een onbekende achterkamer van Rusland
E
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1999
Het Sayan-geberg-
te, toegangspoort
tot Tuva.
FOTO S'PETER BRUYN
Armoede in rijke natuur
Een kleine deelrepubliek
•n de Russische Federatie,
eldin geklemd tussen Centraal-
Siberië en Mongolië. Zó
ns" eend, dat het nieuwtje dat
buitenlander gearriveerd
seen lopend vuurtje door
centrum van hoofdstad
Kyzyl gaat.
is een land van nomaden
en keelzangers, van
Idhisten en sjamanen, van
ndieren, yaks, paarden en
kamelen. Een land van
steppen, besneeuwde
oppen, wouden, meren en
woestijn. Waar de hennep
veelderig en wild langs de
i™' vegen groeit. Een land van
i. iden, kraanvogels, wolven
n beren. En een land waar
Wfageen toerist komt. Voor
zolang dat nog duurt.
af li
de Sjamanen in Kyzyl.
r is op z'n minst één voor de
m hand liggende verklaring voor de
onbekendheid van Tuva: het kost
nogal" wat moeite om er te komen. De Cen-
.traal-Aziatische republiek met een omvang
van pakweg viermaal Nederland is aan alle
kanten door bergen omsloten. Een keer per
week vliegt er vanuit Moskou een Toepolev
heen en die is vanuit Nederland niet eens
rechtstreeks te boeken. Verder zijn er wat
onregelmatige vluchten met speelgoedvlieg
tuigjes van en naar naburige Siberische ste
den. Spoorwegen kent Tuva niet. De grens
met Mongolië zit potdicht. Wat overblijft is
de weg. Eén moeilijk toegankelijke B-weg en
één behoorlijke tweebaans asfaltweg die het
land via enkele hoge bergpassen met de bui
tenwereld verbindt.
Over die weg gaat de bus naar Kyzyl (500
kilometer verderop) die vertrekt vanuit Aba
kan. Door de nodige motorpech kost het elf
uur om in Kyzyl te komen, de Russische
hoofdstad (80.000 inwoners) van Tuva met
de rust van een provincieplaatsje. In de lob
by van het hotel hangt Ilya aan de balie; een
in Duitsland wonende Rus en 'Tuva-vete-
raan'. Hij bezocht het land al een keer of
vier. Ilya is bevriend met Alexei, een goed
Engels sprekende docent geschiedenis aan
de plaatselijke universiteit. En Alexei belt
vervolgens met Mergen, de manager van het
Bureau voor Toerisme bij het Ministerie van
Cultuur, dat er weer een buitenlander in het
land is aangekomen. Zo simpel gaat dat in
Tuva.
Groot verschil
Zoals tegenwoordig overal in Rusland, mo
gen toeristen ook in Tuva vrij rondreizen.
Voor wie werkelijk iets van het land wil zien,
is een gids onontbeerlijk. Nomaden zetten
hun tent nu eenmaal niet op een straathoek
in de stad neer. En kudden kamelen blijven
zelden langs die ene weg grazen waar de bus
toevallig voorbij komt. Wie het echte Tuva
wil leren kennen moet de steppe op of de
bergen in. Daar zijn wegwijzers en openbaar
vervoer volstrekt onbekende fenomenen.' En
dan is er nog het taalprobleem: buiten de
hoofdstad Kyzyl wordt vrijwel alleen Tu-
vaans gesproken, een variant op het Turks.
Zonder gids mis je hier veel.
Goed, het monument dat het geografisch
midden van Azië aangeeft valt bij een wan
deling door de stad niet te ontlopen. Maar de
sjamanenkliniek - nota bene de enige in de
hele Russische Federatie - is van de buiten
kant volstrekt onherkenbaar.
Sjamanisme, het bezweren van kwade en
vereren van goede geesten is een oeroud ge
bruik in Centraal Azië. 'Kliniek' is een wat
groot woord voor de wrakkige houten schuur
met een stuk of vijf kamertjes. Binnen, in de
gang die tevens als wachtkamer dient, han
gen de portretten van een zestal sjamanen
met hun specialiteiten: genezing van hoofd
pijnen, buikpijnen en trillende ledematen,
bezweren van boze geesten, bestrijden van
kwade dromen, verjagen van vampiers, zien
van de toekomst, enzovoort.
