Alledaags geloven in de Lodewijkkerk
<D.
)AG 24 DECEMBER 1999
610
1 \ERSTBIJLAGE
wijkkerk drie priesters en twee assistenten
actief. Hedentendage zijn er voor de hele
stad vier priesters. Mijn pastoraal assistente,
zuster Maria, is er voor de zielzorg en rijdt
me naar de ziekencommunie. Een huis
houdster is er niet meer bij tegenwoordig",
verzucht hij. Vreeburg is dagelijks om kwart
over zes uit bed en gaat er 's avonds pas om
elf uur weer in. „Helaas heeft een dag maar
vierentwintig uur."
Maandag is de enige dag waarop hij het
zich kan veroorloven het wat rustiger aan te
doen. Dat mag ook wel na de topdrukte van
de zondag ervoor. Maar een stapje minder is
bij Vreeburg nog geen vrije dag en van colle
ga's die de maandag wel als zodanig be
schouwen, moet hij niets hebben. „Veel ker
ken houden zich niet meer aan de officiële
kerkleer. Zo valt Allerheiligen, een feestdag,
dit jaar op maandag. De meeste kerken vie
ren dit echter de dag ervoor omdat maandag
de vrije dag van de priester is." Vreeburg
niet. Die volgt de kerkelijke wetten. „En dus
houd je dagelijkse diensten. Sommige men
sen denken 'ach het zal wel een hobby van
die pastoor zijn', maar zo is het niet. Het is
voorgeschreven en daar houd ik mij aan.
Waarschijnlijk loopt deze kerk daarom nog
zo goed."
A. Lagerberg, een van de jongeren in het ge
zelschap, is Vreeburg eveneens zeer erkente
lijk. Licht verbitterd zegt hij dat de meeste
priesters 'er al op hun 65ste uit zijn'. Vroeger
ging Lagenberg naar de St. Petruskerk aan de
Lammenschansweg. Hij is nog gedoopt in
het voormalige Kruisherenklooster in Zoeter-
woude. Mede door toedoen van zijn vader is
hij de kerk nog trouw. Hij denkt met een
warm gevoel terug aan de Latijnse missen
die hij samen met zijn vader bezocht: „Het
herbeleven van vroeger, dat je met je vader
meeging, de emotie die sommige liederen
losmaken, evenals de preek. Ik ben één van
zeven kinderen, die allemaal hetzelfde zijn
opgevoed maar ik ben een van de weinigen
die nog gaat. Het zal de tijdsgeest wel zijn.
De mensen hebben het te druk en te goed."
De roomsen hebben het laten afweten in
het onderwijs, vindt Vreeburg. „En zonder
onderwijs red je het niet. Wat dat betreft ben
ik jaloers tip de protestants-christelijke, die
doen stukken meer op de scholen. Een hoop
priesters hebben niet eens meer toegang tot
het onderwijs en medewerking aan de heili
ge communie krijg je ook vaak niet meer. In
het gunstigste geval zijn er nog wat 'projec
ten'. Kinderen hebben ook zoveel te doen te
genwoordig. Ze moeten naar school, spor
ten, hangen, internetten, geld verdienen.
Vergeet vooral dat laatste niet. Laatst vroeg
de zuster aan een jongetje of hij misdienaar
wilde worden. Kreeg ze als reactie: 'Wat be
taalt dat...?'."
„Het is uil de lijd om te gaan", meent S.
van Winden. „Ik werk bij de gemeente Was
senaar en ik bespeur bij m'n collega's weinig
animo voor Onze lieve Heer. Op maandag
gaat het nooit over de mis op zondag maar
over voetbal of over andere wereldse ge
neugten zoals wie het met wie heeft gedaan.
Ik bezoek de Lodewijkkerk nu twee jaar en
vooral de Latijnse mis doet me heel erg veel.
Zo veel zelfs dat ik wel eens vergeet te bid
den. De tranen springen me dan in de ogen.
En wat anderen daarvan denken zal me een
zorg wezen."
WIM KOEVOET
MARIJN KRAMP
'Wapen tegen negativisme en materialisme in de wereld'
Kaartverkoop voor de missen, uitverkochte banken, en dringen voor de kerkdeuren. Met kerst ziten de godshuizen
afgeladen vol mensen die een keer per jaar de mis bezoeken voor de 'sfeer' en het 'kerstgevoel'. In teel kerken zijn de
banken de rest van het jaar akelig leeg, maar niet in de Lodewijkkerk aan de Steenschuur in hartje Leiden. Hier zoeken
elke zondag zo 'n zevenhonderd mensen hun heil. En ook doordeweeks bezoekt een trouwe schare geUvigen de missen van
pastoor Vreeburg. Op zoek naar inspiratie, rust en bovenal de communie.
maar voor het sfeertje. Slechts een enkeling
raakt bekeerd en keert terug, Dat is allemaal
nog tot daar aan toe. Maar waar ik me nog
het meest aan stoor is dat ze dan nog ter
communie gaan ook. Het is toch zeker geen
toneel...?!"
