UIT
Braassem droomt innig van een eigen clubhuis
11
Belgische 'piraatjes' rijden koersen op Leidse Bult
SLOOS
sport
Sport
MAANDAG 30 AUGUSTUS 1999
Vijf Meiplein 17 - Leiden
Tel. 071 - 576 01 44
ER TUSSENIN
DE CLUB VAN
DE WEEK
Isportrrialeriaal
aangeboden
WATERSKIËRvan de WEEK
Alexander Boeken
In 1979, toen hij pas zes
jaar oud was, stond
Alexander Boeken voor het
eerst op waterski's. „Ik heb
het van ome Harry ter Taas
geleerd, op de Braassemer-
meer", vertelt hij. „En in de
zomervakantie ging ik altijd
met mijn ouders en nog een
andere familie op vakantie
naar Italië. Daar heb ik van
1979 tot 1985 elk jaar zo'n
drie weken op het Garde-
meer geskied." Vervolgens
werd Alexander naar aanlei
ding van een 'kinderwed
strijdje' op de Braasemer-
meer door bondscoach Piet
Slot sr. uitgenodigd om deel
te nemen aan een trainings
stage in Spanje. Daar leerde
Boeken snel de verschillen
de waterskitechnieken ken
nen. „Op die leeftijd leer je
natuurlijk nog vrij snel. Van
net aan kunnen staan op
één ski aan het begin van de
week tot slalom skiën na een
aantal dagen."
Via een jeugdkamp in Brielle
- „waar we nog maar over
een hoekje van de schans
skieden, het zogenaamde
schansje-wippen" - diverse
trainingsstages en trips op
eigen houtje naar onder an
dere Engeland, kwam
Alexander Boeken zo'n der
tien jaar geleden bij de Ne
derlandse selectie terecht.
Het hoogtepunt van zijn car
rière beleefde hij in de jaren
'93 en '94, toen hij Neder
lands kampioen werd. Met
junioren- en aspirantentitels
meegeteld, behaalde hij 21
overwinningen. Totdat een
knieblessure in 1995 een
einde maakte aan de reeks
successen. „Dat gebeurde
bij het schansspringen. Je
moet je voorstellen dat je
met een gigantische snel
heid, zo'n tachtig tot negen
tig kilometer per uur, op
zo'n schans afkomt. Daar
door is het ontzettend be
langrijk dat je je op het juiste
moment afzet. Het ging fout
en m'n miniscus scheurde
voor zeventig procent af.
Ook m'n kruisbanden waren
gescheurd."
Nadat Boeken een jaar later
weer het nodige blessure
leed kende, terwijl de con
currentie niet stil bleef
staan, besloot hij er een
punt achter te zetten. „Ik
besefte me dat ik beter aan
een maatschappelijke carri
ère kon gaan werken. Geld
verdienen in plaats van uit
geven. Op dit moment doe
ik het alleen nog bij wijze
van hobby met een paar
vrienden. Het wilde is er wel
een beetje af."
GESPROKEN
Patrick Rafter in de
Volkskrant:
„Maar ik heb ge-
merkt dat naarmate
je meer US Opens
wint en meergeld verdient, de
fans je steeds knapper en seksier
gaan vinden.
Frank Rijkaard in Nieuwe Re-
vu:
,Als coach merk je datje met
een begrip als eerlijkheid moet
leren omgaan. Ik vind dat je
niet altijd alles hoeft te zeggen.
Je kunt ook even wachten, even
nadenken, de dingen laten be
zinken. Als je altijd alles er eer
lijk uitgooit, kun je veel stuk
maken.
Idem
„Ik merk dat ik nu anders op
een teleurstellend resultaat rea
geer dan toen ik speler was. Je
praatte het van je af en ging
weer door naar de volgende
wedstrijd. Maar als trainer ben
je aansprakelijk. Je trekt het je
dubbel zo erg aan en het komt
ook dubbel zo hard aan als iets
niet lukt en je verliest.
Omroeper Carl Huybrechts bij
de wedstrijd Germinal Beer
schot Antwerpen (GBA)- Lom
mei in Vrij Nederland:
.Attentie, attentie, op de par
king staat een blauwe Volkswa
gen Polo waarvan de lichten
branden. Ook staat er een rode
Lada. Daarvan branden de lich
ten niet, maar de rest wel.