Een consult kost buitenlanders tweehon
derd roebel (een gulden of twintig) terwijl
Tuvanen slechts twintig betalen. De prakti
serende sjamaan vertelt over de overeen
komsten en verschillen met het in Tuva
eveneens zeer populaire boeddhisme. Dan
trekt hij een bonte, met textiele slangen be
hangen mantel aan (die het contact met de
aarde symboliseert) en zet een verentooi op
(zijn band met de hemel). Het is precies het
kostuum dat een kilometer verderop, in het
nationale museum van Tuva, als eeuwenou
de sjamaanse dracht in een vitrine is ten
toongesteld.
De medicijnman begint in cirkels door de
kamer te dansen, onderwijl slaand op een
enorme handdrum met een doorsnee van
meer dan een meter. De luchtverplaatsing
tijdens het trommelen is enorm. Het trilt
door de ruimte. Hij zingt. De karakteristieke
Tuvaanse keelzang. Meerstemmig: een hoge
piep en een diepe knor door elkaar. Op zijn
rug aan de mantel rinkelen bellen mee. Door
zijn zwaaien met de drum lijkt het te stor
men in het kamertje. Met de klauw van een
beer worden daarna de kwade energieën
De Yenisey-oever. Een yurtha, een kamel.... Het begint allemaal wel erg veel op een prentbrief
kaart te lijken.
Een nomadenmeisje in de yurtha van haar ouders.
weggeschraapt. Een harde klap op de drum
maakt een einde aan het ritueel. De sjamaan
gaat aan het bureau zitten, zet zijn verentooi
af, verbergt z'n gezicht een moment achter
zijn handen en zegt dan: „Jullie zijn van ver
gekomen en zullen nog grootse werken ver
richten." Niet echt verrassend, maar altijd
prettig om het ook nog eens van een deskun
dige te horen.
Groot verschil
Het verschil tussen Tuva en het 'Russische'
Siberië, zo'n duizend kilometer noordelijker
achter de Sayan- en Altaigebergten, is groot.
De Siberische industriesteden zijn vrijwel
helemaal 'blank' - Kaukasisch Russisch - ter
wijl alles aan Tuva Aziatisch is. De bevolking
bestaat in de hoofdstad Kyzyl voor tweeder
de en daarbuiten voor honderd procent uit
etnische Aziaten. De dominerende religie is
al enkele eeuwen lang het boeddhisme.
Sinds de glasnost groeit het aantal tempels
gezwind en de Dalai Lama in eigen persoon
komt om de paar jaar op bezoek. Zijn portret
staat ook centraal in de nieuwe kleine, met
kleurige attributen en zoete wierook gevulde
tempel even buiten Kyzyl.
Even verderop graast een kudde schapen
het schaarse gras van de Yenisey-oever. De
herdersjongen op zijn paard drijft de dieren
voorzichtig in de richting van een yurtha, de
grote ronde tent van de Tuvaanse en Mon
goolse nomaden. Gastvrij wordt er thee ge
schonken en de karakteristieke zure melk die
voor de westerse maag slechts met vele
scheppen suiker te verteren valt. En er is een
kameel, een goedmoedig beest met einde
loos geduld die braaf alles doet wat de her
derskinderen hem opdragen. De jongste
pakt het touw dat aan een ring door de neus
van het dier zit en laat het rondjes lopen. De
yurtha, de kameel en de schapen op de ach
tergrond; het begint allemaal wel erg veel op
een prentbriefkaart te lijken. Maar het tafe
reel is niet geschapen voor toeristen - er zijn
amper toeristen in Tuva. En duizenden
schilderachtige plekken als deze. Herders,
schapen, kamelen, paarden en yaks. En
yurths, natuurlijk. Overal. Alsof ze van ho
gerhand als witte damstenen op de berghel
lingen zijn geplakt.
Onvoltooide bouw
Tuva is arm. Misschien wel de armste repu
bliek binnen de Russische Federatie. Goed
kope sigaretten worden er per stuk verkocht.
Op wat uien en bessen na is er nauwelijks
betaalbaar groente en fruit te vinden. De eni
ge winkel die frisse - import - appels en con
serven tegen West-Europese prijzen heeft, is
voorbehouden aan een handje vol nieuwe
rijken. Voor het merendeel van de Tuvanen
blijft het maandinkomen ruim onder de
honderd gulden. Het duidelijkst wordt de ar
moede van het land geïllustreerd door de tal
loze onvoltooide bouwwerken in Kyzyl. Vol
goede moed begonnen, maar geld om het
werk af te maken is er niet. De betonnen kar
kassen staan nutteloos weg te rotten. Een
tientallen meters hoge bouwkraan viel tij
dens een heftige storm om en ligt al enkele
jaren in een buitenwijk te roesten.
