Wonen bestond niet
in de Middeleeuwen
N.
Coiisi
D
b
I
J
Race in hoogbouw
MILL! JS
Woning biedt vc
maar is vaak geen plde
Vóór 6000 v. Chr. Handgevormde en zonge
droogde bakstenen doen hun intrede. De
baksteen geldt als één van de belangrijkste
bouwmaterialen.
55 v. Chr. Beton wordt voor het eerst ge
bruikt door de Romeinen bij de bouw van het
theater in Pompeii.
ca. 0 De Romeinen passen centrale
ming toe.
verwar-
1130 Het oudste nog in gebruik zijnde
woonhuis in Nederland wordt gebouwd. Dat
blijkt als tijdens een restauratie van een pand
in de Deventer binnenstad wordt ontdekt dat
de onderste twee verdiepingen nog uit de
Romeinse tijd stammen.
14de eeuw De schoorsteen doet in Europa
zijn intrede.
1509 Het oudste nog bestaande stukje be
hang stamt uit dit jaar.
De Gouden Eeuw De rijken verlaten in de zo
mer de stad om te vertoeven in hun buiten
verblijven aan de Vecht of in Kennemerland.
1785 Uitvinding van het mechanisch weef
getouw door de Engelsman Cartwright. De
handweefgetouwen in de woonhuizen wor
den vervangen door die in fabrieken. De
plaats waar mensen wonen, wordt daarna
steeds minder vaak de plaats waar ze ook
werken. Kostwinners verlaten dagelijks hun
huizen voor kantoor of fabriek. Aan het eind
van de 20ste eeuw maakt de personal com
puter 'thuiswerken' weer mogelijk.
1778 Het eerste, praktisch bruikbare water
closet wordt ontwikkeld door de Engelsman
Joseph Brahmah. In de 16de eeuw was al
een closet zonder watervoorziening uitge
vonden.
1795 Het eerste openbare badhuis wordt ge
opend in Amsterdam. Aanvankelijk alleen te
gebruiken door reizigers en op doktersadvies.
Nog tot 1925 zullen en badhuizen worden
gebouwd in Nederland. Vanaf die tijd kent
elk nieuw huishouden minstens één douche.
1853 Aanleg van de eerste duinwaterleiding
naar Amsterdam. Na stromend water in de
huishoudens zullen nog volgen: riolering,
elektriciteit, gas, telefoon, kabeltelevisie en
de digitale snelweg.
1859 De eerste veilige personenlift op stoom
wordt geïnstalleerd in het Fifth Avenue Hotel
in New York. Het ontwerp is van Elish Graves
Otis.
1875 De Nederlandse steden hoeven hun
verdedigingswerken, de zogenoemde bol
werken, niet meer in stand te houden. De
Haarlemse tuinarchitectendynastie Zocher
maakt er in veel steden wandelgebieden van.
1879 Op 21 oktober ontsteekt Thomas Edi
son zijn gloeilamp. De eer van uitvinder van
de gloeilamp komt evenwel eigenlijk Joseph
Wilson Swan toe. Hij presenteert een jaar
eerder al een betrouwbare lamp.
1890 Het Home Insurance Company Buil
ding in Chicago wordt opgeleverd. Met zijn
stalen frame en een hoogte van tien verdie
pingen geldt het als voorloper van de wol
kenkrabber.
1895 De 21-jarige Italiaan Marconi slaagt er
in vanuit zijn ouderlijk huis een draadloze ra
dioboodschap te sturen over een afstand van
een paar kilometer. Na de Eerste Wereldoor
log zal de radio de wereld bij de mensen thuis
brengen. Vaak stond het radiotoestel op het
buffet, maar ook waren er vaak speciale radi
omeubels.
1898 De Engelsman Ebenezer Howard pleit
voor een nieuw fenomeen: tuindorpen. Het
zijn steden van niet meer dan 32.000 inwo
ners, zodat iedereen in de buurt van zijn of
haar werk, van winkels en van het open
landschap kan wonen.
1901 Het Nederlandse parlement neemt de
Woningwet aan, die het jaar daarop van
kracht wordt. De overheid mag woningbouw
subsidiëren en woningen onbewoonbaar
verklaren. Nederland wordt in de twintigste
eeuw toonaangevend in de sociale woning
bouw.
Wonen
ij wonen in de Middeleeuwen
B stel je je iets heel anders voor.
Koken op een houtvuur of krui
den plukken in de moestuin, waar de kippen
rond je schorten scharrelen. Het klonk aan
trekkelijk: een dagje 'meewonen' in het ar
cheologische themapark Archeon in Alphen
aan den Rijn. Maar nee. De wreef van beide
voeten zijn na afloop schraal en rood van het
geschuif in de klompen, de onpraktisch lan
ge middeleeuwse rokken zwart van het vuil
omdat ze daar na elke keer dat je hurkt on
der blijven hangen. En een schokkende con
clusie: wonen bestond nog niet in de Mid
deleeuwen.
