Omschakelen? Een varken is geen komkommer' Drie jaar topoverleg over wereldhandel Schaarste jaagt grondprijzen o 'Kleine bazen vermaken is het leukste wat er is' Economie VRIJDAG 8 OKTOBER 1999 n Nederlands Persbure. Varkensvoorman Cor Das: 'Ons levenswerk wordt vernietigd door nieuwe mestplan regering' De varkensboeren staan met de rug tegen de muur. Via het nieuwe mestplan heeft de regering het faillissement van zes- tot tienduizend bedrijven verordonneerd. Var kensvoorman en rasonderhandelaar Cor Das van ZLTO, de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, ziet met lede ogen aan hoe zijn levenswerk en dal van de vierdui zend varkenshouders die hij al enkele decennia verte genwoordigt, gedoemd is te verdwijnen. Als het niet bin nen drie jaar is dan wel binnen twintig. Actie? „Oh nee, laten we niet nog eens dezelfde fout maken. Alleen met overleg en echte argumenten is de schade te beperken." OERLE EELCO VAN DER LINDEN Op weg naar Cor Das in Oerle, een dorpje onder de rook van Eindhoven, dringt de overheer sende professie zich snel op. De snelweg wordt bereden door vrachtwagens met knorrende, roze inhoud. Achter op één van de wagens prijkt een varken als verleidelijke pin-up. Op de landwegen van de Kempen kom je tankwagens tegen, die hét probleem van de intensieve veeteelt anno 1999 aan het ver plaatsen zijn. Op het erf van Cor Das heerst absolute rust. Niets dat duidt op de aanwezig heid van achthonderd vleesvar kens. Hoogstens doet een lichte mestgeur dat. Dat het hier alle maal wel degelijk om varkens draait, bewijzen andere dingen. Twee spelende biggen van gips naast de voordeur, enkele hou ten varianten achter het raam en, in een vitrinekast, nog eens enkele dozijnen. Het varken wordt hier op handen gedragen. Niet vreemd vindt Cor Das. „Deze streek was van nature arm. Op zandgrond wil weinig groeien. Mijn vader had een gemengd bedrijfje met vijf koeien, twee zeugen, vijftien vleesvarkens, zeshonderd kip pen en negen kinderen - ik was de een na jongste." Hem kwa men de varkens en het pluim vee toe. Met de kippen werd het niets. Met de varkens wel. Beet je bij beetje en met hulp van de katholieke coöperaties, waar van elke parochie er bijna wel een had. Meneer pastoor als spil in een economisch ontwa ken. Oerle heeft er nog één van het eerste uur, 84 jaar is hij nu. De echte impuls kreeg Das' bedrijf halverwege de jaren '60. „De uitvinding van het rooster voor varkensstallen maakten de stap mogelijk naar het gesloten bedrijf. Ik groeide van dertig naar zestig en later naar hon derd en zeshonderd stuks. De Europese Gemeenschap bleek een goede afzetmarkt te garan deren en de prijzen waren goed. Het investeringsklimaat ook, vooral toen daar later de Wet Investerings Regeling (WIR) nog bij kwam." Das sloot zich aan bij de NCB, het mach tige katholieke boerenbolwerk van Brabant, kreeg er in de loop der tijd bestuursfuncties en be hield die toen de NCB opging samen met 'protestanten' en 'algemenen' in de ZLTO. Als voorzitter van de Vakgroep Var kenshouderij kan Das het boek 'Opkomst en Val van het Var kensrijk' schrijven. Illusies heeft deze aimabele vijftiger niet veel meer. Natuur lijk was het een donderslag bij heldere hemel toen in 1984 mi nister Braks - 'één van ons' - besloot de varkensstapel te be vriezen. Maar het inzicht dat het echt anders moest kreeg Das zes jaar geleden, toen hij voorzitter werd van de Werk groep Fosfaat en Nitraat. „De Europese Unie legde normen vast voor nitraat in het grond water. Tot dan was in Neder land fosfaat een criterium ge weest, waaraan te voldoen viel. Met nitraat is dat volstrekt an ders: het vliegt door de zand grond heen het grondwater in. De normen waren volstrekt on haalbaar voor ons." Er moest een oplossing ko men voor de mest, maar de ini Eeli luist zich beter bewegen. Hij j 0I over de nieuwsgierige ste [t dozen. De dieren hebbti 1; naar hun zin, volgens Das. Heeft zijn eigen bedrijf toekomst? Das