Terug naar de Middeleeuwen Verlamd door prestatieangst i 'Het komt door de verdikking van de maatschappij' ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1999 Een middeleeuwse bouwplaats in Frankrijk. werkzaamheden met argusogen. „In het be gin waren de inspecteurs zeer sceptisch", al dus Maryline Martin. „Maar ik geloof dat ze nu doorhebben dat het werk hier door het ontbreken van iedere druk minder gevaarlijk is dan elders." Toch stonden de inspecteurs erop dat de steenhouwers onder hun middeleeuwse hoeden veiligheidsbrillen droegen, terwijl sjouwers ook schoenen met een stalen neus kregen opgelegd. De houten kranen, die worden aangedreven met tredmolens, wer den als inhumaan verboden. Maar, zo zegt Maryline Martin, onderhandelingen zijn gaande over een compromis waarbij de wer kers maar maximaal 15 minuten in de tred molen lopen. Het personeel houdt zich aan de voorgeschreven 35-urige werkweek, maar dat aantal is een jaargemiddelde. Er wordt slechts gewerkt tot 15 november, waarna tot 1 april de beitels en hamers worden neerge legd. Tijdens die lange winterslaap, die ook in de dertiende eeuw gold, hebben de werk nemers vakantie en bijscholing. De helft verhuisde speciaal naar deze uit hoek van de Bourgogne om aan het kasteel te mogen werken. „De meesten van hen wa ren werkloos, wat voor de Europese Unie re den was de subsidie te geven", zegt Marilyne Martin. „Maar hun werk hier is voor hen meer dan zomaar een baantje." De arbeiders zijn op de eerste plaats bouwvakker, maar daarnaast ook onderwij zer. „Als je bij Disneyland in dienst treedt, krijg je een verbod met het publiek te pra ten", aldus de directrice. „Hier heb je een verplichting om vragen van bezoekers te be antwoorden." „Wie die eigenaar is?", Marilyne Martin herhaalt langzaam de woorden. „Het is niet Michel Guyot. Hij had het idee het kasteel te bouwen, maar hij is slechts onbezoldigd voorzitter van de vereniging. Vreemd, ik heb me die vraag nooit gesteld. Maar ik denk dat de mensen die dit kasteel bouwen de eigena ren zijn. Zij mogen straks hier wonen." Ge zien de duur van het project, een kwart eeuw, zal de kasteelgemeenschap dan be staan uit gepensioneerden. CEES VAN ZWEEDEN Frankrijk wordt een bijzonder kasteel rijker In Condom bouwt de burgemeester een condoommuseum, en in de Auvergne graaft ex-president Giscard d'Estaing een vulkaan. Maar het idee waar een Belgische Bourgondiër mee kwam, slaat alles: een nieuw, middeleeuws kasteel. Het duurt nog 25 jaar voordat het klaar is, maar reeds als bouwplaats trekt het Chateau de Guédelon drommen toeristen. regionale autoriteiten en de Europese Unie. „We hebben in totaal vier miljoen francs ge kregen, ongeveer de prijs van een rotonde in dit land", zegt Maryline Martin. „Dat geld was bedoeld om de eerste drie jaar de sala rissen van te betalen. Maar we denken dat we vanaf volgend jaar al - het derde jaar - onszelf kunnen bedruipen." Daarvoot hoeft de kasteelheer geen omlig gende dorpen te plunderen, zoals destijds. In plaats daarvan komt het geld van toeristen, die tegen betaling de bouwplaats bezoeken. Maryline Martin: „In 1998 kregen we 60.000 bezoekers. Dit jaar denken we 85.000 te ha len, en in 2000 komen we zeker boven de 100.000. Dat is het aantal dat we nodig heb ben om zelf de salarissen te kunnen beta len." Minimumloon Veel andere uitgaven dan de maandlonen zijn er niet. Stenen worden ter plekke uitge houwen, water komt uit een tweetal