Als een grauwsluier blijft de zaak Diekstra over de faculteit hangen Schrijvende Lezers Als er één galerie aan actuele kunst doet, dan is het Stelling Fontein op Kooiplein nit. de 'Fontein van Constan Plassen Zuid-Holland recreant-onvriendelijk Breedveld is de eerste Leefbaar Leiden-vertegenwoordig T Van Wijckerslooth - Rustenborch: samen uit, samen thuil MAANDAG 4 OKTOBER 1999 REDACTIE PAUL DE VLIEGER. 071 -! Allereerst wil ik mijn compli menten geven voor de column van Cees Waal op de pagina Cultuur Kunst in het Leidsch Dagblad. Het is iedere keer weer een genot om zijn mening te lezen. Vaak is hij goed gedo cumenteerd en zijn feiten (al thans welke ik zelf kan nagaan) juist. Echter bij zijn column 'Passie en Professie' in de krant van vrijdag 17 september heb ik toch sterk het gevoel dat hij dit maal té weinig research heeft Naar aanleiding van het boek 'Passie en professie' van Truus Gubbels wordt alleen galerie Stelling uit Leiden genoemd als voorbeeld van een op actuele kunst gerichte galerie buiten de grote steden in de randstad. Daarna schrijft Waal niets meer in zijn column over Stelling hoewel ik van mening ben dat de lezers meer moeten weten waarom juist alleen deze galerie uit Leiden is genoemd. Volgens mij is het een meer dan terecht voorbeeld, immers als er één galerie in Leiden moet worden aangehaald als voorbeeld voor actuele kunst dan is dat zeker Stelling. De enige galerie in Leiden met lan delijke bekendheid en gedurfde en risicovolle (lees: onverkoop bare) tentoonstellingen. (Dit even terzijde, maar toch be langrijk om te vermelden: Stel ling mocht reeds in 1993 de Cultuurprijs van Leiden ont vangen en in 1997 de enige Ne derlandse prijs voor galeriehou ders, de prestigieuze Art Am sterdam Award.) Galerie Stelling heeft ook ja renlang als eerste - en tot nu toe nog steeds enige - galerie in Leiden gebruik mogen maken van de zogenaamde KunstKoop Regeling. Helaas, en dat zal voor vele regelmatige bezoekers aan de Stellingtentoonstellin gen gelden, de passie werd door de professie de pas afge sneden. De deuren zijn dicht voor het bezoek en de tentoon stellingen in de eigen locatie zijn op een laag pitje gezet. Deels wegens tijdgebrek omdat de eigenaren (Peter Willemse en Joyce de Gruyter) naast de tentoonstellingen ook bijzon dere projecten op locaties orga niseren. Helaas zijn deze initiatieven (nog?) niet bij het grote publiek bekend en het zal misschien daarom een van redenen zijn waarom Stelling niet in het rijtje van genomineerden voor de Zilveren Veer 1999 staat. Overi gens ben ik het absoluut met Waal eens dat de nominatie voor de Sidac Studio terecht is. De initiatieven van deze Studio zijn met name voor Leidse kun stenaars zeer sympathiek. Hoewel de basis voor het pre senteren van Leidse kunst al reeds was gelegd door Bram Laurier, van galerie Time is Art, is Sidac met het wegvallen van deze galerie handig in dat ont stane gat gesprongen. Het Cen trum Beeldende Kunst is waar schijnlijk erg blij met Sidac Stu dio. De promotie van Leidse kunst is bij Sidac in betere han den dan deze instelling. Het is niet voldoende van het CBK om Leidse kunst te promoten via een enkele groepstentoonstel ling, een jaarlijkse Aankopen- tentoonstelling of de organisa tie van de aanstaande Open Ateliersroute. Waarom niet Leidse kunst in De Waag tijdens de zomermaanden? Terecht is ook de erkenning die mevrouw Tillema met de jubileumexposi tie voor haar Galleria Propitia krijgt. Een volhoudster en dat in en stad als