Zeldzame amfibieën lijden kwijnend bestaan In Natura Geen kip te zien Fins virus waart ront i Gammastraling nader onderzocht Prijzen voor studente WOENSDAG 24 NOVEMBER 1999 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINCA 023 De roerloze en grafstille duisternis van de nacht werd abrupt verscheurd door een bloedstollende kreet. Nog voordat de volgende schreeuw klonk zaten we recht overeind in bed, mijn vrouw en ik. Een ijskoude huive ring trok van mijn enkels naar mijn kruin. Er was re gelmaat in het gekrijs: na twee seconden stilte volgde telkens een kreet, maar al vlug werden de pauzes lan ger. 'Wat in hemelsnaam is dit?', fluisterde mijn vrouw. 'Een kip', antwoordde ik, al even onthutst. We gingen het bed uit en probeerden het kippenhok te ontdekken in het inktzwart achter het raam. Het waren slechts de afzwakkende en in frequentie afnemende kreten die de onheilsplek markeerden. De kip stierf, dat was duidelijk. Toen ik naar beneden wilde gaan om de lantaarn te pakken en bij het kippenhok pools hoogte te nemen, wist ik dat ik te laat zou komen. Van het gruwelijke gekrijs restten nog slechts wat hulpelo ze, zwakke kreetjes. En daarna werd het stil. We zaten er nog een poosje over na te praten. Welk dier had de volledig met gaas omheinde ren of het aan alle kanten afgesloten nachthok kunnen binnendrin gen? Onze eerste verdachte was de steenmarter, waar van we bijna zeker wisten dat hij op onze zolder bivak keerde. Hoe dikwijls hoorden we daar immers 's avonds of gedurende de nacht niet een luid gerommel en gestommel, dat onmogelijk door muizen, vogels of zelfs een zwerfkat teweeg kon worden gebracht? Een paar nachten geleden klonk zelfs een scherpe kras over de dakpannen, ogenblikkelijk gevolgd door ru moer in het dakbeschot en een reeks rappe voetstap jes. Een rat of welk ander dier dan ook maakt niet zo'n hertie. Een steenmarter wel. Die laat zich aan de mens niet zien, maar trekt zich verder niets van hem aan. Hij beschouwt de oude schuur of de stille zolder als zijn eigen plekje en rommelt daar zoveel hij wil rond. Hij schuwt persoonlijke ontmoetingen met de mens, maar verkeert graag in diens nabijheid. Vooral op boe renerven voelt hij zich thuis, waar de landbouw klein schalig wordt bedreven en bosjes, heggen, schuurtjes en verwilderde stukjes groen nog volóp aanwezig zijn. Zelfs in steden komt hij voor, als er maar schuilplaat sen en braakliggende terreintjes voorhanden zijn. En mits er voedsel is uiteraard, zoals muizen, ratten, vo gels, eieren, bessen en vruchten. Dat hij niet door de mens wordt opgemerkt, komt door zijn verborgen, nachtelijke levenswijze. Hij gaat altijd uiterst behoedzaam te werk, is een meester in het besluipen van zijn prooi en neemt deze bliksem snel en geruisloos te grazen. Weet echter een steenmarter een kippenhok of een duivenhok binnen te dringen, dan kan het er wel an ders aan toegaan! Het gefladder en het misbaar van de in paniek verkerende vogels doet hem soms volledig uit z'n dak gaan. Zijn jachtlust wordt dan zo opgefokt, dat hij de ene na de andere vogel grijpt en ze stuk voor stuk doodt. Elke kip of duif gaat eraan. Veel te veel vlees om allemaal op te eten. Gezegd wordt dat hij zich dan alleen te goed doet aan de hersens of het bloed, maar ik betwijfel of dit waar is. Dat een steenmarter echter een verschrikkelijke ravage kan aanrichten, wordt door elke kenner beaamd. En daarom weet ik nog helemaal niet zo zeker of het wel een marter was die ons kippenhok bezocht. Want toen ik de volgende morgen het hok binnenging, trof ik rust en orde aan, terwijl ik slechts bloed, veren en resten dacht aan te treffen. Het had me al verbaasd dat de haan gewoon was gaan kraaien in de ochtendsche mering. 