GBA-manager Martien Vreij-
sen in Vrij Nederland over het
30%-belang van Ajax in GBA:
„Om te kunnen overleven, moet
Germinal Beerschot zich wel bij
Ajax aansluiten. Ik zie Ajax als
de grote Albert Heijn die in Afri
ka en Antiverpen kleinere vesti
gingen heeft.
Idem
„De voetbalsupporter wil maar
een ding: dat er een goede ploeg
op het veld staat. De charme
van de kleinere kruideniersza
ken is dat zij hun eigen manier
van werken behouden. Als een
kleinere voetbalclub zijn eigen
speelstijl ontwikkelt, zullen de
supporters het samenwerkings
verband met Ajax voor lief ne-
Germinal-supporter Nicole
Van den Broek in Vrij Neder
land:
„Het is gedaan met ons. Nog
even en niet Beerschot, maar
Germinal is verleden tijd. Op te
levisie wordt onze naam al niet
eens meer genoemd.
Evert van Benthem in Vrij Ne
derland over de belangstelling
van de media voor zijn emi
gratie naar Canada:
Met al die pers over de vloer
was het wel moeilijk werken. Ik
moet om zes uur op, melken,
kaas maken. Alles gaat gewoon
door. Je moet geld vragen voor
die interviews, zei iemand. Geld
vragen? Heb jij daar wel eens
van gehoord.
Idem
„Een journalist van Trouw
kreeg van zijn hoofdredactie om
zijn oren omdat hij mijn emi
gratieplannen in het begin ter
zijde had geschoven. Die had
hetzelfde gevoel als ik, dat het
niet zo belangrijk was."
Dani in Sportweek:
„Ajax is groot, ik ben klein.
Maar ik heb het gevoel dat we
een goede verstandhouding met
elkaar hebben.
Pete Sampras in Sportweek:
„Soms voel ik de behoefte om
een persconferentie in te lopen
en te zeggen: 'Weten jullie wat?
Waardeer wat je ziet. Misschien
zie je het nooit meer'.
Erik Meijer in Voetbal Interna
tional:
,Als voetballer van Liverpool
word je zelfs door collega 's op
een voetstuk geplaatst. Spelers
van Wolverhampton Wande
rers, toch goed betaalde fullprofs
uit de First Division, kwamen
na een oefenduel naar onze
kleedkamer om handtekeningen
te vragen.
John Lammers in Voetbal In
ternational:
Van John de Wolf zeggen ze
ook: hij is gemeen. Maar dat
klopt niet. Wolf beschermt zicli-
zelf alleen maar, dat is hem van
jongsafaan aangeleerd. Nooit
zeiken, die Wolf. Duels op leven
en dood, maar na afloop samen
een pilsje."
Idem
„Johan de Koek gaf me eens zo'n
elleboog dat ik een week lang
met een dik strottenhoofd heb
rondgelopen. In de thuiswed
strijd heb ik hem teruggepakt.
Lag-ie helemaal be
bloed op de grond. Ik
zeg: 1-1, Johan. Con-
sternatie, maar Jo-
han knipoogde al-
leen.
Mexi
ie wil
Sydnl
fng h
net V
iet di
voori
ervaai
el to
ig hal)
t me
u
nojj
Karen Verbeek zit op een
stoeltje aan de rand van de
wielerbaan van het Leidse Swift
nog hevig na te hijgen. De 12-
jarige Belgische renster wordt,
als ze haar helm afdoet, betrapt
op Pantani-achtige trekjes. Net
als de Italiaanse klimgeit is
haar hoofd getooid met een
'zeerover-hoofddoek'.
Marco Pantani was zo'n beetje
de eerste wielrenner die de lap
in het profpeloton introduceer
de. Het kwam hem meteen op
een nieuwe bijnaam te staan.
Het 'olifantje' werd omgedoopt
tot 'piraat'. Tijdens een lande
lijke jeugdwedstrijd voor kinde
ren van 8 tot 14 jaar - gisteren
bij Swift - blijkt maar eens hoe
groot de invloed van Pantani
c.s. is op de jonge volgelingen.
