'Ik ben een culturele detective'
Mens en Cief
Kitsch kan leuk zijn als je het perfect Liefdewerk, maar
geen oud papier
Leiden Regio
iNDAG 6 DECEMBER 1999
972
11
Voorschotenaar Theo Laiirentius grootste Rembrandtkenner van Nederland
JAN PREENEN
RECENSIE
BEELDENDE KUNST MANON WIGNY
Expositie: 'Nelleke's liefdewerk', litho's en
schilderijen van Nelleke Scharroo Te oen.
t/m 17/12, dagelijks 900-22 00 uur.
LAKgalerie, Clevenngaplaats 1Leiden
De LAKgalerie is een beetje een
vreemde plek om kunstwerken
te bekijken. Tref je het ongeluk
kig. dan raak je in de verdruk
king tussen discussiërende,
roddelende of gehaaste studen
ten. Als het
volgende
college een
maal begint,
dan heerst er
relatieve
rust. De
avond is mis
schien een
beter tijdstip
voor een be
zoek. Een
voordeel
heeft deze
plek ook. Hier ontbreekt de
man of vrouw, die je begroet en
vervolgens soms lethargisch
(een galerie bemannen is geen
wilde bezigheid) volgt. Nie
mand let op je. Ie kunt hier on
gestoord grinniken of huiveren.
Nelleke Scharroo (1970) laat
schilderijen en litho's (steen
drukken) zien. De rode draad is
het commentaar op haar eigen
leven. Niet zo persoonlijk, dat je
er als toeschouwer helemaal
niets van kunt volgen, maar
soms wel behoorlijk intiem.
Scharroo heeft gevoel voor hu
mor en dat maakt deze kunst
prettig om naar te kijken. Haar
eigen persoon komt in bijna elk
werk terug; zittend in bad. zwe
tend in een tent of staand in
een emmer. Ze zweeft of flitst
(al naar gelang haar stemming)
van striptechniek naar esthe
tiek. Ie kunt het oeuvre mis
schien het beste typeren als il
lustraties van het dagelijks le
ven bij een volwassen roman
met bijbehorende leuke en
minder leuke gebeurtenissen.
Let vooral op de titels, die
verklaren een hoop: 'Slaapka
mertalent'. 'Ben Boos!' en
'Bumsen in Zelt' bijvoorbeeld.
De tamelijk grote schilderijen
(olie op doek) hebben vaart en
kleur. In tegenstelling tot de li
tho's, waarbij de achtergrond
veelal wit blijft, is het verhaal
'totaal'. Heel het doek doet
mee. Het beste is Scharroo,
wanneer ze de kwast meer in
getogen hanteert. Ze raakt dan
het dreigende van het magisch
realisme. (Denk aan werken
van Willink.) In 'Stil maar, het
ergste komt nog (ode aan Tom
my)' staart Scharroo je met de
handen in
haar haren
aan. een
verwilder
de blik. De
klep van
een auto
staat open.
Links is
vaag een
kooi met
papegaaien
zichtbaar.
Een wolk-
bÉiuk completeert het beeld. Al
nrar gelang je inborst of ge
moedstoestand kun je je nu op
je gemak afvragen of ze op va
kantie is en net ontdekt heeft
dat ze de tent vergeten is of dat
het allemaal veel en veel erger
is.
Wanneer ze streperiger en
wilder schildert zakt je aan
dacht snel weg. Dan verworden
de doeken tot niet beklijvende
Hein de Korte-achtige strip
plaatjes. De litho's laten heel
mooi zien hoe de werken met
een meer serieuze ondertoon,
als tegenhanger van het grappi
ge, de beste zijn. 'The thrill and
the hurting' 500) laat links in
beeld een soort worsteling zien.
Bijna onzichtbaar klein hangt
rechts aan de wand een ingelijst
mannelijk geslachtsdeel. Dit
detail zegt alles.
Ze is komisch, soms stuurs
en wrang. Zo zit dat in het le
ven, lijkt Scharroo te vertellen.
Veranderen kun je het niet, dan
moet je er maar om lachen
Hulpeloze en hopeloze wezens
zijn we. Maar wel lief, te oorde
len naar de titel van de ten
toonstelling. Ach ja, ga kijken
en grinnik.