Een nazomerse dag in het jaar 1350. De
slaapkamer van de ambachtsman is tegelij
kertijd zijn keuken, woonkamer, opslagzol
der en werkplaats. Hoofd en lijf moeten het
bij een wasbeurt doen met een emmer zan
derige, bruine drab uit de put op het erf.
Moeder de vrouw moet bij de vuurplaats
eerst minutenlang met haar schort wappe
ren om de gloeiende kooltjes van gister
avond weer aan het branden te krijgen, voor
dat er een pot water kan worden verwarmd.
De dorpsroddels komen niet op de mat,
maar worden op de markt uitgewisseld.
In die barre tijden kwam de middeleeuwer
echt niet op het idee om te genieten van zijn
woning. Nee, wonen is iets van deze tijd. In
de Middeleeuwen werd slechts geleefd en
gewerkt.
En dat is afzien voor een luxe-dier uit het
eind van de twintigste eeuw, blijkt al snel na
aankomst in Archeon. Archeotolk Marie-An-
ne Pulles, tevens hout- en beenbewerkster,
verzorgt mijn metamorfose. De lichtblauwe
jurk met mouwen komt niet verder dan mijn
kuiten. Pulles bekijkt het onkuise tafereel af
keurend en duikt in een andere kast. Een ro
ze enkellang gewaad over het blauwe exem
plaar biedt uitkomst. Schort eroverheen,
hoofdkleed om, sieraden af. Dan komen de
schoenen. De handgemaakte leren sloffen
waar alle archeotolken op lopen, zijn helaas
niet op voorraad. De keuze beperkt zich tot
twee maten te grote, óf één maat te kleine
klompen.
In mijn zuurstokoutfit strompel ik over de
ongelijke keien van de Herenstraat naar de
boerderij van de hout- en beenbewerkster.
Pas in de late Middeleeuwen ontstonden
langzaam aan de eerste ideeën over woon
comfort. Zo is de woning waar de rijke koop
mansvrouw haar snuisterijen verkoopt van
steen. Hij bestaat uit twee woonlagen en
heeft decoratieve meubels en glas-in-loodra-
men.
De boerderij van hout en leem waar wij
onze dag doorbrengen, is een stuk soberder.
Het bosje fluitenkruid op tafel is de enige de
coratie. De inrichting bestaat slechts uit ge
bruiksvoorwerpen - gereedschappen om
mee te koken of te werken. Het huis is één
hoge ruimte van vijf bij vijf meter, met een
rookgat in de nok van het dak. De hoeken
hebben een eigen functie: eethoek, werk
plaats, slaapplaats, opslag. Stoelen staan er
niet. Alleen twee banken zonder rugleuning
en drie kleine krukjes rond de vuurplaats. Na
een half uur krijg je op dergelijke zetels niet
alleen verkrampte beenspieren, maar ook
een nek die aanvoelt als de eikenhouten eet
tafel. Want slechts één luik doet dienst als
raam, waardoor de gehele dag de voor- en
achterdeur open staan om licht binnen te la
ten. Een tochthol dus. Het ouderlijk ledikant
lijkt, ondanks de vulling van stro, halverwege
de dag ineens enorm aanlokkelijk. Maar het
is, zo blijkt, gewoon een keihard, kriebelig en
stoffig matras.
Koud is het in elk geval niet als je er met
z'n vieren in slaapt, veronderstelt Pulles. Van
privacy was natuurlijk geen sprake, maar
daar maakte niemand zich toen druk om.
„Kinderen tot vier jaar sliepen bij de ouders
in bed, ook als de liefde werd bedreven. En
iedereen plaste en public in de pispot naast
het bed, waar andere kinderen bij waren."
Het gezin hield immers niet op bij het ei
gen kroost. Dat ging met zeven jaar de deur
uit. Zoonlief ging in de leer bij een collega
ambachtsman, dochter kreeg huishoudles
van een vrouwelijk familielid. Door dat uit
wisselsysteem had elk gezin wel een paar
kinderen van een ander onder zijn hoede en
waren er al snel acht mensen bezig in de
boerderij. Met het werk, de huishouding of
de bereiding van het uitgebreide noenmaal.
Tot zonsondergang, want dan was er tijd
voor ontspanning. Als er op straat geen mu
zikant of verhalenverteller was, speelde het
gezin een spelletje aan tafel. Dat de onafge
maakte houten stoelpoot in de werkbank
stond te lonken, deerde niemand. Van 'je
werk mee naar huis nemen' hadden de Mid
deleeuwers volgens Pulles geen last. „Ik ge
loof niet dat de mensen er ongelukkiger om
waren dat ze leefden en werkten onder één
dak."