slikt en ze] een bedrijf met tweedu beesten makkelijk door man kan worden bestierd >Sti van zijn zoons moet het p jenti ren. Hijzelf zal zich definit ntvo rugtrekken, ook omdat i fje k hem parten speelt: Hij hei .n ni middels, conform de nyjjve regels, een afnemer gevi voor zijn mest in West-Bn nbel „Het kost een hoop geld, misschien dat het lukt." echter nog een probleen|jje te overleven moeten de bedrijven worden san nfl voegd en bij zo'n proces de veestapel van één v WDj twee met veertig procent den ingekrompen. „Een do»* want het maakt de iraal ,)ui Varkensboer Cor Das: „De lat wordt steeds hoger gelegd." tiatieven bloedden dood. „We hebben echt ons nek uitgesto ken. De 130 miljoen die geïn vesteerd werd in de mestver- werkende fabriek Promest, bleek weggegooid geld en de oprichting van een mestcentra- le mislukte eveneens. De reden was dezelfde: de varkensboeren wilden niet hun overtollige mest erheen brengen omdat af zet bij een akkerbouwer goed koper was." Das wil het in deze moeilijke tijden niet graag zeggen, maar kortzichtigheid toen is één van de oorzaken voor de problemen van vandaag. Hij wil de hand best in eigen boezem steken, ook als het beeld dat de publie ke opinie heeft van de sector ter sprake komt. .Acties zoals die van Wien van der Brink, inder daad niet mijn beste vriend, hebben volstrekt averechts ge werkt. Ons front scheurde bo vendien en dat heeft de positie van de sector enorm verzwakt. Iedereen praatte maar met ie dereen. Die zogenaamde groe ne lobby, met het aantreden van paars al stuurloos, is van daag geheel verdwenerr." Das zucht en zwijgt steeds vaker en langer. Bij de herinne ring aan de varkenspest, die zijn bedrijf negen maanden iso leerden, schieten de tranen in de ogen. Hetzelfde gebeurt als hij denkt aan de toekomst. „De lat wordt steeds hoger gelegd. Denk je aan de ene norm te kunnen voldoen, wordt je inge haald door de volgende. Inves teringen blijken plots waarde loos. Daar word je niet vrolijk van." Das zal nooit het overleg model opgevend maar stelt dat het eigenlijk vechten tegen de bierkaai is, als de politiek zich blijft gedragen als de laatste ja ren. Het is hem duidelijk dat inte resse en kennis van zaken ont breken. „De Inkrimpingswet was een gedrocht. Om dat in te zien was geen uitspraak van de rechter nodig. Volgens minister Brinkhorst kan de in Nederland geproduceerde mest de provin cie Utrecht onder een meter dikke laag doen verdwijnen. Hij zit er dan duizend procent naast en dan denk ik 'waarom zeg je dit' en vooral 'waarom corrigeren ambtenaren hem niet'." Het laatste mestplan is de bekende druppel. „Eén op de vier of drie bedrijven dicht, en wie overleeft zal een inko mensdaling van 30.000 gulden te verwerken krijgen. Kok is het foto gpd joris de blaauwen eijnee eens, een man die ooit het land plat legde voor een loonsverhoging van een halve procent. Het zegt allemaal ge noeg." Das gaat voor naar zijn stal len. Op dit terrein heeft hij achthonderd vleesvarkens en op een andere locatie nog eens twaalfhonderd. De zeugen heeft hij weggedaan. De beesten bi- valckeren in schemer en schrik ken op als de TL-verlichting aangaat. Das heeft een aantal stallen aangepast aan nieuwe normen: tien vierkante meter voor tien dieren, drie meter meer dan vroeger. Ze kunnen het nieuwe bedrijf onren DOd' Als je toch tweeduizend ndi ten wilt, moet je nog meei 0rd< nemen en dat is financie [tg< haalbaar." ,r De bekende muur duik V( op. Das zegt realistisch ven. Toekomst voor de sieve veehouderij is er, voor de rest van de landifosL. maar weinig in Zuid-K Qml land. De biologische lanrierdu ziet hij niet als alternatief, niet voor wat betreft dt >iinj; kens. „Een varken is geen ivoc sla of een komkommer. Ei laaj de wordt als herkenbaai f aangeboden, de rest ven in twaalfhonderd afgeleidDu ducten. Dat is geen w kke voor de biologische wereli Das voorspelt dat in de hoek Antwerpen-Ruhrgi Randstad de landbouw twintig tot