Weg met de onzin
Je haar grijzer,
e wereld zwarter
Een erbarmelijke Ierse turftrapper in New York
De hond als
literair personage
Boeken
De rivier
De verkwanseling van Nederland vastgelegd
ATERDAG 23 OKTOBER 1999
Sombere gedichten van Ellen Warmond
Laatste columns Karei van het Reve gebundeld
POËZIE RECENSIE
Querido, fl 32,50
van de beste Nederlandse
jiters zijn dichteressen.
aan Judith Herzberg, F.
fitsen van Beek, Hanny Mi-
aelis en zeker ook aan Ellen
umond (69). Het is een tijd
gal stil geweest rond de
KALEIDOSCOOP
Geluk is wat je verwacht
niet wat je krijgt
wat is dan geluk?
de maan
op een ansichtkaart en dat
gezien door een verrekijker.
emde die
1953 de-
leerde
Proef-
en in de
zestig
zeventig
reeks
pu
reerde,
is er een
uw boek-
uit, Kaal-
haar eerste gedichtenbun-
sinds 1988. Waarom ze zich
w van de poëzie heeft ont-
iden? 'Er valt veel te zeggen
Dor zwijgen nooit een valse
in de stilte', verklaart ze
een kort gedicht. Het heeft
met haar leeftijd te maken:
genoegzaam bevlogen
ipgang te maken men
It zich niet meer en steeds
lener mee'.
- Ilen Warmond heeft altijd
het leven geschreven. Ze
dat in bondig en verras-
j werk, vaak een soort afo-
len. Een van haar bekendste
ten heet zelfs ironisch 'I.p.v.
turkalender', wat suggereert
haar gedichten het equiva-
zouden zijn van de par-
spreuken die je op be
de scheurkalenders vindt,
komt poëzie met dergelijke
heden ook weer tegen in
Het hierbij afgedrukte
cht Kaleidoscoop is daar
mooi voorbeeld van, even-
leze bespiegeling: 'Zou dat
ude dag zijn? geen gehei
meer voor jezelf je haar
er de wereld zwarter de
;ren te groen.'
is bepaald niet het enige
gedicht over de ouderdom in
de bundel. Het is zelfs zo dat
vrijwel alle verzen in Kaalslag
over deze fase van het leven
gaan. Ellen Warmond heeft
nooit een vrolijke visie op het
bestaan gehad, maar de toon is
deze keer wel erg somber. De
poëzie staat helemaal in het te
ken van allen die waren en alles
dat was, van 'de broeikas van
het voorbije', van 'de eindig
heid en de nadagen'. Maar er is
één voordeel:
Karei van het Reve (1921-1999) was een man met een
diep geworteld wantrouwen jegens alles wat niet direct
begrijpelijk was. Het laatste bewijs daarvoor is 'Achteraf,
een vierhonderd bladzijden dikke selectie uit de co
lumns die hij tussen 1988 en 1996 voor Het Parool
schreef.
COLUMNS RECENSIE
natijd is een
goed seizoen
voor afstand'.
Door afstand
te nemen ziet
ze de dingen
glashelder, ze
beseft zelfs:
de eeuwigheid
een monu
ment van
niets'.
Zij heeft
zich zelden bediend van brede
regels en bloemrijke zinnen.
Deze nieuwe gedichten zijn
echter kaler dan ooit. Wat trou
wens niet de enige verklaring is
voor de titel, 'kaalslag' verwijst
ook naar de omstandigheid dat
je als je oud bent steeds meer
dierbaren verliest. 'Elke nacht
omringd door mensen die
niets meer omringen dromen
van wie niet meer dromen',
schrijft ze ergens over deze
vorm van kaalslag.
Nacht en droom zijn woor
den die haar poëtische vocabu
laire tegenwoordig beheersen.
De droom vervangt steeds meer
de werkelijkheid, de nacht met-
al zijn angsten verdringt de dag.