Schilderijen en
litho 's soms
behoorlijk
intiem
De 112-jarige Kaatje van Dam
krijgt als oudste inwoner van
Nederland serieuze concurrentie
van een 62-jarige.
Rembrandtkenner en -handelaar
Theo Laurentius uit Voorschoten
blikt bij wijze van uitzondering
optimistisch vooruit: ,,Ik heb de
komende zestig jaar en daarna nog
verschrikkelijk veel te doen." Hij
noemt zichzelf een culturele
detective die voor honderd
procent zeker wil weten of een ets
van de zeventiende-eeuwse
schilder echt is. Daarvoor spit hij
constant in het verleden en is hij
onder meer letterlijk in de beerput
van Rembrandt gedoken.
Laurentius beweegt zich
bovendien wekelijks 'Tussen kunst
en kitsch', het televisieprogramma
waarin hij als expert een bekende
Nederlander werd.
aan de andere kant van de tele-
;t uiterst hoopvol. Iemand heeft
ibrandt op zolder gevonden. Voor-
cruise wordt geboekt en de villa
igekocht, wil de onbekende schatgra-
lg wel even weten hoe groot zijn for-
recies is. „Is het mooi glad papier?",
Laurentius. Ia. Zoals bij sommigen
[ekens in de ogen verschijnen als ze
(achten een zilvervloot zien binnen-
jzo hoor je in dit geval een mond vol
tatertanden. „Staat er een Romeins
Dp?" Ia. De verbinding met de zeven-
tnel is tot stand gebracht. „Zit er een
(rand om de ets?" Als opnieuw beves-
I wordt geantwoord, ligt de onbeken-
luwe rijke al languit op zijn jacht met
{it op zijn droomhuis,
indt Laurentius het hoog tijd worden
iptasie verandert in werkelijkheid. „Ik
ii helaas teleurstellen. Zulke etsen
j in de jaren dertig sparen met bonne-
pn brede randen op zijn etsen hield
fandt helemaal niet. Hij was altijd
rg zuinig op zijn papier en gebruikte
lemaal. Dus: geen Rembrandt." Een
stort in, de lijn met het bovenaardse
ipt doorgesneden,
onderhand voor iedereen een hob-
irden om een Rembrandt op zolder
len, maar die ligt daar natuurlijk niet
Ja, als iemand een kasteel heeft,
nog. Dan worden ze boos als je
t verkopen."
'ken mensen die goud in handen
te hebben, Laurentius ook op in
ihuis van Kasteel Duivenvoorde, dat
't als atelier, kantoor, bibliotheek
ibank. „Kom maar naar de Laan Van
irde 2", roept hij geregeld door
foon. Dat ook de boswachterswo-
allerlei andere opstallen dat num-
igen, is in zijn ogen geen probleem,
n weet me te vinden. Voor het kas-
itsaf. Als de post wel eens moeilijk
idat er meer mensen op 2 wonen,
Itijd dat het nummer er niet toe
:t van mijn part anderhalf of 222 er-
komt toch wel aan."
itius is sinds zijn twaalfde kind aan
het kasteel. Nu precies vijftig jaar.
enkele paardsprongen afstand van
'oorde geboren, aan de Peppellaan
schoten. „Mijn vader deed af en toe
i[net de baron. Toen ik als HBS'er wil-
1,rijven over het landgoed en Voor
zei hij dat ik maar naar de baron
ian. Hij kon me precies vertellen
lemaal in het kasteel is. Ook over
ijn van Rembrandt met onder ande
moeder van de schilder erop. Ik kon
Angskomen. Als 12-jarige viel ik met
sfus in de boter. Hier zat ik tussen
(tukken.
liteide daardoor als het ware op met
tjandt. Zijn ervaringen op Duiven-
koppelde Laurentius aan zijn studie
i Academie in Den Haag. „Daar
4 Expositie Nelleke Scharroo in het LAK
✓len English Choir geert kerstconcert in Engelse stijl
kwam ik nog met twee linkerhanden af. Ik
leerde ontwerpen, maar dat stelde niet veel
voor. Daarom ben ik nog drie maanden
gaan werken bij de Haagsche Courant.
Ontwerpafdeling, clichéfabriek, zetterij.