Leiden! Helaas geen woord in Waals column over de ook inmiddels gesloten galeries Galerie Liga Nieuwe Beelden, Art en Acry- laat, Cellini en Zichy. De gale riehoudster van Cellini, me vrouw Surie, was altijd zeer en thousiast en goed bezig om en kele Leidse kunstenaars buiten de grenzen van Leiden te pro moten. De galeriehoudster van galerie Zichy, mevrouw Jegesi, maakte het zich nog lastiger door zich te specialiseren in ac tuele Hongaarse kunst. Met haar huidige stichting Européer organiseert zij voor Leidse en Hongaarse kunstenaars uitwis selingen in beide landen. En ach, hoewel ik zelf in een 'dorp' woon met veel te weinig cultuur en momenteel met mijn verhuizing bezig naar een grote stad, hoop ik dat in ieder geval Leiden de juiste mensen met passie zal blijven koeste ren. Want ik twijfel niet aan de professie van de reeds gesloten galeries maar iedereen heeft support nodig, wil de passie niet de benen nemen. Aad Thijssen, Naaldwijk. ARCHIEFFOTO LOEK I ZUYDERDUIN Het was een mooie foto in het Leidsch Dagblad van 16 sep tember van de fontein op het Kooiplein. Maar dat is dan ook alles, want het is niet een foto van de 'Fontein van Con stant'. De essentie van Constants ontwerp is namelijk dat de fontein geen fontein is in de zin van wat wij daaronder ge meenlijk verstaan. De bedoe ling van de ontwerper is dat de fontein in werking bestaat uit 'natte palen'; een dunne waterfilm, gekleefd op en stro mend langs de palen die in de waterbak staan. Die natte pa len verbeelden de stralen van een fontein. Het heeft destijds grote moeite gekost dit idee van Constant te realiseren en uiteindelijk is dat gelukt. De fontein is buiten gebruik gesteld, omdat bij enige wind het water van de palen waaide en daardoor voorbijgangers natregende. Van een con structiefout, in welke vorm ook, in de fontein is mij niets bekend. De bovengenoemde foto laat aan de bovenzijde van de palen belachelijke water(ige) parapluutjes zien. En dat is nu net wat Constant beslist niet beoogde. Wat nu vertoond wordt en toegeschreven aan Constant Nieuwenhuis is aanfluiting. Het is daai 'J maar goed dat hij thuis is bleven en hem dit affronë bespaard. Ik hoop dat de construe j( fout het gevolg is van de l,c op pagina 90 van het boij 'Sieraden in de stad'. Die 1^ namelijk, uit de bouwtijd F de eerste fontein, toont de tuatie waarin de fontein wj ingeregeld: de waterparapL doen verwijderen en natte r len ontstaan. De werkneiLj links onder op de foto is d^ mee doende. Die foto hu mogelijk de bouwers van U daag op het verkeerde bL gezet. Spijtig is het, dat hetfo chiefonderzoek voor ft, boekje te oppervlakkig is weest. Het zal zeker niet corrigeerd worden en toLi lengte van dagen een onjr1 beeld van de 'Fontein Constant' laten zien. Hoe dan ook, voor de meente Leiden is er werk de winkel als het haar ern« j om de 'Fontein van Const uit haar as te doen herrij en daarmee alsnog een raad van de stad te laten v den. Mr. ir. L. Barendr Lei<£ Hierbij wil ik graag reageren op het Warmonds plan om de recreatie op Koudenhoorn te bevorderen. Als windsurfer, recreant, ex-wethouder van milieu, persoonlijk voorstan der van beperking van onno dig gemotoriseerd verkeer en verfent beschermer van na tuur en milieu wil ik graag naar voren brengen dat War mond niet meer maar andere maatregelen zou moeten ne men om de recreatie te bevor deren. In de eerste plaats vind ik het zo langzamerhand een grof schandaal dat wij Neder landers met onze grote mond over milieubescherming de Kagerplassen en