Maar in plaats van zich willoos
te laten meesleuren, blijft ze
zich verweren tegen de onver
biddelijke tijd. In het prachtige
gedicht Project neemt ze zich
voor: 'geen milde oude willen
worden niet Völstaan met
voortbestaan. in eigen afge
dwongen orde de tijd levend
slaan'. Haar wapen daarbij is de
poëzie, waarmee je even orde
kunt scheppen in de wanorde
van het bestaan.
HANS WARREN/CPD
'Achteraf', Karei van het Reve, uitgeverij
Van Oorschot, fl. 39,90.
Enkele vaste geloofsartikelen
van deze bestrijder van ieder
geloof zijn bijna klassiek gewor
den. Zijn credo „Je moet verta
len wat er staat" bijvoorbeeld.
En zijn stelling: Alles wat niet
zo is opgeschreven dat het door
een twaalfjarige begrepen kan
worden, is niet goed opgeschre
ven." Hij hield ervan twijfel te
zaaien over de vooroordelen
van de weldenkende, progres
sieve en vooral zelfingenomen
Nederlanders. Als het even kon,
ging hij op hun lange tenen
staan.
Geen wonder dat hij in zijn
loopbaan enkele schandalen
heeft ontketend. Of eigenlijk is
dat niet het juiste woord: het
was niet zijn wens om tumult te
veroorzaken, hij wilde alleen
dat we bepaalde algemeen ge
koesterde maar in feite on
houdbare denkbeelden eens
rustig zouden toetsen. Hij bleek
in al die conflicten de winnaar,
al duurde het soms jaren eer
zijn triomf werd erkend. Het
adagium „Doe maar gewoon"
paste hij op alle gebieden van
het leven toe, ook op de weten
schap en op de literatuur, en
zelfs op de literatuurweten
schap. Vandaar zijn geruchtma
kende aanval van eind 1978 op
de letterkundige exegeten in
Het raadsel der onleesbaarheid.
Het vervelende voor politiek
correct Nederland was dat Van
het Reve iemand uit hun eigen
kring was. Je kon hem niet als
een reactionaire brombeer af
doen. Hij stemde op Joop den
Uyl, was lid van de VPRO en
abonnee op Vrij Nederland.
Desondanks had hij bijvoor
beeld een zwak voor de conser
vatieve Beierse politicus Franz
Josef Strauss. „Dat mocht ei
genlijk niet", vertelde hij in een
in Achteraf opgenomen co
lumn. Het verstand rechts, het
hart links: zo was het bij hem.
En het is veelzeggend dat hij
vaak uiteindelijk zijn hart liet
spreken en toch weer voor de
Partij van de Arbeid in plaats
van voor de WD koos.
Hij mocht dan graag de
nuchterheid tot hoogste princi
pe verheffen, in de praktijk
kwam het vaak een beetje an
ders te liggen. Zelfs aan zijn
meest ondubbelzinnige leuzen
valt toch te tornen. In het stuk
Vadertje - over merkwaardige
Russische aanspreektitels - kun
je volop argumenten vinden
om zijn stelling over vertalen te
ondergraven. Hij dreef zijn sim
plisme vaker te ver door. Onbe
grijpelijk vind ik bijvoorbeeld
zijn nadrukkelijk beleden voor
keur voor het werk van Jean-
Pierre Rawie. Louter en alleen
omdat diens gedichten in alle
opzichten ouderwets zijn, vond
hij het prachtige poëzie.
Volgens velen de opvallend
ste eigenschap van Karei van
het Reve was zijn slordigheid.
Die heeft hem vooral parten ge
speeld bij zijn Geschiedenis van
de Russische literatuur (1985).
Lezers die fouten vonden, wer
den door hem overigens royaal
beloond. Voor mij zal hij echter
de letterkundige historie vooral
ingaan vanwege zijn dodelijke
tussenzinnen en vernietigende
terloopse opmerkingen. Ook in
deze columns vind je ze weer,
zomaar tussen twee gedach
testreepjes: „Maaike Meijer be
hoort tot de stroming - van
stroming kun je eigenlijk niet
spreken, het is meer een poel
die al een halve eeuw stilstaat -
die vindt dat literatuur uitge
legd moet worden."
