Redelijk leven ondanks hartfalen De microcard biedt talloze mogelijkheden Gezondheid Psychiater MAANDAG 30 AUGUSTUS 1999 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA 023-5 Onlangs sprak ik met een aantal kandidaten voor de opleiding tot psychiater en stelde hen de vraag waarom zij psychiater wil den worden. De ervaring heeft geleerd dat bijna niemand die vraag bevredigend kan beantwoorden. De kandidaten wringen zich meestal in allerlei bochten om hèt antwoord te geven, waar meezij denken de vragensteller tevreden testellen. Maarzij we- ten niet dat ik het liefst een aarzelend antivoord krijg, omdat ik het zelf ook nog steeds niet precies weet. Tijdens deze ronde was er echter één man die vertelde dat hij de keuze om psychiater te worden jaren had uitgesteld. Hij wilde niet de verdenking op zich laden dat hij die richting in wilde slaan om zijn eigen emotionele problemen op te lossen. Zijn moeder was namelijk psychiatrisch patiënte. Zijn keuze voorde psychiatrie zou ook als tegendraadsheid uitgelegd kunnen wor den, want zijn familie had geen goed woord voor psychiaters over. Omdat hij zijn familie niet voor het hoofd wilde stoten, had hij jaren met zijn sollicitatie gewacht en was eerst bedrijfs arts geworden. Dit dilemma kwam mij bekend voor en de ma nier waarop de kandidaat erover sprak maakte hem in mijn ogen direct geschikt voor het vak. Het verschijnsel psychiater was mij .wel bekend, maar wat hij precies deed niet. Een familielid van mij kwam er altijd huilend vandaan. Ik wist niet wat ik ervan moest denken. Toen ik acht tien jaar was las ik voor het eerst een boek over psychologie: de Neuroseleer van Prof. P. Kuiper dat ging over het gedachtengoed van Freud, de beroemde psycho-analyticus uit Wenen. Ik begreep er niet veel van, maar vond het uitermate spannend en intrige rend om op die manier de menselijke geest verklaard te zien en besloot geneeskunde te gaan studeren om uiteindelijk psychiater te kunnen worden. Tijdens mijn studie veranderde mijn belangstelling, ik vond de psychiatrie zoals die toen werd onderwezen en bedreven te 'orga nisch': alles was te verklaren uit iets dat fout zat in de hersenen. Dat sprak mij niet zo aan. Ik had voor het geheimzinnige en ro mantische van het vak gekozen en wilde weten waarom mensen zijn zoals ze zijn. Het was de tijd van de antipsychiatrie van cha rismatische psychiaters zoals Laing, die in hun verklaring van het ontstaan van psychiatrische ziekten aan maatschappelijke factoren veel belang hechtten. Ik verloor mijn belangstelling voor de psychiatrie, maar tijdens mijn co-assistentschap in de Valeri- uskliniek in Amsterdam - in de dagelijkse, soms rauwe praktijk - raakte ik geboeid door de psychiatrie en zijn patiënten met hun verhalen en achtergronden. Is hiermee de vraag beantwoord waarom ik psychiater wilde worden? Ik denk van niet. Alle kandidaten vertellen immers net als ik geïnteresseerd te zijn in de patiënten zijn verhaal. Waar om ook niet? Het zijn altijd boeiende verhalen. Maar wat was het motief? Was het onbewuste motief, dat ik mij evenals die ene kandidaat nog los moest maken van het ouderlijk milieu qn dat op deze manier onopvallend wilde doen? Of lokte mij het idee aan met één woord of zin - de perfecte duiding - iemand op de goede weg te kunnen helpen: 'wees maar gerust, hier is de dokter'? Dat laat ste moet het geweest zijn, denk ik nu, dat bijna magische idee mensen te kunnen wondergenezen. Ik had als jonge jongen altijd al de voorkeur voor kwijnende, bleke, mysterieus en somber ogende meisjes die ik zou gaan redden uit de klauwen van... Ja, van wat? De duivel of andere kwelgeesten? Dat kan het niet geweest zijn, want zo gelovig was ik niet. Wilde ik ze misschien red den uit de greep van de somberheid en suïcidale fantasieën? Ik weet het niet meer. Mijn neiging bleke meisjes te red den, is inmiddels over, maar van red den houd ik nog steeds. In de psychia trie is echter meer te redderen dan te redden, wondergenezingen komen in ons vak zelden voor. Misschien ben ik daarom manager geworden. WOUTER VAN