Dat was het echte leven."
In 1963 begon hij met een kunsthandel. In
de tuin van zijn ouders aan de Peppellaan.
„Intussen had ik nog steeds vrij toegang tot
het kasteel. Ik had namelijk de sleutel ge
kregen. Maar omdat ik in Voorschoten niet
echt de ruimte had, ben ik in '71 verhuisd
naar Zaltbommel. Daar ben ik tien jaar ge
bleven. Tot de zus van de oude freule me
opbelde. Of ik in het theehuis wilde komen
wonen."
Daar zetelt hij nu. Met uitzicht op een im
mense tuin. Tussen de boeken, konijnen en
eekhoorns en op korte afstand van freule
Ludolphine Henriëtte Schimmelpenninck
van der Oije met wie hij geregeld door de
geschiedenis van Duivenvoorde wandelt.
„Toen ze hier in 1965 kwam, zei ze dat ze
mij met het meubilair had overgenomen.
Dat verklaart waarom ik op een gegeven
moment werd gebeld. Een voortreffelijk
mens. Pittig, scherp en ongelooflijk bele
zen. Bovendien is ze aardig om mee om te
gaan. En ze houdt van kunst. Alles interes
seert haar. Vaak hebben we het over opgra
vingen en over het begin van Duivenvoorde
in 1226. Als je hier zestig centimeter graaft,
zit je in de prehistorie.
Als jongetje spitte hij al in de voor hem nog
lang niet voltooid verleden tijd. „Maar
vooral de laatste jaren zijn onze ideeën
over de oorsprong van Duivenvoorde hele
maal veranderd. Door oude kaarten te be
studeren en te graven, zijn we er achterge
komen dat het kasteel tussen twee riviertjes
lag, de Voor en de Dobbe. De Dobbe is er
nog helemaal en langs de Oranjekade loopt
nog de Voor. Die wordt tegenwoordig de
Oranjewatering genoemd. Een afwaterings
riviertje dat tijdens eb en vloed is ont
staan."
Even komt de spraakwaterval tot stilstand.
„Heeft u nog een vraag?" Zonder het ant
woord af te wachten, is hij alweer onderge
doken. Ditmaal in Amsterdam. In de beer
put van Rembrandt. „Daarin zaten we in
november 1996. Pruimenpitten, kersenpit
ten, duur vaatwerk. Wel kapot natuurlijk.
Van alles kwamen we tegen. Behalve een
ontbrekend deel van een ets, De Zeug. Stel
dat we dat wel hadden gevonden, dan was
het wereldnieuws geweest. Het bleef bij
een Keulse pot, waarvan alleen het oortje af
was. Die staat nu in het Rembrandthuis in
Amsterdam."
Nooit eerder had Laurentius zijn inspiratie
bron zo dicht genaderd als toen hij afdaal
de in diens beerput. „Waarom ik dat alle
maal zo leuk vind? Ie krijgt een beter begrip
van de tijd. Ie komt tot het besef dat twee
honderd jaar niet zoveel voorstelt. Of het
nou in Amsterdam is of in Voorschoten. Ik
wil alles weten. We zijn op zoek naar twee
burchten hier. Een in Noord-Hofland op de
oever van de Rijn en een in het zuiden van
het dorp ter hoogte van De Gouden Leeuw
in Starrenburg II. Die burcht is in 1204 ver
laten door de familie die er woonde, de Van
Voorschotens."
Dirk de Zevende, Willem I en Philip van
Wassenaer komen weer tot leven, maar
vooral toch Rembrandt, de man over wie
Laurentius alles weet. „Zo opmerkelijk is
dat niet hoor", relativeert hij die prestatie.
„Wat één man heeft gedaan, moet één man
toch kunnen bevatten. Hij heeft 280 etsen
gemaakt. Dat is overzichtelijk."
Om te kunnen vaststellen of een ets van
Rembrandt echt is, is Laurentius jaren gele
den met een papierschepperij begonnen.
Hij maakte velletjes met het watermerk van
Duivenvoorde. Aan de hand van papier en
watermerk kan worden bepaald in welke
periode een "s tot stand is gekomen. „Kijk,
hier heb ik de schepzeef. Die haal je door
een witte pap van papiervezels en zo krijg
je papier. Die techniek heb ik verder uitge
werkt. Zodanig dat ik nu als een culturele
detective kan zeggen in welk jaar en door
wie iets is gemaakt."