Keurig gesoigneerd, met stoere
zonnebrillen, fel gekleurde hel-
men en onberispelijke tenues
melden de rennertjes zich aan
de start. Onder de honderden
deelnemers bevindt zich een
klein peloton Belgische rijders
en rijdsters. Ze zijn naar het
noorden uitgeweken omdat het
ministerie hen in eigen land
verbiedt om te koersen. „Het
zou niet goed zijn voor de ge
zondheid", zegt Paul Verbeek,
de vader van Karen. Tot voor
kort gold het verbod voor wiel
renners tot 16 jaar, maar sinds
enkele jaren mag vanaf 12 jaar
in België worden gekoerst. „Ze
moeten dan wel eerst een cur
sus volgen. Een week lang krij
gen ze op de Vlaamse Wieler-
school les in alles wat met de
sport te maken heeft. Na een
stage krijgen ze een rapport en
pas als ze geslaagd zijn mogen
ze rijden. En dat allemaal om
dat de hoge mensen denken
dat ze niet rijp genoeg zijn om
op de fiets te zitten. Maar, voet
ballers mogen wel vanaf hun
zesde jaar spelen", weigert Ka
rens moeder, Carla van Rooy
de maatregel te begrijpen.
Om onder de strenge regels in.
eigen land uit te komen zijn
Karen en haar broertje Dieter
Karen Verbeek (tweede van links) sprint mee om de hoofdprijzen bij de 12-jarigen. De Belgische belandt met een vierde plaats net naast het erepodium.
daarom maar lid geworden van
een vereniging van over de
grens; Koepelboys uit Oud Gas
tel. Met een Nederlandse licen
tie op zak kunnen ze toch hun
zo geliefde sport uitoefenen. Ze
bevinden zich in goed gezel
schap, want ook de kinderen
van de in België woonachtige
oud-renners Jean-Paul van
Poppel en Eric Vanderaerden
hebben 'wielerasiel' in Neder
land gezocht. Ze staan keurig
op de inschrijvingslijst van
Swift, maar melden zich uitein
delijk niet in Leiden.
Het zijn zo noodgedwongen
lange dagen voor de familie
Verbeek. „We zijn hier al vanaf
9 uur. Vanmiddag laat gaan we
pas weer naar huis. We zitten
bijna meer in Nederland dan in
België." Het bezoek aan de ei
gen club wordt daarom tot een
minimum beperkt. „Dat is ge
woon niet te doen. We wonen
zelf in Lille, een kleine plaats
tussen Turnhout en Herentals.
Voor een uur training zouden
we dan heen en terug telkens
een uur moeten rijden. De kin
deren fietsen daarom gewoon
thuis onder begeleiding van
mijn man."
Volgend jaar kan er al enige
verandering in de situatie ko
men, want dan wordt Karen -
die in haar leeftijdscategorie de
vierde plaats voor zich opeist -
immers 13. Paul: „Als ik daar-
FOTO MARK LAMERS
over begin dan zegt ze: „Kom,
zeg". Ze rijdt veel liever hier
dan in eigen land." Haar argu
menten? „Het is in Nederland
veel leuker. Ze rijden hier snel
ler en ook de afstanden zijn
langer. In België doen in mijn
categorie maar 10 tot 20 ren
ners mee. Hier zijn het er 30 tot
40."
En als het goed is groeit die
concurrentie voor de Belgische
fan van Leontien van Moorsel
alleen maar. Swift kon voor de
nationale jeugdwedstrijd in
Leiden een recordaantal deel
nemers inschrijven; zo'n 500.
„Ik denk dat we daarmee een
van de grootste wedstrijden
van het land hebben", zegt or
ganisator Dick Albers. Het aan
tal jeugdleden groeide het afge
lopen jaar spektaculair. Het
lijkt een gevolg van de goede
resultaten bij de profs. „We zijn
weer rijdende. Door Boogerd
en consorten zitten we in de
lift. Misschien komt het ook
wel omdat we vorig jaar het WK
in Valkenburg hebben georga
niseerd. Het werkt allemaal
mee." De lijst met aanmeldin
gen was zelfs zo groot dat Swift,
die de wedstrijden organiseer
de in verband met het 80-jarig
bestaan van de club, een stop
moest invoeren. „We hadden
er nog wel meer toe kunnen la
ten, maar dan wordt de dag ge
woon te lang. Je moet er toch
rekening mee houden dat som
mige mensen vanavond weer
terug moeten naar Groningen
of Limburg."