Ook op deze regenachtige maandagavond is
de kapel naast de kerk goed gevuld. Vreeburg
gaat deze mis niet zelf voor. Hij is bezig met
een rondrit langs de zieke parochianen. Hij
brengt de communie bij hen thuis. Zijn as
sistente zuster Maria Magdalena Verwer is
de chauffeur. Direct nadat de mis ten einde
is, steekt Vreeburg zijn hoofd «tussen de
wand van gordijnen door. Hij herhaalt de
oproep die hij een dag eerder ook deed: pa
rochianen die 'voor de krant' willen deelne
men aan het groepsgesprek over hun bijzon
dere parochie, moeten hem volgen. Maar
liefst dertig mensen zitten even later klaar
om in te gaan op vragen over hun geloof, de
parochie van de H. Lodewijk en de reacties
van hun omgeving.
G. Weber, 42 jaar, ffijt het spits af. Hij gaat
elke zondag en een keer doordeweeks. Hij is
drie jaar geleden katholiek geworden. „De
mis is heilzaam voor mijn geest", zegt hij,
„een wapen tegen het negativisme en het
materialisme in de wereld." Weber was tot
zijn bekering doopsgezind. Daar ging het er
nogal intellectueel aan toe. „En de dominee
was vijf keer per jaar met vakantie."
Dat staat op gespannen voet met zijn idea
lisme. Dankzij contacten die hij heeft opge
daan in het Inloophuis Psychiatrie aan het
Leidse Rapenburg is Weber bij Lodewijk te
rechtgekomen. „In het begin heb ik erg moe
ten wennen. Ik was in gevecht met de leegte
in mezelf. Dat ik nu weer ergens bij hoor,
voelt goed. Het is de structuur die me helpt."
Die structuur, zeg maar het parochiegevoel,
is voor mevrouw Lafeber van minder groot
belang. „Ik ben geen groepsmens. Dat ik
toch liever naar een parochiekerk ga, is om
dat je dan van elke dag weet, dus niet alleen
in*het weekeinde, wat er gebeurt. Alle dagen
van het liturgische jaar worden genoemd. De
meeste andere kerken komen niet verder
dan een weekendgeloof." In de Lodewijk
kerk, zegt Lafeber, kun je nog alle sacramen
ten volgen, inclusief de biecht. „Hier vind ik
kortom het echte rooms-katholieke geloof. Ik
heb nooit ingezien waarom dat veranderd
zou moeten worden. De oude sacramenten
vormen de basis van de rooms-katholieke
kerk. Naar kerken die daarnaar handelen,
moet je zoeken. En ik wil niet hebben gezegd
dat ik hier kom omdat de dingen hier zijn
zoals ze vroeger waren. Dat klinkt me te oud
bakken."
J. Mank: „Ik zie de andere parochianen
wel maar ik heb weinig contact met ze. Voor
mij is de kerk niet op de eerste plaats een
plek voor ontmoetingen maar een onderdeel
van het Mystieke Lichaam van Christus. Wij
worden gevoed. En zo worden wij één."
Alom instemmend geknik, maar toch even
de praktische kant: als nu eens een parochi
aan zich een week of drie niet vertoont, hoe
blijf je dan één met die persoon?
Vreeburg: „Dat houd ik in de gaten. Niet
om te controleren maar uit belangstelling."
Mank: „De pastoor kan dat ook beter dan
ik. Vanaf het altaar kijkt hij naar voren. Ik
heb geen ogen in mijn achterhoofd."
Uit opmerkingen van vooral jongeren, is af te
leiden dat de H. Lodewijk-parochie wel de
gelijk ook een gemeenschap - in de aardse
zin van het woord - is. De parochianen doen
ook buiten de kerk dingen met elkaar, zoals
busreisjes. E. Oudshoom, voorzitter van de
Stichting Rome 2000 en verantwoordelijk
voor deelname van de Lodewijkkerk aan het
oecumenisch kerkepad aan het einde van de
gebedsweek, merkt op dat de Lodewijkkerk
ook in is voor contacten met andere gezind
ten.