putten, zand uit de grond. De arbeiders krijgen iets meer dan het minimumloon betaald plus een middagmaal. De ingrediënten voor dat eten scharrelen rond aan de rand van het bos, waar Héloïse waakt over de ganzen, eenden, varkens, geiten en schapen. Héloïse is een 24-jarig meisje dat de mo derne tijd in Nantes - waar ze de kunstaca demie doorliep - volgaarne verruilde voor de primitiviteit van de Bourgogne. Op de bouw plaats bij Saint-Saveur maakt ze zich nuttig als ganzenhoedster en illuminator, een be roep dat met de uitvinding van de fotografie was verdwenen. Naar middeleeuwse traditie werkt Héloïse in die functie mee aan een boek dat de groei van het kasteel verhaalt. Op perkament schildert ze elke fase van de bouw, wat haar genoeg tijd voor de ganzen laat, want de arbeiders leggen maar drie ste nen per dag. „Ik ben zeer gesteld op de ambiance hier", zegt Héloïse. „Er heerst een volstrekte kalm te. Het is een leven zonder stress, omdat er geen winstbejag is. En je bent één met de na tuur; de eerste maand heb ik zelfs in een hut in het bos gewoond." Die ontspannen sfeer geldt voor de mees ten als pluspunt. Sinds het begin heeft slechts één werknemer zijn ontslag inge diend, terwijl het ziekteverzuim veel lager is dan gemiddeld in de bouw. Dat gegeven ver mag Franck (27), die vroeger onregelmatig in de bouw werkte, niet te verbazen. „Het grote verschil met een moderne bouwplaats is dat hier geen elektrische machines zijn. Dat maakt de risico's op verwonding veel klei ner." Niettemin volgt de arbeidsinspectie de Grafische impressie van het kasteel zoals het er over 25 jaar uit zal zien. Op de punten van de toren is het complex dertig meter hoog. weet dat wij hier nog geen ampère gebrui ken." Het idee een middeleeuws kasteel te bou wen kwam van Michel Guyot, een lokale Belg. Guyot kocht twintig jaar geleden voor 200.000 franken het kasteel van Saint-Far- geau, groot en verwaarloosd. Armlastig als hij was, knapte de Belg het met eigen han den op, om nu te presideren over een im mens gebouw dat jaarlijks 50.000 betalende bezoekers trekt. Door zijn nijvere arbeid in het kasteel had Guyot de smaak voor de Middeleeuwen goed te pakken gekregen, en enkele jaren geleden rees in zijn brein het idee om met een stel vrienden een 'authen tieke vervalsing' van een bestaand kasteel te bouwen. Dat plan bracht hem al snel in con tact met Maryline Martin, een vrouw met veel verstand van commercie. Maryline Martin richtte een vereniging op, die de bouw van het Chateau de Guédelon op zich nam. Er ging een subsidieverzoek naar de diverse instanties met geld, en hoe wel het idee veelal met hoongelach werd ontvangen, waren er ook organisaties met verbeeldingskracht. Daaronder: het EDF, de Langs een landweg in de Bourgog ne staat een bord met de aandui ding middeleeuwse bouwplaats. |e daar het bos inloopt, stuit op een dertig- mensen die zo uit een geschiedenisboek <f*yen weggelopen. Op een open plek hakken mannen, dien in dertiende-eeuwse kle- i, stenen uit een rotsblok. Elders jaagt een ""°'1dgerokte vrouw de ganzen op. i uw* lïjd bestaat niet voor deze mensen, die ?n horloges dragen. Van elektriciteit heb- Ki ze geen last. Hun voertuigen hebben bit meer dan één paardenkracht, de icht van de knol die in de houten stal zijn oi eet in een traditie van eeuwen her. h de bossen bij Saint-Sauveur wordt ge- tiedenis geschreven. Het zal nog minstens iaar duren vooraleer het Chateau de Gué- Ion klaar