Hij schreef in deze columns
over alles wat hem bezighield.
Over mode-woorden en over
zijn belevenissen op 6 juni
1944. Over zijn grote liefde voor
Rusland en zijn diepe afkeer
van de Sovjet-Unie. Tot hij op
11 mei 1996 afscheid moest ne
men van zijn lezers. Zijn geest
werkte niet meer zoals hij zou
willen. „Ik zink weg in een poel
van vergetelheid. Vaarwel", zijn
de laatste woorden in dit boek.
Gelukkig gaan daaraan honder
den bladzijden vooraf waarin
we Van het Reve van zijn beste
kant kunnen zien. Gretig trapt
hij een hele rij heilige huisjes
omver.
Wég met de onzin: daar komt
het allemaal op neer in dit laat
ste boek en de andere boeken
van deze auteur. Geen gewich
tig gedoe, geen vals vertoon. We
moeten, vond hij, een voor
beeld nemen aan Harry Tru-
Karel van het Reve in 1981; het jaar dat hem de P.C. Hooftprijs werd
toegekendfo to anp
man, de Amerikaanse presi- uit eigen zak de postzegel van
dent. Die mocht natuurlijk zo- drie cent. Als iedereen zó was,
veel dienstenveloppen gebrui- had Karei van het Reve zijn es-
ken als hij wilde. Maar wanneer says niet hoeven te schrijven,
hij zijn echtgenote vanuit het Misschien dus maar goed dat
Witte Huis schreef, betaalde hij niet alle mensen zo zijn.
Nieuwe roman van Frank McCourt
et MARGOT ENGELEN/GPD
een md', Kerstin Ekman. Vert. Elina
ijden en Wiveca Jongeneel. Uitg
akker, fl.19,90. 'Timbuktu', Paul
Uitg. Henry Holt, geb. fl. 39,95
3.8 j
LITERATUUR RECENSIE
fel tegelijkertijd verschij-
er een paar literaire ro-
waarin heel opvallend
hond de hoofdrol speelt,
is wat vroeg om van een
len-boom te spreken, maar
irkelijk is het wel.
(uitermate serieuze Ameri-
auteur Paul Auster,
bekend van de postmo-
Lejj stische New York Trilogy,
fef met Timbuktu een nu
komische, dan weer aan-
lijke roman vanuit het per-
:f van een hond die door
trekt. Serieuze critici
len er ironie in te vinden,
allegorische betekenis.
;eefs: Timbuktu is niets
maar ook niets minder
boek gezien door de
een hond.
jderliteratuur', luidde her
het minachtende, zeg
dodelijke oordeel. Alsof,
'leeld, Julian Barnes'
te A History of the World
112 Chapters, geschreven
het perspectief van een
irm aan boord van de
Noach, géén literair
irwerk voor volwassenen
jn. Het is niet alleen het
ce perspectief dat telt - al-
dat wel extra eisen stelt
wat die dierenogen zien
•ral, hoe de hond zijn
imingen aan ons door-
itijl van Austers roman
'tu is niet erg bijzonder,
in is liefdevol, maar zeker
itimenteel. De inhoud is
:lijk. Na de gewichtige
die Auster de laatste ja-
reef valt dat sommige
[kennelijk een beetje te-
'thtvoetigheid wordt niet
aangeslagen in de lite-
en zeker niet als het ook
ens om viervoetige licht-
Zweedse schrijfster
Ekman, in Nederland
1 geworden met haar
epende roman Zwart wa-
ibliceerde in 1986 de no-
tiunden, die nu bij Bert
1 in vertaling uitkomt als
"d. De stijl van Ekman is
si wel heel bijzonder. Zij
to poëtische zinnen om
etweldigende natuur van
ordelijke streken in beeld
Dat levert een won
maar niet akelige dis-
ie op tussen de lyrische
)eschrijvingen van de ai
de verteller, en het be
perkte waarnemingsvermogen
van het verdwaalde pupje Dap
per.