Maar echt gladjes verloopt deze uitwisse
ling niet. Vreeburg: „Het is juist moeilijk om
te organiseren dat 'de anderen' meedoen. De
dominees propageren het kerkepad niet. Een
predikant, ik noem geen namen, heeft mij
wel eens toegevoegd: 'Met u kan ik niet bid
den want u bent een ketter'."
Een golf van verontwaardiging spoelt door
het zaaltje.
Mevrouw Bakermans, moeder van twee
jongetjes die ook aan de gesprekstafel zitten,
legt uit waarom ze naar de kerk gaat: „In de
eerste plaats om mijn relatie met God levend
te houden, het vuurtje brandende te houden.
Ten diepste gaat het om het opbouwen van
een relatie met God. Doe je dat niet dan gaat
het net als met vriendschapppen die je niet
onderhoudt: die verwateren."
Tussen de innigheid van haar relatie met
God en de frequentie van haar kerkgang, be
staat een evenredig verband. „Ik kom hier
om mijn geloof te onderbouwen. Bij ons
thuis geldt dat degene die de hele dag met de
drie kinderen bezig is geweest, 's avonds
naar de kerk mag gaan. Als je geen gelegen
heid zoekt om naar de kerk te gaan, zoek je
ook geen goede relatie met God, maar het is
niet'altijd even gemakkelijk. Het leven is vol
genoeg, er is voor alles weinig tijd. Het is dus
niet onbegrijpelijk dat het kerkbezoek onder
druk staat. Niettemin houd ik vol dat we hier
over een keuze praten."
Vreeburg reageert: „Toch zitten onder de
mensen die alleen 's zondags komen ook ge
lovigen."
J. Dubelaar heeft 'het getroffen'. Hij woont
op loopafstand van de Lodewijkkerk. Hij
heeft in Leiden gestudeerd, en komt oor
spronkelijk uit Heemstede. De rooms-katho
lieke kerk daar bevond zich op twee kilome
ter afstand. Dubbelaar 'kerkt' elke zondag en
doordeweeks nog een of twee keer. Hij acht
het een groot pluspunt dat de Lodewijkkerk
aansluit op de werelckerk. „Het geloof wordt
hier verkondigd zoal» het in Rome wordt ge
leerd." Dat is lang nirt overal het geval, vindt
hij. „Een heilige mis is een heel bijzondere
gebeurtenis, heeft een bovennatuurlijk ka
rakter. Als je dat op je laat inwerken, dan kan
dat je eenvoudigweg niet ontgaan."
Het is duidelijk: gaan of niet gaan, is in dit
gezelschap niet de vraag. Je moet wel gek
zijn om nier naar de Lodewijkkerk te komen.
Mevrouw L. Koemans knikt instemmend.
„De schuldbelijdend, de consecratie (zege
ning van het brood en de wijn bij het avond
maal, red.), de communie, voor mij is dat al
lemaal het mooiste wat er is. Hier gebeurt
dat allemaal goed. Bders is dit alles verwa
terd, hier is meer vastigheid, over het hele li
turgische jaar genomen."
Mevrouw R. Heemskerk uit Zoetermeer
kent nog maar één andere kerk waar het is
zoals het hoort te zijn - in Leidschendam. Ze
moet dus flink reizen voor haar kerkgang.
Dat is geen enkel punt. „Alleen tijdens de
heilige mis daar en die in de Lodewijkkerk
worden mijn zonden vergeven."
Als de parochianen zo veel baat hebben bij
hun Lodewijkkerk, hoe kan het dan toch be
staan dat kerken in het algemeen leeglopen?
Een antwoord op deae vraag komt niet uit dit
gezelschap. Wel een oordeel: „Dat is een tra
gedie. Dat is verschrikkelijk. Een regelrechte
ramp." Leidenaar J. Mank steekt zijn vinger
in de richting van Vreeburg en zegt: „De pas
toor houdt deze parochie in leven."
R. Mozes: „Vreeburg is van enorme in
vloed op deze parochie. Je kunt veel van hem
leren. Ik heb mijn vider op de eerste plaats
staan en pastoor Vreeburg volgt direct daar
na." Hij vertelt over ;en mis die hij heeft bij
gewoond waarbij de pastoor de protestanten
die in de kerk zaten, toevoegde: 'Het is welis
waar van hogerhandverboden maar ik nodig
u van harte uit ter communie te gaan.' Vol
gens Mozes' is de priester uit dit verhaaltje
het prototype van e?n priester 'die zelf niet
gelooft dat hij het lichaam van Christus in
handen heeft'. „Dat nu is het grote verschil
met pastoor Vreeburg. Het gaat niet om het
mooiste gewaad of de mooiste preek. Het
gaat erom dat bij Vreeburg, in deze kerk, het
offer correct is."
