Sport 'Het enige wat ik wil is een normaal leven' 9 Randje BUITENSPEL ZATERDAG 6 NOVEMBER 1999 HEF WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464, PLV.-CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463 MSV-coach Alibegovic wacht op vaste status Toen Burhan Alibegovic twaalf jaar geleden op vakantie was bij vrienden in Nederland, werd hem de vraag gesteld of hij niet wilde blijven. Als vrijgezel kon de huidige coach van de basketballers van MSV gaan en staan waar hij wilde, maar toch antwoordde de Bosniër dat hij thuis alles had wat zijn hartje begeerde. Zes jaar later ontvluchtte hij zijn geboorteland, omdat er een oorlog woedde. Alibegovic vroeg in Nederland asiel aan, maar wacht met zijn gezin nog steeds op een vaste status. Hij is inmiddels al aardig ingeburgerd in Noordwijk. „Ieder mens op deze aarde heeft recht om een veilige plek te vinden om te leven", zegt de 41-jarige ex-Joegoslaaf. doorGERTJAN VAN GEEN „Ik heb veiligheid gekregen en ik wil wat teruggeven", zegt de uit ex-Joegoslavië gevluchte basketbalcoach Burhan Alibegovic. FOTO MARK LAMERS j ho Ik heb het altijd over ex-Joegoslavië", legt Alibe govic uit. „Als je vraagt met welk land ik een emotionele band heb, antwoord ik ex-Joegoslavië." Hij wil als Bosnische moslim niet in een hokje wor den geduwd. Alibegovic werd geboren in Kroatië, bracht zijn studietijd en een groot deel erna door in het Servische Belgrado, maar is van huis uit Bos niër. De verschrikkingen van de burgeroorlog heb ben hem niet bitter gemaakt. Hij gaat er met pijn in zijn hart mee om, omdat de situatie nu eenmaal niet anders is. „In Servië is het niet veilig voor mij. De dommigheid heeft daar zijn hoogste punt be reikt. Het wordt een proces van tientallen jaren, voordat daar weer een democratie is." Een veilig onderkomen voor hem, zijn vrouw maar vooral zijn twee kinderen. Alibegovic is dage lijks hard bezig om dat te verwezenlijken. Het is zijn grootste goed. „Ik hoop dat mijn toekomst in Nederland ligt", zegt hij, verwijzend naar het uit blijven van een vaste status. Tot die tijd loert het gevaar van uitwijzing nog steeds. „Ik weet niet waarom ik als een van de weinigen uit ex-Joegosla vië die nog niet heb. Ze vinden dat ik er nog geen recht op heb. Maar ik wil niet ergens anders weer op nul beginnen. -Dan moet ik weer opnieuw een taal leren. Het spreken van een taal is tenslotte de sleutel tot alles in een land." Na zijn vlucht bracht hij met zijn gezin de eerste acht maanden in een asielzoekerscentrum door, geen ideale situatie. „Het is geen leuke ervaring. Je leeft met verschillende mensen met verschillende gewoonten. Dat kan leuk zijn, maar het heeft zijn mindere kanten. Het is geen vakantiekamp. Er is weinig te doen en je hebt te veel vrije tijd. Natuur lijk is het beter om meteen als burger in de samen leving op te gaan, maar dat kan nu eenmaal niet." Hoewel de discussies over het asielvraagstuk en asielzoekerscentra in negatieve zin oplaaien, heeft Alibegovic begrip voor de reacties in het land. Zo kan hij meegaan in de beslissing van de burge meester van Eist om voor de asielzoekers aldaar een avondklok - tussen half twaalf 's avonds en half acht 's morgens dienen de bewoners binnen te blij ven - in te stellen. „Nederland is een aantrekkelijk land en dus komen er niet alleen mensen uit oor logsgebieden, maar helaas ook mensen met andere motieven. Er zijn er genoeg die alleen willen ne men en niet willen geven. Helaas zijn de slechte voorbeelden altijd harder dan de goede voorbeel den." Een gebrek aan geldingsdrang kan Alibegovic niet verweten worden. Zowel hij als zijn vrouw heeft het hoogste diploma 'Nederlands als tweede taal' en