De armoede dwong Tuva in 1944 ook om
zich na twintig jaar zelfstandigheid bij de
toenmalige Sovjet Unie aan te sluiten. Vanaf
de zesde eeuw leefden de Tuvanen beurte
lings onder Chinese, Mongoolse en Turkse
overheersing, totdat het land in 1921 een on
afhankelijke volksrepubliek werd, met Rus
land als beschermende grote broer. Of de in
lijving onder Stalin in 1944 werkelijk zo vrij
willig was als sommige Russische geschiede
nisboeken willen doen geloven, is niet hele
maal duidelijk, maar dat de Tuvanen zich
sinds de glasnost en perestrojka van de late
jaren tachtig hun identiteit ten volle willen
profileren staat als een paal boven water.
Het wegennet in Tuva is overzichtelijk. Het
land telt welgeteld twee plakken asfalt waar
op een gemiddelde snelheid van pakweg vijf
tig kilometer per uur haalbaar is. Eén van de
noordelijke grens via Kyzyl tot even voor de
grens met Mongolië. En één vanaf Kyzyl
westwaarts langs de Yenisey rivier. Na hon
derd kilometer in die richting, door het
schitterende berglandschap dat Tuva ken
merkt, verschijnt een hoge witte rots die
door de inlanders 'God' genoemd blijkt te
worden. Een met boeddhistische beeldjes
behangen gedenkteken meldt dat de Dalai
Lama de berg in 1992 persoonlijk gezegend
en heilig verklaard heeft. Dichterbij de rots
staan negen gedecoreerde palen. Even ver
der negen stapels stenen in een cirkel met in
het midden een diepe kuil. Een plaats voor
sjamaanse rituelen. Volgens de Tuvanen is
het een plek vol sterke energieën en bijzon
dere krachten. En het kan geen toeval zijn
dat er plotseling een zwart-wit gestreepte
slang van zeker een meter lengte onder een
paar stenen weg kronkelt. Slangen worden in
Tuva als gelukbrengers gezien. Slangen zijn
de baas rond de sjamaanse heiligdommen in
de bergen.
Verder naar het westen gaat de Aanwas op
in een groot, langgerekt meer. Langs de oe
ver, zoals overal in Tuva, loslopende paarden
en kraanvogels. Massaal groeit hier de wilde
hennep. In de buurt moet ergens een grot
zijn met daarin een eeuwenoud boeddha
beeld. De grot blijkt echter onder water te
staan en het beeld is onbereikbaar. Omhoog
kan wel. De berg op, met op de top een me
tershoge pilaar van gestapelde platte stenen.
Een merkwaardige totem, waarschijnlijk
daar gebouwd om de wolven af te schrikken.
'Die denken dan dat er een man staat...'
Zo eenzijdig de economische toestand in
Tuva is - armoede - zo gevarieerd is de na
tuur. Kudden yaks, kamelen, paarden en
rendieren, zó dicht bij elkaar op zó'n klein
oppervlak; een unicum. De yaks bevinden
zich in het hooggebergte in het Noord- en
Zuid- Westen. Het kost minstens een week
om daar te komen. Ilya, de Duitse Rus, ging
er met een andere toerist, een Zwitser, naar
toe. Die had het landschap ronduit schitte
rend gevonden. Maar verder ervoer hij de
tocht als een beproeving. Behalve gefermen
teerde melk, bedorven vlees en wat bos
vruchten, was er niets te eten geweest.
In de beboste bergen in het Oosten van
Tuva leven de nomaden die rendieren hou
den. Ze wonen niet in yurths, maar in hoge
punttenten die opvallend sterk op de tipi van
de Noord- Amerikaanse indianen lijken. Het
onderstreept de theorie van een groep Russi
sche wetenschappers die na uitgebreid gene
tisch onderzoek tot de conclusie gekomen
zijn dat de Noord-Amerikaanse indianen die
veertigduizend jaar geleden via de Bering-
straat en Alaska op het Amerikaanse conti
nent kwamen, oorspronkelijk niet uit Korea
of China kwamen - zoals wel is gedacht -
maar uit Tuva. En de overeenkomst tussen
de Tuvaanse sjamaan en de Indiaanse medi
cijnman is natuurlijk veelzeggend.
Ook hier is een bezoek echter nagenoeg
uitgesloten. In het Oosten van Tuva zijn sim
pelweg geen wegen. Toeristen-manager
Mergen was eens met een journalist van Na
tional Geographic naar de tipi-nomaden ge
reisd. Eerst hadden ze zich een stuk laten
vliegen, vervolgens waren ze een dag de ri
vier afgezakt en tenslotte hadden ze nog
honderd kilometer met bepakking door het
bos moeten lopen, voordat ze er waren.
