Siergrassen brengen romantiek in wintertuin
Rijp en Groen
u
Darwins mechanisme aantrekkelijk gepresenteerd
>k
Kamerplant en energie
Sleutel tot kruisbestuiving
wq bloemendaal bv
in
Trap af, tuin
Kerstdiner in i
VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
REDACTIE: MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA 02
GREET BUCHNER
Energie is moeilijk te be
schrijven. Laten we eerlijk
zijn: met je blote ogen kun
je energie niet zien, met je
oren niet horen, met je vin
gers niet voelen. Maar
energie is wel om ons heen,
overal, of we willen of niet.
Dat ook planten
in het algemeen
een rol kunnen
spelen bij het be
grip energie, wil
er bij ons niet zo
gemakkelijk in,
maar het is wel
zo. Dankzij de
nieuwste meet
apparatuur kun
nen we deze
energie zelfs me
ten, zoals we ook
dankzij de tech
niek weten dat
planten de voor
de mens schade
lijke gassen als "STuw" u
het ware opeten.
Een uiterst be- 3002 pa
trouwbaar insti
tuut als de NASA heeft dat
geruime tijd geleden be
kend gemaakt en ook in
onze rubriek hebben we
het erover gehad.
We weten nu dat een groot
aantal kamerplanten de
lucht binnenshuis zuiver
kan houden en daar komt
geen mystiek aan te pas.
Het is simpelweg bewezen
door wetenschappelijk ge
schoolde mensen die zoch
ten naar een manier om de
lucht in de hermetisch af
gesloten ruimtecapsule zo
schoon mogelijk te maken.
Daarover zullen we het nu
dus niet hebben.Deze keer
gaat het over het verschijn
sel dat kamerplanten ook
energie afstaan waarvan
niet alleen planten in de
naaste omgeving, maar ook
mensen kunnen profiteren.
Aangetoond is dat planten
in elkanders omgeving be
ter groeien. Dat wil zeggen
dat bijvoorbeeld drie Azale
a's naast elkaar beter zullen
gedijen dan elk in een an
der hoekje van de kamer. Je
zou het bijna een pleidooi
kunnen noemen voor mooi
opgemaakte bakjes met di
verse planten, ware het niet
dat daarbij vaak meer reke
ning wordt gehouden met
het decoratieve effect dan
met de behoeften van de
verschillende planten zoals
grondsoort en standplaats.
Als dat niet klopt dan helpt
de ondersteuning van el-
kaars energie ook
niet.
Hoe komen
planten aan
energie? Dat is een vraag
die zich bij velen op zal
dringen. Het antwoord is
eenvoudig. Een gezonde
plant is voortdurend bezig
om, met behulp van het
water dat de wortels samen
met voedingszouten uit de
grond opnemen
en het koolzuur
uit de lucht,
nieuwe bladeren,
takjes en bloe
men in de meest
uiteenlopende
kleuren te vor
men. Een won
der waarbij we
nauwelijks meer
stilstaan omdat
het zo gewoon is.
Bij al deze pro
cessen komt
energie vrij, bij
de ene plant
meer dan bij de
andere. Het lijkt
even ondenk-
varlem baar als de we
tenschap dat
planten schadelijke gassen
opeten om er gewoon zet
meel en suiker van te ma
ken. Maar als we eenmaal
aan de gedachte gewend
zijn, is het niet meer zo
moeilijk om aan te nemen
dat planten aan de mens
energie afkunnen staan en
dat de energie van de ene
plant een iets andere in
vloed heeft dan de andere.
Er wordt onderzoek gedaan
naar de diverse vormen van
energie die de planten af
staan. Een en ander klinkt
vooralsnog wat mystiek
maar het lijkt me zinvol om
plantenliefhebbers op de
hoogte te brengen van het
geen nu bekend is. Niets is
immers eenvoudiger om
het zelf eens te proberen en
het kan zeker geen kwaad.