dertig jaar hel t bc is verdwenen. „Kijk maai de ruimte die de niet-agn wereld in die gebieden heeft. Er is geen kruid wassen. We moeten ophi erei te denken dat we bek' >rtaj laat staan onmisbaar 0r f Maar hij zal blijven ve nv< voor een nette oplossin; oog niet te zeggen afvloeiing tM ling voor de boeren. „In overleg moet er toch no mogelijk zijn?" ,UI ru DEN HAAG ANP Vanaf 30 november beginnen in het Ameri kaanse Seattle de nieuwe overlegronden over wereldhandel. Ze gaan naar verwach ting zeker drie jaar duren. Vrijwel zeker ko men belangrijke zaken als exportsubsidies en hormoonvrij vlees ter sprake. Gerard Doornbos zal de onderhandelingen nauw lettend volgen. Hij is voorzitter van de land- en tuinbouworganisatie LTO-Neder- land en tevens van de Internationale Fede ratie Agrarische Producenten (IFAP), de wereldwijde landbouworganisatie. „Nederland heeft groot belang bij vrije wereldhandel", zegt Doornbos. „We heb ben veel agrarische export waaraan geen cent subsidie te pas komt. Denk aan bloe men, kasgroente, bollen en uien. Ons land exporteert jaarlijks voor ruim tien miljard aan bloemen en planten." Volgens Doornbos zijn de onderhande lingen echter riskant voor Nederlandse sec toren die wel afhankelijk zijn van prijson dersteuning. Dat zijn vooral de producen ten van zuivel, graan, vlees en suiker. „Als de exportsubsidies verder worden verlaagd, zullen we inventief andere klanten moeten vinden." Doornbos hoopt dat een ander land bouwbeleid niet een bezuiniging betekent, maar dat nieuw beleid inspeelt op maat schappelijke wensen. Europese boeren kunnen beloond worden voor andere func ties zoals onderhoud van natuur en land schap. Engelse boeren kunnen bijvoor beeld typerende stenen muurtjes in stand houden. Frankrijk kan de ontvolking van het platteland tegengaan. Deze vorm van steun leidt niet tot nog meer productie van melk of graan, zoals de huidige prijsondersteuning. „De Europese landbouw hoeft niet langer een voedselte kort te voorkomen. De samenleving wil dat boeren tegen woordig meer voor natuur en recreatie zor gen. Helaas geeft de overheid daar geen geld voor. Maar zo kan het niet langer. Wei nig dingen in het leven zijn gratis en land schap is dat ook niet", vindt Doornbos. Flink twistpunt bij de onderhandelingen worden ook de consumentenbelangen. Een groot verschil in eisen (bijvoorbeeld het Europese verbod op legbatterijen) verstoort de concurrentieverhoudingen. Doornbos vergelijkt het met spelen op een scheef speelveld. Boeren vlak over de grens kun nen de verboden productiemethode im mers gewoon doorzetten. De vraag is of je dan die producten aan de grens mag tegen houden of toch moet toelaten. Mogen er bijvoorbeeld wel eieren van niet-Europese legbatterijen ons werelddeel binnen? Die moeilijkheid geldt ook voor vlees met hormonen. Europa is nu één van de weini ge gebieden ter wereld dat hormonen in vlees verbiedt. Dat verbod staat nu onder internationale druk, omdat wetenschap pers verschillend denken over de schade lijkheid van bepaalde hormonen. „Gevolg kan zijn dat er geen juridische argumenten meer zijn om groeihormonen in Europa te verbieden", aldus Doornbos. „Soortgelijke discussie geldt ongeveer voor genetische modificatie. In hoeverre la ten we dat toe? Rond die thema's is het tijd voor een verstandige discussie, in plaats van emoties." DEN HAAG GPD LTO-voorzitter G. Doornbos: „Weinig dingen in het leven zijn gratis en landschap is dat ook niet." foto anp koenn suyk De grondprijzen stijgen exorbitant. De overheid verwerft grond voor spoor- en autowegen, bouwbedrij ven kopen grond voor stadsuitbrei ding en het bedrijfsleven schreeuwt om nieuwe industrieterreinen. Al die claims leiden tot een steeds ver der oplopende grondprijs. Minister Pronk (VROM) zwengel de de discussie begin dit jaar aan door te stellen dat speculanten gronden opkopen langs het traject van bijvoorbeeld de Betuwelijn. Die gronden worden vervolgens met grove