'Japanners begrijpen hun eigen cultuur niet'
TIG heeft zenuwen
niet onder controle
Leiden Regio
en feest van herkenning in Rijnlands Lyceum
Nederland te klein voor j.W. Roy
Hoofd-conservcitor Japancollectie van het Rijksmuseum voor Volkenkunde Matthi Forrer:
Matthi Forrer het café binnenkomt,
feit hij even of hij zijn imposante hoed
1.zal houden of op een stoel zal leggen.
ej kiest voor het laatste. Zijn jeugd, begint
was een aaneenschakeling van positie-
garingen. Tijdens de vakanties op de
van museum naar architectuuruiting,
u gothische kathedraal naar romaans
je en op zondagmiddag naar het Tro-
museum. En thuis was het altijd wrin-
tussen schilderijen en glas-in-lood ra-
vader was, na de verschrikkingen van
lorlogsjaren, niet meer in staat om zijn
e vak van concertpianist uit te oefenen,
koos daarom voor zijn tweede passie:
dende kunst. De tol van werken aan de
ïaspoorweg en in een Japanse kolen-
i i moest hij vooral met zijn gezondheid
en den. Met het eerste ziekenschip kwam
ir, in 1946, verlamd, terug uit Indonesië,
ig verkering, trouwde en ging in een
i huis in Amsterdam wonen. Matthi
een van de vier zonen die uit dit huwe-
werden geboren. „Het huis was altijd
ivol. Mijn vader maakte bijvoorbeeld
me grote glas-in-lood-ramen en die
den dan in de kamer of in de gang. Je
ide op tussen kunstwerken-in-uitvoe-
rta werd ook altijd over kunst gesproken.
zij er de afwas of tijdens het aardappelen
2! Hen leerde ik dat de Westerse cultuur
heel beperkt was. Dat er buiten het
en nog zo ontzettend veel moois en
ig. ends is. Dat je je moet verdiepen in de
ldliteratuur en in de Griekse mytholo-
vertelt de Leidenaar. „Mijn vader
nooit met ons gesproken over zijn
:rv igsverleden, hij heeft al zijn ervaringen
v ezet in een positieve houding ten op-
e van de mensheid. De oorlog is fout,
zijn redenering, daar kun je dus niets
van verwachten. Hij voelde en voelt,
hij leeft nog, geen haat tegen de Ja-
lers. Ik heb, waarschijnlijk door zijn
ling, diezelfde attitude meegekregen,
em het ook niemand kwalijk wat mijn
-y is overkomen."
lpiiddelbare school was 'afschuwelijk',
nert hij zich als de dag van gisteren,
het gymnasium had hij negen jaar no-
maar leerde en passant wel Spaans en
ds. „De keerzijde van mijn opvoeding
id( lat ik al zoveel wist en ik me absoluut
nteresseerde voor de kale vragen van
rammatica. Ik vond dat allemaal zo
hrikkelijk oninteressant en ik was
ernaast ook nog verschrikkelijk eigen-
kil Dat ben ik nog steeds. Ik weet name-
lprecies hoe ik mijn werk moet aanpak-
n schijn nogal bot te kunnen formule-
toi laar mijn mening is altijd gestoeld op
s en je moet, althans op mijn vakge-
van goede huize komen om daar iets
oe te voegen. Ik krijg nog wel eens het
jt pedant of arrogant te zijn. Dat ben
uurlijk niet."
aa roorliefde voor het Japans is langzaam
leid. Aanvankelijk, dus voor zijn elfde
ging zijn aandacht vooral uit naar de
ische en de Chinese cultuur. De Ja-
kunst, weet hij nu, is veel creatiever,
Hoewel zijn vader in een Japans
krijgsgevangenkamp zat, wist
dr. M. Forrer (50 jaar) als
elfjarige al zeker dat hij 'iets' in
Japanse kunst wilde doen. Hij
kocht toen z'n eerste Japanse
prentje. Kon alle informatie die
erbij hoorde ontcijferen via een
leerboekje op één karakter na.