het Joppe doodleuk dermate laten ver vuilen dat baden daar in in de zomer een risico inhoudt voor de gezondheid. Dat probleem oplossen, zou vanzelf al meer recreanten trekken zonder het milieu verder te vervuilen. In de tweede plaats zou ik me kunnen voorstellen dat er inderdaad een scheiding plaatsvindt van doelgroepen en toegankelijkheid. Bij een badgelegenheid zouden geen boten mogen aanleggen of voor anker mogen gaan. Voor windsurfers zou het plezierig zijn met de auto bij het water te kunnen komen. Dat lijkt paradoxaal met milieube scherming maar is het niet. Veel mede-sporters gaan niet meer naar de Zuid-Hollandse wateren maar rijden vaak naar de Veluwemeren of Zeeland omdat de Zuid-Hollandse wa teren niet bereikbaar en te vuil zijn. Als derde punt zou ik de on toegankelijkheid van de Zuid- Hollandse plassen en het Jop pe willen noemen als het gaat om de oevers. Penny-wise en Pound foolish als we zijn, gooien we die oevers vol met recreant-onvriendelijk puin. Zie daar alle ingrediënten om de meest gedreven recreant nog weg te jagen naar betere verre oorden. Kortom, gemeente War mond, provincie Zuid-Hol land en rijksoverheid, denk eens praktisch, denk eens als een simpele natuurvriendelij ke recreant en doe met relatief weinig middelen iets aan de recreant-onvriendelijkheid van de vervuilde en ontoegan kelijke Zuid-Hollandse plas sen. Gelooft u niet in de wer king daarvan? Vraag het dan eens aan de windsurfers op de Zoetermeerse Noord Aa. Als die veel bezochte plas beter toegankelijk zou zijn, zou die nog veel meer worden be zocht dan nu al het geval is. Arnold van Dijk, Leiderdorp. Als heftig 'knipselbewaarder' ben ik er in de afgelopen tien dagen bijna in ge slaagd om een ordner vol te krijgen - het zou een record zijn geweest - met de be levenissen van op de voorgrond treden de lieden in onze provinciestad. Redac teuren van het Leidsch Dagblad werden min of meer ruw uit hun zomerslaap ge wekt om vervolgens overuren te maken om de burgers van Leiden rijkelijk te kunnen voorzien van 'hot news' uit de binnenstad. Het LD van 10 september liet de kers verse nieuwe voorzitter van Leiden Pro motie/VW, Kees Klerks aan het woord en hij joeg al direct de vlam in de pan door Leiden de uitstraling van een 'nuf fig universiteitsstadje' mee te geven. En Kees haalde in het interview met redac teur Ad van Kaam nogal wat overhoop. Voor mij werd het vooral interessant toen Kees de partijpolitieke belangen aanhaalde, die in Leiden blijkbaar be langrijker zijn dan de gemeentebelan gen. En, zei Kees vervolgens: 'het wach ten is op een partij als Leefbaar Leiden. Een club van mensen die daadwerkelijk wat voor hun stad willen gaan doen'. Ik ben blij dat Kees dit naar voren sleepte, want een jaar of twee geleden zijn er se rieuze plannen geweest om tot oprich ting te komen van... Leefbaar Leiden. Zelf heb ik daarbij een wat 'drammeri ge' rol gespeeld, discussies te over, maar een groep van zo'n veertien bekende echte Leidenaren zag het wel zitten. In de gesprekken was het voor iedereen duidelijk dat Leefbaar Leiden uitsluitend het 'stadsbelang' zou moeten dienen. Maar hoewel ambitieuze plannen over tafel rolden, het bleef bij praten. De meeste hadden (en hebben) al zo veel functies dat er van een daadwerkelijke oprichting niets terechtkwam. Nu zitten we in een situatie dat als in een soapserie de partijpolitieke belan gen de veste aan de Breestraat op haar grondvesten doet trillen. Na veel heen en weer 'gesoap' is nu het CDA aan de kant