beiden spreken vloeiend Nederlands. Om dat ze officieel niet mogen werken, verricht het echtpaar Alibegovic vrijwilligerswerk in Noordwijk. Voor hem betekent dat, buiten het 'tolken' bij Vluchtelingenwerk, coachen en trainen bij MSV. Naast de seniorenploeg, heeft hij ook de junioren onder zijn hoede. „Het is een aardige vereniging. En je krijgt al snel een band met mensen omdat je dezelfde interesses hebt. Het mooie aan MSV is dat de club al jaren spelers levert aan het hoogste ni veau, zoals Ronald van Velzen, Sander van der Holst en dit jaar Djoenie Steenvoorde. De broers Driessen en Jan Koek hebben ook eredivisie-erva ring. Doordat er altijd een kern van spelers over blijft, blijft het niveau waarop we spelen gewaar borgd." Bekerduel Alibegovic, die zelf als speler het niveau van de Ne derlandse promotiedivisie haalde voordat een knieblessure een einde maakte aan zijn carrière, MOOIER dan GOUD Ik ben tot de conclusie gekomen dat mijn liuis mijn dierbaarste bezit is, buiten mijn sport. Daarom sta ik op de foto met het koopcontract in mijn handen. In dit rijtje ben ik geboren. Ik heb hier tot mijn 22ste gewoond, toen ben ik naar een flat gegaan. Die heb ik vijfjaar geleden met een flinke winst kunnen verkopen, en toen kon ik hier een huis betalen. Mijn ouders wonen twee huizen verderop en dat is erg makkelijk met eten, kan ik je zeg gen. Het is een rijtje van acht woningen. Ik heb dit huis kun nen kopen van een man die vijf jaar daarvoor al tegen mij had gezegd: als ik het wil verkopen, dan kom ik eerst naar jou. En hij heeft zich aanzijn woord gehouden. Hij was al wat ouder en wilde in het dorp gaan wonen. Ik had echt geluk, daarom ben ik er zo blij mee: Hier liggen mijn roots, hier ligt mijn verleden. Daarom is het voor mij heel veel waard om hier weer te wonen. Dit is mijn buurt, snap je. Het is een echt familierijtje. In zes van de acht huizen woont familie - tantes, ooms. Mijn ouders waren 33 jaar geleden de eerste van de familie die hier gingen wonen. Misschien komt mijn broer hier in de toekomst ook naar toe. Iedereen gaat goed met elkaar om, het is hartstikke gezellig, we vormen echt een gemeenschap. We organise ren ook wel eens wat, barbecuetjes en zo. De huizen staan middenin de polder, helemaal vrij. Het is vlakbij het strand, vlakbij de duinen. Vanaf mijn huis kan ik direct in een mooi gebied gaan hardlopen. Ik heb een grote tuin met een garage. Ik ben gek op vijvers, dus ik heb er tivee vijvers ingegraven. De tuin grenst aan een sloot. Ik kan vanuit de tuin vissen, dat is wel lekker. Ik heb alles verbouwd, een nieuwe badkamer, de hele huis kamer veranderd. Het was echt een heleboel werk. Winkels zijn niet in de buurt, nee. Die zijn vier of vijf ki lometer verderop, maar daar wen je aan. Ik cloe een keer per week de grote bood schappen. Nee, ik ga hier nooit meer weg, dat weet ik nou al. TEKST: JANET VAN PUK FOTO: HIELCO KUIPERS Vier jaar geleden werd Fred Westgeest semi- profbokser. Van de zeventien partijen die hij sindsdien bokste, won hij er zestien, waarvan tien op knock-out. De 29-jarige Wassenaarder werkt halve dagen als metselaar en traint twee keer per dag. Westgeest (110 kilo zwaar, twee meter lang) yverd driemaal kampioen van Zuid-Holland en twee keer Nederlands kampioen. Zijn mooiste overwinning behaalde hij in september in Polen, toen hij wereldkampioen werd van de kleine boksbond IBO. Afgelopen zaterdag kreeg hij in Rotterdam Ahoy' een nieuwe kampioensgordel van de nationale boksbond, die twee jaar tevergeefs zocht naar een tegenstander tegen wie hij zijn titel kon verdedigen. Het doel van Westgeest is altijd: de volgende partij winnen. Waarschijnlijk bokst hij eind