Als onnozel jonkie van 3
maanden oud wordt een klein
hondje op zichzelf teruggewor
pen in de Zweedse ruigte en
4cou. Misschien kan een Zweed
se gebruikshond dat wel red
den; een Nederlands pupje zou
ongetwijfeld van honger en kou
omkomen. Het wordt een lange
en zware strijd om te overleven;
het diertje doorstaat de wisse
lingen der seizoenen zonder er
iets van te begrijpen, maar
handhaaft zich door te gehoor
zamen aan zijn basisinstincten:
eet, slaap, drink, vrees. Op een
dieet van besjes, woelmuizen,
bevroren elandkadaver, eieren
en eendagskuikens groeit hij op
vari pupje tot volwassen jonge
jachthond. De jager die met
eindeloos geduld zijn vertrou
wen weet te winnen heeft aan
hem tevens een uitstekende
waakhond: Dapper is zó een
kennig dat hij bij al wat vreemd
is waarschuwend blaft.
Ekman is er in geslaagd de
valkuil van de sentimentaliteit
te vermijden. We leven wel met
het onhandige, onbegrijpende
pupje mee, maar niet op een
weeïge manier. Het gaat Ekman
in De hond vermoedelijk ook
niet zozeer om de hond. Wat ze
geprobeerd heeft is vanuit een
laag, maar nog wel herkenbaar
perspectief - en de hond staat
de mens nu eenmaal na - de
fascinerende Zweedse natuur te
schilderen. Dat is voortreffelijk
gelukt.
Achter de neus van het pupje
aan worden wij gevoerd door
graslandjes waarin van alles ge
beurt, over bevroren meren,
onder sneeuwbergen door waar
tal van dieren zich verbergt, we
zien van heel nabij de natuur
zich herstellen in het voorjaar
en dan weer verleppen.
„Beemdooievaarsbek, flui-
tenkruid, boterbloemen, dui
zendknoop en de dunne, vol
hardende grasklokjes, schape-
zuring en tormentil, ze ver
vlochten hun geuren met die
van het gras. De langpootmug
gen, de bijen en de behaarde
hommels vulden de wereld die
het bloeiende dak van de weide
was met een langzaam stijgend
en zingend gezoem." Zo wordt
tegenwoordig niet vaak meer
geschreven, maar Ekman kan
het overtuigend.
En of de schrijfster ermee
speelt, de vertalers of de duivel,
maar deze fraaie natuumovelle
bevat verbazingwekkend veel
tongue-twisters zoals taigagaai
en, alpenslaplant, en trekelan-
den.
LITERATUUR RECENSIE
MARGOT ENGELEN/GPD
'De nieuwe wereld', Frank McCourt, vert.
Christien Jonkheer en Ardy Stegeman.
Uitg. Bert Bakker, fl. 39,90
Al meer dan drie jaar staat het
veelbekroonde boek Angela's
Ashes van Frank McCourt op de
bestsellerlijsten. Het verhaal
van een armoedige, hongerige
jeugd in het nooddruftige Ier
land van de jaren dertig en
veertig ontroerde miljoenen le
zers, vooral omdat McCourt
ondanks alle misère een humo
ristische toon wist te handha
ven. Nu is dan eindelijk het ver
volg daar, het verhaal van de ja
ren als Ierse immigrant in New
York. De zwakte van de vader,
of van alle Ieren - de drank
zucht - blijkt ook de zoon niet
vreemd te zijn.