geschoven en Ruud Breedveld heeft karakter getoond door maling te hebben aan dat partijpolitieke gedoe, hij vond en vindt het 'stadsbelang' belang rijker dan achter het zo sterk verdeelde CDA aan te blijven hollen. Ruud heeft terecht zijn stoel in de Burgerzaal niet prijsgegeven. Hij kan nu de stem van de burgers verwoorden, waarbij ik de vrijheid neem om Ruud feitelijk de eerste vertegenwoordiger te noemen van... Leefbaar Leiden (LL) im mers hij en LL hebben uitsluitend het stadsbelang voor ogen. In deze con text verdient Ruud Breedveld steun bij zijn werk in de gemeenteraad. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezin gen bleek al na enkele uren dat Tjeerd van Rij c.s. gekozen had voor 'inlijving' van CDA, D66 (beide grote verliezers!) en GroenLinks. Geen ogenblik kwam het stadsbelang naar voren, ondanks het feit bijvoorbeeld dat 12011 Leidse burgers hun stem hadden uitgebracht op de WD (PvdA kreeg er 12109). Juist omdat ik Tjeerd van Rij be schouw als enige vakwethouder iij( den, ben ik verbaasd dat hij het heeft laten komen (partijbelang) oi der te tobben met een scheefgej college, dat in een vroeg stadiun1' zijn weerklank heeft gevonden ii1( morrend en ontevreden ambterf^ korps. Nu de scheefgroei heeft geresu in een stuurloos college, doemt a horizon het beeld van de WD o (eventueel) mee te gaan draaien nieuw te vormen college. Hopelijk den de partijpolitieke belangen dai overboord gegooid, zodat Kees r ook voortaan afstand kan nemei zijn kreet 'een nuffig universiteitss En wat mij betreft mag Ruud Bree in de komende 3-oktoberoptocht Gouden (Leidse) Koets zitten. H hem vast veel fractie-assistenten veren. Henny In het Leidch Dagblad van 27 september staat een arti kel met als kop Verpleeghuis pikt onze unit in'. Deze uitpraak zou gedaan zijn door de heer Krom, directeur van het verzorgingshuis Rustenborch. Degene die vol gens de heer Krom 'pikt' is ondergetekende, de alge meen directeur van het verpleeghuis Van Wijcker slooth'. Ik houd er niet van om op deze wijze te debatteren. Maar omdat de lezer de feiten moet weten om zich een oordeel te kunnen vormen, het volgende. In 1998 en begin 1999 hebben de toenmalig direc teur van Rustenborch en ondergetekende vruchtbare gesprekken gevoerd over samenwerking/fusie tussen Rustenborch en Van Wijckerslooth. Met haar werden bovendien de bouwplannen van Van Wijckerslooth be sproken. Die bouwplannen kregen een enthousiast onthaal, ook van het toenmalig Rustenborch-bestuurs- lid Krom. Deze werd in februari 1999 - na het vertrek van de toenmalig directeur - namens Rustenborch ge machtigd bestuurlid om zaken van fusie en bouw met mij 'af te regelen'. Toen het College voor Ziekenhuis voorzieningen begin maart informeel liet weten ak koord te zullen gaan met het bouwplan (inclusief vier de bouwlaag ofwel 'de gepikte unit'), kreeg ik van de heer Krom bloemen gestuurd. 'Gelukwensen met het behaalde succes. Bestuur Rustenborch', stond er op het kaartje. 12 Maart tekenden de heer Krom en ik een fusie-in tentieverklaring. De Regionale Commissie Gezond heidszorg gaf vervolgens bij brief van 26 maart defini tief 'groen licht' om de unit als vierde bouwlaag op de nieuwbouw van Van Wijckerslooth te realiseren. Voor de duidelijkheid: unitbedden behoren tot de capaciteit van het verpleeghuis, het budget wordt toegekend aan het verpleeghuis en het verpleeghuis is eindvd woordelijk voor de zorg. Eind maart werden de definitieve bouwplanna het College voor Ziekenhuisvoorzieningen ingedier Wonderlijke ontwikkeling. Dezelfde heer Krom die als (gemachtigd) bestut van Rustenborch enthousiast was over alle bouyz fusieplannen en dat niet onder stoelen of banken! j beweert, nu hij directeur van Rustenborch is gr den, dat ik 'zijn unit pik' en vergeet voor 't ge mi' alle gemaakte afspraken. 