'Leven is gelukkig zijn' Honduree (2) Woody Allen stoeit met fictie en werkelijkheid in 'Deconstructing Harry' 'Deconstructing Harry'heet de film van Woody Allen die, vanwege een faillissement van filmverhuurbedrijf Concorde, met een vertraging van tivee jaar in de Nederlandse bioscopen arriveert. De film, over een schrijver in crisis die geconfronteerd wordt met de personages uit zijn werk, toont een Woody Allen in grote vorm: scherpzinnig, onweerstaanbaar geestig en politiek zeer incorrect. „Er is altijd wel iemand die zich beledigd voelt door mijn werk. Als er één filmmaker is bij wie le ven en werken nauwelijks te scheiden lijken, dan is het Woody Allen. Niet alleen omdat hij in tal van zijn films zelf de hoofdrol speelt, maar ook om dat hij daarin voortdurend eenzelfde soort personage speelt: dat van de neurotische schrijver/filmmaker, eeuwig in gevecht met zichzelf, de vrouwen, de seks, het joods-zijn en het geluk. Hij heeft tot voor kort de publiciteit altijd geschuwd, waardoor we het in de beeldvor ming vooral met zijn speelfilmrollen moes ten doen. Het rumoer rond zijn relatie met zijn pleegdochter Soon-Yi en een teruglo pende belangstelling voor zijn films hebben hem evenwel opener gemaakt. In Deconstructing Harry maakt Allen op ingenieuze wijze gebruik van die voor bui tenstaanders nauwelijks te trekken scheids lijn tussen fictie en werkelijkheid. Allen zelf speelt de schrijver Harry Block, die - what's in a name - worstelt met een writer's block. Daarnaast wordt hij opgejaagd door-zijn om geving: zijn joodse familie en zijn ex-vrou wen en vriendinnen achtervólgen hem met verwijten omdat ze zich onheus beschreven voelen in Harry's autobiografische boeken. Rode draad is de tocht die Harry Block on derneemt naar de universiteit waar hij ooit verwijderd werd, maar die hem nu tot ere doctor wil benoemen. Een reis die hij onder neemt in het gezelschap van een zwarte prostituee, zijn door hem gekidnapte zoon en een vriend die al snel de geest geeft. Cocktail Tussendoor worden delen van Harry's boe ken uitgespeeld, waardoor Deconstructing Harry al snel een ingenieuze, schijnbaar cha otische cocktail wordt van filmfictie en film werkelijkheid. Is Deconstructing Harry zo de ultieme poging om elk onderscheid tussen de echte Woody Allen en de fictieve Woody weg te poetsen? Die vraag legde ik Allen in middels anderhalf jaar geleden voor tijdens een groepsinterview in een Parijs hotel. De filmmaker reageerde, opzichtig verkouden kuchend en hoestend, instemmend. Allen: „Precies, onderscheid valt hier niet meer te maken. Harry en ik zijn allebei schrijver, we beheersen allebei graag onze personages en ook verder zijn er duidelijke overeenkomsten. Als hij het over godsdienst, over vrouwen heeft, dan ben ik aan het woord. Het verschil is alleen dat ik niet zo'n leven leid als hij: ik slik geen pillen, ik kidnap geen kinderen, er komen geen hoeren naar mijn huis. Ik leid een veel normaler bestaan. Anders zou ik ook geen tijd hebben gehad om één film per jaar te maken." Seks, vooral de overspelige variant ervan, is een van de frequent aangesnéden thema's in Deconstructing Harry. Het ontlokt een vrouwelijke collega in de hotelsuite de vraag of Allen meent dat alle mannen net zo geob sedeerd zijn door seks als Harry Block. „Ja, mannen denken altijd aan neuken. Als ik met mijn crew op de set zit dan gaat negen tig procent van de conversatie over vrouwen. En als die mooie actrice opkomt is het van: 'Ooh, kijk haar eens'. Zo gaat dat nu een maal. Ik geloof dat Time Magazine er jaren geleden wel eens een soort studie van ge maakt heeft en uitgevonden heeft dat men sen eens in de vier minuten aan seks den ken. En sommigen zelfs vaker." Tirade De invloed van het joodse geloof is een an der thema in Deconstructing Harry. Tijdens een bezoek aan een zus die met een fanatie ke jood getrouwd is, barst Harry Block uit in een enorme tirade tegen mensen die hun joodse wortels herontdekken. Het is een on gemeen scherpe en grappige scène die waar schijnlijk van een niet-jood niet geaccep teerd zou worden, maar Allen komt er mee weg. In Parijs memoreert hij de enthousiaste reacties van Israëlische journalisten op de film, maar boze fanatici heb je altijd, zo zegt hij: „Er is altijd wel iemand die zich beledigd voelt door mijn werk. Als ik de psychoanaly se aanpak, zijn er altijd wel een paar psychi aters die boos worden, als ik het over vrou wen heb duiken er altijd wel weer een paar verontwaardigde feministes op. En dat geldt ook