Schreef daarom een brief naar
mr. Robinson, de conservator
van het Victoria en Albert
Museum in Londen. Robinson
lichtte hem nauwgezet in. „Ik
wist vanaf dat moment dat ik -
als ik later groot was - net zo
knap wilde zijn als Mister
Robinson." Als hoofd
conservator van de
Japancollectie van het
Rijksmuseum voor
Volkenkunde in Leiden heeft hij
die wens verwezenlijkt.
FOTO HIELCO KUIPERS
vrijer en inspirerender dan de Chinese
kunst. Chinese kunst is veel meer gevangen
in starre concepten. Na zijn middelbare
school ging hij aanvankelijks Zweeds stu
deren, maar koos na anderhalf jaar alsnog
voor Japanologie.
Het komt in de kunst, weet de Leidse con
servator zeker, aan op het leggen van ver
banden en het stellen van de juiste vragen.
Japanners blinken zelf niet uit in de inter
pretatie van hun eigen kunst. „Hun inzich
ten zijn gebaseerd op feitenkennis. Ze heb
ben geen visie, zijn vaak zelfs bijzonder
stupide in hun denkwijzen. Studenten blij
ven ook gevangen in de opvatting van hun
leermeester. Ze kennen de westerse vrij
heid van denken niet en er zit geen bewe
ging in hun inzichten. Hoewel Japanners
vandaag de dag grote belangstelling aan de
dag leggen voor de eigen cultuur, begrijpen
ze haar niet altijd. Ze hebben geen associa
tief vermogen. Daardoor kunnen ze bij het
bepalen van een datering er rustig twee jaar
naast zitten. In ons vak is dat een doodzon
de."
Forrer heeft inmiddels zes boeken en zo'n
honderd publicaties, waaronder veel cata
logi, op zijn naam staan. Als hij in Japan
publiceert, krijgt hij nauwelijks reacties.
Maar ook in het westen spreekt niemand
hem tegen. „Vanaf mijn 25ste, toen ik mijn
eerste boek publiceerde, gold ik al als ex
pert. Dat is natuurlijk wel een tijdje grap
pig, maar ik kan nooit eens lekker discus
siëren over m'n vak", is een ervaringsfeit.
Hij vindt het daarom heerlijk om met bui
tenlandse collega's die hem wel bij tijd en
wijle tegengas geven, om te gaan.
De collectie van het Museum voor Volken
kunde bestaat uit de dagelijkse gebruiks
voorwerpen in het Japan van rond 1820.
„Onze verzameling is fabelachtig. Nergens
ter wereld, dus ook in Japan niet, kan een
museum hieraan tippen." In nagenoeg
twaalf jaar tijd is de collectie destijds bij
eengebracht door Jan Blomhoff, Johannes
Fisscher en Philip von Siebold. Er is vol
gens de conservator 'normaal' voor be
taald. Van roof was derhalve geen sprake.
De collectie is groot, 39.800 stuks om pre
cies te zijn. Het idee van staatssecretaris
Rick van der Ploeg een deel van de collectie
te verkopen vindt hij achterlijk. Volgens de
staatssecretaris kan cultureel ondernemer
schap een goede manier zijn de collecties
op te schonen en geld in het museumlaatje
te krijgen. Forrer ontvouwt zijn eigen denk
wijzen over dit onderwerp. Hij zou zonder
probleem een kwart ervan, tienduizend
stuks dus, willen schenken aan musea die
daarmee hun eigen collectie meer com
pleet kunnen maken. Zo zouden bijvoor
beeld vierduizend voorwerpen naar het
Victoria en Albert Museum in Londen kun
nen. Mocht dit Londense museum geld be
schikbaar hebben, dan is dat uiteraard wel
kom, maar geld mag onder geen beding
een voorwaarde zijn voor deze permanente
bruikleen.