Alle papieren informatie is opgeslagen in
een databank. Door de Technische Univer
siteit van Delft. „Nee, niet door mij. Ik werk
niet met een computer. Rekeningen schrijf
ik met de hand. Ik weet bijvoorbeeld amper
hoe een thermostaat werkt." Hij zegt het
met de zelfspot waarmee hij eerder zijn
pijp heeft opgestoken. „Roken is een van
de laatste fijne dingen in mijn leven."
En dat terwijl hij 'volop van het leven ge
niet'. Als onderzoeker, als archeoloog, als
schrijver van boeken, als expert in het tele
visieprogramma 'Tussen kunst en kitsch'
van de AVRO op maandagavond. „Negen
tig procent van wat daar wordt aangebo
den. is rijp voor de container. Maar je moet
dat wel een beetje verpakken. Daarom be
gin ik altijd beleefd. Ben je vijf uur verder
en is iemand heel drammerig, ja dan kap ik
die snel af. Meneer, zeg ik dan, dit is uit een
kalender en er is een lijstje omheen ge
daan. Misschien kunt u het lijstje nog ver
kopen. Pas kwam iemand nog met twee
honderd foto's aanzetten. Wat hij ermee
moest doen. Kom over honderd jaar maar
terug, dan zijn ze antiek, vertelde ik hem.
Maar dan leef ik niet meer, was de reactie.
Tja. zei ik, dan moet u uw best doen
„Als handelaar word je niet beter van het
meewerken aan zo'n programma. Je hebt
een prijs genoemd en de mensen denken
dan dat je met opzet te laag hebt geschat.
Ze gaan naar een andere handelaar in de
hoop dat ze dan meer vangen.
Theo Laurentius tekent zelf ook. Linoleum
sneden. Fantasiegezichten rond Duiven
voorde. Kunst en geen kitsch zeggen zijn
ogen. „Ik vond het wel een mooie aanlei
ding om een serie te maken nu ik hier pre
cies vijftig jaar rondloop. Heel anders dan
wat Rembrandt deed. Verre van roman
tisch. Ik kopieer hem ook niet. Kijk, hier
heb ik Duivenvoorde na de brand. Er is
nooit brand geweest hoor, maar zo zou het
er uitzien als het kasteel zou afbranden."
t kerstballen, geen kerst
ij geen kerstklokken. Al-
ekee omgekrulde toeristi-
sosters aan de muren en
r ïoek een kleine bar, die
i aat alsof hij opgeruimd
oongemaakt is voor een
ieizoensstop. Tassen lig-
de grond. lassen zijn
stoelen gegooid. Toch
$n dit zaaltje in het Leid-
.Tjrthuis Staal wijk, waarin
■J^ieid verboden lijkt, een
cerstsfeer, lang voordat
middelde Nederlandse
tier eraan moet geloven.
J>me let us adore him',
3, et Leiden English Choir
t begin van de repetitie
iet kerstprogramma in
5 Stijl.
3 weinig inspirerend de
Sng ook is, de Engelse
rt akers komen er ge-
3 uit. Hier en daar krikt
Jt Stef Collignon het ware
Voel nog een beetje op:
drama!" roept hij, „Meer
musical! De bassen mo
st meer als macho's zin-
j(it lied komt direct na de
n De mensen hebben dan
njrme wijn gedronken, dus
ze even flink wakkerge-
lx vorden."
o#oor zelf hoeft niet wak-
jjfschud te worden. De
kende kerstnummers
i met verve gezongen.
7 is het tijd voor het
i ijkere gedeelte van het
it nma: Shepherd's Ca-
b® van Michael Hurd. Deze
!C is nog tamelijk nieuw
et koor. Eerst wordt er
oe sprobeerd, er ontstaan
°tie samenklanken, melo-
n raken in elkaar ver-
er wordt gelachen en
^d in de bladmuziek ge-
Maar dan begint het
repeteren. Noot voor
pordt de muziek geoe-
flke lettergreep krijgt aan-
nJUitspraak, accent, dyna-
intonatie: niets wordt
Plagen.
lirigent hamert erop dat
noot precies zo lang
aangehouden als de
•nist voorschrijft. „Een
I duidelijke noot heeft
meer zeggingskracht dan een
lange." De concentratie is
groot. Het gebrul van de plotse
ling aanslaande airco brengt
niemand van de wijs. Met anek
dotes en grappen maakt de di
rigent duidelijk wat hij wil.
