Alleen: zeer weii
mensen hadden er zelf een. De telefol
langzamer gemeengoed geworden daj
radio. Hoe dat komt, weet ik niet. In d
ren vijftig had nog steeds lang niet ietj
een eigen telefoon. Dat is pas vanaf ol
veer 1960 zo. En dan duurt het nog ea
le poos voordat de telefoon intensief
bruikt wordt. Rond 1980 zijn we zo va
we vrienden en familie met schoolga^
kinderen amper meer kunnen bereikd
steeds maar in gesprek, doordat de li^
jeugd uren achtereen met vriendjes e)
vriendinnetjes belt. Het probleem lijk
gen het einde van de eeuw min of me
gelost met gsm's-en een tweede lijn.
Het belang van de telefoon voor de ta
schiedenis is heel anders dan dat van
dio. Ik geloof namelijk niet dat de tela
veel heeft bijgedragen tot een algemej
uitspraak. Wel komen ze in zoverre o\
dat beide efen grote stap betekenen va
schreven taal naar gesproken taal. Ma
verbreiding van de telefoon maakte ei
massa brieven en briefjes plaats voor|
sproken contacten. Wat de mensen in
in 1930 of 1950 dachten en deden, kui
we tamelijk goed achterhalen doordaj
zoveel brieven bewaard bleven. Wat <j
mensen in 1970 en 1980 met elkaar b<
ken, dat weten we nauwelijks meer. T|
komstige historici zullen het er nog ni
lijk mee hebben.
De derde belangrijke gebeurtenis vel
taal lijkt me de invoering van e-ma
Hoe belangrijk, valt nog niet te zeggeij
belang van radio en telefoon bleek pa
dertig of zestig jaar. E-mail is pas vijf j
op grote schaal in gebruik. Brengt e-n
ons weer terug bij het geschreven woi
Of is dat maar tijdelijk, en kunnen we|
nen afzienbare tijd gesproken mails vl
ren?
Intussen vraag ik me af wat onze vod
ders anno 1900 genoemd zouden hl
als de belangrijkste ontwikkelingen vil
toen voorbije eeuw. Ook al werd het 2
voor de radio gevraagd, kerstbomen v
nog niet in zwang dus ze konden er n
over nadenken.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
Doordat we dit jaar geen kerst
boom kochten, had ik alle tijd
eens na te denken over de afgt
pen eeuw. Er is een radioprogi
ma over taal en daar willen ze
ten wat volgens mij de hoogte[
ten of de dieptepunten zijn ge
weest. Qua taal dus. Wat zijn,
terugkijken, de belangrijkste gi
beurtenissen geweest voor oru
taal in die honderd jaar? Daar
over na te denken, want ik mo
straks wel met een beetje zinni
antwoord komen. Drie dingen
ik noemen. Hoe langer ik erovi
denk, hoe meer ik begin te ver
den dat mijn antwoord hetzelf
zal zijn als dat van iedereen. W
aan, dat moet dan maar.