Daarnaast zou de conservator met een ge
rust hart tweeduizend gebruiksvoorwerpen
uit zijn collectie aan andere musea willen
schenken. De rest, zo'n vierduizend voor
werpen, kan dan worden teruggegeven aan
Japan. „Zo'n beleid is goed en verant
woord. Het maakt onze eigen collectie al
leen maar beter en inzichterlijker, omdat
de ruis er dan uitgaat. Je verhoogt door een
dergelijke opschoning alleen maar de kwa
liteit van de verzameling. Wij hebben hier
bijvoorbeeld zestien tandenborstels en
twintig tandpastazakjes uit het Japan van
1820. Japan heeft er niet één. Wat is er dan
tegen om twee stuks in permanente bruik
leen of schenking aan Japan te geven?"
Maar, benadrukt hij keer op keer, de voor
werpen moeten dan wel terechtkomen in
goede handen, bij musea die de waarde
van de schatten kennen. Hij vergelijkt in dit
verband de ware verzamelaar met een be
zorgde vader. „Een vader is er toch ook al
les aan gelegen dat zijn dochter in goede
handen komt." Want, is zijn verdere argu
mentatie, een goed verzamelaar, hetzij pri
vé of museaal, moet net als een vader op
een goede manier afstand van zijn dochters
kunnen doen.
Over zijn positie als echte vader is hij niet
helemaal tevreden. Hij vindt het namelijk
verdrietig dat zijn twee dochters uit zijn
eerste huwelijk de ellende van een schei
ding hebben moeten doormaken. „Dat wil
je als vader niet, ik verdien voor die schei
ding geen schoonheidsprijs, want zij heb
ben geen schuld aan die verwijdering, maar
worden er wel mee geconfronteerd. Op dat
punt heb ik het slecht gedaan." Hij kan
zich een leven zonder vrouw niet voorstel
len. „Ik kan wel heel goed alleen zijn, als .je
weet dat er altijd iemand op de achter
grond aanwezig is."
Forrer noemt zichzelf 'hopeloos ouderwets'
in zijn voorkeur voor muziek. Sonates van
Beethoven, Brahms en Schubert kan hij
waarderen, muziek die wordt uitgevoerd in
een kleine bezetting. „Een octet is me bijna
al te lawaaierig."
De vraag of kunst elitair is, irriteert hem.
„Natuurlijk is kunst elitair, nou en! De ge
middelde museumbezoeker is nog steeds
de volwassen academicus tussen de 35 en
55 jaar. En|?! Ik vind het ook leuk om een
boek te lezen dat anderen te moeilijk vin
den. Als de staatssecretaris zelf vindt dat
kunst zo moeilijk is, mag hij die gedachten
nog niet op het hele Nederlandse volk pro
jecteren. Dat Van der Ploeg nu allerlei knie
vallen maakt, moet hij zelf weten. Maar hij
moet ons er niet mee lastigvallen. Kunst is
voor iedereen toegankelijk, alleen maken
mensen zelf de keus of ze er wel of niet
kennis van willen nemen. Ik ga bijvoor
beeld niet naar voetballen en ik drink ook
geen bier."
Het ligt daarom voor de hand dat hij geen
warme gevoelens krijgt bij populistische
tentoonstellingen, exposities die als doel
hebben veel publiek te trekken. De kwali
teit moet altijd voorop slaan. In dit verband
refereert hij aan een door hem georgani
seerde tentoonstelling voor de Royal Aca-
damy of Arts in Londen. „Dat was absoluut
geen populistische tentoonstelling, maar er
kwamen wel 125.000 bezoekers op af. Er
werden 15.000 catalogi verkocht en er ver
scheen een driekwart paginagrote bespre
king in The New York Times. Als organisa
tor zweef je dan even..."
ge ileumshow Zonnebloem in Oegstgeest roept sfeer van vroeger op
GEEST MAARTEN BAANDERS
'agi iten brachten tijdens de
ebloem Theater Tournee
;er van de afgelopen vijftig
tot leven met liedjes als
5ec ie kokette Katinka', 'De
"es van het Leidse Plein' en
en van Snip Snap. De
van het Rijnlands Lyceum
igstgeest was zaterdagmid-
afgeladen. Uit de hele
en Bollenstreek waren
rden en gehandicapten
vrijwilligers naar de vie-
van het vijftigjarig jubile-
van De Zonnebloem ge
it, sinds jaar en dag steun
everlaat van langdurig zie-
THEATER RECENSIE
CAROLINE VAN OVERBEEKE
Eenakterfestival Carv. voorstelling 'Een
lichte lunch', door TIG Leiden. Spel: An-
nemieke van Doorn. Martine van Rijn en
Gerard Bik Gezien: 21/11 in Theater Im-
penum.