'Hé, die leeft nog', constateerde ik verwon derd. Het parmantige dier stapte 's ochtends inder daad ongeschonden en onaangedaan rond. Het grijze kippetje volgde hem even braaf als gewoonlijk. Maar de bruine kip was verdwenen. Spoorloos. Nergens bruine veren, nergens een maïsgele poot, nergens in gewanden of vleesresten. Niets. Ook op de schaarse plekken waar de kip naar buiten getrokken kon zijn, was geen spoor te bekennen. Het arme beest leek in het niets te zijn opgegaan. Het was gedood en weggesleurd zonder dat dit enig teken had achtergelaten. Dat is volgens mij niet de werkwijze van een marter en ook het feit dat de andere kippen nog springlevend waren, versterkt mijn twijfel. Diezelfde ochtend onderzocht ik alle hoeken en gaten van de zolder, die een waar labyrint vormt boven het gecompliceerd opgezette, eeuwenoude monument dat onze woning is. Mij een weg banend door gordijnen en vitrages van spinnenwebben, bescheen ik met een grote lantaarn holen en spelonken waar ik al jaren niet was geweest. Niets wees echter op de aanwezigheid van een steenmarter. 'Dat er spoken en geesten zitten, is zonneklaar', zei ik dus tegen mijn vrouw, 'maar een marter woont daar niet, noch enig ander levend we zen: er is geen kip te bekennen.' THEO SCHILD KAMP IEDE Duizenden poelen zijn de afge lopen twintig jaar in Nederland aangelegd om onze kwijnende kikkers, padden en salaman ders (de amfibieën) een steun tje in de rug te geven. Voor de gewone soorten is dat prima gelukt. Ze zijn steeds algemener geworden. Maar de zeldzame soorten worden helaas steeds zeldzamer. Bijna elke natuurinstantie of - groepering heeft sinds het be gin van de jaren tachtig wel één of meerdere poelen laten aan leggen voor amfibieën. Niet te groot (gemiddeld een halve ten nisbaan), niet dieper dan an derhalve meter, vaak met schuin hellende kanten en zon der vis. Want vissen en amfibie- en verdragen elkaar maar slecht. Veel van de waterpartijen zijn sinds hun ontstaan regelmatig bezocht door deskundigen om na te gaan welke soorten de poel koloniseren en waarom sommige poelen beter worden bevolkt dan andere. De balans van al deze onderzoeksgege vens werd onlangs opgemaakt op de themadag 'Poelen' van de stichting Ravon (Reptielen-, amfibieën- en vissenonderzoek Nederland) aan de universiteit van Nijmegen. Volgens de bio logen Ton Stumpel en Ben Crombaghs zijn het vooral de algemene soorten die goed op het verruimde aanbod aan poe len hebben gereageerd. Crom baghs: „We hebben vooral meer van hetzelfde gekregen: gewone pad, bruine kikker, middelste groene kikker, kleine watersalamander en alpenwa tersalamander. Maar soorten zoals de knoflookpad, de boomkikker en de geelbuik- vuurpad hebben nauwelijks ge reageerd." Knoflookpad Vooral het voortbestaan van de geelbuikvuurpad in ons land is kritiek. Van de zestig vindplaat sen in Zuid-Limburg zijn er nu nog maar twee over. In België en Duitsland gaat het grauwe padje met de felgeel gevlekte buik al even hard achteruit. Crombaghs: ,Het is een soort die zich thuisvoelt in heel ande re watertypen dan de gebruike lijke poelen. In Frankrijk plant hij zich voort in karrensporen. Die hebben we in Nederland niet meer. Het contrast tussen natuur en cultuur is hier zo scherp geworden dat die rom melige tussenzones allemaal zijn verdwenen." De knoflookpad is van verge lijkbaar kaliber. Hoewel deze soort nooit echt algemeen is ge weest, is het landelijke voort- plantingsareaal nu geslonken tot een tiental grotere, reeds be staande. voortplantingswateren in weilanden. Van de vele nieu we poelen is er vrijwel geen en kele gekoloniseerd door de knoflookpadden. Dit duidt vol gens bioloog Stumpel op onvol doende kennis van de eisen aie deze bijzondere soort aan zijn leefmilieu stelt. „Het onderzoek moet over een heel andere boeg. We moeten niet langer al leen de poelen bestuderen, maar ook de omgeving. En ook het gedrag van deze dieren zelf', vindt Stumpel. Crombaghs is ervan overtuigd dat de 'geelbuik' en de 'knof look' met noodmaatregelen nog te redden zijn voor Nederland. „Maar dan moetje eens een heel ander soort poel durven aanleggen. Een basisbiotoop dat in het geval van de geelbuik zou moeten bestaan uit een stelsel van ondiepe plassen op een betonnen onderlaag. Wan