EWUK. psychiater Unieke polikliniek in Maastricht houdt mensen uit het ziekenhuis Patiënten met chronische hart klachten moeten geregeld in het ziekenhuis worden opgeno men. In het academisch zieken huis Maastricht bestaat een unieke polikliniek die deze mensen begeleidt en daarmee uit het ziekenhuis houdt. Chronisch hartfalen is een ty pisch probleem van deze tijd. Het is een aandoening die hoort bij het bereiken van een hoge leeftijd. Bovendien groeit het aantal mensen met deze kwaal doordat steeds meer mensen een hartinfarct overle ven, maar verder moeten met een hart dat niet helemaal meer op zijn taak is berekend. Toch is er veel aan te doen met gere geld poliklinische controle, goede medicatie en bepaalde leefregels, zo blijkt in Maas tricht. Cardioloog dr. Carolien Lucas in het azM runt sinds een jaar samen met verpleegkundige Ger Cleuren de poli chronisch hartfalen, drie middagen in de week. Die combinatie werkt goed, omdat de verpleegkundi ge de kloof tussen patiënt en specialist overbrugt. Cardioloog Lucas: „Onze patiënten hebben vaak nog een traditioneel beeld van 'die Hollandse dokter' voor wie ze veel ontzag hebben." Verpleegkundige Ger Cleuren: „Ik spreek de taal van de men sen, en kan gemakkelijker op voet van gelijkheid met ze spre ken." Cleuren heeft veel ervaring op gedaan in dertig jaar werken op de intensieve hartbewaking. Gebleken is dat de patiënten veel gemakkelijker contact op nemen met een verpleegkundi ge dan met de cardioloog. Op dat gegeven is de polikliniek ge baseerd. Bij hartfalen pompt het hart minder goed het bloed rond in het lichaam als gevolg van af sterven van een deel van de hartspier, bijvoorbeeld door een hartinfarct. Daardoor hoopt zich vocht op in de lon gen en ontstaat kortademig heid. Die kan zonder behande ling zulke extreme vormen aan nemen dat acute opname noodzakelijk is. De vochtopho ping breidt zich ook uit naar de lever, de darmen en de benen. Ondanks verminderde eetlust zien patiënten er soms opge blazen uit. Dertig procent van de mensen die wegens hartfalen worden opgenomen, overlijden er aan. Naar schatting heeft ongeveer een half procent van de Neder landse bevolking last van deze aandoening. Hoeveel mensen er aan üjden is niet bekend, omdat het een typsiche ouder domskwaal is. Ook zonder in farcten of andere aandoenin gen die de pompfunctie ver minderen gaat het hart achter uit. Iemand boven de vijftig jaar verliest elk jaar 1 procent van het hartweefsel. Toch kan een patiënt die last heeft van chronisch hartfalen met goede medicatie, dieet en andere leefregels redelijk goed leven. „De patiënt moet vooral letten op wat hij of zij drinkt", vertelt Ger Cleuren. „Nooit meer dan anderhalve üter per dag. Ook veel of weinig zout maakt uit: zout houdt vocht vast. Het moet goed tot de pati ënten doordringen dat ze wer kelijk overal op moeten letten. Een paar extra pilsjes of eten in een restaurant kunnen bijvoor beeld al tot problemen leiden." Deze leefregels bestaan al lan ger, maar bij een onderzoek voor de Nederlandse Hartstich ting kwam dr. Lucas er al snel achter dat artsen de neiging hebben te moeilijke taal te ge bruiken voor de doorsnee-pati- ent, waardoor er misverstanden ontstaan. Ook bleken patiënten niet te weten bij wie ze snel te recht konden, wanneer het mis dreigde te gaan. Een belangrijk punt is dan ook dat patiënten altijd de verpleegkundige kun nen bellen. „Dat durven ze bij de cardioloog niet zo gemakke lijk, bovendien kunnen ze bij mij direct terecht. Vaak kunnen hun vragen telefonisch worden Medisch Centrum Amsterdam zet chip in bij hartoperaties GERARD AKKERMAN Het Academisch Medisch Cen trum in Amsterdam wil nog dit jaar een 'microcard' gaan tes ten bij patiënten die een hart operatie moeten ondergaan. De microcard is een chip in de vorm van een pijltje, dat tijdens hartoperaties de conditie van het hart kan meten. Het is een eerste veelbelovende stap naar allerlei toepassingen van micro- elektronica bij mensen. Een 'concorde' noemt cardio loog Ruben Coronel van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam de hartchip, waarvan hij een proefmodel op de top van zijn vinger laat ba lanceren. Het pijltje, waarvan de vorm inderdaad veel weg heeft van het supersonische vliegtuig, is ongeveer een centi meter lang, nog geen anderhal ve millimeter breed en vlijm scherp. Het bevat een chip, de 'microcard', die tijdens open hartoperaties de conditie van het hart kan meten. De chirurg hoeft daartoe het pijltje alleen maar in het hart te prikken. De chip is ontwikkeld door het Spaanse micro-elektronicabe drijf NCM dat samenwerkt met de universiteit van Barcelona. Het AMC is gevraagd om de chip bij patiënten te testen. Het meten van de conditie van het hart is de eerste concrete toe passing van de microcard bij patiënten. Als bij een hartoperatie de pompfunctie van het hart wordt overgenomen door een hart-longmachnie, komt het hart even stil te liggen. Omdat het niet pompt, blijft het versto ken van vers bloed. Het hart verbruikt in die tijd wel suiker en zuurstof en teert dus in op z'n reserves. Als deze situatie te lang duurt, kan de conditie van het hart snel achteruit gaan. Voor de chirurg kan het volgens Coronel nuttig zijn als hij be schikt over een instrument om tijdens de operatie de conditie van het hart in de gaten te hou den. Nu kan hij alleen de tem peratuur meten. De hartchip meet de weerstand van het weefsel, de kaliumcon- centratie en de zuurgraad. Deze drie gegevens zijn voldoende voor een afdoende controle. Bij een infarct - bijvoorbeeld door het afsluiten van de kransslag ader - stijgt de kaliumconcen- tratie, wordt het hart 'zuur' en neemt de weerstand van het weefsel toe. De chirurg of anes thesist ziet dat op zijn scherm en kan dan snel ingrijpen. Het vernuftige pijltje is ook goed te gebruiken bij het trans port van donorharten. Het hart wordt, verpakt in ijs, in een spe ciale koffer vervoerd. Door het pijltje in het orgaan te steken kan gedurende de reis ook bui ten de koffer de conditie van het hart continu in de gaten worden gehouden. „Gaat die conditie achteruit, dan moet je opschieten of bijvoorbeeld meer ijs aanbrengen", aldus Coronel. De eerste toepassingen van de microcard zijn volgens de car dioloog handig, maar nog niet van grote medische waarde. De hartchirurg kan er zijn voordeel mee doen, maar hij kan ook zonder die informatie. De meeste hartoperaties zijn routi ne geworden en er gaat nog maar zelden iets mis. De Amsterdamse cardioloog ziet de hartchip echter vooral als een eerste veelbelovende stap naar het gebruik van mi- CL'o-elektronica bij mensen. In principe is van alles te meten en kan de chip ook werken als elektronische 'hartbewaker'. Er zijn hartpatiënten die last heb ben van 'kamerfïbrillatie', het onregelmatig sterk samentrek ken van de spiercellen in de hartspier. Dit kan dodelijk zijn. Zij krijgen nu vaak een defibril lator geïmplanteerd, een soort doosje dat niets doet tot de pa tiënt een aanval krijgt. Op dat moment geeft de defibrillator een sterke stroomstoot, waar door het hart weer op gang komt. Cardioloog Carolien Lucas van het academisch ziekenhuis Maastricht die samen met verpleegkundige Ger Cleuren een speciale polikliniek runt voor patiënten met chronisch hartfalen. FOTO ACADEMISCH ZIEKENHUIS MAASTRICHT Tijdens het spreekuur wordt per patiënt in totaal een half uur uitgetrokken, voor cardio loog en verpleegkundige ieder een kwartier. De verpleegkun dige legt nog eens de nadruk op het regelmatig nemen van me dicijnen, dieet en leefregels. De cardioloog onderzoekt hoe het gaat met de vochthuishouding van het lichaam. Een half uur is een hele luxe, öp andere poli's wordt voor een patiënt tien mi nuten uitgetrokken. Resultaat van deze begeleiding is dat mensen een langer en kwaliteitsvoller leven hebben. Ook leert de patiënt zelfverant woordelijkheid nemen. Cleu ren: „Op deze manier kunnen wij ervoor zorgen dat ze de ge raniums buiten zelf water ge ven, in plaats van er alleen maar door het raam naar kij ken." In de toekomst moet het moge lijk zijn bij deze patiënten een soort 'alarmchip' te implante ren voor een continue hartbe waking. De chip