„Je kan niet ontkennen dat pa
pa zoop, zoop als een vis",
zegt een van de zussen. „En jij,
jij moet geen sherry nemen,
dat is voor oude vrouwen,
maar wijn, witte wijn. Ober,
twee witte wijn graag!"
In de voorstelling 'Een lichte
lunch' van Peter van Straaten,
gisteravond op het eenakter
festival gespeeld door de Leid
se theatergroep TIG, draait het
venijn, vrouwenvenijn.
Twee zussen, Jenny en Suzan,
zitten na een bezoek aan hun
moeder uitgebreid aan de
lunch en halen, terwijl de wijn
overvloedig vloeit, allerlei her
inneringen op.
Hun vaders overspel komt
aan de orde maar ook het be
drog van Maarten, de partner
van Jenny. Suzan vertelt dit al
les op een vilein toontje aan
haar zus. Zo van: wat ben jij
toch dom dat jij dat allemaal
nooit hebt gemerkt!
Maar Jenny slaat terug. Aan
het slot zegt deze van de drank
steeds vrolijker wordende zus
(Martine van Rijn): „Ja jij, jij
hebt altijd alles door, maar je
snapt niks." Na het vernemen
van het bedrog van haar man,
slaat ze zich zelfs op de dijen
van plezier „Mijn, Maarten? De
schat! Oh, wat leuk! En waar
laat hij zijn bril dan? Hij is al
tijd zo onhandig met zijn bril."
De speelsters, Annemieke
van Doorn en Martine van
Rijn, hebben hun zenuwen
aan het begin van de stuk niet
helemaal onder controle. Bei
den zijn even hun tekst kwijt
maar ze weten dit goed op te
vangen. Ze houden het tempo
er flink in en dat is tegelijker
tijd het bezwaar van hun spel:
de vliegensvlug afgevuurde
teksten komen als een ping
pongballetje bij de ander en
die slaat meteen terug, waar
door het spel zich niet kan ver
diepen.
Ook jammer is dat de regis
seur de vaart uit het stuk heeft
gehaald door de pratende
vrouwen plotseling te laten
stilvallen als de ober het eten
op tafel zet of de flessen wijn
openmaakt. Die lange pauzes
komen zeer onnatuurlijk over.
Toch werkt het spel van de
hysterische zussen bij tijd en
wijle op de lachspieren, en zo
is het waarschijnlijk ook be
doeld door Van Straaten. In
die opzet is TIG in elk geval ge
slaagd.
Frits Lambrechts, Berdien Stenberg, Joke de Kruyf en Robert Paul (vlnr) tijdens de Zonnebloem Theater Tournee.
FOTO MARK LAMERS
solex, arbeidsvitaminen, de vis
senkom van Willem Duijs, de
alternatieve jaren zestig en
daarna: een paar uur lang voel
den de aanwezigen weer even
de tinteling van hoe het alle
maal ook alweer was.
Op de vraag hoe ze de feest
middag hadden gevonden, ant
woordden de aanwezigen zon
der uitzondering: „Fantastisch.
Wat hebben ze hier veel werk
van gemaakt!" Het was een
feest van herkenning geweest:
„Ik zag zo mijn man weer voor
me toen ze op het toneel ston
den te dansen. Hij kon ook zo
gek doen met de kinderen." En
een ander: „Ja, ik herinner me
alles nog. De rock roll, die de
den we ook toen we uitgingen,
maar dat ging wel wat wilder
dan ze het nu op het toneel de
den. Maar we moesten wel om
11 uur thuis zijn. Tegenwoordig
gaan ze pas om 11 uur de deur
uit..."