neer je er elk jaar een paar dras tisch met een grijper op schoont, blijft de dynamiek er lekker in. Dat komt kunstmatig over, maar is in dit stadium noodzakelijk om de soort voor uitsterven te behoeden". Het behoud van de knoflook pad vergt volgens Crombaghs eveneens wat meer lef bij de natuurbeschermers. „Helaas liggen de laatste vindplaatsen bijna allemaal buiten de na tuurgebieden. Je hebt dus maar weinig grip op het beheer. Wat je zou kunnen doen is alvast deze gebiedjes aankopen en tot niet-openbaar reservaat verkla ren". Stumpel oppert een 'top tien' van beste vindplaatsen om de knoflookpad op de agenda te krijgen. De nieuwe basisbiotopen heb ben zich overigens al bewezen bij de boomkikkers in het Lim burgse Echt en in de Zuid-Es- chmarke in Enschede. Want evenals de twee zeldzame pad jes, bleef ook de sterk bedreigde boomkikker weg uit de nieuwe poelen. De kwijnende popula ties in De Doort bij Echt en in Twente zijn sinds de aanleg van basisbiotopen, waar de dieren ook buiten het water geschikte leefplekken kunnen vinden, spectaculair gegroeid. BART SIEBELINK De ruimtevaartorganisatie NA SA gaat nieuwe onderzoekssa- tellieten inzetten om het raad sel van de kosmische explosies van gammastraling op te los sen. Die machtige processen mogen dan wel al jaren precies geregistreerd worden, men weet nog steeds niet waardoor ze veroorzaakt worden. De schier onvoorstelbaar ener gierijke explosies van gamma straling staan bekend als 'gam ma ray bursts', kortweg grb's. De verschijnselen worden meer en meer beschouwd als het summum op het gebied van energieproductie. De stralings bronnen markeren plaatsen waar extreme omstandigheden heersen. Gammastraling is bui tengewoon energierijk. Zelfs na zo'n acht miljard lichtjaar af stand te hebben overbrugd is zij in staat om de sensoren van speciaal toegeruste (gamma) sa tellieten bijna op hol te bren gen. In de kosmische natuur waar ze vandaan komt moet het wel heel erg tekeergaan. De plotselinge uitbarstingen werden voor het eerst 30 jaar geleden opgemerkt door detec toren aan boord van satellieten die speciaal waren ontworpen voor het registreren van proe ven met kernwapens. Bij een kernexplosie komt namelijk ook veel gammastraling vrij. Spoedig werd duidelijk dat de oorzaak in de kosmos gezocht moest worden. De vraag was al leen of de explosies zich in de buurt van ons zonnestelsel af speelden, of veel verder weg maar nog altijd binnen ons melkwegstelsel, of zelfs buiten dit stelsel. Steeds verfijndere detectoren maakten duidelijk dat het laatste het geval moet zijn. De straling is afkomstig uit melkwegstelsels die miljarden lichtjaren hier vandaan staan. De energieuitbarstingen zijn zo kolossaal dat de totale energie productie van onze zon gedu rende haar tien miljard jaar du rende 'leven' er bij in het niet verzinkt. „Het enige dat we weten is dat vooral de langer durende 'bursts' op de een of andere manier in die verre melkweg stelsels moeten ontstaan," zegt dr. Kevin Hurley van de univer siteit van Berkeley. „De relatie tussen dit type grb's en die melkwegstelsels werd door het in 1991 gelanceerde Compton Gamma Ray Observatory vast gesteld." Deze CGRO was onder meer voorzien van een toestel, het Burst And Transient Source Ex periment, kortweg BATSE, waarmee de posities aan de he mel van een aantal tussen 1991 en 1995 optredende gammaex plosies nauwkeurig werden „Het grote probleem met deze verschijnselen was en is hun betrekkelijk korte duur en hun onvoorspelbaarheid", aldus Hurley. „Je bent altijd te laat om het hele proces vanaf het ontstaan te kunnen volgen. BATSE onderving dat omdat hij was voorzien van detectoren die in een aantal richtingen te gelijk konden registreren. Na deel daarvan was weer de be trekkelijk geringe beeldscherp te. Toch werd er ondubbelzin nig mee bewezen dat in ieder geval de geregistreerde, langdu rige grb's zich in verre melk wegstelsels afspeelden." Een nieuwe generatie gamma observatoria zal worden uitge rust met een veel