Of België. De terugreis van de
familie Verbeek moet in ieder
geval naar tevredenheid zijn
verlopen. Want niet alleen Ka
ren, maar ook Dieter keert met
een mooie beker huiswaarts.
Een sportieve prestatie die ze
nauwelijks met fietsende leef
tijdgenootjes in eigen land
kunnen delen, want ze zijn er
gewoon niet. Vader Paul kijkt
enigszins met een jaloers oog
naar de verrichtingen over de
grens, waar wel van jongs af
aan nieuwe talenten worden
gekweekt. „Als Nederlandse
nieuwelingen bij ons aan een
wedstrijd meedoen dan rijden
ze onze jongens gewoon weg."
De hoop van België lijkt daar
om in handen te liggen van de
'piraatjes' die naar het noorden
zijn uitgeweken.
LEIDEN PETER VAN DER HULST
„Dat zou een droom zijn die uitkomt", zegt Rob Tuin te
gen het einde van zijn gesprek. Een gesprek dat onlangs
plaatshad in het onderkomen van de Nederlandse Wa
terski Bond, in de Amsterdamse wijk Sloten, vlakbij Bad
hoevedorp. Een flink eind verwijderd van Roelofarends-
veen, daar waar Tuin's club - letterlijk - haar thuishaven
heeft. Niet verwonderlijk dus dat die droom waar de
voorzitter van de Waterski- enTouringclub (WSTC) De
Braassem het over heeft, er één is over een eigen club
huis. Maar dat zit er waarschijnlijk niet in. En toch: „Ei
genlijk zijn we één grote familie."
CLUB van de WEEK
W.S.T.C. De Braassem
42 Waterskiverenigingen telt
ons land. „Maar daarvan zijn er
Amieen paar niet meer actief, die
D<zijn 'slapend', zeg maar", ver-
:ellentelt Tuin. Hij kan het weten,
ees iiwant Tuin is niet alleen preses
geriavan De Braassem, maar ook
l Afrijvan de landelijke waterskibond.
Hij legt uit: „Dat er een aantal
igde |clubs niet meer actief zijn,
chrükomt door het feit dat op som-
anse'mige plekken in Nederland
ïegeijgeen vergunningen worden af-
(gegeven om harder dan twaalf
ken. kilometer per uur te varen. En
vieltiom te kunnen waterskiën moet
boot minimaal twintig kilo-
imasjmeter per uur gaan." Waterski-
vjvergunningen worden door ge-
scjmeentes afgegeven, die zelf de
de sihoogte van het te betalen be-
de drag mogen bepalen. Wat dat
raijaangaat treft het De Braassem
r, Jainiet: „De gemeente Alkemade
is het duurste van allemaal. Wij
:400 jbetalen 650 gulden per seizoen
hetyoor een vergunning. Een ver-
telveigunning van de gemeente Aals
meer, waar de Westeinderplas-
|sen onder vallen, kost bijvoor-
ibeeld maar de helft van dat be-
drag."
verkjWSTC £>e Braassem zag op 1
en jmei 1958 het levenslicht. Aan
Dujde basis van de tegenwoordig
apo'n tachtig leden tellende ver-
gehJeniging stonden de drie be-
geredvriende en fanatieke waterski-
Cor Lakensdouwes, Kok Da-
in. Zilne en Ad Zeegers. Na drie jaar
hebbPe sport te hebben beoefend in
pevjde Roelofarendsveense jachtha-
nnerlven' verhuide de club naar het
onde|Zuideinde, waar zij nog steeds
(te vinden is. De voorzitter: „Het
1 DeJearavanpark bij jachthaven De
reSprMeerpaal is voor ons erg be-
dg jlangrijk geweest. Binnen een
uit hjPaar jaar tijd hebben een aantal
families die daar regelmatig
Bakkkwamen De Braasem van een
hejvriendenclub tot een echte
Toiwedstrijdvereniging ontwikkelt
In die tijd is ook onze schans
gebouwd."