Zo gaat men ervan uit dat
de, overigens giftige, Dfief-
fenbachia het concentratie
vermogen flink verhoogt,
dat de Hoya mooie dromen
schenkt en de Azalea licht
voetig maakt. De bloeiende
Amaryllus houdt ons wak
ker en mag dus niet op de
slaapkamer, klimop en
Dracaena werken stimule
rend op de hersenen, de
Crassula maakt vrolijk,
maar nog niet zo vrolijk als
de Schefflera, de cyclaam
stimuleert de bloedsom
loop en de Monstera maakt
rustig. Kortom, niets dan
goeds over kamerplanten
waarvan we er eigenlijk 's
winters niet ge
noeg in huis
kunnen heb
ben.
Sommige planten staan niet toe
dat ze door hun eigen stuifmeel
worden bevrucht. Niemand
wist tot nu toe hoe het herken
ningsmechanisme werkte. Dit
eeuwenoude mysterie is nu
ontrafeld bij de boerenkool. Het
geheim zit hem in een gen dat
de vrouwelijke stempel precies
vertelt welke mannelijke pollen
ze moet accepteren en welke
niet. De vondst is van belang
voor het inkruisen van nieuwe
eigenschappen in koolgewas
sen en andere kruisbestuivers.
Onderzoekers van de Cornell
Universiteit in Ithaca, New York
beschrijven hun bevindingen in
het tijdschrift Science van 26
november.
Planten hebben uiteenlopende
manieren om zich voort te
planten. Sommige doen aan
zelfbevruchting, andere kiezen
voor kruisbestuiving. Bij boe
renkool, die behoort tot de
kruisbloemigen, accepteert het
stamperhokje alleen maar stuif
meel van een genetisch niet
verwante boerenkool. Dit on
verenigbaar zijn met zichzelf is
decennia lang het onderwerp
van studie geweest voor het on
derzoekersechtpaar June en
Mikhail Nasrallah. Al in 1989
ontdekten zij een receptor aan
de buitenkant van de bloem
stempel die de plant in staat
stelde tot onderscheid tussen
eigen stuifmeel en dat van een
andere plant. Maar het bijbeho
rend label op stuifmeel bleef
ongrijpbaar. In hun laatste on
derzoek echter vonden ze het
lang gezochte gen, dat codeert
voor de mannelijke herkenning.
Het gen bevat de sleutel tot de
vraag waarom de stempel be
paalde stuifmeelkorrels wel
aanvaardt en andere niet.
Vooral tuinliefhebbers die niet dol zijn op strakke patronen en gazons als biljartlakens,
stellen de romantische sfeer op prijs waaraan siergrassen bijdragen. foto pr
Panicum of vingergras bloeit pas laat in het seizoen. De piepkleine aartjes leveren in de
winter een mooie herfstkleur op. foto »pr*
De tuin lijkt gestorven in de
aanloop tot de winter, maar
toch valt er nog wat leven in te
brengen. Met siergrassen. Uit
gedroogd zien deze planten er
het fraaiste uit, zo vindt althans
een groeiende groep liefheb
bers, gezien de al geruime tijd
stijgende verkoopcijfers van de
ze plantensoorten. Om nu nog
een mooi wintersilhouet achter
het huis te creëren, mag echter
niet te lang worden getreuzeld:
siergrassen dienen voor de eer
ste strenge nachtvorst de grond
in te gaan.
„De ranke, dunne stengels met
hun ragfijne of dikke aren be
wegen in de wind luchtig en
nonchalant op en neer", zegt
kweker Coen Jansen uit Dalf-
sen. Het zijn bijna dichterlijke
woorden waarmee kwekers hun
enthousiasme voor siergrassen
kenbaar maken. Jansen: „De
strogele kleur van de zoge
noemde molinia en zilverwitte
tint van het Chinees riet bij
voorbeeld, creëren tijdens
herfst en winter een romantisch
silhouet. Na een plensbui ver
anderen deze siergrassen in een
openstaande bos met overhan
gende sprieten waar regen
druppels als diamanten op
glinsteren."