deze maand in Düsseldorf tegen een Amerikaan. verbaast zich erover dat het niveau van het basket- bcil in Nederland zo laag ligt. Zeker omdat de struc tuur van het verenigingsleven hier een stuk beter is. „Hier hebben clubs verschillende teams, van de benjamins tot de junioren. Bij de senioren zijn er vaak vier, vijf of zes teams. Dat is bij ons onbe staanbaar. Alleen de echt grote clubs hebben dat. Bij de andere zeggen ze gewoon dat je maar ergens anders moet gaan spelen als je Heren I niet haalt." Met MSV draait hij in de top mee van de promo tiedivisie, ondanks het tweede verlies afgelopen weekeinde. Aanstaande woensdag staat het beker duel met eredivisionist Den Helder op het pro gramma, een prima gelegenheid om de Noordwijk- se club te promoten. Ook al is het een kansloze missie. „Ik hoop dat er veel mensen op af komen. Ik ga naar zo veel mogelijk wedstrijden kijken en het valt me op dat er zo weinig publiek is. Zelfs bij een Europacupwedstrijd laatst in Amsterdam wa ren er maar vijftig toeschouwers. En bij EK-kwalifi- catiewedstrijden van het Nederlands team spelen de bezoekende landen bijna een thuiswedstrijd." Trainen en coachen bij MSV geeft voldoening, maar hij kan als afgestudeerd werktuigbouwkundi ge niet wachten om aan de slag te gaan. Voorals nog werkt de Nederlandse staat tegen. „Ik heb vei ligheid gekregen en wil wat teruggeven. Het ont breken van zekerheid is lastig. Ik ben maar gewoon aan het leven, want het is onmogelijk om elke dag alleen maar op die vaste status te wachten." Kans Tot die tijd leeft hij tussen hoop en vrees. De enige zekerheid die hij heeft, is dat hij zijn kinderen een kans op een goede toekomst biedt. „Natuurlijk kan ik een beter leven hebben met meer geld en een groter huis, maar het enige wat ik wil is een nor maal leven. Ik ben niet veeleisend. Belangrijker is dat mijn kinderen een kans krijgen en dat kan in Nederland. In Tsjetsjenië is het oorlog, ex-Joegosla- vië is kapot en in Afrika heerst hongersnood. In die landen heb je die kans niet. Hier wel en dus moet je wel een erg domme Nederlander zijn om die te j missen." P echts van mij (links voor de A lezer) stond vorige week een stukje over Sid Bruinsma, volks tuinhouder te Voorschoten. Hoewel hij poseerde met groente van eigen kweek herkende ik hem onmiddellijk: de allroun- der van het grote P/Leiden dat in 1978 tegen Punch uit Delft landskampioen werd. Op de tri omf in sportpaleis Ahoy' volgde toen een huldiging op het Stad huisplein. Dat waren nog eens tijden. Ik had geen idee dat de bas ketballer Bruinsma, Amerikaan met Friese voorouders, hier in de buurt was blijven hangen. Dat hij met zijn grote handen in de Voorschotense aarde zit te wroe ten, vind ik trouwens wel bij hem passen. Bndnsma is altijd al een noeste werker geweest. Als basketballer liep hij het vuur uit zijn sloffen voor sterren als Mitchel Plaat (spelverdeler) en Arthur Collins (schutter). In 1977 kwam hij naar Nederland om te gaan basketballen bij BS Leiden dat in ballpointgigant Parker een gulle geldschieter had gevonden. De club ging Parker Leiden heten, maar daar deed het Leidsch Dagblad niet aan mee. De krant huldigde parmantig hetzelfde standpunt als de lan delijke dagbladen Trouw en de Volkskrant: geen sponsornamen in de redactionele kolommen. Vandaar P/Leiden. In elk wed strijdverslag mocht één keer ge wag worden gemaakt van het verbond tussen Parker en de vanuit het Bonaventra-college voortgekomen basketbalclub. Waarom deze kleine handrei king werd gedaan, kan ik me niet meer herinneren. Misschien omdat Parker bij uitwedstrijden voor de Europa Cup een flink deel van de kosten van de mee reizende Leidsch Dagblad-ver slaggever