Het schansspringen is één van
de drie onderdelen die tijdens
waterskiwedstrijden worden
beoefend. Daarnaast zal de ski-
er zich ook in de onderdelen fi
guren en slalom moeten be
kwamen, tenminste als hij of zij
tot overall-winnaar wil worden
uitgeroepen. „Bij het schans
springen mogen boten bij de
heren maximaal 57 en bij de
dames maximaal 54 kilometer
per uur varen", legt Tuin uit.
„En dan gaat het er uiteraard
gewoon om wie het verste
springt. Vroeger werd de af
stand gemeten met behulp van
gradenbogen aan de kant van
het water, waarmee via een wis
kundige berekening het ge
sprongen aantal meters kon
worden bepaald. Maar sinds
een jaar of vijf worden daar ca
mera's voor gebruikt. Het we
reldrecord staat overigens mo
menteel op 68 meter en twintig
centimeter."
„Bij de slalom gaat het erom
wie met de kortste lijn achter de
boot om zes boeien heen kan
skiën", vervolgt Tuin. „Er wordt
gestart met een lijn van acht
tien meter, die steeds korter
wordt als een parcours eenmaal
is volbracht. Bij dit onderdeel
staat het wereldrecord op tien
meter en 25 centimeter, maar
de skiër die dat op zijn naam
heeft staan, haalde slechts één
boei." En dan ten slotte nog het
onderdeel figuren: „Gedurende
twee keer twintig seconden
voert de skiër een aantal figuren
uit, waarbij elk figuur voor een
bepaald aantal punten staat.
Wereldrecord is 11.620 pun
ten."
Zolang hij bij de club betrokken
is, en dat is sinds 1964, kan de
huidige voorzitter zich niet her
inneren dat er ooit minder dan
Naam: WSTC De Braassem
Oprichtingsdatum: 1 mei 1958
Ledenaantal: Tachtig, onderwie zo'n dertig niet-skiënde leden
Contributie: 125 gulden (senioren), 90 gulden (16 en 17 jaar)
en 60 gulden (t/m 15 jaar)
Ledenaanmelding: 0297-341034 (Hans Ringeling)
Hoogtepunt: De wereldtitel bij het onderdeel figuren voor
Willy Stahle, in 1971
Dieptepunt: De prijsverhoging van de waterskivergunning van
tien naar honderd gulden in 'het jaar van de bestedingsbeper
king' (jaren zeventig)
Alexander Boeken scheert door hei
tachtig of meer dan honderd le
den aangesloten zijn geweest.
„Dat aantal is altijd vrij con
stant geweest. Maar dankzij
Harry ter Taas, die vijentwintig
jaar voorzitter is geweest, is de
vereniging uitgegroeid tot een
belangrijke binnen de Neder
landse Waterski Bond. Hij heeft
namelijk heel veel jeugd leren
waterskiën. En wat die jeugd
betreft: volgend jaar gaan we
aantal lagere scholen uitnodi
gen om kennis te maken met
deze sport." Wellicht dat daar
een aantal talentvolle waterski-
ers uit voort komen, hoewel De
Braassem over succesvolle le
den niet te klagen heeft.
Conny Dane, Fanny Meyer, Erik
van der Maas en Alexander
Boeken zijn zomaar een paar
skiërs van De Braassem die ooit
de titel 'nationaal kampioen
waterskiën' hebben verdiend.
„En het hoogtepunt van de
club was natuurlijk het wereld
kampioenschap figuren voor
Willy Stahle, in 1971", zegt Tuin
trots. Voor De Braassem is het
FOTO PR
te hopen dat het rijtje kampioe
nen in de toekomst verder kan
worden uitgebreid. „Eigenlijk
ligt het aan het stukje caravan
park dat er nog over is. Van de
vier caravans die er nog staan,
zijn er drie van bestuursleden.
Als die daar weg zouden moe
ten, betekent dat de nekslag
voor de vereniging. Vandaar
ook onze grootste wens: een ei
gen clubhuis." Dat zou zijn als
een droom die uitkomt.
TEKST RAYMOND GRIMBERGEN
FOTO PR