voor joden en zwarten." In tegenstelling tot Harry Block heeft Woody Allen geen enkele band met de door hem bedachte personages: „Zodra een film af is, zijn ze geschiedenis voor me. Maar het is wel zo dat je bij het werken aan een film een jaar lang geheel in hun omgeving ver toeft. Je loopt rond in hun huizen, hun ka mers. Je leeft met de acteurs en de actrices en je enige zorg betreft de personages. Zou hij dit zo doen of juist zo? Klopt het wel wat zij doet? Zolang als Het duurt, leef je niet in de werkelijkheid. Tijdens de opnames pikt een auto me op om zeven uur 's ochtends op en brengt me naar een locatie. Aantrekkelijke acteurs en actrices lopen de set op en ik be heers alles! De enige problemen waar we over nadenken zijn de problemen van de personages, tot ik 's avonds naar huis ga om te slapen. Het is een compleet onwerkelijk bestaan.Maar wel veel leuker dan het ech te leven." „Hebt u het echte leven ooit geproefd?", reageert een collega ad rem. Allen reageert met een lach: „Soms, maar het beviel niet." Als de lach is weggestorven: „Ik leid de laat ste vijf jaar een gelukkig leven. Ik ben geluk kig en ik ben me ervan bewust. De meeste mensen zijn gelukkig zonder het te weten. Zoals Harry. De meeste mensen lopen te kla gen: 'Mijn man begrijpt me niet, mijn kinde ren maken problemen, ik kan niet kopen wat ik wil kopen, ik heb een hekel aan mijn werk'. Ze lijden en lijden, ze gaan naar een psychoanalyticus, ze slikken pillen, ze drin ken. En dan op een morgen worden ze wak ker en ze gaan naar de dokter en die vindt een vlekje op hun long. En dan zeggen ze: 'Ik wist het niet, ik liep altijd maar te klagen, maar ik was zo gelukkig." Het is zo belangrijk om te weten dat je gelukkig bent. Leven be tekent gelukkig zijn." Harde kern Woody Allen heeft een trouwe harde kern van acteurs, die vaak, zoals ook nu in Decon structing Harry, wordt aangevuld met topac teurs in gastrollen. Zo zijn Kirstie Alley, Eric Bogosian, Billy Crystal, Mariel Hemingwey, Demi Moore en Robin Williams dit keer voor korte of lange tijd in beeld. Acteurs werken graag met Woody Allen, maar hij doet er niks bijzonders voor, zo verklaart hij: „Mijn rela tie met acteurs is strikt professioneel. Ik bel ze op, vraag of ze tijd en zin hebben en stuur ze een script. Dan, als ze mee willen doen, komen ze op een dag op de set - ik repeteer nooit - en dan doen ze wat ze moeten doen. Soms improviserèn ze wat en als we klaar zijn schudden we handen en gaan ze naar huis." De acteurs krijgen daarbij van Woody Al len opmerkelijk genoeg alleen de pagina's van het script waarop hun eigen rol beschre ven staat, niet de rest van het verhaal. Houdt Allen ze zo onzeker en scherp? „Nee, maar meer hebben ze niet nodig. Robin Williams heeft maar vijf pagina's dialoog. Die heeft geen 120 bladzijden nodig. Ik stuur hem zijn bladzijden. Hij hoeft niet te weten waar hij mee bezig is, we weten in het dagelijks leven ook niet wat andere mensen denken en doen. De acteurs vinden het niet erg, ze vra gen nooit om een compleet script, ze zijn blij dat ze niet alles hoeven lezen. Bij de scree ning zien ze het hele verhaal voor het eerst en meestal zijn ze heel tevreden." En Allen zelf? „Ik ben nooit tevreden." Met drie maanden meer en een miljoen extra was Deconstructing Harry een nog betere film ge worden, verzucht hij. „Ik ben niet voor niks beroemd vanwege mijn 'reshoots'. Ik kan me" niet voorstellen dat je een film maakt, hem monteert en dan zegt: 'Prachtig!' Daarvoor is filmmaken veel te ingewikkeld. Je maakt zo veel creatieve keuzes tijdens het opnemen en soms zit je ernaast. Die foute keuzes moet je rechtzetten. Ik heb zelf wel eens een hele film overnieuw gedraaid." Erg vindt hij dat niet, integendeel: „Ik wil altijd wel werken. Als ik niet werk ga ik maar thuiszitten. Dan begin ik na te denken en word ik depressief. Als ik geen films kon ma ken, dan vlocht ik mandjes, zat ik achter een weefgetouw of zaaide ik op het land. Werken is heel therapeutisch." Woody Allen over de gelij kenis met hoofdpersoon Harry uit zijn nieuwe film: „Het verschil is alleen dat ik niet zo'n leven leid als hij: ik slik geen pillen, ik kidnap geen kinderen, er komen geen hoeren naar mijn huis. Ik leid een veel normaler bestaan. Anders zou ik ook geen tijd heb ben gehad om één film per jaar te maken." foto epa ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1999 Onze Taal Toen we terugkwamen van vakan tie lag er een heel pak brieven. Vooral de stukjes over de woorden 'honduree', 