is, maar dan zal Frankrijk een [waardig kasteel rijker zijn. Een kasteel ;t zes torens, een gracht en een ophaal- jtg. En alles zal gebouwd zijn zoals toen. Maryline Martin moet lachen als ze ver alt wie de subsidiegevers zijn. „Een der jotste is het elektriciteitsbedrijf EDF", zegt jeugdige directrice. „Dat is btéar, als je overtuiging van Nieuwenbroek. „En dan heb ik het niet over het beetje spanning dat iedereen wel heeft voor een bepaalde taak. Het is heel normaal als je voor een spreekbeurt zenuwachtig bent of opziet tegen een sollici tatie. Die spanning vervult zelfs een bepaalde functie, namelijk dat je je ervoor oplaadt. Maar bij veel mensen slaat dit om in een blokkade. De angst is dan zo groot, dat men gaat stotteren en zweten en dat er helemaal niks meer uitkomt. Dat is van de bui tenkant niet altijd duidelijk te zien. Mensen met prestatieangst weten dat soms perfect te ver bergen. Ze zijn meester in ver mijdingsgedrag. Als zich een moeilijke klus aandient, dan zijn ze altijd onvindbaar of net met iets anders bezig. Neem Leen Jongewaard. Die heeft zijn hele leven zo erg geleden onder faal angst dat hij er depressief van werd en niemand die het wist." Wat er in televisieprogramma's ook wordt blootgelegd aan diepste zielenroerselen, over prestatieangst in het werk hoor je niemand. Er rast een levensgroot taboe op. Om dat te doorbreken schreven Ard Nieuwenbroek en Jan Ruigrok, beiden trainer/therapeut in Den Bosch, een boek over prestatieangst bij werknemers. 'Het komt veel meer voor dan je zou denken'. ïroen werkt in de reclame en iet elke vrijdag ideeën voor juwe campagnes aandragen de directie. Als hij zijn plan- a eerst aan zijn collega's ver- doet hij dat zo overtuigend iedereen ze als briljant en lots aanmerkt. Maar eenmaal de directie begint Jeroen te tteren en komt er bijna-geen je zin meer over zijn lippen, roline drijft met haar man een taurant en is verantwoordelijk )r de bediening. „Ik ben een Ite perfectionist. Het ergste 1 mij kan overkomen is een nt met een klacht. Het zweet lekt me uit als ik daar aan ik. Soms loop ik tot drie uur 's :hts rond om te kijken of alles arde is voor de volgende dag; die dag begin ik om twaalf r 's middags alles te controle- Stel je voor dat er vlekken de tafellakens zitten! De klan- i zijn dik tevreden, maar als ik jp in mijn hart kijk, weet ik dat dat ook zouden zijn als ik er nelft van mijn tijd in stop. iar ja, dat lukt me niet. Tijd )r vrienden of hobby's heb ik it. Ook de kinderen zou ik veel ler aandacht willen geven. Ik u dat ik mezelf durfde toe- bn eens een fout te maken, t zou me een hoop rust ge- r" t zijn twee voorbeelden van (nsen met prestatieangst die I Nieuwenbroek in zijn twin- arige ervaring als coach en pier in arbeidsrelaties heeft liandeld. I probleem komt veel meer j»r dan je zou denken, is de Groot taboe Ard Nieuwenbroek heeft ervaren hoe moeilijk het is mensen over hun prestatieangst te laten pra ten. „Ik heb eens in een forum gezeten bij het praatprogramma van Catherine Keijl, dat ging over faalangst bij scholieren. Daar kwam toen even het aspect pres tatieangst bij werknemers aan de orde. Na afloop vroeg de redac tie mij mee te werken aan een uitzending over dat onderwerp. Een prachtig idee, maar er kwam niets van terecht omdat nie mand daarover voor de camera durfde te praten. 