'Ik kon onder het licht van de maan een boek lezen' -Jessies van de bijzondere tocht door de Gibson Woestijn in Australië. foto's van internet ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1999 Edmond Öfner steekt onmetelijke Gibson Woestijn in Australië over Lisserbroelcer Edtnond Öfiier verzorgt in het dagelijks leven trainingen voor managers van vandaag en morgen. Daarin praat de man die de hoogste toppen van de wereld heeft beklommen over zijn ervaringen rijdens die barre tochten. Onlangs volbracht hij een voettocht door de Gibson Woestijn. Volgens Öfner een onvergetelijke ervaring. De managers kunnen er straks hun voordeel mee doen, als ze horen hoe je elkaar in een volledig verlaten landschap nodig hebt om te overleven. Öfner: „Wat we hebben meegemaakt is eigenlijk een soort vergrootglas voor hoe het gaat in een bedrijf. Edmond Öfner: „Ik heb genoten van de stilte, ik heb zesenveertig dagen geen onnatuurlijke geluiden gehoord." foto hielco kuipers Achthonderd kilometer met drie mannen en een vrouw te voet door de on metelijke Gibson woestijn in Austra lië. Een tocht vol hindernissen, ver moeienissen en gevaren. Maar voor Edmond öfner gaat niets te ver. Na de Himalaya en de Noordpool kon dit onherbergzame terrein aan de andere kant van de wereld ook nog wel wor den toegevoegd aan de reeks van ha chelijke ondernemingen. Onderweg haakte de vrouw af, maar Edmond öfner haalde de eindstreep in Kinto- re, een nederzetting van vierhonderd aboriginals. Vorige week keerde de Lisserbroe- ker terug van een expeditie die zesen veertig dagen duurde. En de volgende staat alweer voor de deur. In het na jaar doorklieft Öfner de Amazone-re genwouden in Peru, waar hij op zoek gaat naar nog niet ontdekte graftom bes van de Chachapoya-indianen. Daarna volgt een bezoek aan de meest actieve vulkanen in Noord- Oost Rusland. De expeditie steekt in 2001 Antartica over op ski's en met vliegers, maar öfner laat die laatste reis aan zich voorbijgaan. Extreme uitstapjes De extreme uitstapjes maken onder deel uit van de Origin Expedition to the Source. Sponsor Origin, ooit een dochter van Philips, heeft een bedrag van vier miljoen gulden beschikbaar gesteld om aan de hand van deze ex pedities de aarde te 'ontleden'. Het bezoek aan de Gibson Woestijn had het thema aarde: lucht (Peru), vuur (onder andere Rusland en Paraquay) en water (Antartica) volgen dus nog. Het gevecht met de woestijn heeft diepe indruk achtergelaten bij öfner. De man die in gezelschap van Ronald Naar een vlag neerzette bovenop de Mount Everest en de K2, heeft vriendschap gesloten met het gebied waar de mens zich zelden vertoont. öfner heeft de woestijn vervloekt toen de bevoorrading van water en voedsel door een defecte helikopter enige dagen werd uitgesteld. Wie zonder water in de woestijn zit, is ten dode opgeschreven. „Toen heb ik me even ongemakkelijk gevoeld. We heb ben ons een paar dagen niet kunnen bewegen, want als je je beweegt ge bruik je energie en heb je water no dig." Gelukkig was daar de satelliet telefoon, uitgerust met batterijen op zonnepanelen. Een belletje naar het basiskamp en een paar dagen later kwam alles weer op zijn pootjes te recht. „Die satelliet-telefoon was on ze link met de buitenwereld. Het is een rustgevend gevoel dat je zo'n te lefoon bij je hebt." öfner heeft verder geen klachten over Gibson woestijn. „Ik heb geno ten van de stilte, ik heb zesenveertig dagen geen onnatuurlijke geluiden gehoord. Ik kon onder het licht van de maan een boek lezen. Die puur heid, daar heb ik wel het meest van genoten. Ik weet alles van bergen, maar de woestijn was voor mij nieuw. Dat is de mooie waarde van zo'n tocht." Dat het geheim van de Gibson Woestijn nog nimmer door de wes terse mens was ontrafeld, maakte de avonturier öfner uiterst nieuwsgierig. „Op de Noordpool zijn tientallen mensen geweest, op de Mount Eve rest honderden. Dan kun je niet meer spreken van iets uitzonderlijks." Droppings De expeditie was tot in de puntjes voorbereid. Vorig jaar was öfner al in Australië geweest om de haalbaar heid van een expeditie door de woes tijn te toetsen. Voor de tocht was toe stemming nodig van de Australische overheid. Belangrijke zaken in de voorbereiding waren de droppings van voedsel en water onderweg, öf ner: „Dat gebeurde op het eerste ge deelte door zogeheten fourw- heeldrive-jeep's, die