In het vrij recentelijk versche
nen boek 'Meer Droomplanten'
verklaren de auteurs Piet
Oudolf en Henk Gerritsen hun
fascinatie. Ze schrijven: 'door
hun luchtige verschijning kun
nen ze zelfs aan de zwaarstè'en
heftigst gekleurde bloemen-
combinaties een wild cachet
geven en - heel belangrijk - veel
soorten zorgen er met hun win-
tersilhouetten voor dat de tuin
ook in de winter nog te prui
men is'.
De fraaie loftuitingen zijn op
vallend voor een grassoort waar
de gemiddelde wandelaar in de
natuur zijn pas niet voor in
houdt. Staan siergrassen een
maal in de tuin, dan trekken ze
wel de aandacht. „Dat komt,
omdat de door ons gekweekte
ofwel gecultiveerde siergrassen
toch nog veel lijken op hun wil
de soortgenoten, waardoor de
tuin een natuurlijk uiterlijk
krijgt", vertelt Jansen. Hij ver
volgt: „Dank zij de toegenomen
belangstelling voor natuurlijk
tuinieren, neemt de verkoop
van siergrassen fors toe. Mijn
omzet is dit jaar verdubbeld en
van collega's hoor ik dezelfde
euforische verhalen. Wij kwe
ken echter doorgaans niet al
leen op leuke kleuren en andere
esthetische kenmerken, maar
proberen ook onder meer de
winterhardheid te verbeteren."
Bij de meeste andere vaste
planten leggen kwekers hoofd
zakelijk de nadruk op mooie
zichtbare eigenschappen. Van
margrietjes die in mei volop uit
de grond schieten, bestaat bij
voorbeeld een gecultiveerd ras
ofwel variëteit met forse bloe
men van vijftien centimeter
doorsnede: in kwekerskringen
heel toepasselijk Manhattan ge
noemd.
De namen van de meeste sier
grassen zijn een stuk beschei
dener. Het bekendst zijn onder
meer helmgras (dat in de dui
nen groeit), pampagras, vinger
gras, blauwgras, liefdegras,
bochtige smele en struisriet. In
totaal bestaan er in de natuur
en verspreid over de hele we
reld honderden soorten sier
grassen en van nogal wat ras
sen hebben kwekers vervolgens
weer duizenden gecultiveerde
en afwijkende variëteiten ge
maakt. In Nederland komen
ongeveer dertig rassen en hon
derden variëteiten voor.
Alle siergrassen behoren tot de
familie van grassen, waaronder
ook riet, bamboe, granen en de
groene gazonsprieten vallen.
Opvallend farrulietrekje is de
snelle groei: sommige siergras
sen die in het voorjaar tot tien
centimeter boven de grond
worden weggeknipt, kunnen
een klein half jaar later al weer
metershoog zijn.
Stugge stengels
Voor al die lange stengels ofwel
halmen bestaat overigens geen
praktische toepassing. „Van
bamboe en riet zijn allerlei
voorwerpen te maken, maar
siergras heeft alleen een deco
ratieve functie", zegt kweker,
boekenschrijver en tuinarchi
tect Piet Oudolf. „Van oudsher
is siergras een steppeplant,
maar de soort gedijt in vrijwel
iedere grondkwaliteit. Belang
rijk is om weinig bemesting toe
te passen, want daarvan krijgen
ze lange, slappe cellen en stug
ge stengels. Staat de plant op
een goede plek en krijgt hij niet
al te veel mest en water, dan
kan een exemplaar een leven
lang meegaan."
Dat leven begint voor een ge
cultiveerd siergraszaadje door
gaans in een pot. Na een jaar of
twee is het tot ongeveer vijftig
centimeter hoogte uitgegroeide
siergrasexemplaar voor tussen
de vijf en vijftien gulden bij
tuinwinkels en gespecialiseerde
kwekers te koop. Kwekers heb
ben meestal een veel ruimer
aanbod van onder meer scha-
duwminnende soorten.