't Kan verkeren. J.J.L. de S{ algemeen directeur/bestuurder v Stichting Elisabeth-Van WijckersF Oegstr Nederland was in 1998 in de ban van affaires. Om een paar voorbeelden te noemen: Bill en Monica, fraude en vriendjespo litiek in het Europese Parle ment, omkopingsschandalen bij het IOC, aids-slachtoffers in het Franse 'bloedproces' en, het meest recent, het onder zoek naar de Bijimerramp. Zes jaar heeft het geduurd voordat een parlementaire enquête commissie de waarheid aan het licht heeft gekregen. De onder ste steen moest boven komen. Heeft de Leidse Universiteit niet ook nog een paar stenen op te vissen? Twee boeken heb ben immers het afgelopen jaar het nodige stof doen opwaaien in de academische wereld; over een affaire die voor nog meer opschudding had gezorgd. Twee boeken waarvan de nodi ge wetenschappers hadden ge hoopt, dat ze nooit geschreven zouden worden. 'Leiden in last, de zaak Diekstra nader bekeken', is wél geschreven, door mensen die niet alleen de afloop van die af faire niet begrepen, maar ook niet konden accepteren. 'Ne derland, vernederland!' is wél geschreven, ondanks herhaalde waarschuwingen aan het adres van de auteur om zich koest te houden. De universitaire ge meenschap wilde kennelijk maar één ding: rust in de tent, zand erover. Sommige ex-collegae van Diekstra namen die doelstelling wel heel erg letterlijk en advi seerden hem zelf ook maar on der de groene zoden te gaan liggen. Deze strategie zou mis schien hebben gewerkt, ware het niet dat het Nederlandse publiek dat de moeite heeft ge nomen deze boeken te lezen, nu de andere kant van het ver haal heeft leren kennen. Ook in de media is deze andere kant beschreven en uitgelegd onder andere in HP/de Tijd, de Volks krant, Telegraaf, Leidsch Dag blad en het tv-programma Villa Felderhof. De voorstanders voor het heropenen van de zaak hebben gesproken. De universiteit is nu aan zet... en zwijgt in alle toon aarden. 'Wie zwijgt, stemt toe. Wie zwijgt, bekent schuld'. Heeft de heer Diekstra dit niet herhaaldelijk naar zijn hoofd geslingerd gekregen? De UL doet precies hetzelfde! Hoe nu verder? Welke argu menten kan de universiteit aan voeren om de zaak niet te her openen? Het handhaven van rust in de tent? Is het dan ooit na december 1996 echt rustig geworden? Of een min of meer afgedwongen rust, omdat er een stilzwijgende afspraak be staat onder de medewerkers niet meer over de zaak te spre ken? In november 1997, bij het verschijnen van 'Leiden in last', begonnen de voor- en tegen standers zich in de media weer te roeren en liepen de emoties, zowel in Leiden als in Amster dam, hoog op. Idem in mei 1998, toen Diekstra's eigen ver haal verscheen in 'O Neder land, vernederland!' Oud rec tor-magnificus L. Leertouwer had zijn mening over het boek al klaar nog voordat hij er een letter in had gelezen. Idem in september 1998, toen Diekstra op het allerlaatste moment door het college van bestuur werd geweigerd als vaste mede werker van het universiteitsblad Mare. De ingezonden brieven over deze kwestie logen er niet om. Kortom: de gemoederen zijn nog lang niet bedaard. Een ander argument zou kunnen zijn, dat veel mensen die er nauw bij betrokken zijn geweest, niet meer