voor zijn rekening nam. P/Leiden was een sensatie in het verspreidingsgebied van het LD. Bij gebrek aan betaald voet bal of enig ander sportief vertier van niveau ging Leiden en om geving massaal achter het bas ketbalteam van Bruinsma en kornuiten staan. Zelfs bij onbe duidende competitiepotjes zat de Vijf Meihal met bijna twee duizend aanhangers barstens vol. Voor Europa Cup-wedstrij- 'Het is niet om te basketballen, maar om te korfballen den en play-offduels werd uitge weken naar de Groenoordhal- len. Daar zagen in 1979 tiendui zend (10.000!) toeschouwers hoe de grote rivaal EBBC Den Bosch de landstitel aan P/Leiden ont futselde. Maar toen Parker dankzij het basketbal zijn naamsbekend heid binnen enkele seizoen flink had opgeschroefd, werd de boel overgedaan aan een andere sponsor. Onder Elmex was het al een stuk minder en toen deze tandpasta-kneder er na een paar jaar ook al de brui aan gaf, stortte het Leidse basketbalbol- werk volledig in. Wat restte was cle herinnering aan de spette rende dunks van Collins, de on navolgbare dribbels van Plaat en de nimmer aflatende ijver van Bruinsma. Toen ik 'Sid the kid' zaterdag in de krant aan mijn zijde zag, heb ik meteen op zolder een doos oude krantenknipsels om gekeerd. 'Basketballers uit VS geven scholieren les' staat boven een stukje dat ik als leerling journalist van de stadsredactie ergens begin 1978 heb geschre ven. Er staat een foto bij van Sid Bruinsma die iets uitlegt aan leerlingen van Visser 't Hooft, de school waar ik toen nog maar net van af was. Ik vond ook nog een wedstrijdverslag van mijn hand (als verslaggever in de leer sprong ik wel eens bij op de sportredactie) waaraan een op merkelijk berichtje was gehan- gen: 'Gisteravond startte bij Lei- den-Amsterdam (103-88) del handtekeningenaktie voor een I nieuwe, ruimere sporthal in Lei- den. In enkele uren werden meer dan duizend handteke-1 ningen opgehaald.' Die grotere speelzaal voor BS Leiden is er nooit gekomen en daar mag cle club achteraf blij om zijn, want eenentwintig jaar na het veroveren van de landsti tel volstaat een gymzaal voor de thuiswedstrijden van het eerste mannenteam. Dat ploetert te genwoordig, zonder publiek, in wat je de derde divisie kunt noe men. In en om Leiden werd eind ja ren zeventig druk gebasketbald. Hoewel er nu meer dan ooit naar basketbal op televisie wordt gekeken (de Amerikaanse profcompetitie) blijven de plein tjes leeg. Van de week stond ik even bij te praten met Wijnand Sloos in zijn sportzaak aan het Vijf Meiplein. We werden on derbroken door een rijzige jon geman in een keurig pak die om basketbalschoenen vroeg. Uiter aard dachten Wijnand en ik met een basketballer van doen te hebben en ons gesprek nam een wending naar de glorietijd van Sid Bruinsma. Maar terwijl hij zich een paar enorme bas ketbalschoenen liet aanmeten, onderbrak de lange klant ons opnieuw: 'Het is niet om te bas ketballen, maar om te korfbal len.' Onbegrip stond op mijn ge zicht te lezen toen ik naar Wij nand keek. Die lachte en zei: 'Het zaalkorfbal gaat weer be ginnen. Tegenwoordig verkoop ik alleen nog maar basketbal schoenen aan korfballers.Ik be greep het. Een sportstacl is Lei den, op een paar mooie basket balseizoenen na, nooit geweest. Vandaag de dag trekt alleen Sporting Trigon, dat op het hoogste niveau korfbalt, nog een paar honderd man publiek naar de Vijf Meihal. Geen stad die zo aan topsportarmoede lijdt als Leiden. Wijnand Sloos knikte instemmend toen ik vast stelde dat Leiden een korfbal- stad is. En clan nog een kleintje ook. Jaap Visser is verslaggever van Vrij Nederland en centrale verdediger van RCL 7

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 21