Maar het alternatief is niet kwaad: zuid
waarts. De woestijn. Niet minder exotisch.
De asfaltweg naar Erzin, het meest zuidelijke
stadje, biedt tweehonderd kilometer schitte
rend panorama. Kudden schapen en runde
ren. Groepen galopperende paarden, soms
vijftig of zestig, als in een western. Hier en
daar nieuw gebouwde Boeddhistische tem
pels, heilige sjamaanse plaatsen met totems
en merkwaardig geplaatste, grote oeroude
keien. En, jawel: kamelen. Veel kamelen, die
uiterst ontspannen in een grote kudde de
weg oversteken, zich niets aantrekkend van
auto's en bussen.
Voorbij Erzin houdt alles op: huizen, tele
graafpalen, wegen, bushaltes. Na nog tien ki
lometer stapvoets rijden door de steppe, di
rect na de brug over de Tes-Khem rivier, be
gint de woestijn. Zand en lage struiken zo ver
het oog reikt. Regelmatig dreigen de wielen
vast te slippen in het zand. Maar Mergen zou
geen manager van het Buro voor Toerisme
van Tuva zijn als hij zich daardoor af liet
schrikken. Na anderhalf uur mul zand ver
schijnt als een oase het sprookjesachtige
grensmeer Therekol. Een perfecte plek om
de tenten op te slaan. Rimpelloos water.
Geen menselijke geluiden te horen. Alleen
krekels en vogels doorbreken de stilte. De
sfeer is onwerkelijk. In de verte, spiegelend
in het water, een bergrug. Mongolië.
Toerisme
Bij daglicht is pas zichtbaar dat er op enige
afstand overal yurths rond het meer staan.
Een onaangekondigd bezoek bij de noma
den gaat niet in tegen de etiquette, maar het
is wel zo netjes om dan een geschenk(je) aan
te bieden. Een pak koek uit de proviandvoor-
raad, bijvoorbeeld. Of een paar Europese im
port-appels. De gasten worden naar de
mooiste plek in de tent geleid; daar waar de
vloer bedekt is met tapijten.
In het midden van de grote yurth, een for
nuis met daarop een schaal melk. Het dak
heeft - net als een tipi - in het midden een
opening waardoor rook naar buiten en frisse
lucht naar binnen kan. De constructie van
de nomadenwoningen is ronduit ingenieus:
de wanden hebben een harmonica-structuur
van latten, zodat de yurth naar believen gro
ter en lager of kleiner en hoger gemaakt kan
worden, al naar gelang het jaargetijde. De
tent is bekleed met textiel of huiden en daar
onder een isolerende laag van viltig paarden
haar of schapenvacht. Er wordt alleen maar
natuurlijk materiaal gebruikt. Kunststof of
metaal komt er niet aan te pas - afgezien van
wat spijkers.
Weer is er zure melk voor de gasten. En ge
lukkig ook suiker. Mergen, de toeristen-ma
nager, spitst de oren als er gesproken wordt
over een yurtha in de omgeving die te koop
zou staan. Hij wil erheen. Maar waar is het?
De grootmoeder van de nomadenfamilie
biedt aan om de weg te wijzen. Ze stapt in de
auto. Een volgende rit door het mulle zand.
De nomadenvrouw steekt de ene sigaret na
de andere op - het goedkoopste merk van
minder dan twee roebel, twintig cent, per
pakje. Waar Holland ligt, wil ze weten. Het
antwoord - 'Europa' - zegt haar weinig.
'Tweemaal zo ver als Moskou', evenmin.
'Hoe ziet het er daar uit', vraagt ze. "Veel wa
ter en geen bergen'. Weer haalt ze de schou
ders op. De verwarring is compleet.
Van een klein groepje yurths, een uur ver
derop, blijkt er één te koop. Een hele grote
en mooie; Mongoolse type, met ornamenten
op de dakbalken en uit hout gesneden dra
ken in de steunpilaren. Doel van de speur
tocht blijkt een yurtha om toeristen in te la
ten slapen. Mergen toont zich zeer geïnteres
seerd. Tuva's toeristen-manager verwacht
een groep van zeventien Amerikanen die per
fax hebben laten weten het leuk te vinden in
zo'n echte nomadentent te overnachten.
Mergen ziet mogelijkheden. Als het aan hem
ligt komen er binnenkort honderden of zelfs
duizenden Europeanen en Amerikanen naar
Tuva. De Valkenburgisering van het paradijs?
Nu kent hij alle toeristen bij naam. Maar hoe
lang nog?
PETER BRUYN