Het verstandigste is het siergras
tussen maart en oktober te
planten. Zolang er nog geen
strenge vorst is, kan die klus
ook nog de komende weken
worden geklaard. Daalt de tem
peratuur ver onder nul, dan
moet het exemplaar in de pot
blijven staan. Belangrijk is bo
vendien om de pot in een oude
deken te wikkelen, zodat de
grond niet bevriest. „De bloei
periode start ongeveer tegen
het einde van de zomer en be
gin van de herfst", weet Coen
Jansen. „Dat is weliswaar laat,
maar de plant blijft tot zeer
diep in de winter fier overeind
staan. Pas in januari en februari
knappen de halmen van de
meeste soorten en blijven dode,
bruine stengels over. Die moet
de tuinier overigens laten lig
gen, want vogels en insecten
schuilen er onder. In het voor
jaar is het zaak om de dode
exemplaren weg te knippen",
vervolgt de kweker „waardoor
er weer groene en rode halmen
kunnen uitlopen. In de herfst
en winter zien de siergrassen er
echter het mooist uit; dan ont
staat het romantische tuinsil-
houet."
ALEX VAN HOOF
Evolutie staat niet stil
Pleitbezorgers van biologische
bestrijding van insectenplagen
doen er goed aan zich te reali
seren dat er op één aspect geen
enkel verschil is met het spui
ten van chemisch gif: de evolu
tie staat niet stil. Hoe dan ook
zal het ongewenste insect pro
beren zijn verdediging aan te
passen. Als hem dat lukt, moet
de gifspuiter iets nieuws verzin
nen. Net zo goed moet ook het
aanvallende insect zoeken naar
een list.
Oorlog in de natuur, als onder
deel van het grote plan, waar
voor de Engelse natuuronder
zoeker Charles Darwin de con
touren schreef die onder biolo
gen nog steeds opgeld doen.
Darwins evolutietheorie houdt
in dat soorten (van levende we
zens) zich via de mechanismen
van natuurlijke en seksuele se-
léctie ontwikkelen tot nieuwe
soorten. Een theorie die nogal
eens verkeerd wordt begrepen
als zou de mens van de aap af
stammen.
De uitgeverij van de KNNV (de
oude afkorting voor wat nu de
Vereniging voor Veldbiologie
heet) heeft bijdragen van meer
dan twintig wetenschappers
verzameld in het boek 'Evolutie
betrapt' om duidelijk te maken
dat de evolutietheorie nog
steeds springlevend is en, ster
ker nog, sinds Darwin alleen
maar aan kracht gewonnen
heeft. Ook al is het waar, dat er
nog veel vragen overblijven, en
evenzeer dat sommige onder
zoekers - zoals Stephen Gould
en Richard Dawkins, die elkaar
geregeld voor rotte vis uitma
ken - binnen de theorie hevig
met elkaar van mening kunnen
verschillen.
Darwin zag dat de meeste soor
ten planten en dieren veel meer
nakomelingen kregen dan er
uiteindelijk volwassen worden.
De sterfte onder hen kon niet
Een sluipwesp die zijn eitjes in de jonge rupsen van de Sint-Jacobsvlin-
der legt foto pr
volkomen willekeurig zijn, maar
moest afhankelijk zijn van de
mate van aanpassing. De minst
aangepaste individuen vallen
eerder ten prooi aan roofdie
ren, parasieten en infectieziek
ten dan de beter aangepaste.
Darwin noemde dat de natuur
lijke selectie. Die zorgt ervoor
dat de individuen van elke vol
gende generatie gemiddeld be
ter aan de omstandigheden
aangepast zijn dan de vorige.
Seksuele selectie
Darwin herkende (bij dieren)
nog een tweede selectieproces,
de seksuele selectie, waarin
aantrekkelijke partners meer
kans hebben om nakomelingen
te krijgen. En de concurrentie
om die partners wordt gewon
nen door de sterkste.