winst verkocht aan het rijk. Daardoor wordt de aanleg van de spoorlijn een stuk duurder, wat door de gemeenschap betaald moet worden. Het rijk zou daarom al. in een vroegtijdig stadium actief grond moeten aankopen. Ook bij de bouw van de nieuwe woonwij ken speelde een dergelijke discus sie. Door al in een vroeg stadium de plekken aan te wijzen waar de nieu we woonwijken gebouwd moesten worden (Vinex), zorgde de overheid voor een run op de gronden. Landbouwgrond van vijf of zes gulden per vierkante meter werd door projectontwikkelaars en bouwbedrijven opgekocht voor vijf tig tot zestig gulden per vierkante meter. De boeren konden vervol gens met een goedgevulde porte monnee in het noorden van het land een nieuw bedrijf beginnen. Vaak tot ongenoegen van de zitten de boeren, omdat de nieuwkomers niet op een paar duizend gulden hoefden te kijken en zodoende de prijs voor landbouwgrond opjoe gen. „Het verwijt dat het vooral spe culanten betrof die uit waren op snelle winst is onterecht gebleken. Dat was hooguit een paar procent", aldus F. A. Nuss, directeur van het Nederlands Verbond Bouwbedrij ven (NVB). Bouwbedrijven en pro jectontwikkelaars kochten de grond vooral om een goede positie te ver werven bij de bouwopdrachten. „Wij verkopen de grond aan de ge meenten in ruil voor bouwop drachten. We zijn niet uit op grond, maar op werk", aldus Nuss. De prijzen die de bouwers beta len voor de grond zinkt in het niet bij de prijzen die de gemeenten re kenen na het bouwrijp maken van de grond. „Op Ypenburg, een Vi- nex-locatie bij Den Haag, moesten de bouwers de grond van de ge meente kopen voor 1.500 gulden per vierkante meter. Diezelfde grond werd aan de gemeente ver kocht voor zestig gulden per vier kante meter. Dan valt dat tientje ex tra dat aan de boer werd betaald natuurlijk helemaal in het niet", al dus Nuss. De 1.500 gulden per vierkante meter is wel een erg extreme uit schieter volgens M. Gunsing, on derzoeker bij het OTB, een onder zoeksbureau dat veel onderzoek doet op de huizenmarkt. „Ik ken :eg wel prijzen van duizend guld ider vierkante meter in Rijswijk dat ging dan om bouwkavet de koper zelf op mocht bouw Gemiddeld zijn de grom" per vierkante meter in 19<temi gulden voor een koopwonin ezin is tweemaal zoveel als in 199 tgel vallend is wel dat de prijsstijs n of het grootst waren in 1996 en oegi toen er jaarlijks zestg guide ger vierkante meter op de prijs I ids Juist in die jaren begonnen di et 5 bouwprojecten op de Vinei iligl ties op gang te komen. Nuss zegt dat die prijss vooral het gevolg is van spec gedrag van de gemeenten meenten geven maar mondji iuza grond uit voor huizenbouw, door blijft de grond schaars i inis duur." Nuss verwijt de gemi aak dus prijsopdrijving en specul sten gedrag. Volgens een woordvi ivri van de Vereniging Nederland ïdei meenten is dat onzin. „Gemi :n d hanteren gewoon marktprijzi iller winst die wordt geboekt grondexploitatie komt ten aan de gemeente en dus aan it Is meenschap als geheel." Volgens de NVB kan de ging gemakkelijk een halt toegeroepen. „Geef meer enj /Jq kavels uit dan bouwen wijl die de mensen willen, vrijs han huizen en twee-onder-eepF pers. Als er voldoende komt daalt de vraag en zakl prijzen", meent Nuss. ger hei - Pretpark Land van Ooit stort zich op kinderkleding en speelgoed DRUNEN SYLVIA MARMELSTEIN Mare Taminiau (59) begon zijn loopbaan in 1968 bij de VVV Tilburg en de streek VW Hart van Brabant. Daarna werd hij directeur van Lips Autotron in Drunen en van Nederlands grootste bungalowpark- Aqua Delta in Zeeland. Vervolgens werd hij directeur van De Efte- ling. In 1986 begon hij plan nen te maken voor een eigen pretpark: Het Land van Ooit, dat in 1989 zijn deuren open de. Taminiau schreef ook di verse tv- en radio-series en ze ven kinderboeken. Mare Taminiau vindt het tijd worden dat zijn pretpark een volgende eigenwijze zet doet. „Het I^nd van Ooit gaat de markt van kinderkleding en speelgoed