Frank verliet de sloppen van
Limerick en kwam in 1949 aan
in New York. Een magere puber
met een gezicht vol puisten,
met ontstoken ogen en rotte
tanden. Een echte erbarmelijke
Ierse turftrapper, die nog jaren
zal moeten horen 'Kom je soms
net van de boot?' of 'Bespeur ik
daar een Iers accent?'. Hij
droomt ervan student te wor
den, zo'n weldoorvoede jonge
Amerikaan, vrolijk pratend met
meisjes en lachend met een
mond vol tanden als sneeuw
vlokjes. Met zijn gebrekkige op
leiding, zijn puistenkop en zijn
eeuwig ontstoken ogen 'als
twee pisgaten in de sneeuw'
lijkt dat onmogelijk. Maar niets
is onmogelijk in het land van de
onbeperkte mogelijkheden, en
door volhouden, keihard wer
ken en wat talent bereikt de Ier
se immigrant toch zijn doel.
Frank McCourts nieuwe wereld
is echter niet zo'n heerlijke. De
Frank McCourt (links) naast Sinn Fein-leider Gerry Adams tijdens een diner waar beroemde Ierse Amerikanen werden geëerd.
foto reuters
minachting voor het Ierse volk van de Amerikaanse maat- De overgang van klein onwe- tenpak is erg abrupt, misschien
van drinkers is groot, de menta- schappij erg dichtbevolkt met tend jongetje naar een aantrek- dat daardoor de toon ook niet
liteit keihard, en de onderkant andere immigranten. kelijke vent in een stoer solda- goed klopt. De volwassen Mc
Court is bij lange na niet zo
aandoenlijk als de jonge, wat
voor zijn carrière wel gunstig is
maar voor de lezer minder. Zijn
ervaringen op de meest uiteen
lopende werkplekken zijn ver
makelijk, evenals de eigenaar
digheden van de mensen die hij
ontmoet op de plaatsen waar
hij onderdak vindt. Maar een
wel heel groot deel van De
nieuwe wereld gaat over het le
ven van McCourt als leraar. De
oorlogsvoering in de klas is een
onderwerp waar de schrijver
eindeloos over vertellen kan, en
jammer genoeg doet hij dat
ook. Anderzijds is hij te zuinig
waar het zijn huwelijk, ouder
schap en echtscheiding betreft
- we komen wel te weten dat hij
zich bij alle drie gelegenheden
een stuk in de kraag heeft gezo
pen, maar niet wat er zich ver
der tussen hen afspeelde.
De herhaling is het stijlmid
del bij uitstek van McCourt.
Maar het effect ervan in dit
boek is even vaak irritatie als
humor, en dat kan de bedoeling
niet zijn geweest. De ergernis
van moeder McCourt over het
gebruik van thee in zakjes
wordt zó vaak herhaald dat het
niet meer werkt, integendeel.
Hetzelfde geldt voor het 'wat er
van hem over is tenminste' in
verband met een bedlegerige
man die de concentratiekam
pen overleefde: veel te vaak
herhaald.
De uitgever adverteert op het
omslag met Het aangrijpende
vervolg op De as van mijn moe
der'. De nieuwe wereld is een
lollig boek, vol met dwaze
anekdotes. Maar aangrijpend is
het juist niet geworden.
Nieuwe roman van Willem van Toorn
Willem van Toorn
Roman Querido
LITERATUUR RECENSIE
WIM VOGEL
er', Willem van Toorn, uitgeverij
Querido, f39,50
Zomer 1945. Met zijn broer en
zijn vader fietst de tienjarige
Willem van Toom van het ver
woeste Tiel terug naar Amster
dam. Door Buren en langs Zoe-
len. De Rijn over, op Utrecht
aan, dan de Vecht, langs Nijen-
rode, dat hij kent omdat het
kasteel in een Verkadealbum
staat. Na vijf jaren oorlog een
nieuwe wereld. Voor het èerst
drinkt hij koffie. Voor het eerst
tachtig kilometer gefietst. Zijn
eerste trek aan een sigaret.
"Heerlijk", zeg ik.' Iedereen die
ooit tien geweest is en zulke
tochten met zijn vader maakte,
weet hoe dat 'Heerlijk' heeft ge
klonken.