willen wor den herinnerd aan hun aandeel in deze affaire. Een ongemakke lijk gevoel van schaamte, van spijt, van twijfel? De angst om gemaakte fouten te moeten toe geven? Is het dan zo'n ramp om gemaakte fouten toe te geven? Openheid van zaken is be langrijk om te voorkomen dat er affaires ontstaan 'waar een luchtje aan zit'. Die openheid wordt ook verlangd door de 'andere partij' in zo'n conflict, omdat er anders bij hen een groot gevoel van onbehagen, miskenning en verdriet blijft hangen. Hoeveel zaken zijn er vorig jaar om deze reden niet heropend? Om voorbeelden te noemen: een commissie heeft de aanklachten tegen Hans van Baaien, voormalig campagne leider bij de WD, ongegrond verklaard. Saillant detail: Van Baaien mocht zich verheugen in een ongekende belangstel ling van een Vrij Nederland journalist. Hij is nu gerehabili teerd. Oud-politiechef René Lancee heeft na 3 jaar zijn gelijk gekregen. Ex-super P.G. Arthur Doctors van Leeuwen heeft zijn maatschappelijke rentree kun nen maken als toezichthouder op de beurs. Over de affaire Srebrenica was het laatste woord nog niet gezegd, vanwe ge onder andere fotorolletjes die letterlijk het daglicht niet konden verdragen. De heer Karremans heeft zelfs een boek geschreven over dit drama in voormalig Joegoslavië: een dra ma dat al weer overschaduwd wordt door de crisis rond Koso vo. De ramp met de veerboot Es tonia, ruim 4 jaar geleden, heeft veel onnodig leed berokkend aan de nabestaanden, omdat het voor hen onverteerbaar was dat hun omgekomen dierbaren niet geborgen zouden worden. Eind 1998 is de discussie over de eventuele berging weer be gonnen. Van dit soort affaires wordt niemand wijzer. De slachtoffers wordt veel leed aangedaan, er worden aanvechtbare beslissin gen genomen en bij een groot publiek blijven er gevoelens van onvrede bestaan. Zo ook bij de affaire Diekstra, een zaak die als een grauwslui er over de faculteit blijft han gen. Ik ben bang dat alleen een fikse onweersbui de lucht weer kan laten opklaren. Zoals zach te, onervaren heelmeesters stinkende wonden maken, ma- René Diekstra. ken zachte, onervaren onder zoekscommissies stinkende, geestelijke wonden. Zulke won den genezen nooit. Om maar in het medisch jargon te spreken: bij zwerende wonden moet er drastisch worden ingegrepen. De achtergebleven narigheid moet eruit. Er moet schoonge maakt, gehecht en verbonden worden. Zulke wonden genezen wel! Zes jaar hebben de slachtof fers van de Bijlmerramp en het grote publiek op de waarheid moeten wachten en werd hun stem eindelijk gehoord. Hoe lang moet het nog duren voor dat de waarheid in de affaire Diekstra aan het licht komt? Of wordt deze informatie ook zes jaar 'onder de academische pet gehouden'? Het is maar een tip. Mocht de universiteit bevreesd zijn voor wederom een 'media circus', dan zijn de studenten van CARE - of zijn zij al afgestu deerd? - gaarne bereid een me- mootje op de deur van het Aca demiegebouw aan het Rapen burg te plakken: Geachte journalist, in het bij zonder de heer W. Fréquin, er valt hier geen scoop te scoren. ARCHIEFFOTO HIELCO Er is 'persstilte' afgesprok f wordt niet 'gelekt'. De ein clusies worden gepublice de landelijke dagbladen. l' het journalistendom gaan( geren op de achterste I dan kan de universiteit d 1 waarnemen om een maatschappelijke discus touw te zetten over de l pen mediacircus, lynch] e listiek en de psychische eiVe ale gevolgen daarvan vo( diaslachtoffers. J. van der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 8