In zijn tijd, anderhalve eeuw
geleden, kon Darwin niet meer
dan aannemelijk maken dat na
tuurlijke en seksuele selectie
evolutionair slechts zullen wer
ken als er tussen individuen er
felijke verschillen bestaan. Later
ontdekte Gregor Mendel de er-
felijkheidswetten en pas sinds
een jaar of vijftig beschikt de
wetenschap over het gereed
schap om die erfelijke variatie
zichtbaar te maken als variatie
in de chemische opbouw van
enzymen en later, door de ont
dekking van DNA, zelfs om de
genetische code direct op het
niveau van het gen te kunnen
lezen.
Afijn, wie in de land- en tuin
bouw bezig is schadelijke insec
ten biologisch te bestrijden
komt al gauw uit bij de sluip
wespen, een groep'van insecten
die in de wapenloop van de
evolutie gedwongen werd tot
sterke specialisatie.
Sluipwespen leggen hun eieren
in of op andere insecten en de
larven die uit die eieren komen,
doden hun 'gastheer'. Dat laten
die laatste niet eeuwig gebeu
ren. Zij ontwikkelen verdedi
gingsmechanismen en lokken
daarmee op hun beurt aanpas
singen bij de sluipwespen uit.
Genen
Nader onderzoek heeft aan het
licht gebracht dat de meeste ge
nen zich netjes volgens de wet
ten van Mendel gedragen, maar
dat er ook gevallen zijn waarbij
de natuurlijke selectie niet
werkt op het niveau van het in
dividu, maar op dat van het gen
zelf. In dat geval is zo'n stukje
erfelijk materiaal uitsluitend ge
ïnteresseerd om zichzelf in de
volgende generatie te doen be
landen, ten koste van alles, zelfs
van collega-genen of van het
individu waarvan het deel uit
maakt.
Een van de boeiendste hoofd-
geurige groene takken en kerstbomen,
natuurlijk bij:
rijksstraatweg wassenaar
Een trap aanleggen om nj
verschillen te overbrugge
de tuin is voor nogal watl
sers een brug te ver. Met|
Vario-trappensysteem' e
kan een dure vakman wo
uitgespaard. Het systeem
staat uit lichte kunststoffi
bakken waarop deksels zi
die als treden dienst doei
Door de deksels er af te h
de bakken vol te gooien
aarde, ze vervolgens met
ale tandribbels aan elkaai
klikken en de bakken tegi
heuvel te plaatsen, ontsta
stevige trap die zonder fii
ring toch niet gaat verzak
zo belooft de fabrikant. E
bak heeft vijf tandribbels,
hellinggraad en opstapho
kunnen variëren. Voor de
tage zijn slechts een rubb
hamer, schop en waterpa
dig. Enig denkwerk vergt
aantal benodigde kunstst
bakken: met stok en mee
moeten hoogte en lengte
de heuvel worden bepaal
bakken kosten 89 gulden
stuk en zijn voorradig in
kleuren zand, terracotta,
en blauw. Info: Kolibrie,
aardsbergen (België): 003
54 - 411752.
stukken in het boek beschrijft
de onzekerheid over de afstam
ming van vogels, gevolgd door
een nieuwe hypothese, die ge
baseerd is op recente vondsten
van enkele uitgestorven vogels
en bijna-vogels in China, Mon
golië, Spanje en Argentinië.
Centraal daarbij staat het feit
dat de vogels bij de overgang
van het Krijt naar het Tertiair
(65 miljoen jaar geleden, toen
het klimaat vermoedelijk als ge
volg van een meteorietinslag jn
versnelde mate veranderde)
naar hun 'bouwontwerp' voor
voedselopname in verschillen
de groepen uiteenvielen.
Voor de dinosauriërs, die tot
dan het dierenrijk beheersten,
werd de klimaatswijziging te
veel, evenals voor de vogelgroe-
pen waarvan de kaken en sche
dels niet zodanig in elkaar za
ten dat ze zich snel aan de ver
anderende omstandigheden
konden aanpassen. Vogels die
beter konden bijten dankzij een
beweegbare bovenkaak en een
ontkoppeld benig verhemelte
en die, dankzij zadelvormige
gewrichten tussen de halswer
vels, beschikten over een zeer
wendbare hals waren in het
voordeel.