SASKIA BUITELAAR
Archeotolk Marie-Anne Pulles (rechts) wappert met haar schort het vuur aan. Links een andere
'bewoonster' van het Archeon. foto loek zuyderduin
Hoe wonen wi
dan nog wel in
als huizen of w
een kring rond
'ingericht'? Zie
cockpit en groe
ras?
Een tijdlang
Huis van de Tc
§H
op deze vragen
miljoen bezoel
chitect Cees D;
maakten kenn
ontwikkelingen
wc-papier op
len werden n;
Op sommige v
gels. Het zoge
T'*'
een zonnige da
Het bijzondi
technieken ooi
In het middelp
ter met de na;
worden om op
te wekken, hel
ter op de gewe
te openen en
ook de brandbi
Iedere 'bewonr
streerde wie he
Bij het ontw
leen gekeken n
naar wat in
wenselijk zou
afval al meter
werd direct afg
Het
konden ontsta
aan
milieuvriendel
de zonnepane
zorgden voor v
Nu, tien jaa;
s
p
komst alweer
met
bekend dat he
derl
duren. Toch i
won
hoeverre de Oi
nieu
Toekomst ind
sen
hebben gehad
'1
eg(
heeft het zekei
dakj
ten. Pasjessysi
dere
meengoed ene
land
avanceerde al;
wen
braak lijkt nog
les ti
de elektricitei'
Al
eeuw het huis
tem;
nieuwe appara
prac
van de digitale
wari
Maar voor vi
Van
alleen techniel
de 1
len. En wat m;
origi
willen is op z
Ni
Want als het oi
huis
tief, terwijl we
facte
Ondanks all
kom
gemiddelde si
tuss;
echt progressi
ruin
huizen, hoe pi
plafi
Het taboe op hoogbouw lijkt in Nederland, de bakermat
van het rijtjeshuis, doorbroken. Tot die conclusie komt de
stichting Hoogbouw, die sinds 1982 een lans breekt voor
verticaal bouwen. Sterker nog, er lijkt een ware race gaan
de om het meest hemelbestormende plan te verwezenlij
ken. Een wedloop, die overigens de hele wereld in haar
greep heeft. Het ene project is nog niet gerealiseerd of het
volgende plan voor een nog hoger gebouw wordt al gepre
senteerd.
Langs het internationale meetlatje scoort de Nederland
se 'wolkenkrabber' nog erg bescheiden. De hoogste kanto
rentoren is sinds 1991 de Delftse Poort (151 meter), vlakbij
het Centraal Station in Rotterdam. Ook het hoogste woon
gebouw, de Weenatoren (106 meter) staat in de stad die
met haar Amerikaans aandoende sky-line een baanbre
kende rol heeft gespeeld en nog steeds speelt bij het verti
cale bouwen. De top tien met hoogste bouwwerken ver
meldt zes Rotterdamse bijdragen. Ook op de lijst met nog
te realiseren projecten zet deze stad de toon - de Rotter
dam Tower steekt met zijn 350 meter met kop en schou
der boven de andere plannen uit.
Meer dan veertig jaar lang was het in 1931 geopende
Empire State Building (381 meter) in New York het hoog
ste gebouw ter wereld. Maar het land waar de wolken
krabber is uitgevonden, heeft de laatste jaren zijn over
heersende positie prijs moeten geven. Met de verschui
ving van het financiële en zakelijke centrum van de wereld
naar het Verre Oosten barstte in Azië ook op het gebied
van hoogbouw een enorme inhaalrace los.
De eretitel 'hoogste gebouw ter wereld' ging in 1998
naar de Petronas Towers, in de Maleisische hoofdstad Ku
ala Lumpur. De tweelingtoren heeft een respectabele
hoogte van 451 meter, maar
dreigt haar titel al weer kwijt
te raken. Zo wordt in Shang
hai al hard gewerkt aan het
World Financial Centre, dat
460 meter hoog moet wor
den. In Jakarta, Hong Kong,
Taiwan en Melbourne be
staan plannen voor torens die
de vijfhonderd meter grens
moeten overschrijden.
Dé wolkenkrabber van de
21ste eeuw moet in Tokyo
verrijzen. De fameuze Britse
architect Sir Norman Foster
heeft het plan ontworpen
voor de Millennium Tower.
Van een gebouw kan bijna
niet meer worden gesproken.
Het gaat eigenlijk om een ver
ticale stad, waar vijftigdui
zend mensen moeten wonen,
werken en ontspannen. De
spiraalvormige staalconstruc
tie moet een hoogte krijgen
van maar liefst 840 meter.