openbreken Als pretpark ben je volledig afhan kelijk van het aantal bezoekers. En dat is nu precies het pro bleem. Het Land van Ooit draait vooral in de zomermaan den op volle toeren. De helft van alle mensen komt in juli en augustus. En de andere maan den van het jaar willen we na tuurlijk ook inkomsten heb ben", zegt hij. Andere pretparken, zoals De Efteling en Duinrell, zoeken hun heil in het verlengen van de openingstijden en het op rekken van het 'seizoen'. „Dat is voor ons geen optie", vindt Taminiau. „We zijn een pret park dat bijna alleen gericht is op (openlucht)theater voor kin deren tot ongeveer twaalf jaar. En die gaan nu eenmaal niet zo laat naar bed. Bovendien wordt het weer meteen na de zomer slechter. In de regen naar een theatervoorstelling kijken is ook geen pretje." Kinderkleding en speelgoed zijn wel het hele jaar door in trek. Maar om de kinderen aan het 'Ooit-speelgoed' te krijgen, is nog heel wat nodig. „Ik ben nog hard aan het denken hoe het er precies uit moet zien. Wat het speelgoed betreft zou het leuk zijn om bekende per sonages uit het Land van Ooit te gebruiken, bijvoorbeeld Kloontje het Reuzenkind." Zij is zoals de naam al verraadt een enorm grote kleuter die allerlei avonturen beleeft De kleding moet ook duidelijk een binding hebben met het pretpark. „Het kan iets van theaterkleding worden zoals de pakken van ridders, maar zeker ook kleren die kinderen dagelijks op school kunnen dragen", is het enige dat hij nog wil onthullen. Dat Taminiau weet wat de kinderen leuk vinden heeft hij al meer dan eens bewezen. Sinds 1997 maakt hij radio- en tv-series met personages uit het Land van Ooit die wekelijks worden uitgezonden. „Ook vanuit het buitenland is er veel belangstelling voor, vooral Kloontje slaat aan." Kloontje, die net als de andere Ooit-per- sonages door Taminiau zelf zijn bedacht, blijkt sowieso een gouden greep. Van het strip boek dat Taminiau over haar heeft gemaakt zijn al ruim 70.000 exemplaren over de toonbank gegaan. ,Als klein jongetje droomde ik er al van om schrijver te worden. Dat ik dat kan combineren met het di recteurschap van het Land van Ooit is helemaal een droom. Ik heb altijd weer medelijden met ondernemers als Boonstra die alleen worden afgerekend op cijfers." Mensen vermaken en dan vooral kinderen (Taminiau noemt ze liever 'Kleine Bazen') vindt hij het leukste wat er is. „Toen ik het Land van Ooit aan het bedenken was wilde ik kinderen een plekje geven waar ze zich helemaal thuis voelen. Daarom zijn in het Land van Ooit kinderen de baas. Wat zij denken dat is waar, wat zij wil len geen bezwaar. Kinderen willen namelijk niets liever dan de baas zijn." Werken met kin deren vindt hij tegelijkertijd vreselijk vermoeiend. „Het zijn zulke drukke wezentjes. Daar om ga ik meestal zelf pas na sluitingstijd het Land van Ooit in. Dan is het lekker rustig." Taminiau probeert als onder nemer ook idealen na te stre ven. „Ik vind dat bedrijven iets moeten doen om de steeds gro ter wordende generatiekloof te dichten. Ik zie om me heen veel ouderen vastlopen in de maat schappij. Ze stoppen met wer ken en verliezen het contact met jongere generaties." Tami niau neemt daarom elk seizoen zeker twintig 55-plussera aan. „Dat is een enorm succes. De ouderen vinden het prachtig om met kinderen om te^gaan. Soms is het nog handig ook. Als jongere ouders met hun kinde ren proberen voor te dringen Mare Taminiau. bij attracties, zeggen de oudere werknemers daar iets van. Ze hebben zo'n natuurlijk over wicht dat het meteen afgelopen is." Andere werkgevers zouden het ook eens moeten uitprobe ren, vindt hij. „Van de vooroor foto gpd roland d q( delen dat ouderen problemen met zich meebrengen en zich vaak ziek melden klopt niks. Nederlandse ondernemers zijn vaak bang voor dingen die on bekend zijn. Dat was ook zo met de Flexwet, die bepaalt dat flexibele werknemers eerder in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 6