De sterksten, de best aangepas-
ten overleefden. Darwins me
chanisme wordt in 'Evolutie be
trapt' aantrekkelijk gepresen
teerd, maar het is wel zo dat de
moeilijkheidsgraad van het on
derwerp aandachtig lezen ver
eist.
WILLY VAN STRIEN (redactie):
'Evolutie betrapt - Onderzoekers ln
het voetspoor van Darwin'.
Uitgeven KNNV Uitgeverij.
Prijs: 52,50 gulden.
Deze trap kost rond 1250 i
Safari Beekse Bergen org
seert traditioneel het kerl
voor dieren van het parkl
december. Omdat de belj
stelling voor dit kerstd
jaar toeneemt zullen er dl
niet één maar twee kerst!
plaatshebben. De laatstej'
van de eeuw worden g
mooier dan ooit. Als eersi
schuiven de mantebaviaf
Afrikaanse olifanten aanj
Dit schouwspel zal te beJ
ren zijn vanaf de wandeli
en begint om 13.00 uur. H
tweede diner begint om j
uur bij de rhesusapen.
Dit jaar zal het kerstdinejl
menwerking met The Grj
International worden geiji
seerd. Zij zullen de groenji
fruit voor deze kerstdinel
tis ter beschikking stellen
de mantelbavianen,
olifanten en rhesusapenll
Safari Beekse Bergen. V'
fant eet per dagtwee b
hooi, een kist appels,
den, vier kilo krachtvoerki
ken, vier kilo haver, eendl
kist wortels, twee witte kf
en drinkt soms wel hondfii
ter water. In het park delf
olifanten hun terrein mefj
zeventig mantelbavianeij
dagen de olifanten de ba
uit. Ze rennen dan luid tl
petterend achter de vluai
apen aan. Olifantendroli
voor mantelbavianen erf
ressant. Zodra de olifai
de buurt zijn, snellen defi
toe om in zo'n drol naar
teerde etensresten te z
Voor meer informatie S
folijn 0900-233.57.32.
Kerstdiner van de bavia
jaar.
Cryptogram
Horizontaal: 1Voor de eenheid komt vader aan
geld (6); 4. Scheepsrund (8); 6. Wordt gelaten
om de zeilers van dienst te zijn (4); 8. In de rust
verliest de slager wat gewicht (4); 9. Nog wat
babbelen tot besluit van een klaverjaswedstrijd
(9)
Verticaal: 1. Beloof het plechtig dat U de rivier
de rug toekeert (3); 2. Die kapitalisten vindt men
in verschillende staten (5); 3. Die klap komt weer
van pas (4); 5. Worden gespeeld om over de kop
te gaan (6); 6. Tegen de koude vingers aan
•boord (4); 7. De gang van een ex-academicus
(4); 8. Halmen om een vogelverschrikker te
#vullen (4).
HEINZ
Oplossingen van donderdag:
HORIZONTAAL: 1Kaartclub; 9. Elia;
10. aera; 11. ui; 12. nep; 14. et; 15.
aster; 17. ent; 19. alk; 21. alp; 22.
oke; 23. Spa; 25. eer; 27. speet; 30.
lp; 32. Ate; 33. uw; 34. taal; 36.
mere; 38. ophitsing.
VERTICAAL: 1Keuze; 2. ali; 3. ai; 4.
rans; 5. cape; 6. Ie; 7. ure; 8. batik;
13. etc; 15. atlas; 16. raket; 18. nap;
20. lee; 23. salto; 24. met; 26. rijweg;
28. pali; 29. Eems; 31. pap; 33. urn;
35. ah; 37. ei.
M£-£, P'A'T /-s
w-£-*-*r, H-E-w-z. /-at 2
£*-£-*£-& Aj-O-a £-£-+S f-W
A+£'T J.0-1/ /*-£-£