Lafeber: „Precies. Hier wordt het Tweede
Vaticaanse Concilie gevolgd."
Steeds duidelijker wordt dat de Lodewijkkerk
staat of valt met pastoor Vreeburg. Die merkt
op dat hij er - mei zijn assistente - alleen
voor staat. „Vroeger waren er voor de Lode-
e traditie, de essentie en de offi
ciële kerkleer. Voor pastoor drs. A.M.E.Th.
Vreeburg (75) is dat allemaal gesneden koek.
Hij zou anders willen noch kunnen. Maar
leidt hier niet uit af dat hij conservatief is.
Zijn rooms-katholieke Lodewijkkerk aan de
Leidse Steenschuur is geen pleisterplaats
voor parochianen die intens terugverlangen
naar het vroegere katholicisme. De honds
trouwe aanhang, van wie een deel dagelijks
'kerkt', kiest voor dit godshuis omdat Vree
burg de enige in de wijde omgeving is die
zijn priesterschap vervult zoals het hóórt. Op
zondag, met vijf missen, bezoeken zo'n ze
venhonderd mensen de Lodewijkkerk. Door
deweeks zijn dat er enkele tientallen per dag.
De Lodewijk-gangers komen van heinde
en verre. Ze laten zich niet weerhouden door
slechte verbindingen met het openbaar ver
voer. Alleen op koopavond is het ietsje rusti
ger vanwege het gebrek aan lege parkeer
plaatsen. De citykerk mag dan in de Pieters-
en Academiewijk staan maar is allerminst
wijkgebonden. Glimmend van trots merkt
Vreeburg op dat 'negentig procent buiten
parochiaan' is. Een fraaier bewijs dat zij die
naar de Lodewijkkerk gaan dat uit overtui
ging doen en niet omdat die kerk toevallig de
dichtstbijzijnde is, kan hij niet leveren. De
weinige katholieken uit de buurt die 'kerken'
doen dat in de Hartebrugkerk. Dat is zo van
oudsher gegroeid.
Vreeburgs formule komt neer op een schone
en warme kerk, een Latijnse mis op zondag,
een mooi koor en de unieke doordeweekse
reeks van ochtend- en avondmissen in de
kapel. In zijn preken is Vreeburg een man
van het Woord. „Hier hebben wij geen hy
permoderne diensten. Men krijgt hier de es
sentie. Ik geloof ook niet in die modernise
ring. Neem nou die jongerendiensten... Het
is een trend gebleken. En laten we eerlijk
zijn: die muziek is slechts aankleding. Ik ge
loof dat hoe gekker de priester doet, hoe
minder mensen er komen. Als het niet bevalt
in de kerk gaat een meerderheid van de
mensen nooit meer en slechts een kleine
groep zoekt dan naar een andere parochie.
Zo heeft de Lodewijk veel van zijn parochia
nen gekregen. In deze kerk krijgt men de tra
ditie; de essentie van het geloof."
Vreeburg preekt dus zoals het honderd
jaar geleden al kon en zoals het over hon
derd jaar nog steeds kan. Mits de Lodewijk
kerk, sinds 1957 autonoom, tegen die tijd
nog een 'levende' kerk is. Want hoewel aan
weinig is te merken dat Vreeburg een eer
biedwaardige leeftijd heeft bereikt, kan hij
niet eeuwig zo actief blijven. Bovendien staat
min of meer vast dat hij op hetzelfde mo
ment zal aftreden als zijn collega van de Har
tebrugkerk, waarna beide parochies hoogst-
waarsetójnJjjta^éntpmste&töijgeiöP'De kans
dat er dan noe doordeweekse diensten zijn
in dë^'(ifev^i«CTk,'1k''Ö^rfrerkérijk kleiner.
„Dat zeg ik ook altijd tegen de parochianen:
neem het ervan, nu kan het nog."
Met Kerstmis profiteert ook een grote
groep niet-parochianen van de Lodewijk
kerk. Mevrouw Lafeber, een parochiaan die
er dagelijks is te vinden: „Ze zijn van harte
welkom maar ik heb medelijden met deze
mensen. Ze komen één keer per jaar terwijl
je hier elke dag genade kunt komen halen."
Pastoor Vreeburg zegt met enig misprijzen
dat veel kerken met kerst drie missen doen,
juist om in te spelen op de trendy belangstel
ling. Zelf beperkt hij zich tot één nachtmis.
Lafeber: „Ze komen met Kerstmis alleen
Pastoor Vreeburg en een aantal trouwe gelovigen in de Lodewijkkerk. 'Men krijgt hier de essentie'.
FOTO HIELCO KUIPER