zendt bijvoor beeld een signaal uit zodra de patiënt een infarct krijgt. Via de satelliet vangt een alarmcentra le het signaal op en kan precies zien waar de getroffen patiënt zich op dat moment bevindt. Coronel: „Zo kan een ambulan ce snel naar de goede plek." Ook kan met behulp van de chip worden achterhaald wat zich vlak voor het infarct heeft afgespeeld. Dit levert waarde volle informatie van binnenuit op over de exacte oorzaken van hartziekten. Nu kan dat vaak al leen met behulp van onderzoek achteraf. Het Spaanse bedrijf heeft concrete plannen om met name dit soort mogelijkheden verder te onderzoeken en te ontwikkelen. Een chip kan ook worden ver bonden met bijvoorbeeld een infuuspompje om te zorgen dat iemand de juiste hoeveelheid medicijnen krijgt. „Bij diabete spatiënten kun je met zo'n chip het suikergehalte meten. De pa tiënt hoeft zichzelf dan niet meer te prikken. Dat komt de kwaliteit van leven ten goede." Zo'n chipje kan worden ver bonden met een insulinepomp- je en automatisch zorgen voor de juiste instelling. Het instel len van de insuline, waarvoor patiënten nu nog vaak naar het ziekenhuis moeten, levert dan veel minder problemen op. NL 10 fy l10 h 56 V Gelukkig Socioloog en seksuoloog Ruut Veenhoven, docent aan de universiteit van Utrecht en Rotterdam, doet al dertig jaar onderzoek naar geluk. In een recent interview met het blad Plus doet hij een aantal op merkelijke uitspraken over wat de mens gelukkig(er) maakt. De Nederlander is vol gens hem tamelijk happy. 'Onze samenleving biedt alles wat je minimaal nodig hebt: eten, drinken, veiligheid, over zichtelijkheid, rechtszeker heid'. Gelukkige mensen zijn ook goede burgers, aldus de wetenschapper. 'Als mensen ongelukkig zijn, trappen ze naar benden. Ongeluk levert racisme en haat op.' Wel brengt -de grote mate van vrij heid het probleem van het Xenotransplantatie In de moeizame ontwikkeling van xenotransplantatie is weei een kleine hindernis genomen. Bij 160 patiënten die langdui® f met weefsel van varkens zijn behandeld, is geen infectie met van deze dieren afkomstige virussen geconstateerd. Dat mei onderzoekers van onder meer het Engelse biotechnologieber Imutran en de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) in het blad Science. Het overbrengen van weefsels of organen van dieren naar de mens (xenotransplar tie) verloopt niet zonder problemen. Zo worden organen vai dieren snel afgestoten. Men probeert die afstoting tegen te g door varkensorganen via genetische manipulatie 'menselijke te maken. Ook is het risico niet denkbeeldig, dat retrovirusseiB in het DNA van varkens de mens kunnen infecteren. Zo zijn sterke aanwijzingen dat het retrovirus dat aids veroorzaakt a komstig is van chimpansees. Bij studies met weefselkweken het laboratorium werden twee jaar geleden aanwijzingen ge vonden, dat bepaalde retrovirussen van het varken inderdaa cellen van de mens konden infecteren. Hoewel deze virussei voor varkens onschadelijk zijn, is het niet uitgesloten dat ze de mens wel tot ziekte leiden. kiezen met zich mee. Niet goed keuzes kunnen makei jg kan weer tot ongeluk leidei Veenhoven constateert dal mannen met het klijnmen jaren gelukkiger worden, vrouwen juist ongelukkigeijg Dat heeft volgens hem te n ken met de huwelijksmarkt jg j oudere mannen hebben m keus in partners. Het hebb van kinderen acht Veenho\ ,g eerder afbreuk te doen aan vensgeluk dan dat het erto< bijdraagt. 'Kinderen kunne huwelijksgeluk behoorlijk derven'. Pas op hoge leeftij (zo'n jaar of 80) wordt het hebben v^n kinderen weer teressant, met name als he vriendennetwerk steeds m< wegvalt. J Bemoedigende therapie Bij de 160 patiënten die aan het recente onderzoek hebben meégedaan zijn voor een dergelijke virustransfectie naar de mens bij de behandeling met varkensweefsel geen aanwijzin gevonden. Bij de patiënten waren eilandjes van Langerhans J transplanteerd (voor de productie van insuline vanwege suilj ziekte), was bloed buiten het lichaam langs levercellen (vanvi y ge acuut leverfalen) of miltcellen ('imuuntherapie') geleid of I was bij