„Denk maar aan Julie An
drews," raadt hij de sopranen
aan als zij moeite hebben met
een hoge b. Het werkt als een
toverwoord. „Hoe is het moge
lijk!" roept de dirigent. „Zó zui
ver zong Julie Andrews nou ook
weer niet!"
Aan de zijkant is geduldig en
onopvallend de pianist aan het
werk. Hij speelt de begeleiding,
die tijdens het concert door het
Leiderdorps Kamerorkest uitge
voerd wordt. Het is een on
dankbare taak. want tijdens het
concert doet hij niet mee. Maar
daar heeft hij geen moeite mee.
„Het is hier gezellig en mijn bij
drage word gewaardeerd. Na de
repetities gaan we altijd iets
drinken in Camino en dan krijg
ik van iedereen een biertje. Ik
heb trouwens in het verleden
wel meegedaan met uitvoerin
gen. Eén keer alleen een slag op
de pauken. Maar bij andere
concerten ook clavecimbelpar-
tijen."
De deelnemers zijn absoluut
verslingerd aan het repertoire
van de jaarlijkse kerstconcer
ten. „Ie hoort die muziek niet
zo vaak. En de kerstsfeer is ook
door en door Engels: lekker kit
scherig, zoet als slagroom."
Meer leden nemen het woord
kitsch in de mond. Ze verstaan
de kunst om van kitsch te ge
nieten. Het is traditie in het de-
cemberconcert niet alleen seri
euze Engelse muziek te laten
horen. De kerstsfeer wordt
compleet gemaakt met 'prach
tige kitsch'. „We doen veel mu
ziek van John Rutter", zegt de
dirigent. „Heerlijk sfeervol, ge
zellig, niet diepzinnig, maar wel
met vakmanschap gecompo
neerd. Ie kunt het kitsch noe
men. Kitsch kan leuk zijn, maar
dan moet je het wel verdomd
goed uitvoeren. Daar ligt voor
ons de uitdaging: de kitsch te
laten leven. Naast het serieuze
re werk. We moeten nog hard
aan het programma werken,
Het Leiden
English Choir
repeteert voor
het kerstpro
gramma in En
gelse stijl. Di
rigent Stef
Collignon pept
het koor een
beetje op:
„Meer drama!
Meer als een
musical!"
FOTO
DICK
HOCEWONINC
maar het juiste gevoel is al aan
het groeien. Op de uitvoering
gaat het altijd beter dan tijdens
repetities. Dan is precies de
goede spanning aanwezig. De
sfeer van de avond werkt mee
om de muziek er goed uit te la
ten komen."
Niet alleen de muziek krijgt
aandacht. In de pauze wordt
gepraat over de verspreiding
van flyers en over de kleding tij
dens het concert. 'Feestelijk
zwart' wordt de dames voorge
schreven. De heren voelen zich
achtergesteld, want zij moeten
gewoon in saai zwart pak. Na
enige discussie wordt besloten
dat ook de heren zich een klei
ne frivoliteit in hun kleding mo
gen veroorloven. En misschien
kan er nog iets leuks bedacht
worden bij de Amerikaanse
kersthit Rudolph the Red Nos
ed Reindeer'. Ook wat de sfeer
van het concert betreft zet het
Leiden English Choir de punt
jes op de i.
Leiden English Choir, The
very best time of year*. Kerst
concert o.l.v. Stef Collignon
m.m.v. Leiderdorps Kameror
kest. Solist: Philip Curtis, bari
ton. Werken van Rutter, Hurd
e.a. Vrijdag 17 december,
20.15 uur, Evangelisch-Lu
therse kerk, Hooglandse Kerk-
gracht 28, Leiden. Zaterdag 18
december, 20.15 uur, Dorps
kerk, Plein 3, Wassenaar.