„Aandacht is een mensen
recht", zei Lambrechts in de
loop van de show, doelend op
het werk van De Zonnebloem.
Het publiek kreeg deze middag
inderdaad alle aandacht. En
ook andersom had het publiek
er geen moeite mee de aan
dacht bij de show te houden.
De organisatoren waren dik
tevreden met dit 'terugblikpro-
gramma'. „Maar we zijn ook al
hard met de toekomst bezig",
verklaarde districtshoofd Nul-
kes. „Behalve het huisbezoek,
de bootvakanties en de ont
spanningsmiddagen voor ou
deren richten we ons nu ook op
jongeren. We moeten nog veel
opbouwen, maar het groeit ge
staag."
„Een ander toekomstplan",
voegde Crommentuijn toe, „is
de aanschaf van een eigen
rondvaartboot in Amsterdam,
aangepast aan onze doelgroep.
Het is duur, maar we halen het.
We zijn al een eind op weg om
het geld bijeen te krijgen."
MUZIEK RECENSIE
HANS KEIJZERS
J.W Roy and The One Night Band: J.W
Roy/zang en gitaar, Richard van Bergen-
/gitaar, Roel Spanjers/toetsen, Kees
Spruit/bas, Jeroen J. Goossens/drums.
Gezien:20/11,LVC, Leiden.
De zuidelijke Amerikaanse
roots aan je kont hebben han
gen en je wieg staat - vervelend
genoeg - in Nederland. De sla-
gerszoon Jan Willem Roy gebo
ren in dat andere zuiden, kort
geleden uitgekomen met de cd
'Deeper Shades', lijkt aan de
verkeerde kant van de grote
plas geboren. Zaterdag begint
de band al tegen tienen en veel
volk is er dan nog niet het LVC
binnengedwarreld. Jan Willem
staat een beetje als een dooie
Lowie achter de microfoon en
beperkt zich tijdens het concert
grotendeels tot slagakkoordjes.
Zijn doorleefde stem kluistert
je echter aan de rand van het
podium en de prachtige song
miniatuurtjes volgen elkaar in
snel tempo op. Van de warme,
melancholieke opener 'Travel-
Ier', het gevoelige 'Deeper Sha
des', tot het lekkere up-tempo
'What's left behind'. Hier staat
een man die liedjes kan schrij
ven, geen ongevoelige liedjes-
boer die zich eindeloos her
haalt en ze ook nog eens zon
der opsmuk de zaal inslingert.
Wat zou Roy zijn zonder zijn
One Night Band. Weinig denk
ik, want de magnifieke vlakin-
vulling van de zwierige orgel
klanken en de subtiele onder
steunende gitaarpartijen zijn
essentieel voor Roy's sound. Gi
tarist Richard van Bergen heeft
een spetterende to the point-
stijl waar elke noot op zijn
plaats valt. En toetsenist Roel
Spanjers wisselt zijn ingetogen
orgelldanken af met orginele
honky tonk pianoriedels zonder
één moment te vervelen. Dose
ren is een kunst en J.W Roy
doet dat met ongekend gemak.
Binnen 'Easier' laat de band
subtiel de dynamiek intreden
en wordt het hard-zacht-kunst-
je met verve gespeeld.„Ik heb
gisteren een nieuw nummer ge
maakt, 'Yesterday' meldt Roy.
Promotie van de cd staat op het
tweede plan, want Jan Willem
gaat zaterdagavond lekker op
avontuur. Daar hoort een num
mer bij waar de akkoorden nog
in het klad bij staan, maar ook
covers van the Band en - ver
rassend - Feel like going home'
van Charlie Rich.
Roy wordt veel vergeleken
met John Hiatt. Waar Hiatt ech
ter over zijn hoogtepunt heen
is, moeten de vette jaren voor
J.W Roy nog komen. De ko
mende tijd zingt Roy zeker nog
in ons koude kikkerlandje,
maar de vraag is hoe lang. Als
de platenmaatschappij dat ene
duetje met Ilse de Lange van
'Deeper Shades' uitbrengt kan
Nederland wel eens heel snel te
klein zijn voor J.W.