'Ik pieker er niet over om daarmee op tv te komen, ik moet hier nog jaren verder', was een veelgehoord ex cuus. En dat terwijl de halve be volking zonder gêne z'n hele hebben en houen en afwijkingen op de buis etaleert." Het taboe op prestatieangst moest maar eens doorbroken worden, vond Nieuwenbroek. Daarom schreef hij samen met zijn collega Jan Ruigrok een boek over prestatieangst bij werkne mers. Nieuwenbroek en Ruigrok werken als trainer bij de KPC Groep (Onderwijs Adviseurs) in Den Bosch en hebben in die hoedanigheid een jarenlange er varing in het omgaan met faal angst. „Overigens spreken wij liever over neutrale prestatie angst. We hebben het ook niet over positieve of negatieve angst, want welk van die twee het is, kun je pas achteraf vaststellen. Als het goed is gegaan, was het kennelijk positief, als het mis ging, was het dus negatief. Ter wijl het in werkelijkheid een ge leidelijke schaal is. Een beetje angst heeft iedereen wel, maar hoeveel is nog gezond?" Oorzaken Veel jongeren lijden er al onder op school, zo weet hij uit zijn zestienjarige ervaring als leer kracht en onderwijsambtenaar in Twente. „Het komt vaak naar boven als mensen met nieuwe situaties worden geconfronteerd. Een nieuwe school, een nieuwe baan. Ik heb bij eerstejaars stu denten en nieuwe werknemers vaak gezien dat alle oude zeker heden ineens kunnen wegvallen. Het is er misschien ook wel de achterliggende oorzaak van dat mensen niet zo van veranderin gen houden." Door een overma tige angst voor fouten en misluk kingen liggen veel mensen met zichzelf overhoop, lijden bedrij ven onnodig verlies en belanden veel mensen in de Ziektewet of WAO. „Sommige werknemers hebben een briljant verstand en prachtige diploma's, maar het komt er gewoon niet uit." De oorzaken kunnen liggen in het karakter, een onevenwichtige opvoeding, nare ervaringen in het verleden, maar ook in de druk die 'van buitenaf wordt opgelegd. „Dat heeft alles te ma ken met de verdikking van de maatschappij", is Nieuwenhuis' visie. .Alles moet tegenwoordig snel gebeuren, je moet altijd en overal bereikbaar zijn, zonder havo-diploma kom je niet meer achter de kassa en de deadlines worden steeds verder naar voren gehaald. Daar komt bij dat veel bedrijven de mond vol hebben van kwaliteitsprogramma's en 'nulfoutenbeleid', ze gebruiken 'mysteryguests' in hun restau rants en winkels en vervolgens registreren ze alles wat er mis gaat tot in de puntjes. De bazen staan dus steeds meer in de nek van de werknemers te hijgen. Ik ben bang dat ze daarmee precies het tegenovergestelde bereiken van wat ze willen. Het is helemaal verkeerd om werknemers steeds maar weer- in te peperen dat fouten maken niet meer mag. En dan moet het werk nog snel af ook. Dat zijn van die tegenstrijdige opdrach ten waar je gek van kunt worden. Zoals de autoverkoper die zoveel mogelijk tweedehandsjes moet verkopen, maar tegelijk eerlijk moet blijven. Of de baas die zegt dat je vooral met kritische op merkingen moet komen en die vervolgens iedereen afblaft die daar gebruik van maakt. Ik be doel maar, als u vanavond tegen uw vrouw zegt: wees eens spon taan en geef me een kus..." Werkgevers die zo'n grote druk op hun personeel leggen, creë ren volgens Nieuwenbroek 'egels', die hun kop intrekken en hun stekels opzetten. „Want als je niets doet, kun je ook geen fouten maken." Signalen Vermijdingsgedrag is een van de indicaties waaraan je prestatie angst kunt herkennen. Maar er zijn meer signalen, weet de trai ner. „Lichamelijke en mentale gedragingen. Behalve zweten en