Maar het is nog lang niet ze
ker of de Millennium Tower
ooit de tekentafel zal ontstij
gen.
«c\>;
ederlands Hervormden,
Gereformeerden en leden van welke
protestantse afsplitsing dan ook ken
nen het bijbelboek van Jezus ben
Sirach de Ecclesiasticus niet eens.
Het boek komt alleen maar voor in
de katholieke vertaling van het Oude
Testament, onder de naam Sirach,
en katholieken, zo weten we, zijn
toch wat minder bijbelvast dan pro
testanten.
Wat moest je ook fantaseren als in
vroeger dagen in een katholieke kerk
werd gelezen: Initium vitae aqua et
panis et vestimentum et domus pro-
tegens turpitudinem? Nou, gewoon
wat er in kerklatijn staat: van nature
zijn we aangewezen op water, brood,
kleren en een huis (die ons bescher
men tegen de naaktheid).
Dat is een mooie uitspraak van
Sirach de Ecclesiasticus, gedaan zo'n
190 jaar voor Christus. Want brood
en water vervelen ons nooit, we kun
nen die bij wijze van spreken ons he
le leven lang dagelijks tot ons nemen.
We kennen nog altijd het recept van
goed brood en goed water. Zonder
zuiver water valt er ook geen thee,
koffie, zelfs geen bier te maken.
Hoe anders is het gesteld met kle
ding. Daar gaat het al een beetje fout.
Slechts weinig kleding verveelt ons
nooit: een T-shirt wellicht, een een
voudige onderbroek, een oude och
tendjas, maar ook daar slaat de ver
warring toe. Het moet steeds anders.
We zijn het recept voor kleding die
nimmer verveelt aan het kwijt raken.
En dat geldt in nog sterkere mate
voor het huis. Sirach zag het heel
goed dat een huis, het wonen, tot on
ze eerste levensbehoefte hoort. Hij
zou schrikken als hij zag hoe wij de
basisuitgangspunten van de woning
hebben verkwanseld.
Juist in de twintigste eeuw. Nog altijd
zijn er velen in Nederland die er prat
op gaan dat deze eeuw grote vooruit
gang heeft geboekt op het gebied van
de huisvesting. Zijn immers niet de
negentiende-eeuwse woonkazernes
verleden tijd? Zijn vochtige kelder
woningen met het privaat in de keu
ken niet overwonnen? En hoe weini
gen leven nu nog als groot gezin drie
hoog achter in een dorre stadsbuurt?
Het lijkt een redelijk pleidooi voor de
vooruitgang, tot je beseft dat de na
oorlogse flatwijken en bijvoorbeeld
de grootschalige Bijlmermeer eigen
lijk een evenknie zijn van de woon
kazerne. Tot je je realiseert dat velen
nog dakloos zijn, dat er zelfs aan het
eind van deze eeuw kartonnen
woondozen worden ontworpen voor
daklozen. Hoezo prestaties op het
gebied van de huisvesting?
En toch gaat het in deze bijdrage hier
niet om. Een nog veel fundamenteler
eigenschap van het wonen is ons in
de twintigste eeuw ontnomen.
Sirach de Ecclesiasticus beperkte
zich tot de term domus, woning. Hij
bedoelde daarmee een onderdak,
een vorm van beschutting, en vooral
een plek om te kunnen leven.
Dat onderdak is langzamerhand
wel gelukt. Zelfs de karti zal in
zendoos geeft de idee v; je echt
en als je in een stenen Yachti
woning woont, dan is er al voo
ge Bouwbesluit dat moe
dat je als het regent geen
je hoofd krijgt.
Met de beschutting
minder goed gesteld,
heeft vele generaties
hovaardige architecte ipoedi
bracht die er een sadis en var
gen in hadden en nog }ners
de mensen te kijk te
glasoppervlakken behei ntsoer
woning, terwijl de bewo
beschut wenst. Al was
nachts. Dan gaan de
dan sluit de bewoner
proces dat zich maar al
overdag afspeelt. De indi dage,
loezieën, lamellen, vitraj niet je
nen is de enige sector 'kken,
eeuw baat heeft gehad
dente opvattingen van
chitecten.
zal me
Nog rampzaliger is hei
de woning als plek om
merendeel van de Ned 'reken,
volking is in de twintig twintip
gesloten in een wonir ïr de 1<
slechts te gast zijn. Zf ningn
huurwoning achterlatt
haar aantreffen. Ze hel
zeggen over de straat, o ïrugvir
ondanks vele vrome pfi °°it m
spraak en buurtbetrokfe ^a<
In de komende eeuw
tisch veranderen. Of je
HENK GEIST
waart
kooj
'g vele
gen.
niging
in app
en ar<
om v
mens
Niet
'rdt d(
n een
nt me
chten
EE EE BE EBBE BE!