'opmaat' en 'vinkje' hebben tientallen lezers naar de pen doen grijpen. Jaren geleden heeft een ouwe rot in de kranten wereld me eens verteld dat de waardering voor je column vooral blijkt uit de hoeveelheid brieven van lezers. Mooi zo. Ik dank u allen hartelijk, en ik heb iedereen ook een persoonlijk bedankbriefje ge schreven. Maar nu is er iemand an ders bij de krant en die zegt me dat dat 's zomers niks voorstelt, want dan hebben de mensen meer tijd, en ach, dan willen ze wel eens schrijven. Ik probeer hem niet te geloven. In ieder geval weten we dankzij al die lezersbrieven wel iets meer over de genoemde woorden. Vandaag eerst maar eens over de honduree. Het woord 'honduree' is nogal onbekend. Het is zelfs zo onbekend, dat niemand het schijnt te kennen. Het staat alleen maar in Van Dale: 'Papiertje dat tussen voorver pakte ham, kaas e.d. wordt gelegd'. Het is in geen enkel ander woordenboek te vin den. Dat is raar. Heeft Van Dale het mis schien zelf verzonnen? Navraag bij Van Dale levert niets op. Hoe is zo'n woord erin gekomen? Waar komt het vandaan? Is het net zo'n onwoord als 'misteoreolen' of 'oei- oei-machine'? Ziedaar mijn vraagveisterke in een Flauw Joopje van enkele weken gele den. Eerst is er iemand die vanuit Noordwijk schrijft: 'Ik stam uit een 350 jaar oud sla gersgeslacht en stond 50 jaar geleden ach ter de snijmachine. Toen werden er geen papiertjes gebruikt; er werd vers gesneden. Honduree long dur(e), via papiergroot handel een verbastering uit België en bete kent om lang te bewaren. Het is dus in Van Dale een Anglo-Francophile verbastering', 't Is duidelijk dat deze lezer bedenkingen heeft tegen België, tegen leenwoorden en tegen voorverpakte vleeswaren. Dat die pa piertjes iets van de laatste vijftig jaar zijn, dat klopt wel. Hij schijnt het woord 'hon duree' of iets dat erop lijkt, in ieder geval te kennen. Of zijn theorie over de herkomst ook klopt, is een andere zaak. Iemand anders oppert voorzichtig het idee dat 'honduree' wellicht teruggaat op 'on- dul', wat Frans is voor 'gegolfd'. Inderdaad werden er vroeger onder gesneden vlees waren wel van die geribbelde kartonnetjes gedaan. Maar hij voegt eraan toe noch 'honduree' noch 'ondul' in deze betekenis ooit eerder gehoord te hebben. Dan is er nog iemand, wiens echtgenote vroeger met een slager getrouwd ge weest is, en die dame kent inderdaad het woord 'ondul', namelijk voor de geribbelde kartonnetjes. Volgens hem (en haar) is 'on dul' of 'onduleetje' in slagerskringen in ge bruik geweest, in de jaren zestig en zeven tig. Bij uitbreiding ging de betekenis van het woord over van 'geribbeld onderkar tonnetje' naar ook wel: 'papiertje tussen de plakjes'. De vorm 'honduree' houden deze mensen voor een regelrechte vergissing, die nooit in Van Dale had moeten staan. Overi gens staan 'ondul' of 'onduleetje' niet in Van Dale. Momenteel schijnt te Rotterdam wel 'hondjes' in gebruik te zijn. Ik geloof wel in deze theorie. De honduree zal wel een vermomd 'onduleetje' zijn. De vraag blijft alleen of de vorm 'honduree' werkelijk bestaan heeft, of dat hij als vergis sing in Van Dale terechtgekomen is. De Rotterdamse 'hondjes' lijken te pleiten voor het bestaan van de 'hondureetjes'. Een echte vergissing in Van Dale (in de 1 le editie; nadien weer rechtgezet), is het woord 'misteoreolen', wat een typiste eens gelezen heeft omdat iemand onduide lijk 'mistevreden' geschreven had. Het laatste voorbeeld van een onwoord in Van Dale dat ik gegeven had, de oei-oei- machine, lijkt toch minder on te zijn dan ik dacht. Ik hield het voor een grapje van een der redacteuren. Maar nu komt er een krantenknipsel boven water, ongeveer uit de jaren zeventig. Daarin wordt het appa raatje beschreven: een houtje met op het eind een propellertje; als men met een tweede houtje over het eerste strijkt en het linkerbeen opheft, draait het propellertje naar links; heft men het rechterbeen, dan draait het naar rechts. In dat knipsel staat verder: 'Er schuilt een simpel geheim ach ter de oei-oei-machine. Ouderen zullen de werking misschien wel kennen-, want vroe ger maakte iedere timmerman zo'n stukje speelgoed voor kinderen of kleinkinderen'. Dat maakt me geweldig nieuwsgierig. Ik ben blijkbaar niet oud genoeg om het te weten. En ik heb niet alleen geen slagers, maar ook geen timmerlieden in de kennis senkring. Wie weet hoe het apparaatje werkte? En als het geen oei-oei-machine werd genoemd, hoe werd het dan wel ge noemd?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 51