betere beeld scherpte en is in staat om zich razendsnel te richten op de plek aan de hemel waar zich een grb voordoet. Het eerste exemplaar, dat in 2003 moet worden gelanceerd, luistert naar de naam Swift. „Swift bestaat uit drie instru menten, telescopen," legt Hur ley uit. „Een voor röntgenstra ling, de XRT, en een voor het ultraviolette en optische ge bied, UVOT geheten. De derde is als het ware de bewaker: de Burst Alert Telescope of BAT. Zodra BAT een grb registreert Afgelopen zomer werd in het ziekenhuis voor inwendige ziekten van de universiteit Leip zig een zwaarzieke man bin nengebracht die een virusinfec tie had opgelopen met koorts en inwendige bloedingen tot gevolg. De artsen dachten da delijk aan het beruchte ebolavi- rus of het gele-koortsvirus, dat bij epidemies in Afrika honder den doden had geëist. De man was echter nooit in Afrika ge weest maar bleek in Duitsland besmet met een variant van het hantavirus, en wel het puuma- lavirus. Het puumalavirus - de naam is afkomstig uit Finland - is een van de vele virusstammen die net als het ebolavirus hemorra- gische koorts kunnen veroorza ken. De man had aan een jacht partij in een Duits bos deelge nomen en kon pas na een we kenlange behandeling en talrij ke bloeddialyses gered worden. Het voorval veroorzaakte nogal wat opschudding in Duitse me dische kringen. Na een rond vraag en wederzijds consult on der wetenschappers blijkt nu dat in Duitse, Oost-Europese, Scandinavische en ook Ameri kaanse bossen voor de mens gevaarlijke virusstammen aan wezig zijn die hemorragische koorts kunnen veroorzaken. Deze virussen zijn wel niet zo gevaarlijk en levensbedreigend als het ebolavirus, het marburg virus of het gele koortsvirus. Zij kunnen echter wel ernstige ziektetoestanden als longont steking en nierbeschadiging veroorzaken, wat dan in me disch vakjargon als epidemi sche neffopathie wordt om schreven. In Duitsland wordt het puuma lavirus aangetroffen in bosge bieden als het Thüringer Wald, het Odenwald, de streek rond Würzburg en,in het bosrijke Rheingebergte. In deze gebie den heerst volgens het vaktijd schrift 'Medizinische Klinik' dan ook voortdurend infectie gevaar. Maar ook in de uitgestrekte woudgebieden en rond de me ren in Zweden en Finland be dreigt het puumalavirus vakan tiegangers en kampeerders. Dit virus veroorzaakt in de regel slechts een mild ziektebeeld, maar kan bij niet tijdig ingrij pen al snel tot gevaarlijke com plicaties leiden, aldus Bodo Wagner van het universiteits ziekenhuis in het Finse KuopiO in het 'Deutsche Arzteblatt'. De boomkikker behoort tot een van de zeidame soorten amfibieën die niet profiteren van de vele speciaal voor hen aangelegde poelen, foto gpd richten de XRT en UVOT zich bliksemsnel op het verschijn sel." Met de XRT en UVOT denken de sterrenkundigen de positie van een grb tot op 0,3 boogse- conde vast te kunnen stellen. Dat minieme hoekje is hetzelf de als dat waaronder we een dubbeltje zien op een afstand van ruim tien kilometer. „Doel is vooral om een zogehe ten optische tegenhanger van een grb te kunnen lokaliseren", zegt Hurley. „Dus een bron die ook in het optische gebied te zien is. Dat biedt de mogelijk heid het object tot in detail te bestuderen met bijvoorbeeld de om de aarde draaiende Hubble ruimtetelescoop. Naast de Swift staan nog enkele splinternieuwe gammaobserva toria op stapel om het raadsel nog dichterbij een oplossing te brengen: het Next Generation Gamma-Ray Burst Observatory (NGGRBO) en de Gamma-Ray Large Space Telescope (GLAST), die in 2005 gelanceerd moet worden. De NGGRBO zal pas gebouwd worden als Swifts resultaten bekend zijn, opdat de detectoren perfect kunnen worden afgesteld. Om die reden zal de NGGRBO zeker niet voor 2010 gelanceerd (kunnen) wor den. BEN APELDOORN Hantavirussen, waartoe puumalavirus behoort, door kleine knaagdieren gedragen, in dit geval de smuis. De virussen vers; zich via de gedr selen van de bosmuis en den dan door de mens ademd. Dat gebeurt on meer