brandwonden huid van varkens getransplanteerd. Bij *- een enkele patiënt had de behandeling met varkensweefsel a zo'n 12 jaar geleden plaatsgevonden. Overigens is bij deze p^RSU entengroep maar naar één varkensvirus gekeken. In een beg^EB leidend commentaar noemt de Engelse onderzoeker Robin Weiss de gevonden resultaten 'bemoedigend'. Het aantal on<me derzochte patiënten en bestudeerde virussen vindt hij echteri S( weinig om het risico op transfectie van varkensvirussen naai mens te kunnen bagatelliseren. |erk Alcoholinjectie Het Hartcentrum Rotterdam heeft onlangs voor het eerst eeijvaJ patiënt die lijdt aan een verdikte hartspier behandeld met eepg' alcoholinjectie. Deze methode is een alternatief voor een oprie tie en biedt het voordeel dat het resultaat direct meetbaar is.F Tot voor kort hadden artsen bij mensen met deze kwaal twé«dei behandelmethoden: opereren en, doorgaans in combinatie v een operatie, het toedienen van medicijnen. Nu is daar de alfitt holinjectie bijgekomen. Via een catheter wordt alcohol in dele I spier gebracht, waardoor die slinkt. Met een echocardiogram °P kan de arts precies zien waar de spier te dik is. De alcohol ka{31 op de goede plek worden geïnjecteerd. De methode heeft vefaaj schillende voordelen ten opzichte van een operatie. Tijdens j1 vs ingreep is de patiënt bij bewustzijn, narcose is niet nodig. H^ d Hartcentrum, een samenwerkingsverband van het Academica Ziekenhuis Rotterdam en het Zuiderziekenhuis, is zeer tevref t\ over het verloop van de behandeling. In principe is hij geschjd, voor iedereen met een te dikke hartspier, aldus een woordvc Ai der. De kwaal is overigens vrij zeldzaam. Jaarlijks melden zic-n' in Rotterdam, het verwijscentrum voor deze aandoening, tie °U' patiënten. Betere antibiotica Dl Nieuw onderzoek naar de manier waarop cellen eiwitten aai maken kan ertoe leiden dat effectievere antibiotica worden c wikkeld. Dit staat in twee rapporten die het wetenschapsblai Nature onlangs publiceerde. Daarin wordt de structuur be schreven van kleine en grote subeenheden ribosomen: coml plexe deeltjes die duizenden eiwitten maken die nodig zijn v een levende cel. „Veel bacteriële infecties worden tegengega door antibiotica die de productie van ribosomen in bacterië n. 2 cellen verhinderen. Door een betere kennis van de bouw vat die ribosomen kunnen met behulp van computermodellen doeltreffender antibiotica worden ontwikkeld", vertelt biofyr cus Capel van het Amerikaanse ministerie van Energie en cojn/ auteur van beide studies. „Ribosomen staan centraal in de bp logie. Elke cel op aarde heeft ribosomen nodig om eiwitten tjlTt maken." De bevindingen zijn ook bruikbaar voor de industrfree omdat ribosomen worden gebruikt om enzymen te maken vf nti chemische processen. IDl P U I I I L Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgorde min 1 letter. (B.v. Omschrijving "dierenverblijf". Antwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden "sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden Horizontaal: 1Club van schilders; 5. grondsoort; 7. kwaadspreken; 8. dus (Latijn); 9. vulkaan in Italië; 11. verlosser; 14. tros bananen; 16. drinkbakje, 17. kledingstuk; 18. familielid; 19. cijfer; 20. hengelsnoer; 22. gewest; 25. snaak; 27. kleur; 29. ontkennend. 30 kleur; 31. drietal. Verticaal: 2. Aardhoogte; 3. windrichting; 4. vloerbedekking; 5. inwendig orgaan; 6. kampeerverblijf; 8. zuivelproduct; 10. brilslang; 12. met ruiten bedekt; 13. horizon; 15. dashond; 16. vogelverblijf; 19. vis; 21. rad; 22. hoofddeksel; 23. soort hert; 24. klont; 26. gevaarlijk; 28. drank. Oplossing van zaterdag: Horizontaal: 1. Cab; 4. bar; 6. abaca; 9. clement; 11. bh; 12. tee; 13. af; 15. Leda, 17. laar; 19. ale; 20. ara; 21. asla; 23. erts; 24. me; 25. nat; 27. je; 28 Astarte; 32. teler; 34. spa; 35; aas. Verticaal: 1. Cd; 2. bal; 3. game; 4. ban; 5. ra; 7.Beta; 8. ceel; 9. Chelsea; 10. taartje; 11. blaam; 14. frase; 16. del; 18. aar; 22. ante; 23 être; 26. aalt; 29. sta; 30. tra; 31. es; 33.as.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 14