Het raadselachtige is dat dat
zo-even geciteerde zinnetje de
laatste woorden zijn van een
roman waarin met heimwee en
onderkoelde woede twee vrij
wel verdwenen werelden wor
den beschreven. Het Betuwse
landschap met zijn rivieren,
zijn dijken en uiterwaarden en
Amsterdam-West rond het
Mercatorplein, eind jaren dertig
en veertig. Door de dijkverzwa
ringen van de jaren tachtig en
negentig is het paradijselijke ri
vierenlandschap ontzield en
verkracht. En Amsterdam-West
is een probleemwijk geworden,
zo anders dan het besloten
dorp dat het vroeger was.
In zijn nieuwe roman De Ri
vier vloeien alle thema's en mo
tieven van Willem van Toom
samen. De roman is geschre
ven ter nagedachtenis aan
zijn ouders die midden in
de crisisjaren vanuit de
Betuwe naar Amster
dam trokken, een
gezin stichtten,
de oorlog
overleef
den, als
mid
denstan
ders een
fatsoenlijk
bestaan
bouwden en in la
tere jaren verbijsterd
zien hoe hun oude we
reld verkwanseld wordt,
hoe het dorp Nederland in
handen raakt van planologen
van wie Harry Prenen al dichtte
dat ze'goud in hun bek (heb
ben) en stront in hun ogen'.
Van Toorn houdt van 'leesba
re landschappen', van land
schappen met een geheugen.
Vandaar zijn woede over wat er
met het oude dorp Hoofddorp
gebeurt, zijn geslaagde pogin
gen al te rigoureuze dijkverzwa
ringen te voorkomen, en van
daar ook deze roman die zijn
lezers desnoods een landschap
pelijk geheugen wil schoppen.
Net als Geert Mak is Willem
van Toorn een meester in het
kiezen van de juiste details om
tijd en ruimte, en de mensen
daarin, op te roepen. Na
tuurlijk is De Rivier een
roman, want hoe on
betrouwbaar ook
zijn herinneringen
zijn, maakt Van
Toorn al op
de eerste
pagina's
duide
lijk. Kij
kend door
de ogen van
het opgroeien-
jongetje in
Amsterdam-West,
ben je je voortdurend
bewust dat het de schrij
ver is die selecteert en com
poneert. Met als resultaat een
aangrijpend historisch docu
ment. Ik ken weinig boeken die
zo treffend en zo vanzelfspre
kend schijnbaar terloops van
binnenuit vastleggen hoe gewo
ne mensen in een gewone
straat de oorlog ervoeren. Geen
verklaringen, geen vragen, wel
veel sfeer. In die besloten we
reld lijkt de oorlog soms een
grote dorpsbrand en pogen de
dorpelingen na het blussen
daarvan hun oude leventje
weer op te pakken. Maar terwijl
je leest, weet je ook hoe defini
tief die wereld van nog maar
een halve eeuw geleden wegge
drukt en door menselijk hande
len teloor is gegaan. Het is die
tragiek die onontkoombaar
toon en sfeer van de hele ro
man bepaalt.
In De aardse republiek, poë
zie uit 1988, dichtte Van Toorn:
'Je zal er nooit meer komen.
Dus waarom zou ik het hier
niet voor ons maken, dat ver
domde landschap van je. Zeg
maar wat je wil: het is maar
taal.' Die belofte aan zijn vader
wordt met De Rivier meer dan
ingelost. In zijn essaybundel
Leesbaar Landschap (1998),
maar ook al in verhalen van
eind jaren vijftig, begin jaren
zestig, beschreef hij Amster
dam-West met details die soms
letterlijk in deze grote Holland
se roman terugkeren.
En natuurlijk, 'het is maar
taal'. Ook voor een sensitief au
teur als Van Toorn lastig mate
riaal, eerder geschikt om de es
sentie te verhullen dan bloot te
leggen. De rivier krijgt daardoor
iets mystieks. Een zoveelste po
ging het favoriete object defini
tief vast te leggen, te Fixeren,
onaantastbaar te maken voor
de alles verpulverende tijd.