dikwijls in Zweden Finland bij de lentescho maak van de zomerhuis waarin bosmuizen graai winteren en waar zij hui werpselen achterlaten. lavirussen worden niet mens op mens overgedt zijn dus niet besmettelij Een epidemische nefrop door het puumalavirus i festeert zich in het begii gewone griep. Twee tot ken na de besmetting ki patiënt koorts, hoofdpij pijn in de gewrichten. gint te hoesten en word treem gevoelig voor lich komen daar buikpijn en bij. In dit stadium kan d tie gemakkelijk met een galkoliek of een blinded ontsteking verward woi nog even later kunnen verschijnselen van nierl diging optreden. In de derde urine wordt dan wit en bloed gevonden, alle hemorragische kooi len optredende bloedin ven bij het puumalavin perkt tot bloedingen in derhuidse bindweefsel buikstreek. Een infectie door puum russen kan normalerwij tijdig ingrijpen snel en worden behandeld, zoa uit de ervaringen in Fin Zweden. Van de ongevi lijks 4000 infectiegevalli Finland wordt slechts e als zodanig erkend en b deld. Bij de overige gev: verloopt de infectie biji gemerkt of wordt zij thuis uitgeziekt. Hoe dan ook, een puun fectie is geen lachertje jagers, boswachters, bo ders, wandelaars, toeri; kampeerders treffen. Ir wordt momenteel een ontwikkeld. Intussen ki bovengenoemde risico de raad bij het betrekki schoonmaken van een huisje of bij een verblijl bossen in de vroege Ier mond- en neusmasker gen. JOHAN LAMORAL Studio Actua samei Alles I Kinde om li 17.lf fe; 17 DagS The n; Amer rie. Ti galad heel v voord high-: cepte party. Opspc Serie de kij bij he drijve leke Kuin. Man I Licht gram (zinn liteit ledag Get tl Kenn Paul, N0S- Netwi Actu; Jessii (Mur rikaa Jessi het h Kink heer: lijke men. moor Deat De ju Gewi de st ter. Vervy Porti patiê in Ar AVR( toeki tie. Slotr Haaj Kare Nacl linge Eind Cryptogram Horizontaal: 1Pijnlijk voor een kip die eraan gaat (4); 4. Vrouwen in een hoofdstedelijke boom (5); 7. Zij rijdt op haar paard zo het water in (7); 8. In duplo is deze bekeuring nog te verteren (3); 9. Waterkoud (3); 10. Kandelaar die zijn hart uitstort (7); 12. Met een noodgang uit de boog (7). Verticaal: 2. Stof van een onvolledige vlieger (4); 3. Het overschot overtreft een berg (6); 4. Tweemaal bekaf? (8); 5. Einddoel van mensen die verwenst worden (4); 6. Kijkt wezenloos van achteren (6); 9. Haarversiering (4); 11. Die kraag komt van pas (3). HEINZ Oplossing van dinsdag: span-spaan-Japans look-kloof-Alkoof niet-inter-Noriet pret-prent-Panter telg-tegel-Leegte voer-vloer-Eervol mare-armee-Zeearm stee-setje-letsje leeg-gelei-Eigeel zeer-lezer-Reuzel Gevraagd woord: JANPLEZIER 0| Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft reikt de natuurkundeprijs lil 'uud winnaar HJ.Hupkes. foto united photos de boer Uit handen van Nobelprijswin naar Gerard 't Hooft ontvingen veelbelovende bèta-studenten vorige week in Haarlem een aanmoedigingsprijs van het Centraal Instituut voor Indu strieontwikkeling (CIVI). Daar naast waren er drie afstudeer- prijzen van 25.000 gulden te vergeven aan de beste exacte afstudeerders. De prijsuitrei king, waar ook NWO-voorzitter Van Duinen en ING-topman Rinnooy Kan spraken, vond plaats in het historische ge bouw van de Hollandse Maat schappij der Wetenschappen in Haarlem. Het CIVI wil met deze prijzen de exacte studies promoten en bovendien afgestudeerden prikkelen om betrokken te blij ven bij wetenschap en indu strie. CrVI-voorzitter VI ïog jarenlang zijn er te weii Wet denten voor een gezonden, wikkeling van de Neder andt industrie." De praktijk et zo veel goede studenten v hij voor goedbetaalde mar iedi( mentsbanen. Dat geldt ook voor een prijswinnaars, scheikur oi Janneke van der Kamp. toespraak gaf ze toe zi< schuldig te voelen om< zij niet de research in i maar het bedrijfsleven, hebben die mensen m Van 't Hooft. „Jongeren k hebben veel afleiding. hing er nog een sfeer a mour om het beoefeneijn zuivere wetenschap. SILVAN SCHOONHOVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 10