trillen, kunnen mensen heel druk in hun bewegingen wor den, of juist heel erg verstarren en verkrampen, oogcontact mij den, vaak naar het toilet moeten of gaan hyperventileren. Men taal kun je het onder andere her kennen aan het niet kunnen ver dragen van complimentjes. Want misschien denkt u dat de chef daar een bijbedoeling mee heeft. Of misschien bent u onze ker over uw prestaties en dan past een compliment niet in dat verwachtingspatroon. Mensen zijn geneigd zich te ge dragen naar hun eigen verwach tingen. Komt een chef met een lastige klus, dan denkt iemand met veel prestatieangst: zie je wel, ze proberen mij weer een hak te zetten, mij fouten te laten maken. Zie je het leven wat zon niger in, dan denk je: hè, leuk dat ik dat vertrouwen krijg en dat men mij goed genoeg vindt voor zo'n moeilijke klus." Nieuwenbroek meent dat lei dinggevenden een belangrijke rol kunnen spelen in het terug dringen van de prestatieangst en het bevorderen van een meer zelfverzekerde houding onder hun personeel, maar het hangt uiteindelijk wel van jezelf af, be nadrukt hij. „Het kost mensen moeite om toe te geven dat ze aan prestatieangst lijden, maar als ze daar eenmaal achter zijn, dan moeten ze er ook zelf aan willen werken. En geloof het of niet, je hebt veel meer invloed op je omgeving dan je zou den ken. Wat Ratelband roept is niet allemaal onzin. In de kern heeft hij gelijk: iedereen creëert zijn ei gen werkelijkheid." In hun boek proberen Nieuwen broek en Ruigrok op een heel praktische manier uit te leggen hoe je die werkelijkheid kunt verbeteren. Het kan met ont spanningsoefeningen (om ver kramping of verstarring te be strijden), maar vooral ook met mentale hulpmiddelen. Wie er gens tegen opziet moet niet hel pende gedachten vervangen door helpende gedachten. Bij een spreekbeurt is een niet hel pende gedachte: 'Het is zo be langrijk, dus het moet perfect zijn'. Een helpende gedachte is: 'Omdat het zo moeilijk is om on der die omstandigheden een speech te houden, mogen er best een paar foutjes tussen zit ten'. En: 'Als ik misluk, ga ik af voor mijn collega's', moet plaatsmaken voor 'Toch goed dat ik dat durf. Ik sta daar toch maar. Als er een paar collega's vinden dat ik afga, mogen zij het de volgende keer doen!' Zo'n omslag in denken zal volgens de auteurs niet gemakkelijk zijn, maar men kan het bevorderen door 'souvenirs' bij helpende ge dachten te zoeken. „Als je tij dens die afscheidsspeech voor je collega dan toch een fout maakt, dan zegje: 'Joop, hier kun jij nog wat van leren, want fouten ma ken, daar was je nooit goed in'. En als je bang bent voor de prie mende ogen van de grootste zuurpruim op de afdeling, dan loop je vooraf even naar hem toe en vraag je of hij nog een tip voor je heeft. Dan heb je alvast zijn steun." Met de vele tips en opdrachten uit het boek kan men leren pres tatieangst te herkennen en te be strijden, maar Nieuwenbroek heeft niet de pretentie dat de angst voorgoed verbannen zal worden. „Als je de technieken beheerst en toepast, heb je er wel minder last van. Als je dan toch nog eens in de put raakt, zie het dan maar als een onweersbui tijdens een schitterende vakan tie. Het wast de stof uit je kleren en houdt je waakzaam." JAN RUESINK 'Omgaan met prestatieangst'; Ard Nieuwenbroek en Jan Ruigrok; 32,50 gulden; behalve in ae boekhandel verkrijgbaar bij KPC Groep Den Bosch, telefoon 073 - 624.72.47.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 47