op afgesproken punten de spullen achterlieten. Dat moest allemaal ingegraven worden, anders zouden wilde dieren de boel voor onze neus opeten en opdrinken. Op het tweede gedeelte werden heli kopters ingezet, daar viel met een jeep helemaal niet meer te komen." öfner kon het ingegraven voedsel opsporen dank zij GPS, het global po sitioning system. De coördinaten van de 'droppings' werden doorgegeven aan de jeeps en later aan de helikop ters. Dat liep meestal goed. „Maar er zijn momenten geweest dat we nog maar een liter water hadden en de plaats van het voedsel nog niet was bereikt. Dat was niet prettig, hoor." Water. Edmond öfner heeft vanaf het moment dat de expeditie startte bij Lake Disappoinnnent aan weinig anders gedacht. De deelnemers had den per persoon vijfeneneenhalve li ter beschikbaar, öfner: „Wat voort durend door je hoofd maalt is 'waar gebruik ik dat water voor'. Is dat om te drinken, om te koken of om het zout van je gezicht te vegen? Nee, ik heb me in de woestijn niet gewassen. We waren niet okselffis meer, maar dat is ook niet belangrijk." Om onderweg zoveel mogelijk spullen mee te kunnen nemen, dach ten de leden van de expeditie dat het handig zou zijn om een soort sulky te maken, een wagentje op wieltjes dat aan het lichaam kan worden vastge bonden. Dat bleek uiteindelijk een misvatting. „De woestijn was verge ven van spinifex, een heel scherp gras. dat soms heel hoog stond. Die wieltjes liepen telkens vast. Dat plan moesten we dus laten varen. Het was handiger om met rugzakken door het spinifex te manoeuvreren. Van de vier wagens is er eentje overgebleven, we zijn verder gegaan met rugzakken. Dat was een verandering van tac tiek." Die ene wagen was bittere noodzaak in de woestijn, want öfner sleurde een dertig kilo wegende ca mera van dertigduizend gulden mee, nodig om video-opnames te namen van de tocht. De beelden worden binnenkort in een vierdelige serie uit gezonden op RTL 5. „Je kunt er na tuurlijk ook voor kiezen om een poc ket-cameraatje mee te nemen datniks weegt, maar we hebben gekozen voor kwaliteit." De opnames werden ge maakt door Edmond öfner zelf en Paolo de Graaff, die vanuit het basis kamp opereerde en vanuit de lucht plaatjes schoot. Heilige plaats Op de beelden is te zien dat er in de 'onleefbare' woestijn wel degelijk wordt geleefd, öfner: „We bereikten op een gegeven moment een rots. Dat bleek een heilige plaats van de aboriginals. We zagen allelei grave ringen en tekens in de rots. Hoe oud de plaats is weten we niet. Tien, mis schien duizend jaar, misschien wel twintigduizend jaar. Maar dat we überhaupt deelgenoot werden van zo'n heilige plaats, dat gaf een bijzon der gevoel." Toen het eindpunt was bereikt in Kintore, een nederzetting van abori ginals, werd de expeditie met ge fronste wenkbrauwen bekeken, öf ner: „De aboriginals snapten er hele maal niks van dat we de woestijn wa ren overgestoken, maar aan de ande re kant was er bewondering. De helft van de ongeveer vierhonderd mensen is in de woestijn geboren. Die begre pen wel wat we hadden doorge maakt." Bij het eindpunt was er vanzelf sprekend opluchting over het vol brengen van de tocht. Onderweg voelde öfner geen moment lichame lijk en mentale vermoeidheid. Aan vankelijk werkte de ploeg vijftien kilo meter per dag af, naderhand werd dat opgevoerd tot vijfentwintig kilometer. Toen halverwege de vrouw, Denise Martin, afhaakte en öfner alleen met Mare Cornelissen en Marek Kaminski overbleef, bleef de Lisserbroeker ge motiveerd. öfner: „Maar toen we eenmaal Kintore in het vizier kregen, verlangde ik naar het eindpunt. Dat is eigenlijk een mentale kwestie. Ineens begon ik te verlangen naar mijn ge liefde, naar mijn kind. Want thuis moeten ze het allemaal maar op knappen, daar zit ik op expedities best wel eens aan te denken." Inmiddels zit hij weer thuis bij vrouw en dochter. Hij is voldaan, want de expeditie is ellende bespaard gebleven. De gevreesde slangen, die zo talrijk rondsluipen in de woestijn, hielden zich schuil. Van de dingo's, de wilde honden, hadden ze geen last. Tijd om van de vermoeienissen bij te komen in zijn huis langs de Ringvaart is er niet, want de media zijn geïnteresseerd in zijn avonturen. En daarna wachten weer de trainin gen aan de managers in het bedrijfs leven. ROB ONDERWATER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 49